Verordening kunst in de openbare ruimte Stadskanaal 2009

Geldend van 13-10-2011 t/m heden

Intitulé

Verordening kunst in de openbare ruimte Stadskanaal 2009

De raad van de gemeente Stadskanaal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 april 2009, nr. R 6672;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat het gewenst is beeldende kunst in de samenleving te integreren, de bevolking van de gemeente in aanraking te brengen met beeldende kunst en een bijdrage te leveren aan de visuele aantrekkelijkheid van de gemeente;

besluit:

vast te stellen de volgende Verordening kunst in de openbare ruimte Stadskanaal 2009.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    beeldende kunst:

  • ieder proces of product waarbij een beeldend kunstenaar is betrokken;

  • b.

    bouwkosten:

  • de aannemingssom bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de "Uniforme Administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989)", voor het uit te voeren project (bouwwerk, gebouw of werk), exclusief omzetbelasting, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd;

  • c.

    bouwwerk:

  • elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

  • d.

    gebouw:

  • bouwwerk als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Woningwet;

  • e.

    kunstopdracht:

  • een opdracht aan één of meer beeldende kunstenaars tot het vervaardigen of ontwerpen van een kunstwerk;

  • f.

    kunstwerk:

  • voortbrengsel van beeldende kunst of een bijdrage aan beeldende vormgeving;

  • g.

    reserve:

  • in de gemeentebegroting opgenomen reserve voor uitvoering van deze verordening, genaamd de bestemmingsreserve kunst.

Artikel 2. Toepassingsbereik

  • 1.

    De verordening is van toepassing op de nieuwbouw, verbouw en renovatie van gemeentelijke bouwwerken en gemeentelijke gebouwen waarvan de begrote kosten € 500.000,00 of meer te bedragen.

  • 2.

    De verordening is tevens van toepassing op gemeentelijke bijdragen in nieuwbouw, verbouw en renovatie van niet gemeentelijke bouwwerken en gebouwen waarvan de begrote kosten € 500.000,00 of meer bedragen.

  • 3.

    Deze verordening is niet van toepassing op de nieuwbouw, verbouw, renovatie of uitbreiding van schoolgebouwen.

Artikel 3. Bedrag voor kunstwerken

  • 1.

    In de begroting van de kosten van nieuwbouw, verbouw, aanleg, heraanleg en renovatie, als bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, kan een bedrag worden opgenomen ten behoeve van één of meer kunstwerken.

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde bedrag bedraagt 1% van het begrote bedrag.

  • 3.

    Het in het tweede lid genoemde percentage wordt berekend over de totale bouwkosten, dan wel over de gemeentelijke bijdrage in deze kosten als bedoeld in artikel 2, tweede lid.

Artikel 4. Storting in de reserve

Het in artikel 3 bedoelde bedrag wordt direct na vaststelling van de desbetreffende begrotingspost of -wijziging van de gemeentebegroting in de reserve gestort. De maximale hoogte van deze reserve bedraagt € 50.000,00.

Artikel 5. Kunstopdrachten

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders geeft ten laste van de reserve kunstopdrachten.

  • 2.

    Een opdracht bedoeld in het vorige lid kan, behalve het vervaardigen of ontwerpen van een kunstwerk, ook betrekking hebben op:

    • a.

      inschakeling bij de vormgeving;

    • b.

      een adviserende rol voor een beeldende kunstenaar bij de bouw.

    • c.

      onderhoudswerkzaamheden aan reeds bestaande, monumentale kunstwerken.

Artikel 6. Commissie

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders laat zich bij de uitvoering van deze verordening adviseren door een commissie over de volgende zaken:

    • a.

      de financiën;

    • b.

      de locatie;

    • c.

      de opdrachtformulering en -publicatie;

    • d.

      de selectie en opdrachtverlening.

  • 2.

    De commissie bestaat uit:

    • a.

      het voor beeldende kunst verantwoordelijke lid van het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      een ter zake deskundige, woonachtig in de gemeente Stadskanaal;

    • c.

      een vertegenwoordiger van de gebruikers, als het een gebouw betreft, of de omwonenden, als het geen gebouw betreft;

    • d.

      één of meer vertegenwoordigers van eventuele subsidiënten.

  • 3.

    De commissie wordt bijgestaan door daartoe door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

Artikel 7. Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 8. Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de bekendmaking ervan.

  • 2.

    Op die dag vervalt de algemene percentageregeling voor kunstopdrachten, vastgesteld op 25 september 1989.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als Verordening kunst in de openbare ruimte Stadskanaal 2009.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 april 2009.
De raad
de raadsgriffier, de voorzitter,