Regeling vervallen per 11-04-2015

Regeling organieke functiebeschrijving en -waardering gemeente Stadskanaal 2001

Geldend van 03-07-2001 t/m 10-04-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2001

Intitulé

Regeling organieke functiebeschrijving en -waardering gemeente Stadskanaal 2001

Burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal;

gelet op het delegatiebesluit d.d. 31 augustus 1998;

gelet op de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR), de Uitwerkingsovereenkomst (UWO) en op artikel 5 van de Bezoldigingsregeling gemeente Stadskanaal 1999; [ artikel 5 van de Bezoldigingsregeling 1999 is met ingang van 01-01-2011 vervangen door artikel 5 van de Bezoldigingsregeling 2010 ]

gelet op het gevoerde overleg met het Georganiseerd Overleg d.d. 28 mei 2001 welk overleg tot overeenstemming heeft geleid;

besluiten:

vast te stellen de navolgende regeling:

"Regeling organieke functiebeschrijving en -waardering gemeente Stadskanaal 2001"

BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Medewerker:

  • de ambtenaar op wie de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Stadskanaal van toepassing is.

  • Manager:

  • de ambtenaar die als zodanig door burgemeester en wethouders is benoemd en die primair verantwoordelijk is voor de leiding van een dienst.

  • Leidinggevende:

  • manager / afdelingshoofd / teamleider die als zodanig door burgemeester en wethouders is benoemd en die primair verantwoordelijk is voor de leiding van een organisatieonderdeel.

  • Managementstructuur:

  • een weergave van alle leidinggevende functies die in de gemeentelijke organisaties voorkomen, waarbij is vastgelegd welke functies voor de afzonderlijke organisatieonderdelen van toepassing zijn.

  • Adviesteam personeel en organisatie:

  • het onderdeel binnen het adviesteam van het Gemeentebedrijf, dat belast is met de advisering inzake de uitvoering van het personeels- en organisatiebeleid in de gemeentelijke organisatie.

  • Organisatieonderdeel:

  • een binnen de gemeentelijke organisatie te onderscheiden en in een organogram vastgelegd onderdeel in de vorm van een dienst, een afdeling, een team en een concernstaf.

  • Organieke functie:

  • het geheel van werkzaamheden dat uit hoofde van de vastgelegde doelstelling en taken van de gemeentelijke organisatie door één of meer medewerker(s) binnen een organisatieonderdeel moet worden verricht.

  • Functieopbouw:

  • een weergave van alle functies die in de gemeentelijke organisatie voorkomen, waarbij is vastgelegd welke rompbeschrijvingen en functieprofielen van toepassing zijn.

  • Rompbeschrijving:

  • een typering van een functie op hoofdlijnen, met name gericht op de functieopbouw binnen de organisatie los van eigensoortige taken van specifieke organisatieonderdelen.

  • Functieprofiel:

  • een rompbeschrijving aangevuld met specifieke werkzaamheden die binnen een organisatieonderdeel verricht moeten worden.

  • Competenties:

  • een nadere aanduiding van gedragskenmerken die met name bijdragen aan een goede functie-uitoefening.

  • Functiewaardering :

  • het op methodische wijze volgens Integrale Methode voor Functiewaardering (IMF) (bijlage 1) vaststellen van de bij de functieprofielen behorende functierangorde. Dit systeem van functiewaardering dat in bijlage 1 is opgenomen wordt geacht integraal deel uit te maken van deze regeling, tenzij dat in het navolgende nadrukkelijk anders is bepaald.

  • Waarderingsadvies:

  • een voor een functieprofiel opgesteld advies waarin de score, gebaseerd op de Integrale Methode voor Functiewaardering (IMF), per gezichtspunt gemotiveerd is omschreven.

  • Waarderingsresultaat:

  • de waardering zoals die op basis van het waarderingsadvies voor een functieprofiel wordt vastgesteld.

  • Functiedeskundige:

  • degene die belast is met het opstellen van de functieprofielen en/of het opstellen van de waarderingsadviezen op basis van deze regeling.

  • Functieschaal:

  • de met toepassing van functiewaardering bepaalde salarisschaal.

  • Conversie:

  • de gerealiseerde vertaling van de uit de functiewaardering voortvloeiende functierangorde naar één van de in bijlage IIa van de CAR/UWO gemeente Stadskanaal opgenomen salarisschalen, conform de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde tabel.

  • Toetsingscommissie :

  • de commissie als bedoeld in artikel 5.

  • Bezwarencommissie:

  • de commissie als bedoeld in artikel 7.

DE FUNCTIEOPBOUW

Artikel 2

  • 1.

    Jaarlijks wordt bezien in hoeverre bijstelling van de functieopbouw noodzakelijk is. Hiertoe kan de manager in overleg met de leidinggevende(n) van het betreffende organisatieonderdeel voorstellen doen.

  • 2.

    Functieprofielen worden opgemaakt:

    • a.

      voor nieuwe organieke functies welke duurzaam vervuld moeten worden;

    • b.

      bij wijziging van de organisatorische inrichting van de gehele organisatie;

    • c.

      bij wijziging van de organisatorische inrichting van afzonderlijke organisatieonderdelen

    • d.

      bij (ingrijpende) wijziging van de taakinhoud van één of meer organieke functies.

  • 3.

    De medewerker kan, indien hij van mening is dat hem door of namens de manager structureel werkzaamheden worden opgedragen buiten het hem toewezen functieprofiel, de manager verzoeken over te gaan tot plaatsing in het bij die werkzaamheden behorend functieprofiel.

  • 4.

    Indien in de bestaande functieopbouw geen functieprofiel in voldoende mate aansluit op de huidige werkzaamheden zal de manager conform lid 1 en 2 overwegen of een nieuw profiel moet worden opgesteld of dat aanpassing van de werkzaamheden van de betreffende medewerker geboden is.

  • 5.

    Indien op een verzoek als bedoeld in lid 3 van dit artikel geen of in de ogen van de medewerker een onjuiste beslissing door de manager wordt genomen vindt daarover binnen twee weken na de beslissing een gesprek plaats tussen de medewerker en de manager. Indien de medewerker en de manager niet tot overeenstemming zijn gekomen deelt de manager zijn besluit schriftelijk mee aan de medewerker.

  • 6.

    Voor de vaststelling en waardering van de in dit artikel bedoelde nieuwe of aangepaste functieprofielen zijn alle bepalingen van deze regeling van toepassing.

  • 7.

    Het nieuwe of aangepaste functieprofiel en het bijbehorende waarderingsresultaat worden gelijktijdig aan de medewerker schriftelijk meegedeeld.

Artikel 3

  • 1.

    De leidinggevende stelt het managementteam voor welke rompbeschrijvingen voor zijn organisatieonderdeel van toepassing zijn. Vervolgens stelt de leidinggevende op basis van deze rompbeschrijvingen functieprofielen op door de rompbeschrijvingen aan te vullen met een aantal werkzaamheden, die typerend zijn voor de functie-uitoefening binnen zijn organisatieonderdeel.

  • 2.

    Alvorens de leidinggevende de functieprofielen definitief opmaakt geeft hij de medewerkers binnen het organisatieonderdeel waarbinnen de functies zijn geplaatst, de gelegenheid hun mening kenbaar te maken. De zienswijze van de medewerkers wordt meegezonden gedurende de gehele procedure als bedoeld in deze regeling.

  • 3.

    De functieprofielen worden in overleg met het adviesteam personeel en organisatie beschreven en ter vaststelling doorgeleid aan het managementteam. Daarbij wordt ook afgewogen of de functieprofielen in redelijkheid voldoen aan de mate van eenvormigheid, zoals deze door het managementteam is aangegeven.

  • 4.

    Het managementteam stelt - na overleg met de leidinggevenden en advisering ter zake door de ondernemingsraad - de functieopbouw van de gemeentelijke organisatie en de daarmee samenhangende competenties vast. Indien de gemeentesecretaris in het managementteam een afwijkend standpunt inneemt kan hij besluiten deze zaak in zijn volledige omvang aan het college van burgemeester en wethouders ter besluitvorming voor te leggen.

  • 5.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de managementstructuur vast alsmede de daarmee verbonden functieprofielen. De gemeentesecretaris kan hierover voorstellen doen.

  • 6.

    De bevoegdheid van de manager dan wel het managementteam tot het nemen van besluiten als vermeld in deze regeling wordt geregeld bij mandaat.

DE FUNCTIEWAARDERING

Artikel 4

  • 1.

    De functiedeskundige stelt aan de hand van het door het managementteam vastgestelde functieprofiel en volgens het vastgestelde systeem van functiewaardering, een waarderingsadvies op. Zonodig kan de functiedeskundige nadere toelichting vragen bij de desbetreffende leidinggevende.

  • 2.

    De functiedeskundige legt vervolgens de adviezen voor aan het managementteam.

VASTSTELLEN WAARDERING

Artikel 5

  • 1.

    Het managementteam stelt het waarderingsresultaat voorlopig vast.

  • 2.

    De functiedeskundige treedt op als adviseur van het managementteam.

  • 3.

    Alvorens tot definitieve vaststelling over te gaan, worden het waarderingsresultaat en de daarbij behorende stukken om advies voorgelegd aan de toetsingscommissie.

  • 4.

    De toetsingscommissie bestaat uit:

    • a.

      een lid, aangewezen door het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      een lid, aangewezen door de in de commissie voor georganiseerd overleg vertegenwoordigde ambtenarenorganisaties;

    • c.

      een lid, tevens voorzitter, die wordt aangewezen door de onder a. en b. genoemde leden;

    • d.

      als secretaris, zonder stemrecht, wordt toegevoegd een functionaris van het adviesteam p en o. Voor alle leden worden plaatsvervangende leden aangewezen.

  • 5.

    Nadat de toetsingscommissie advies heeft uitgebracht stelt het managementteam het waarderingsresultaat definitief vast. Indien het managementteam het advies van de toetsingscommissie niet wenst op te volgen wordt het waarderingsresultaat door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld. Het advies van de toetsingscommissie en het standpunt van het managementteam worden bij de stukken gevoegd.

  • 6.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de waardering van de functies van de leden van het managementteam vast. De secretaris brengt hiertoe een advies uit, uitgezonderd de functie van secretaris, op voorstel van het adviesteam p en o, voorzien van het waarderingsadvies van de functiedeskundige en van het advies van de toetsingscommissie.

DE CONVERSIE

Artikel 6

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders stellen de conversietabel vast na overeenstemming met de commissie voor Georganiseerd Overleg.

  • 2.

    De door het managementteam vastgestelde functiewaardering wordt omgezet in salarisschalen middels toepassing van de in lid 1 bedoelde conversietabel.

BEZWAREN

Artikel 7

  • 1.

    De medewerker die het niet eens is met de besluiten als genoemd in artikel 2, lid 4 en artikel 5 kan binnen zes weken na de schriftelijke bekendmaking een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Over het ingediende bezwaarschrift winnen burgemeester en wethouders advies in van de bezwarencommissie als bedoeld in lid 4 van dit artikel.

  • 3.

    De medewerker heeft op diens verzoek voor het indienen van het bezwaarschrift recht op inzage in de onderliggende stukken die hebben geleid tot de beslissing van het college van burgemeester en wethouders.

  • 4.

    De door het college van burgemeester en wethouders ingestelde bezwarencommissie bestaat uit:

    • a.

      een lid, aangewezen door het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      een lid, aangewezen door de in de commissie voor georganiseerd overleg vertegenwoordigde ambtenarenorganisaties;

    • c.

      een lid, tevens voorzitter, die wordt aangewezen door de onder a. en b. genoemde leden;

    • d.

      als secretaris, zonder stemrecht, wordt toegevoegd een functionaris van het adviesteam p en o. Voor alle leden worden plaatsvervangende leden aangewezen.

  • 5.

    Medewerkers in dienst van de gemeente Stadskanaal, de burgemeester, leden van de gemeenteraad en leden zowel als adviseurs van de commissie voor Georganiseerd Overleg zijn niet benoembaar tot lid van de bezwarencommissie.

  • 6.

    De werkwijze en termijnen van de bezwarencommissie vinden plaats conform het daarover gestelde in de Algemene Wet Bestuursrecht .

  • 7.

    Het gemotiveerde advies van de bezwarencommissie wordt aan het college van burgemeester en wethouders voorgelegd.

  • 8.

    Het college van burgemeester en wethouders neemt een beslissing na kennisname van het advies van de bezwarencommissie. Van deze beslissing wordt de medewerker schriftelijk en gemotiveerd in kennis gesteld. Indien de beslissing afwijkt van het advies van de bezwarencommissie wordt dit advies meegezonden aan de medewerker.

SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 8

  • 1.

    In 2001 vindt een integrale invoering van de functieopbouw via de in dit reglement opgenomen systematiek plaats.

  • 2.

    Bij het opstellen van rompbeschrijvingen en functieprofielen wordt het recent samengestelde functieboek als basisdocument gebruikt. De medewerkers kunnen suggesties doen over de functieopbouw, de rompfuncties en de functieprofielen zoals die per 1 november 2000 worden vastgesteld.

  • 3.

    De waarderingsadviezen worden bij de invoering in 2001 na voorlopige vaststelling door het managementteam ter advisering over de totaaluitkomst en ter instemming met de conversietabel ingebracht in de commissie voor georganiseerd overleg.

  • 4.

    In afwijking van artikel 3 en artikel 5 beslist het college van burgemeester en wethouders over de per 1 november 2000 vast te stellen functieopbouw, rompfuncties, functieprofielen en waardering. Het bepaalde in artikel 5, lid 3 is van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    Alle medewerkers die op 1 november 2000 in dienst zijn van de gemeente ontvangen uiterlijk 1 november 2001 bericht welk functieprofiel op hen van toepassing is.

  • 6.

    De medewerker ontvangt gelijktijdig een afschrift van het vastgestelde functieprofiel met de daarbij behorende functiewaardering alsmede zijn persoonlijke schaalindeling (aanloopschaal / functieschaal).

  • 7.

    Indien de huidige medewerker het niet eens is met het functieprofiel zoals die in november 2001 aan hem wordt toegewezen of met zijn salarisindeling, dan kan hij tot zes weken na het schriftelijke bericht van het college, als bedoeld in lid 5 van dit artikel, bezwaar maken.

  • 8.

    Voor het overige is artikel 7 van toepassing.

  • 9.

    In gevallen waarin dit artikel niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders in de geest van dit artikel, na overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg.

  • 10.

    Deze regeling kan worden aangehaald als "regeling organieke functiebeschrijving en -waardering".

  • 11.

    De regeling treedt in werking op 1 juli 2001, onder gelijktijdige intrekking van de op 25 oktober 1994 vastgestelde Procedureregeling functiewaardering.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van ons college d.d. 3 juli 2001.
de Secretaris, de Burgemeester,