Regeling vervallen per 01-01-2007

Besluit financiële tegemoetkoming en eigen bijdragen voorzieningen gehandicapten 2006

Geldend van 01-03-2006 t/m 31-12-2006

Intitulé

Besluit financiële tegemoetkoming en eigen bijdragen voorzieningen gehandicapten 2006

Burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal;

gelet op artikel 5, leden 2 t/m 4 en artikel 6 van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) en de hierbij behorende nadere regelen en artikel 1.3 van de gemeentelijke Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Stadskanaal 2006 (Vvg);

besluiten:

vast te stellen:

het Besluit financiële tegemoetkoming en eigen bijdragen voorzieningen gehandicapten 2006 en dit besluit op 1 maart 2006 in werking te laten treden. Per 1 maart 2006 het Besluit financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen, zoals vastgesteld in de collegevergadering van 15 augustus 2003 in te trekken. [ '15 augustus 2003' moet zijn '26 augustus 2003' ]

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1: Begripsbepalingen

De begripsbepalingen van de gemeentelijke Verordening voorzieningen gehandicapten (Vvg) zijn op dit besluit van toepassing.

Artikel 2: Beperkingen

Voor voorzieningen waarvan de kosten minder dan € 45,00 bedragen, wordt geen financiële tegemoetkoming verleend.

Artikel 3:

[ Vervallen ]

Paragraaf 2. Woonvoorzieningen

Artikel 4: Hoogte financiële tegemoetkoming in de kosten van woonvoorzieningen

  • 1.

    De hoogte van de door burgemeester en wethouders te verlenen forfaitaire vergoeding voor een woonvoorziening, als bedoeld in artikel 2.1 onder a van de Vvg, bedraagt € 1.815,12.

  • 2.

    De in lid 1 genoemde vergoeding vervalt, als een aanbod van passende woonruimte zonder redelijke grond wordt geweigerd.

  • 3.

    De hoogte van de door burgemeester en wethouders vast te stellen financiële tegemoetkoming in de kosten van woonvoorzieningen, als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder b van de Vvg, bedraagt 100% van de voor vergoeding in aanmerking komende kosten.

  • 4.

    De hoogte van de door burgemeester en wethouders vast te stellen financiële tegemoetkoming in de kosten van een woonvoorziening, als bedoeld in artikel 2.1 onder c van de Vvg (bijvoorbeeld vloerbedekking carapatiënten), wordt bepaald door rekening te houden met de ouderdom van de vloerbedekking (twee jaar oud maximaal 75% vergoeding, vier jaar 50%, zes jaar 25%). Bij acht jaar of ouder vindt geen vergoeding meer plaats.

  • 5.

    De hoogte van een door het college van burgemeester en wethouders te verlenen financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring en reparatie van een woonvoorziening als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder d van de Vvg, zal het bedrag als bedoeld in bijlage II (soorten liftinstallaties) niet te boven gaan.

  • 6.

    De hoogte van een door het college van burgemeester en wethouders te verlenen financiële tegemoetkoming voor een woonvoorziening, als bedoeld in artikel 2.1, onder e, bedraagt:

    • a.

      de werkelijke kosten met een maximum van € 300,00 als tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van zelfstandige woonruimte en het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte;

    • b.

      de werkelijke kosten met een maximum van € 600,00 ter tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte.

  • 7.

    De hoogte van een door het college van burgemeester en wethouders te verlenen financiële tegemoetkoming in de kosten van een voorziening als bedoeld in artikel 2.1 onder f, is afhankelijk van de kale huur van de woonruimte, doch niet meer dan de helft van de werkelijke kosten met een maximum van € 300,00 per maand.

Paragraaf 3. Vervoersvoorzieningen

Artikel 5: Eigen bijdragen en hoogte financiële tegemoetkomingen in de kosten van vervoersvoorzieningen

  • 1.

    De hoogte van een door het college van burgemeester en wethouders te verlenen financiële tegemoetkoming voor vervoersvoorzieningen en accessoires, als bedoeld in artikel 3.1, onder c, sub 2 t/m sub 4 en d, is een forfaitaire vergoeding. Voor de vaststelling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de volgende normbedragen (op basis van prijsindexeringscijfer 2005):

    • a.

      voor de tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een eigen auto, geldt een normbedrag van € 966,88;

    • b.

      voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een bruikleenauto, geldt een normbedrag van € 624,76;

    • c.

      voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een taxi, geldt een normbedrag van € 966,88;

    • d.

      voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een rolstoel-taxi, geldt een normbedrag van € 1.413,32.

  • 2.

    Indien het inkomen, zoals bedoeld in artikel 1.1 onder b van de Vvg, hoger is dan 1½ x het norminkomen, wordt geen financiële tegemoetkoming verstrekt in de kosten van een vervoersvoorziening als bedoeld in artikel 3.1 onder a, geen financiële tegemoetkoming in de kosten van een vervoersvoorziening in natura als bedoeld in artikel 3.1, onder b, sub 1, dan wel een vervoersvoorziening als bedoeld onder artikel 3.1, onder c, sub 2 t/m 4 en d van de Vvg.

  • 3.

    Indien het inkomen meer bedraagt dan 1½ maal het norminkomen, terwijl uitsluitend gebruikgemaakt kan worden van een rolstoeltaxi, wordt het verschil tussen een taxikostenvergoeding en de vergoeding voor het gebruik van een rolstoeltaxi vergoed.

Artikel 6: Eigen betaling bij collectief vervoer

De eigen betaling die, gelet op het bepaalde in artikel 3.2, lid 8, sub c van de Vvg, van de vervoersgerechtigde wordt gevraagd bij het gebruik van het aanvullend collectief vervoer, is vastgesteld op de volgende bedragen (zonetarief € 0,40 per zone):

- 1 zone (inclusief instapzone)

€ 0,80

- 2 zones

€ 1,20

- 3 zones

€ 1,60

- 4 zones

€ 2,00

- 5 zones

€ 2,40

- 6 zones

€ 2,80

Bij vervoer van meer dan 6 zones bedraagt de eigen betaling voor de vervoersgerechtigde en de eventueel meereizende het thans reguliere taxitarief, zijnde € 4,50 per zone.

Paragraaf 4. Rolstoelen

Artikel 7: Rolstoelen

  • 1.

    De hoogte van een door het college van burgemeester en wethouders te verlenen financiële tegemoetkoming voor een sportrolstoel, zoals bedoeld in artikel 4.1 onder b van de Vvg, is een forfaitaire vergoeding en bedraagt € 2.197,00.

  • 2.

    De hoogte van een door het college van burgemeester en wethouders te verlenen financiële tegemoetkoming voor de kosten, als bedoeld in artikel 4.1, onder c en d, wordt gesteld op 100% van de te maken kosten voorzover deze kosten uit oogpunt van redelijkheid en billijkheid noodzakelijk en aanvaardbaar zijn.

Paragraaf 5. Indexering

Artikel 8: Indexering

Burgemeester en wethouders kunnen periodiek de in het kader van dit besluit geldende bedragen en tarieven conform de ontwikkelingen van de prijsindex verhogen of verlagen.

Paragraaf 6. Slotbepalingen

Artikel 9: Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen voorzieningen gehandicapten 2006.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van17 januari 2006, onder intrekking van het Externe verwijzing naar http://www.regels-stadskanaal.nl/regelingen/Besluit-financiele-tegemoetkomingen-en-eigen-bijdragen-voorzieningen-gehandicapten-2003Besluit financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen voorzieningen gehandicapten, zoals vastgesteld door het college op 15 augustus 2003. [ '15 augustus 2003' moet zijn '26 augustus 2003' ]
Burgemeester en wethouders
K.J. Havinga J.J. Stavast
secretaris burgemeester