Regeling vervallen per 04-05-2006

Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning

Geldend van 01-01-2003 t/m 03-05-2006 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2003

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning

De raad van de gemeente Stadskanaal;

gelezen het voorstel van het presidium van 5 december 2003, nr. R 6180;

besluit:

Paragraaf 1: Ambtelijke bijstand

Artikel 1

  • 1.

    Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn;

    • c.

      bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 2.

    De informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, wordt door de griffier, een medewerker van de griffie of op verzoek van de griffier door een ambtenaar gegeven.

  • 3.

    Indien een ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist.

  • 4.

    De bijstand, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend, kan de griffier de secretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 2

  • 1.

    Ambtelijke bijstand wordt verleend, tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden.

  • 2.

    De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3.

    Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd, deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier.

Artikel 3

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd, kan de griffier het verzoek voorleggen aan de burgemeester, de plaatsvervangend voorzitter van de raad en de voorzitter van het presidium. Dit driemanschap beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 4

  • 1.

    Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de secretaris.

  • 2.

    Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing, leggen zij de zaak voor aan het in artikel 3 genoemde driemanschap. Dit beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 5

Een raadslid kan aangeven dat een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies geheim wordt gehouden.

Paragraaf 2: Fractieondersteuning

Artikel 6

  • 1.

    De fracties, zoals bedoeld in artikel 6 van het Reglement van Orde, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor de ondersteuning van de fractie.

  • 2.

    Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van € 5.000,00 per jaar voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van € 500,00 per jaar per raadszetel, uitgezonderd de eerste raadszetel.

Artikel 7

  • 1.

    Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2.

    De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen), geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven die dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      opleidingen voor raads- en commissieleden.

Artikel 8

  • 1.

    De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, voor 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2.

    In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden, wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt, wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

  • 3.

    Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in de jaren waarvoor de raad de bedragen heeft vastgesteld, bedoeld in artikel 12, derde lid.

Artikel 9

  • 1.

    Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage:

    • a.

      bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt;

    • b.

      bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

  • 2.

    Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 6, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 3.

    Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

  • 4.

    Bij samenvoeging van fracties wordt de op grond van artikel 6, tweede lid vastgestelde bijdrage herrekend. Teveel verstrekte fractieondersteuning wordt verrekend met de bijdrage, toekomend aan de betreffende fractie in het volgende kalenderjaar.

Artikel 10

  • 1.

    De raad reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage, toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2.

    De reserve is niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam ingevolge artikel 6.

  • 3.

    Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in artikel 12 over dat jaar. Bevoorschotting vindt desgevraagd plaats.

  • 4.

    De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5.

    Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op dat meerdere.

  • 6.

    Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden, voorzover deze reserve niet meer bedraagt dan 30% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaande kalenderjaar ontving.

Artikel 11

  • 1.

    Elke fractie legt, binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag.

  • 2.

    Controle van het verslag vindt plaats door de accountant, belast met de controle van de jaarrekening. De accountant brengt advies uit aan de raad.

  • 3.

    De raad stelt na ontvangst van het advies van de accountant de bedragen vast van:

    • a.

      de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b.

      de wijziging van de reserve;

    • c.

      de resterende reserve;

    • d.

      de verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot en, voorzover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten.

Artikel 12

  • 1.

    Elke fractie, als bedoeld in artikel 6 van het Reglement van Orde, ontvangt een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor de bedrijfsvoering van de fractie en specifiek voor de aanschaf en onderhoud van informatie- en communicatietechnologie en niet voor andere doeleinden wordt aangewend dan alleen voor het raadswerk voor en door een fractie.

  • 2.

    De financiële bijdrage is vastgesteld op € 2.000,00 per fractie, zoals deze fractie bij aanvang van een nieuwe raadsperiode zich aanmeldt bij de voorzitter van de raad conform het Reglement van Orde.

  • 3.

    De bijdrage heeft een looptijd van vijf jaar eer een fractie weer een beroep mag doen op dit artikel.

  • 4.

    De looptijd, als bedoeld in lid 3, gaat in op de datum die wordt genoemd in de beschikking.

  • 5.

    Door middel van de verantwoording aan de raad, als bedoeld in artikel 11, wordt inzage gegeven in de besteding van de bijdrage als bedoeld in dit artikel.

  • 6.

    Nieuwe fracties, die zich tijdens de raadsperiode bij de voorzitter van de raad aanmelden op grond van het Reglement van Orde, ontvangen een evenredig deel van de bijdrage voorzover de raadsperiode nog rest. Keert deze fractie bij de volgende raadsperiode terug in de raad, dan wordt dit beperkte deel verrekend met de volle bijdrage als bedoeld in lid 2, en waarbij de ingangsdatum van de doorlooptijd staande blijft in de oorspronkelijke beschikking.

  • 7.

    Een fractie die in aanmerking wenst te komen voor de bijdrage als bedoeld in dit artikel, kan daartoe een schriftelijke aanvraag indienen bij de voorzitter van de raad.

  • 8.

    Blijkt uit de verantwoording van de fractie, als bedoeld in artikel 11, dat de bijdrage als bedoeld in dit artikel aan het einde van de raadsperiode niet ten volle is benut, dan wordt dat bedrag teruggevorderd, tenzij de fractie in de raad weer terugkeert.

Artikel 13

  • 1.

    Ter ondersteuning van de raadsleden krijgt elke fractie, als bedoeld in artikel 6 van het Reglement van Orde, een vast bedrag per jaar, ad € 750,00 per fractie, voor vorming en opleiding zolang dit betekenisvol is voor het ambt van raadslid en een directe relatie heeft met het werk van de raad.

  • 2.

    Het in lid 1 bedoeld bedrag wordt jaarlijks bij aanvang van het boekjaar beschikbaar gesteld.

  • 3.

    Indien aan het einde van het boekjaar, op basis van het verslag van de fractie en op basis van de toets van de accountant, als bedoeld in artikel 11, de fractie het bedrag, als bedoeld in lid 1, in het boekjaar niet of niet geheel heeft bestemd, dan wordt dat verrekend met het bedrag voor het komend boekjaar.

Slotbepaling

Artikel 14

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2003.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2003.
De raad
de raadsgriffier, de voorzitter,