Regeling vervallen per 06-12-2006

Gedoogbeleid tijdelijke opslag vaste mest

Geldend van 31-07-2003 t/m 05-12-2006

Intitulé

Gedoogbeleid tijdelijke opslag vaste mest

Voorschriften opslag vaste mest 2003

  • 1.

    Onder vaste mest wordt verstaan steekvaste dierlijke mest volgens het Besluit gebruik dierlijke meststoffen, of steekvaste organische mest, volgens het Besluit kwaliteit en gebruik overige organische meststoffen.

  • 2.

    De opslag mag maximaal 6 aaneengesloten maanden per jaar op dezelfde plaats liggen.

  • 3.

    Er mag maximaal 200 m³ op dezelfde locatie worden opgeslagen.

  • 4.

    De opslag mag niet gedurende 2 opeenvolgende jaren op dezelfde locatie plaatshebben.

  • 5.

    Ten opzichte van een locatie, welke niet langer dan 2 jaar geleden is gebuikt, moet een afstand van minimaal 100 m. worden aangehouden.

  • 6.

    De opslagplaatsen moeten zijn gelegen op een afstand van minimaal:

    • -

      5 m. van de insteek van oppervlaktewater

    • -

      100 m. van bebouwing, behorend tot categorie I en II

    • -

      50 m. van bebouwing, behorend tot categorie III en IV

    • -

      De categorie-indeling is gedefinieerd in de Brochure veehouderij en Hinderwet

  • 7.

    De opslag moet zodanig zijn aangelegd, dat eventueel afvloeiend drainwater en uittredend vocht op geen enkele wijze in het oppervlaktewater kan geraken.

  • 8.

    Indien pluimveemest binnen een afstand van 400 m. tot een woning van derden wordt opgeslagen, dient het binnen 12 uur na het storten doelmatig te worden beschermd ter voorkoming van stankoverlast.

  • 9.

    Zo vaak de omstandigheden daartoe aanleiding geven, moeten doeltreffende maatregelen worden genomen ter bestrijding van plaagdieren.

  • 10.

    De omgeving van de opslagplaats mag niet worden verontreinigd. Bij verstuiving of andere verontreinigingen dienen doelmatige maatregelen te worden genomen ter bestrijding en voorkoming ervan.

  • 11.

    Elke opslag dient tenminste twee weken tevoren middels een meldingsformulier schriftelijk te worden gemeld aan het College van B&W, met tenminste de volgende gegevens:

    • -

      Naam, adres en woonplaats van de gebruiker van het perceel

    • -

      Kadastrale aanduiding van de opslagplaats

    • -

      Situatie t.o.v. bebouwing en oppervlaktewater

    • -

      Hoeveelheid en soort mest

    • -

      Datum vanaf wanneer mest wordt opgeslagen.