Regeling vervallen per 01-01-2015

Reïntegratieverordening

Geldend van 01-05-2012 t/m 31-12-2014

Intitulé

Reïntegratieverordening

De raad van de gemeente Staphorst;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. datum 14 februari 2012;

overwegende dat de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2005 aanpassing behoeft;

Gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de Wet werk en bijstand artikel 8, lid 1, sub a, artikel 7, lid 1, sub a, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers, artikelen 34 en 35 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikelen 34 en 35.

B E S L U I T

vast te stellen de

Reïntegratieverordening

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving

Artikel 1 Begripsbepaling

  • 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeids-ongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2 In deze verordening wordt verstaan onder:

    a. De wet: de Wet werk en bijstand;

    b. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Staphorst;

    c. ondersteuning: het geheel van activiteiten, al dan niet onderdeel uitmakend van een volledig traject of plan van aanpak en opgenomen in een door de gemeente opgesteld trajectplan of plan van aanpak, dat bijdraagt aan de bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt dan wel aan het leveren van een tegenprestatie voor de uitkering, met activiteiten wordt in dit verband hetzelfde als instrumenten bedoeld;

    d. tegenprestatie:onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, welke worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid en niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.

    e. Algemeen geaccepteerde arbeid : alle arbeid, niet zijnde arbeid in het kader van de Wet sociale werkvoorziening, die algemeen maatschappelijk aanvaard is en niet indruist tegen de openbare orde of goede zeden;

    f. voorliggende voorziening: de voorziening als bedoeld in artikel 5, sub e, WWB;

    g. aanvrager: de personen in de leeftijd van 18 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar, genoemd in artikel 10, lid 1 en lid 2, WWB onderscheidenlijk artikel 5, lid 1, Ioaw en artikel 5, lid 1, Ioaz;

    h. Nugger: niet uitkeringsgerechtigde, jonger dan 65 jaar, zonder eigen inkomen dan wel met uitsluitend een inkomen uit de Algemene nabestaanden wet (Anw) of alimentatie

    i. arbeidsovereenkomst: een overeenkomst conform artikel 7: 610 van het Burgerlijk Wetboek;

    j. bijstandsnorm: de norm als bedoeld in artikel 5, onder c, WWB;

    k. grondslag: de bedragen als bedoeld in artikel 5, lid 3, Ioaw dan wel artikel 5, lid 5, Ioaz;

    l. startkwalificatie: een afgeronde opleiding op MBO 2-niveau dan wel HAVO- of VWO-niveau.

Hoofdstuk 2 Opdracht aan het college

Artikel 2 Opdracht college

  • 1 Het college bevordert dat met betrekking tot het aanbieden van ondersteuning, er sprake is van een gelijke aandacht voor de in artikel 7, lid 1, sub a, WWB genoemde groepen alsmede voor een evenwichtige verdeling binnen de te onderscheiden doelgroepen.

  • 2 Het college kan onderzoek (laten) doen naar de mogelijkheden van de (medische-) geschiktheid van een klant voor een traject.

  • 3 Geen ondersteuning wordt verleend indien:

    a. de betrokkene jonger is dan 27 jaar en uit ’s rijkskas bekostigd onderwijs volgt, dan wel nog kan volgen;

    b. gedurende de vier weken na melding waarbij de betrokkene zelf alles in het werk dient te stellen om algemeen geaccepteerde arbeid te vinden;

    c. de betrokkene een uitkering van het UWV ontvangt.

  • 4 Het college bevordert de beschikbaarheid van voorzieningen voor de opvang van kinderen jonger dan 12 jaar voor zover die opvang nodig is voor het volgen van een traject van één van de ouders.

Artikel 3 Plafond subsidie en budgetregels

  • 1 Het college kan bij beleidsregels een of meerdere subsidie- of budgetplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen. Een door het college ingesteld subsidie- of budgetplafond vormt een weigeringsgrond bij de aanspraak op een specifieke voorziening.

  • 2 Het college kan bij beleidsregels een plafond instellen voor het aantal personen dat in aanmerking komt voor een specifieke voorziening.

Artikel 4 Verplichtingen belanghebbende

  • 1 Indien naar het oordeel van het college recht op ondersteuning bestaat, verbindt het college hieraan nadere verplichtingen.

  • 2 Bij de reïntegratie van niet uitkeringsgerechtigden gelden de volgende eisen:

    a. de aanvrager dient zich voor minimaal 20 uur per week beschikbaar te stellen voor algemeen geaccepteerde arbeid;

    b. de noodzaak voor ondersteuning dient aanwezig te zijn en wordt door het college vastgesteld;

    c. de ondersteuning dient te allen tijde gericht te zijn op uitstroom;

    d. de aanvrager is verplicht ingeschreven te staan als werkzoekende bij het UWV Werkbedrijf.

Hoofdstuk 3 De vorm van de ondersteuning

Artikel 5 Sluitende aanpak

  • 1 Het traject of plan van aanpak is afgestemd op de mogelijkheden van de aanvrager genoemd in artikel 1, lid 2, sub e, en kan bestaan uit verschillende vormen van ondersteuning.

  • 2 Het traject of plan van aanpak moet leiden tot het aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid, dan wel tot een tegenprestatie in de uitkering.

  • 3 Bij een niet uitkeringsontvanger moet het traject of plan van aanpak altijd leiden tot het aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid.

  • 4 De vorm van de ondersteuning dient bij te dragen aan deelname aan dan wel terugkeer naar de arbeidsmarkt en gericht te zijn op uitstroom, dan wel bijdragen aan een tegenprestatie in de uitkering en kan bestaan uit alle beschikbare activiteiten die hierop zijn gericht.

  • 5 Uitkeringsgerechtigden waarvan is vastgesteld, dat zij door medische, sociale of psychische belemmeringen geen dan wel voorlopig geen realistisch perspectief hebben om arbeid in welke vorm dan ook te verrichten, kan door het college de verplichting worden opgelegd naar vermogen een tegenprestatie te leveren.

Artikel 6 Vergoedingen

  • 1 Aan personen die in aanmerking komen voor ondersteuning en meer dan 10 kilometer moeten reizen kan een reiskostenvergoeding worden verstrekt.

  • 2 In de overige kosten kan een vergoeding worden verstrekt gedurende de looptijd van het traject of plan van aanpak, voor zover die direct gerelateerd zijn aan het gebruik maken van de voorzieningen en voor zover er geen aanspraak is op een voorliggende voorziening.

Artikel 7 Scholing

Ten aanzien van het aanbieden van scholing en/of opleiding als vorm van ondersteuning bedoeld in artikel 7 gelden de volgende regels:

a. de scholing / opleiding moet noodzakelijk zijn voor het slagen van het traject of plan van aanpak;

b. de scholing / opleiding kan alleen ingezet worden als dit de kortste weg is naar algemeen geaccepteerde arbeid;

c. de scholing / opleiding dient bij voorkeur te worden ingezet voor het alsnog behalen van een startkwalificatie.

Hoofdstuk 4 Eigen bijdragen, subsidies en premies

Artikel 8 Eigen bijdrage

  • 1 Het college kan aan de niet-uitkeringsgerechtigde tussen de 27 en 65 jaar een traject aanbieden, indien deze niet beschikt over een startkwalificatie voor duurzame arbeidsinschakeling of die geen actuele startkwalificatie heeft voor duurzame arbeidsinschakeling.

  • 2 De niet-uitkeringsgerechtigde die aanspraak maakt op ondersteuning, als bedoeld in artikel 4, kan een eigen bijdrage worden opgelegd.

  • 3 De niet-uitkeringsgerechtigde die, al dan niet tezamen met een partner, een inkomen heeft hoger dan 110% van de voor zijn situatie van toepassing zijnde bijstandsnorm, wordt een eigen bijdrage in rekening gebracht. Voor de eerste € 2.500,- bedraagt de eigen bijdrage 50%. Voor het meerdere (boven de € 2500,-) wordt er 25% van de trajectkosten berekend.

  • 4 De niet-uitkeringsgerechtigde die een vermogen heeft dat meer bedraagt dan de van toepassing zijnde vermogensgrens voor bijstandsgerechtigden, komt niet in aanmerking voor ondersteuning door de gemeente. Tenzij het vermogen enkel uit onroerend goed bestaat en de niet-uitkeringsgerechtigde zijn onroerend goed verkoopt om maandelijks een inkomen rond bijstandsniveau te verwerven.

  • 5 De eigen bijdrage die is opgelegd in het kader van de wet inburgering op grond van artikel 23 tweede lid wet inburgering wordt na het behalen van het inburgeringsdiploma of bij vrijstelling van de inburgeringsverplichting ambtshalve kwijtgescholden door het college.

Artikel 9 Subsidie

  • 1 Het college kan een subsidie verstrekken aan werkgevers die als onderdeel van een traject een arbeidsovereenkomst sluiten met de klant;

  • 2 De subsidie is een compensatie voor de mindere arbeidsproductiviteit en eventuele kosten van begeleiding op de werkvloer.

Artikel 10 Intrekking voorziening

  • 1 Het college kan het traject intrekken of herzien, indien wijziging optreedt in de omstandigheden, krachten of bekwaamheden van de cliënt of als deze niet voldoet aan een of meer op hem rustende verplichtingen en hem dit te verwijten valt.

  • 2 Geen recht op ondersteuning bestaat als er sprake is van een voorliggende voorziening welke naar de mening van het college in voldoende mate bijdraagt aan de reïntegratie van de aanvrager.

Artikel 11 Premies

  • 1 De persoon met een WWB/ IOAW/IOAZ-uitkering die reguliere arbeid aanvaardt en als geen loonkostensubsidie van de gemeente wordt verstrekt en waarmee een inkomen wordt verkregen waardoor er geen recht meer bestaat op een(aanvullende)uitkering heeft recht op een eenmalige premie.

  • 2 De in lid 1 genoemde uitkeringsgerechtigde moet voorafgaand aan het aanvaarden van de arbeid minimaal 12 maanden aaneengesloten een uitkering te hebben ontvangen van de gemeente.

  • 3 De premie bedraagt € 500,- en wordt verstrekt nadat de persoon heeft aangetoond dat de dienstbetrekking minimaal 26 weken heeft geduurd. 

  • 4 Geen recht op de premie heeft diegene wiens recht op een uitkering met terugwerkende kracht is ingetrokken wegens verzwijgen van werkzaamheden. 

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 12 Hardheidsclausule

  • 1 In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2 Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 13 Citeertitel

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als ”Reïntegratieverordening”.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 mei 2012 onder gelijktijdige intrekking van de “Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2010”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Staphorst van 27 maart 2012,
, voorzitter.
, griffier.
 

Toelichting 1