Regeling vervallen per 03-04-2015

Organisatieverordening gemeente Stadskanaal

Geldend van 01-09-1990 t/m 02-04-2015

Intitulé

Organisatieverordening gemeente Stadskanaal

De Raad van de gemeente Stadskanaal;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 14 augustus 1990, nr. R 3436;

gehoord de plaatselijke commissie voor Georganiseerd Overleg;

gehoord het advies van de commissie voor Algemeen Bestuurlijke Aangelegenheden d.d. 4 juli 1990;

gelet op de artikelen 110 en 167 van de gemeentewet;

besluit:

vast te stellen, onverminderd hetgeen in andere wetten en verordeningen terzake is bepaald, de volgende:

Organisatieverordening gemeente Stadskanaal

HOOFDSTUK I. BEGRIPSBEPALINGEN.

Artikel 1

In deze gemeente wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursdienst:

  • de ambtelijke organisatie, waarvan de gemeentesecretaris het hoofd is en die bestaat uit de sektoren Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Milieu (ROM), Welzijn en Middelen en Ondersteuning (M en 0) ;

  • b.

    sektor:

  • elke organisatorische eenheid binnen de bestuursdienst die ont-staan is na verbijzondering van gemeentelijke taken;

  • c.

    afdeling:

  • elke organisatorische eenheid die rechtstreeks onder de direkteur van een sektor valt en die is ontstaan na verbijzondering van taken binnen die sektor;

  • d.

    direkteur:

  • de ambtenaar, die belast is met en verantwoordelijk is gesteld voor de dagelijkse leiding van een sektor;

  • e.

    managementteam:

  • een coördinerende overlegstructuur tussen direkteuren van sektoren onder voorzitterschap van de gemeentesecretaris;

  • f.

    budget :

  • de door de Raad toegekende middelen ter uitvoering van gemeentelijke taken.

HOOFDSTUK II DE STRUCTUUR VAN DE BESTUURSDIENST.

Artikel 2

De bestuursdienst van de gemeente Stadskanaal wordt ingedeeld in drie sektoren, te weten:

  • a.

    Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Milieu (ROM) .

  • b.

    Welzijn.

  • c.

    Middelen en Ondersteuning (M en 0).

Daarnaast wordt het korps gemeentepolitie gelijkgesteld met een sektor. Deze structuur is schematisch weergegeven in een bijlage van deze verordening.

Artikel 3

De sektor Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Milieu heeft de volgende hoofdtaken:

  • a.

    Ruimtelijke ordening en grondzaken.

    • -

      voorbereiden structuur- en bestemmingsplannen;

    • -

      coördinatie herinrichtingsplannen;

    • -

      volkshuisvestingszaken;

    • -

      stads- en dorpsvernieuwing;

    • -

      grondexploitatie en eigendommen.

  • b.

    Bouwen en milieu.

    • -

      bouw- en woningtoezicht;

    • -

      milieuzaken;

    • -

      bouwen onderhoud van gemeentelijke gebouwen;

    • -

      energiebeheer.

  • c.

    Civieltechniek en Cultuurtechniek.

    • -

      ontwerpen en uitvoeren van civiel- en cultuurtechnische werken;

    • -

      aanleg en onderhoud van plantsoenen en groenvoorzieningen;

    • -

      onderhoud van wegen, rioleringen en reinigingsdiensten.

  • d.

    Financiële administratie

    • -

      sektoradministratie;

    • -

      financieel-economische advisering binnen de sektor.

Artikel 4

De sektor Welzijn heeft de volgende hoofdtaken:

  • a.

    Sociale Zaken

    • -

      uitvoering sociale wetgeving;

    • -

      bijstandsmaatschappelijk werk.

  • b.

    Onderwijs, Cultuur, Sport en Welzijn.

    • -

      beleidsvoorbereiding en uitvoering met betrekking tot onderwijs, cultuur, sport en welzijn;

    • -

      beheer/ingebruikgeving welzijnsaccommodaties.

  • c.

    Geert Teis Centrum.

    • -

      verzorgen podiumkunsten;

    • -

      verlenen faciliteiten ten behoeve van amateur-theater en sociaal culturele aktiviteiten;

    • -

      verhuur zalen.

  • d.

    Financiële administratie.

    • -

      sektoradministratie;

    • -

      financieel-economische advisering binnen de sektor.

Artikel 5

De sektor Middelen en Ondersteuning heeft de volgende hoofdtaken:

  • a.

    Burgerzaken.

    • -

      bevolkingsregistratie;

    • -

      burgerlijke stand;

    • -

      militaire zaken;

    • -

      nationaliteitsaangelegenheden;

    • -

      organisatie verkiezingen.

  • b.

    Financiën.

    • -

      algemeen financieel beleid voor het concern;

    • -

      concern-begroting en -rekening;

    • -

      belastingen;

    • -

      kassiersfunktie;

  • -

    sektoradministratie en financieel-economische advisering binnen de sektor.

  • c.

    Interne Zaken.

    • -

      postbehandeling en archiefbeheer;

    • -

      tekstproduktie en -vermenigvuldiging;

    • -

      centrale inkoop en huishoudelijke dienstverlening;

    • -

      documentatie;

    • -

      automatiserlng.

  • d.

    Algemene Zaken.

    • -

      voorlichting en public relations;

    • -

      algemeen juridische zaken;

    • -

      bevordering werkgelegenheid.

  • e.

    Personeel en Organisatie.

    • -

      personeelsvoorziening en -beheer;

    • -

      uitvoering rechtspositie/arbeidsvoorwaarden;

    • -

      organisatie-advisering.

Artikel 6

  • 1.

    Het algemeen beheer van de bestuursdienst berust bij Burgemeester en Wethouders.

  • 2.

    De gemeentesecretaris is hoofd van de bestuursdienst.

  • 3.

    Onder toezicht van Burgemeester en Wethouders is het dagelijks beheer van een sektor opgedragen aan de sektordirekteur.

  • 4.

    In een financieel statuut worden de hoofdlijnen van het financiële beleid opgenomen.

Artikel 7

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders kunnen de hoofdtaken, omschreven in de artikelen 3 tot en met 5, nader preciseren.

  • 2.

    Op basis van de hoofdtaken en taakopdrachten stellen Burgemeester en Wethouders op voorstel van de sektordirekteur, gehoord het managementteam, de hoofdstructuur van elke sektor vast. Een sektor is ingedeeld in afdelingen.

HOOFDSTUK III DE GEMEENTESECRETARIS.

Artikel 8

  • 1.

    De zorg voor de coördinatie en integratie van het funktioneren van de bestuursdienst berust bij de gemeentesecretaris.

  • 2.

    Ten behoeve van de uitvoering van de onder lid 1 omschreven taak heeft de gemeentesecretaris het recht bij alle sektordirekteuren inlichtingen in te winnen en zonodig aanwijzingen te geven.

  • 3.

    De gemeentesecretaris is bevoegd de aan gemeentelijke bestuursorganen gezonden stukken marginaal op hun inhoud te toetsen en voorts op hun beslissingsrijpheid, waaronder begrepen de evenwichtigheid en het volledigheidsaspekt.

HOOFDSTUK IV DE ADJUNCT-SECRETARIS.

Artikel 9

  • 1.

    De adjunct-secretaris is een ondersteunende funktie ten behoeve van de gemeentesecretaris en is zijn eerste vervanger.

  • 2.

    Hij verricht taken van algemeen-bestuurlijke en van organisatorische aard en is zonodig belast met de uitvoering van interim-management.

  • 3.

    De adjunct-secretaris is secretaris van het managementteam.

  • 4.

    De adjunct-secretaris wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de Gemeenteraad op voorstel van Burgemeester en Wethouders.

HOOFDSTUK V DE SEKTORDIREKTEUREN.

Artikel 10

  • 1.

    De sektordirekteur draagt zorg voor de uitvoering en bewaking van de doelstelling van de sektor, de voorbereiding en uitvoering van taken die uit de doelstelling voortvloeien, inclusief de zorg voor het bekend doen zijn van de doelstellingen en taken bij de medewerkers.

  • 2.

    De sektordirekteur is bevoegd de gemeentelijke bestuursorganen voorstellen te doen, die hij in verband met de uitoefening van de in lid 1 bedoelde taken nodig acht.

  • 3.

    De taken zijn: organiseren, prioriteitsbepaling, coördineren en integreren van de werkzaamheden van de sektor en het geven van leiding aan de afdelingshoofden.

  • 4.

    De sektordirekteur draagt zorg voor het personeelsbeleid, voorzover passend in de centraal gemaakte afspraken en het personeelsbeheer ten opzichte van de afdelingshoofden.

  • 5.

    Hij draagt zorg voor het beheer van de aan de sektor toegewezen budgetten.

  • 6.

    De sektordirekteur draagt er zorg voor, dat alle voor de besluitvorming van belang zijnde argumenten in de advisering aan Burgemeester en Wethouders tot uitdrukking komen.

  • 7.

    De direkteur van een sektor wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de Gemeenteraad op voorstel van Burgemeester en Wethouders.

HOOFDSTUK VI PROCEDURES.

Artikel 11

  • 1.

    Om de beleidsvoorbereiding van bepaalde aktiviteiten op hoofdlijnen te sturen, betrokken te worden bij en greep te houden op het advies produkt, stellen Burgemeester en Wethouders een bestuursopdracht vast. Het gaat daarbij om aktiviteiten die aan tenminste één van de volgende criteria voldoen:

    • -

      politiek gewichtige aktiviteiten, zoals punten uit het Collegeprogramma en toezeggingen van het College van Burgemeester en Wethouders aan de Gemeenteraad;

    • -

      een aktiviteit die een aanzienlijk beslag legt op financiën en personeel;

    • -

      een aktiviteit waarmee een relatief lange doorlooptijd is gemoeid, maar waarvan het begin en einde duidelijk zijn aan te geven;

    • -

      een aktiviteit met intersektorale aspekten.

  • 2.

    In een bestuursopdracht wordt in ieder geval een nadere aanduiding gegeven van en nader ingegaan op:

    • a.

      de probleemstelling;

    • b.

      het beoogde resultaat van de opdracht;

    • c.

      de verhouding tot het Collegeprogramma danwel bestuurlijke uitgangspunten;

    • d.

      de procesverantwoordelijkheid;

    • e.

      de inschakeling van externe instanties;

    • f.

      een raming van de beschikbaar te stellen middelen;

    • g.

      de procedure van besluitvorming;

    • h.

      termijnen;

    • i.

      bevoegdheden;

    • j.

      bij de uitwerking te betrekken materiaal.

  • 3.

    De gemeentesecretaris draagt zorg voor de voorbereiding van bestuursopdrachten. Hij voert hierbij overleg met de betrokken sektordirekteur(en).

  • 4.

    Indien een aangelegenheid daartoe naar aard en/of omvang aanleiding geeft, legt de betrokken sektordirekteur deze aan de gemeentesecretaris voor ter beoordeling van de vraag of een bestuursopdracht dient te worden voorbereid.

  • 5.

    Na vaststelling van een bestuursopdracht ziet de gemeentesecretaris toe op de voortgangsbewaking.

Artikel 12

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 11 wordt elke zaak primair voorbereid en/of uitgevoerd door de sektor tot wiens taakgebied de desbetreffende zaak behoort.

  • 2.

    Indien een zaak zich over het taakgebied van meer dan een sektor uitstrekt, wijst de gemeentesecretaris zo nodig na overleg een sektor aan die primair verantwoordelijk is voor de voorbereiding en/of uitvoering alsmede voor de tijdsplanning en de bewaking van de voortgang.

Artikel 13

  • 1.

    Indien een zaak tevens het taakgebied van een andere sektor raakt, vraagt de primair met de voorbereiding en/of uitvoering belaste sektor aanvullend advies aan die sektor.

  • 2.

    De sektor, die met de voorbereiding en/of uitvoering is belast, treedt in overleg met de sektor die een aanvullend advies uitbrengt, teneinde te trachten in goed overleg tot een eensluidend standpunt te komen.

  • 3.

    Het aanvullend advies wordt rechtstreeks uitgebracht aan de sektor, die met de voorbereiding en/of uitvoering is belast.

  • 4.

    Indien het in lid 2 van dit artikel bedoelde overleg niet tot een eensluidend standpunt leidt, dient het aanvullend advies naar het bestuur toe zichtbaar te blijven.

HOOFDSTUK VII MANAGEMENTTEAM.

Artikel 14

  • 1.

    Op ambtelijk niveau wordt ter bevordering van de coördinatie en integratie van het handelen van de bestuursdienst een permanente overlegstructuur ingesteld, genaamd: het managementteam.

  • 2.

    Het managementteam wordt gevormd door de gemeentesecretaris, de adjunct-secretaris en de sektordirekteuren.

  • 3.

    De gemeentesecretaris is voorzitter van het managementteam.

Artikel 15

  • 1.

    De taken van het managementteam zijn als volgt:

    • a.

      de zorg voor het algemene funktioneren van de gemeentelijke organisatie;

    • b.

      de advisering aan het bestuur omtrent de beleidsontwikkeling van essentiële ondersteunende voorzieningen;

    • c.

      de zorg voor het tot standkomen van beleidscoördinatie;

    • d.

      het bevorderen van een goede samenwerking tussen de bestuursorganen en de bestuursdienst;

    • e.

      adviseren aan het College van Burgemeester en Wethouders op hoofdlijnen van beleid.

  • 2.

    In algemene zin komen in het managementteam in ieder geval aan de orde:

    • -

      het personeels- en organisatiebeleid;

    • -

      het financieel beleid;

    • -

      zaken die het werkterrein van meer dan één sektor raken.

Artikel 16

Afgestemd op de in artikel 15 omschreven taken, is de bevoegdheid van het managementteam als adviserend aan te merken. Indien één van de leden van het managementteam het niet eens is met het advies, wordt zijn - voorzover het een aangelegenheid van zijn sektor betreft - afwijkend standpunt in het advies vermeld.

Artikel 17

Verslagen van de vergaderingen van het managementteam worden ter kennisneming gezonden aan het College van Burgemeester en Wethouders en worden intern verspreid.

HOOFDSTUK VIII OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN.

Artikel 18

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen ten aanzien van zaken, de bestuursdienst betreffend, die in deze verordening niet of onvoldoende zijn geregeld.

Artikel 19

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Organisatieverordening gemeente Stadskanaal".

  • 2.

    Zij treedt in werking op 1 september 1990.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 augustus 1990.
De Raad voornoemd;
De Secretaris, De voorzitter

Bijlage

organisatiestructuur in hoofdlijnen (versie geldig sinds: 01-09-1990; PDF-bestand; grootte: 28.57 kB)