Regeling vervallen per 16-01-2013

Verordening cliënt- en burgerparticipatie Wmo

Geldend van 28-08-2007 t/m 15-01-2013

Intitulé

Verordening cliënt- en burgerparticipatie Wmo

De raad van de gemeente Stadskanaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 april 2007, nr. R 6501;

gelet op artikel 11 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo);

besluit:

vast te stellen de volgende Verordening cliënt- en burgerparticipatie Wmo.

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Integraal Wmo-beleid:

  • het beleid dat betrekking heeft op de prestatievelden van de Wmo.

  • b.

    Wmo-prestatievelden:

  • het geheel van maatschappelijke terreinen waarop de gemeente aan maatschappelijke ondersteuning vorm moet geven.

  • c.

    Cliënt- en burgerparticipatie:

  • de wijze waarop de gemeente uitvoering geeft aan de inspraak- en medezeggenschapsintentie van de Wmo.

  • d.

    Wmo-adviesraad:

  • het door de gemeenteraad ingesteld orgaan dat vorm geeft aan de door de gemeenteraad vastgestelde wijze van uitvoering van participatie binnen het kader van de Wmo.

Artikel 2 Doel van de Wmo-adviesraad

  • 1.

    De Wmo-adviesraad adviseert, zoals bedoeld in artikel 12 van de Wmo.

  • 2.

    De Wmo-adviesraad bevordert een goede uitvoering en voortgang van de Wmo.

  • 3.

    Met de instelling van de Wmo-adviesraad wordt beoogd om de kennis en ervaring van vragers te betrekken bij de beleidsvorming en de uitvoering van de Wmo en daardoor een meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van de Wmo-dienstverlening.

  • 4.

    De Wmo-adviesraad heeft als werkterrein beleid, uitvoering en evaluatie van de Wmo.

Artikel 3 Instellen Wmo-adviesraad

  • 1.

    De Wmo-adviesraad bestaat uit minimaal elf en maximaal vijftien personen en wordt door de gemeenteraad benoemd voor een periode van vier jaar. Herbenoeming van leden van de Wmo-adviesraad voor nog een periode van vier jaar is mogelijk. De zittingsperiode is gelijk aan die van de gemeenteraad.

  • 2.

    De leden dienen woonachtig te zijn in de gemeente Stadskanaal en zijn betrokken bij één of meer van de volgende doelgroepen:

    • -

      mensen met een lichamelijke beperking;

    • -

      mensen met een verstandelijke handicap;

    • -

      geestelijke gezondheidszorg/maatschappelijke opvang;

    • -

      jeugd;

    • -

      ouderen;

    • -

      minima;

    • -

      mantelzorgers/vrijwilligers.

  • 3.

    Voor het werven van de leden wordt door de gemeente een oproep geplaatst.

  • 4.

    De leden van de Wmo-adviesraad hebben daarin zitting zonder last of ruggespraak. Zij dienen bij hun adviseringstaak het geheel van het in artikel 2, vierde lid aangeduide en in artikel 5 nader ingevulde werkterrein voor ogen te houden.

  • 5.

    Aftredende leden zijn in principe één keer herbenoembaar.

  • 6.

    Bij tussentijdse vacatures, geschiedt de benoeming voor de duur van de resterende zittingsperiode van het lid dat tussentijds is teruggetreden.

Artikel 4 Beëindiging lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van de Wmo-adviesraad eindigt:

    • -

      door het aflopen van de zittingsperiode;

    • -

      door overlijden;

    • -

      door ontslag te nemen als lid;

    • -

      bij vertrek uit de gemeente Stadskanaal.

  • 2.

    Een lid van de Wmo-adviesraad dat ontslag neemt, blijft in functie totdat in zijn of haar vacature is voorzien.

  • 3.

    De gemeenteraad kan een lid van de Wmo-adviesraad ontslaan als deze zonder geldige redenen zijn of haar taak verzuimt.

  • 4.

    In vacatures wordt zo mogelijk binnen drie maanden voorzien.

Artikel 5 Nadere invulling werkterrein van de Wmo-adviesraad

Artikel 6 Taken Wmo-adviesraad

  • 1.

    Het gevraagd en ongevraagd geven van advies over onderwerpen van de in artikel 5 genoemde prestatievelden.

  • 2.

    De Wmo-adviesraad legt haar interne werkwijze vast in een huishoudelijk reglement.

Artikel 7 De relatie belangenorganisaties en Wmo-adviesraad

De Wmo-adviesraad neemt zo dikwijls als hij dat nodig vindt voor een goed uitvoeren van zijn adviseringstaak, contact op met burgers, groepen van burgers of (delen van) zijn achterban.

Artikel 8 De wijze van advisering

  • 1.

    De Wmo-adviesraad adviseert het college van burgemeester en wethouders inzake beleidsvoornemens in de ruimste zin van het woord. De Wmo-adviesraad kan aan de gemeenteraad rechtstreeks advies uitbrengen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders dienen tijdig advies te vragen over zaken die aan de gemeenteraad worden voorgelegd. De Wmo-adviesraad wordt vier weken in de gelegenheid gesteld om een advies uit te brengen.

  • 3.

    Zo nodig vindt bij de aanbieding van een advies overleg plaats tussen (het dagelijks bestuur van) de Wmo-adviesraad en het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 9 Opvolging adviezen

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de gemeenteraad voor zover het kwesties betreffen die tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren in de gelegenheid kennis te nemen van het advies van de Wmo-adviesraad.

  • 2.

    Als het college van burgemeester en wethouders afwijkt van een door de Wmo-adviesraad gegeven advies, dan wordt deze afwijking beargumenteerd aan de gemeenteraad aangeboden. De Wmo-adviesraad wordt van deze argumentatie op de hoogte gebracht.

Artikel 10 De relatie college van burgemeester en wethouders en de Wmo-adviesraad

  • 1.

    De Wmo-adviesraad en het college van burgemeester en wethouders maken jaarlijks afspraken over:

    • a.

      De onderwerpen waarover de Wmo-adviesraad in ieder geval geconsulteerd wordt.

    • b.

      De wijze en het moment waarop de Wmo-adviesraad betrokken wordt in het beleidsvormingsproces.

    • c.

      De door de Wmo-adviesraad op basis van zijn werkplan opgestelde begroting.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst een contactambtenaar aan als aanspreekpunt voor de Wmo-adviesraad. Tussen deze contactambtenaar en (het dagelijks bestuur van) de Wmo-adviesraad vindt overleg plaats wanneer dit door beide partijen wenselijk wordt geacht.

  • 3.

    Tussen dat lid van het college van burgemeester en wethouders, dat als eerste belast is met de uitvoering van de Wmo en (het dagelijks bestuur van) de Wmo-adviesraad vindt, over de door beide partijen aan te dragen onderwerpen, overleg plaats zo vaak als nodig is.

  • 4.

    Van dat overleg en de gemaakte afspraken wordt binnen veertien dagen een schriftelijk verslag gemaakt.

  • 5.

    Het college van burgemeester en wethouders verstrekt de Wmo-adviesraad informatie over voornemens, beleid of activiteiten op de terreinen, genoemd in artikel 6. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en te ontwikkelen en wijzigingen te kunnen volgen.

Artikel 11 Verantwoording

  • 1.

    De Wmo-adviesraad evalueert jaarlijks met het in artikel 10, lid 3 bedoelde lid van het college van burgemeester en wethouders de samenwerking tussen voornoemde partijen.

  • 2.

    De Wmo-adviesraad brengt ieder jaar voor 1 juni een verslag uit over zijn werkzaamheden in het voorafgaande jaar.

  • 3.

    De Wmo-adviesraad verstrekt aan het college van burgemeester en wethouders alle gewenste inlichtingen over zijn werkzaamheden.

Artikel 12 Facilitering van de Wmo-adviesraad

  • 1.

    De gemeenteraad stelt de Wmo-adviesraad zodanige middelen ter beschikking dat hij redelijkerwijze in staat kan worden geacht zijn werkzaamheden te verrichten.

  • 2.

    Deze middelen worden jaarlijks toegekend op basis van een door de Wmo-adviesraad voor 1 juni voorafgaande aan het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd in te dienen begroting bij het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 13 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders. Tevoren zal de Wmo-adviesraad daarover worden gehoord.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als Verordening cliënt- en burgerparticipatie Wmo.

  • 2.

    Deze verordening treedt op de zesde dag na de bekendmaking ervan in werking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 23 april 2007.
De raad
de raadsgriffier, de voorzitter,