Regeling vervallen per 17-02-2015

Algemene subsidieverordening gemeente Staphorst

Geldend van 07-12-2006 t/m 16-02-2015

Intitulé

Algemene subsidieverordening gemeente Staphorst

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Staphorst.Raad: de raad van de gemeente Staphorst.Subsidie: de aanspraak op financiële middelen, verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan de gemeente Staphorst geleverde goederen of diensten.Eerste subsidieaanvraag: verzoek om subsidie van een aanvrager die in het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar voor de activiteit(en) geen subsidie van de gemeente Staphorst heeft ontvangen.Subsidiejaar: het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft.Subsidieontvanger: een natuurlijk persoon, een rechtspersoon of een groep die zich ten doel stelt activiteiten te verrichten ten behoeve van de inwoners van de gemeente Staphorst en in verband hiermee subsidie van de gemeente Staphorst ontvangt of daarop aanspraak heeft.Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende het gemeentelijke begrotingsjaar ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift.Subsidieverlening: het besluit waarbij een omschrijving van de te leveren prestaties, de (maximale) hoogte van de subsidie en eventuele subsidievoorwaarden worden meegedeeld. Het besluit gaat vooraf aan de subsidievaststelling en kent een voorwaardelijke aanspraak op een subsidie toe.Subsidievaststelling: de beschikking waarbij het bedrag van de subsidie definitief wordt vastgesteld en die aanspraak geeft op betaling van het vastgestelde bedrag.Activiteitenplan: een overzicht van de activiteiten waarvoor een subsidie wordt gevraagd, de daarmee nagestreefde doelstellingen en de daarvoor benodigde personele en materiële middelen.Wet: de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1 Deze verordening is van toepassing op alle subsidiëring door de gemeente Staphorst van activiteiten, tenzij een afzonderlijke europese-, rijks-, provinciale- of gemeentelijke subsidieregeling van toepassing is.

  • 2 De te subsidiëren activiteiten zijn in het belang van inwoners van de gemeente Staphorst.

Artikel 3 Bevoegdheden

  • 1 Het college is belast met de uitvoering van deze verordening.

  • 2 Het college is bevoegd tot het vaststellen van subsidie voor zover de daarvoor benodigde middelen in de begroting zijn gereserveerd.

  • 3 Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de te subsidiëren activiteiten.

  • 4 Het college kan de subsidieontvanger voorschotten verlenen.

  • 5 De raad stelt in de gemeentebegroting het budget vast voor het verstrekken van subsidie voor een bepaald beleidsterrein of activiteit.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1 Het via de vaststelling van de gemeentebegroting door de raad beschikbaar gestelde bedrag voor het verstrekken van subsidie voor een bepaald beleidsterrein of activiteit geldt als subsidieplafond.

  • 2 Het college bepaalt de verdeling van het beschikbaar gestelde bedrag.

  • 3 Het subsidieplafond geldt voor het betreffende subsidiejaar.

Hoofdstuk 2 De subsidieaanvraag

Artikel 5 Aanvragen subsidie

  • 1 Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend vòòr 1 mei van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2 Een aanvraag om een eerste subsidie wordt uiterlijk twaalf weken voor aanvang van de desbetreffende activiteit ingediend en omvat maximaal een periode van vier jaren.

  • 3 De subsidieaanvraag wordt schriftelijk bij het college ingediend.

  • 4 Het college kan bepalen dat voor het aanvragen van subsidie gebruik dient te worden gemaakt van een aanvraagformulier.

Artikel 6 Indieningsbescheiden

  • 1 De subsidieaanvraag wordt ondertekend en bevat ten minste de naam en het adres van de aanvrager, dagtekening en een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.

  • 2 Bij het indienen van de subsidieaanvraag verstrekt de aanvrager gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn waaronder in ieder geval een activiteitenplan en een begroting.

  • 3 Het college kan nadere voorschriften geven met betrekking tot de indiening en de aan de subsidieaanvraag te stellen eisen.

Artikel 7 Hersteltermijn

Indien een aanvraag om subsidie onvolledig is ingediend, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld het verzuim binnen een termijn van vier weken schriftelijk te herstellen.

Hoofdstuk 3 De subsidieverlening

Artikel 8 Beslistermijn op de aanvraag

  • 1 Het college beslist op een volledige aanvraag voor een subsidie vòòr 1 januari van het jaar waarin de activiteiten worden gerealiseerd.

  • 2 Het college beslist op een eerste aanvraag voor een subsidie binnen acht weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 3 Het college kan de in het eerste en tweede lid genoemde termijn met ten hoogste vier weken verlengen. De verdaging wordt schriftelijk aan de aanvrager bekendgemaakt.

Artikel 9 Besluit subsidieverlening

Het besluit over de subsidieverlening vermeldt in ieder geval: a. een omschrijving van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt verleend; b. het (maximale) bedrag van de subsidie; c. de periode waarop de subsidie betrekking heeft; d. eventuele subsidieverplichtingen; e. de eventuele voorwaarde dat aan het college voldoende gelden ter beschikking worden gesteld; f. eventuele verlening van voorschotten.

Artikel 10 Weigeringsgronden

Subsidieverstrekking kan naast de in artikel 4:25 en 4:35 van de Awb genoemde gevallen worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat: a. de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente Staphorst of niet aanwijsbaar ten goede komen aan de inwoners van de gemeente Staphorst; b. de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld; c. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde en goede zeden; d. de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken; e. de financiële middelen, met inbegrip van de subsidie, onvoldoende zijn om de voorgenomen activiteiten uit te voeren; f. de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente Staphorst.

Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 11 Informatieverstrekking

  • 1 De subsidieontvanger brengt het beëindigen of gedeeltelijk beëindigen van de gesubsidieerde activiteiten onmiddellijk schriftelijk ter kennis van het college.

  • 2 De subsidieontvanger bericht het college terstond over feiten of omstandigheden die ertoe leiden of kunnen leiden dat de gesubsidieerde activiteiten niet kunnen worden uitgevoerd.

  • 3 De subsidieontvanger doet opgave aan het college van een wezenlijke wijziging van de gegevens die bij de aanvraag om subsidie zijn verstrekt.

  • 4 Het college kan de verplichting opleggen tussentijds informatie te verstrekken inzake de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten en de besteding van de middelen.

Artikel 12 Financiën en administratie

  • 1 De subsidieontvanger voert een overzichtelijke administratie, waaruit op eenvoudige wijze een overzicht kan worden verkregen van de bezittingen, vorderingen, schulden en exploitatieresulaten.

  • 2 De subsidieontvanger verleent te allen tijde aan het college inzage in de boekhouding en administratie en verstrekt alle gevraagde relevante inlichtingen.

  • 3 Het college kan de subsidieontvanger de verplichting opleggen tot het vormen van een reserve of voorziening.

Artikel 13 Overige verplichtingen

  • 1 De subsidieontvanger verricht de gesubsidieerde activiteiten zodanig dat daarbij niet wordt gediscrimineerd naar ras, godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, leeftijd, geslacht, burgerlijke staat of welke grond ook.

  • 2 De subsidieontvanger is verzekerd tegen mogelijke risico's.

  • 3 Het college kan de subsidieontvanger andere doelgebonden en niet-doelgebonden verplichtingen opleggen.

Hoofdstuk 5 De subsidievaststelling

Artikel 14 Vaststelling zonder subsidieverlening

Het college kan de subsidie vaststellen zonder dat er voorafgaand een besluit tot subsidieverlening is gegeven.

Artikel 15 Aanvraag vaststelling subsidie

  • 1 De subsidieontvanger dient binnen zeventien weken na de periode waarop de subsidie betrekking heeft een aanvraag tot subsidievaststelling in bij het college.

  • 2 Bij de aanvraag tot vaststelling wordt, ter verantwoording, overlegd: a. het inhoudelijk verslag of jaarverslag dat inzicht geeft in de activiteiten en resultaten en een vergelijking maakt met het in artikel 6 genoemde activiteitenplan; b. het financieel verslag over het tijdvak waarvoor subsidie is verleend. Het financiële verslag gaat vergezeld van de bijbehorende vereiste accountantsverklaring of verslag van de kascommissie.

  • 3 Het college kan nadere voorschriften geven met betrekking tot de indiening en de aan de aanvraag te stellen eisen.

Artikel 16 Beschikking subsidievaststelling

  • 1 De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag overeenkomstig de wet.

  • 2 Indien geen besluit tot subsidieverlening is gegeven vermeldt de beschikking tot subsidievaststelling een omschrijving van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt verleend, het bedrag van de subsidie en de periode waarop de subsidie betrekking heeft.

  • 3 Vaststelling van de subsidie geschiedt in beginsel conform het bedrag van subsidieverlening.

  • 4 Het college kan de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve vaststellen wanneer toepassing wordt gegeven aan artikel 17.

Artikel 17 Intrekking en wijziging

Het college kan de subsidie intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen.

Hoofdstuk 6 Uitbetaling en terugvordering

Artikel 18 Betaling

  • 1 Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald.

  • 2 Het subsidiebedrag kan in gedeelten worden betaald. Bij de subsidieverlening of subsidievaststelling wordt bepaald hoe de gedeelten worden berekend en op welke tijdstippen zij worden betaald.

  • 3 Voorschotten worden betaald overeenkomstig de voorschotverlening en worden verrekend met het subsidiebedrag.

  • 4 De verplichting tot betaling van een subsidiebedrag of voorschot wordt opgeschort met ingang van de dag waarop het college de subsidieontvanger schriftelijk bericht omtrent toepassing van artikel 17.

Artikel 19 Terugvordering

  • 1 Het college vordert onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten terug.

  • 2 Het college kan onverschuldigd betaalde subsidiebedragen aanmerken als voorschot op de subsidie voor nieuwe activiteiten of een volgende periode.

Hoofdstuk 7 Overige bepalingen

Artikel 20 Structurele subsidies rechtspersonen

Afdeling 4.2.8. van de wet is van toepassing op de door het college per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonen. Het boekjaar is gelijk aan het subsidiejaar.

Artikel 21 Verslag

Artikel 4:24 van de wet is, tenzij bij de subsidieverstrekking anders is bepaald, niet van toepassing op subsidies die op grond van deze verordening zijn verstrekt.

Artikel 22 Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, waarin zij tot onbillijkheid leidt of waarin zij leidt tot situaties waarmee geen aanwijsbaar belang is gediend, kan het college van het bepaalde in deze verordening afwijken.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 23 Overgangsbepaling

Op een aanvraag, die is ingediend vòòr de inwerkingtreding van deze verordening, wordt op grond van de voor dat tijdstip geldende regels beslist.

Artikel 24 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag volgend op die van haar bekendmaking.

  • 2 De "Algemene Subsidieverordening Welzijn Staphorst", vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 1996 wordt ingetrokken.

Artikel 25 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Algemene subsidieverordening gemeente Staphorst".

1 Algemene subsidieverordening gemeente Staphorst

AlgemeenDe Algemene wet bestuursrecht (Awb) geeft in titel 4.2. het algemeen juridisch kader voor de verstrekking van subsidies. Voor een aantal onderdelen van het subsidieproces is in de Awb de mogelijkheid opgenomen om een nadere regeling te treffen bij of krachtens wettelijk voorschrift. Bij de gemeente Staphorst vormt deze Algemene subsidieverordening dit wettelijk voorschrift, in aanvulling op de Awb. Naast het wettelijk voorschrift kunnen aanvullend nog bepalingen van beleidsregels voor het beleidsterrein waaronder de betrokken subsidieaanvraag valt van toepassing zijn. Op grond van titel 4.3 Awb is het college bevoegd om genoemde beleidsregels vast te stellen.De verordening geeft de subsidieverstrekkingsprocedure aan voor de eerste subsidie en een (volgende) subsidie voor activiteiten van de subsidieontvanger. Alle subsidiesoorten met diverse benamingen worden in één van deze twee categorieën subsidies ingedeeld.Mogelijke benamingen zijn:- budgetsubsidie: een subsidie waarbij het verstrekken van het subsidiebedrag wordt gerelateerd aan een bepaald niveau van geleverde prestaties en of activiteiten op grond van vooraf afgesproken activiteiten en prestaties tegen een van tevoren vastgesteld bedrag, en die voor één subsidiejaar of meer subsidiejaren beschikbaar wordt gesteld. Op basis hiervan kan een uitvoeringsovereenkomst worden afgesloten, waardoor van budgetgestuurde contractfinanciering sprake is;- eenmalige subsidie: een subsidie voor activiteiten of project met een éénmalig en/of experimenteel karakter;- exploitatiesubsidie: een subsidie in de exploitatiekosten, of onderdelen daarvan van activiteiten waarmee de uitvoering van deze activiteiten mogelijk wordt gemaakt;- garantiesubsidie: een subsidie die wordt verstrekt nadat zich een vooraf overeengekomen situatie heeft voorgedaan. Dit betreft dan meestal de opvang van een onverwacht financieel nadelige situatie;- incidentele subsidie: een subsidie die wordt verstrekt voor activiteiten die in beginsel een éénmalig of projectmatig karakter dragen, en die voor één subsidiejaar tot maximaal vier subsidiejaren beschikbaar wordt gesteld;instandhoudingssubsidie: een subsidie waarmee de gemeente een zodanig deel van de uitvoering van de activiteiten bekostigt, dat voortzetting van de activiteiten ervan redelijkerwijs is gegarandeerd;- investeringssubsidie: een eenmalige subsidie in de kosten van aankoop, nieuwbouw, verbouw of aanpassing van een accommodatie binnen de gemeente dan wel een eenmalige subsidie ten behoeve van het ontplooien van nieuwe activiteiten;- projectsubsidie: een subsidie voor een project met een eindig karakter waarvan de looptijd zich over één of meerdere subsidiejaren uitstrekt;- recreatiesubsidie: een subsidie die wordt toegekend aan een in de gemeente gevestigde vereniging die zich richt op recreatie(sport)activiteiten.- spoedeisende subsidie: een subsidie die wordt verstrekt wanneer een wettelijk voorschrift in voorbereiding is en de gemeente op de totstandkoming van de nieuwe subsidieregeling vooruitloopt. De subsidieregeling moet binnen één jaar na aanvang van de subsidiëring tot stand zijn gekomen;- sportsubsidie: een subsidie die wordt toegekend aan een statutair in de gemeente gevestigde sportvereniging met rechtspersoonlijkheid voor het in clubverband beoefenen van amateursport.- startsubsidie: een subsidie die wordt toegekend ten behoeve van het opzetten van een eerste activiteit of activiteiten;- stimuleringssubsidie: een subsidie die wordt toegekend ter stimulering en bevordering van door de gemeente onderschreven en van belang geachte activiteiten;- structurele subsidie: een subsidie die wordt verstrekt voor activiteiten die in beginsel een continue karakter dragen, en voor één subsidiejaar of meer subsidiejaren beschikbaar wordt gesteld.- waarderingssubsidie: een subsidie die onafhankelijk van de exploitatieresultaten wordt verstrekt voor een activiteit of activiteiten, ongeacht de feitelijke kosten van deze activiteiten, en is bedoeld om een bepaalde activiteit aan te moedigen of te ondersteunen zonder het doel ervan naar aard en inhoud te willen beïnvloeden;

Artikel 1Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 2Dit artikel vormt de wettelijke grondslag voor alle door de gemeente te verstrekken subsidies op grond van de Algemene subsidieverordening. In de begroting wordt het beleidsterrein of de activiteit(en) en het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld vermeld. Op grond van art. 4:23 Awb is voor genoemde alsmede incidentele gevallen voor de subsidiëring geen opsomming van subsidiabele activiteiten in de verordening nodig. Middels de jaarrekening wordt verslag gedaan van de verstrekte subsidies.

Artikel 3Uitgangspunt van de verordening is dat het college bevoegd is de subsidieverstrekking uit te voeren, begrensd door de beschikbaar gestelde middelen. Dit artikel geeft de mogelijkheid aan het college om voorschotten te verlenen (art. 4:54 Awb). In het duale stelsel wordt de kaderstellende rol van de raad gevormd door de budgetstelling via de begroting en het vaststellen van deze verordening.

Artikel 4Dit artikel geeft een juridische basis voor de instelling van een subsidieplafond (art. 4:25 Awb) en de verdeling van de beschikbare gelden (art. 4:26 Awb). Met het vaststellen van een subsidieplafond worden de aanspraken op subsidies beperkt tot een bepaald maximum bedrag. Hierdoor wordt een open-einde regeling en ongewenste overschrijding van het beschikbaar gestelde budget voorkomen.Het enkele feit dat een begrotingspost is uitgeput is een onvoldoende reden voor een bestuursorgaan om een subsidie te weigeren. Overschrijding van het budget is op zichzelf geen harde weigeringsgrond.Dit effect wordt voorkomen door het vaststellen van een subsidieplafond. Op grond van artikel 4:25 Awb dient dan een subsidie te worden geweigerd voor wat betreft het gedeelte dat boven het subsidieplafond uitstijgt.

Artikel 5Met dit artikel wordt voorkomen dat aanvragen om subsidie worden ingediend wanneer reeds met de activiteiten is gestart. Een eerste subsidie(aanvraag) omvat maximaal een subsidieperiode van vier jaren (art. 4:23 Awb). Bij de eerste subsidie(aanvraag) wordt met de termijnstelling aangesloten bij de beslistermijn in de Awb (zie artikel 16).Hierdoor wordt bereikt dat de aanvrager in beginsel ruimschoots voor de uitvoering van de voorgenomen activiteit een beslissing heeft op de eerste subsidieaanvraag. Bij de (volgende) subsidie(aanvraag) wordt met de termijnstelling aangesloten bij de gemeentelijke begrotingscyclus.

Artikel 6Dit artikel regelt de gegevens en bescheiden welke de aanvrager dient te overleggen. Naast de gegevens welke de aanvrager van een beschikking ten minste moet verstrekken (art. 4.2 Awb) worden afhankelijk van de subsidieaanvraag nog andere gegevens verlangd. Bij het indienen van bescheiden gaat het om gegevens die de aanvraag met argumenten onderbouwen en om gegevens die het college nodig heeft om zich een goed beeld van de betrokken belangen te kunnen vormen. Bescheiden die voor de beslissing op de subsidieaanvraag redelijkerwijs niet kunnen worden verlangd of geen aanwijsbaar belang dienen worden niet gevraagd. Bij de subsidieaanvraag worden desgevraagd verstrekt:- een activiteitenplan, waarin ook de doelstelling(en) en per activiteit de daarvoor benodigde personele en materiële middelen zijn vermeld, voor de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd;- een begroting van inkomsten en uitgaven, met een toelichting, voor de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd;- de hoogte van het gevraagde subsidiebedrag;- de jaarrekening van het voorgaande jaar, vergezeld van de vereiste accountantsverklaring of verslag van de kascommissie;- het jaarverslag van het voorgaande jaar;- een overzicht van de samenstelling van het bestuur op het moment van de aanvraag;- een ledenlijst, voorzover de subsidie wordt bepaald op basis van de leden.Bij een eerste subsidieaanvraag overlegt de aanvrager, die een rechtspersoon is tevens een exemplaar van de oprichtingsakte, de geldende statuten en het van kracht zijnde huishoudelijk reglement.

Artikel 7Een subsidieaanvraag moet alle relevante gegevens bevatten om een goede beoordeling van de aanvraag mogelijk te maken. Wanneer de aanvraag onvolledig is en de gevraagde gegevens binnen de hersteltermijn niet zijn verstrekt, kan het college de aanvraag buiten behandeling laten (art. 4:5 Awb).

Artikel 8Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 9Subsidie wordt verleend bij beschikking. Op de subsidieverlening zijn de voorschriften in de Awb (titel 4.1 Awb) die gelden voor besluiten en beschikkingen van toepassing. In de beschikking wordt, om de rechtszekerheid voor beide partijen zoveel mogelijk te garanderen, een omschrijving van de te subsidiëren activiteiten opgenomen (art. 4:30 Awb). Hiermee is duidelijk voor welke activiteiten de subsidie is bedoeld en dus mogen worden aangewend. Verder wordt in de verleningsbeschikking de hoogte van het subsidiebedrag (art. 4:31 Awb), de periode waarop de subsidie betrekking heeft en de eventuele voorwaarde met betrekking tot het begrotingsvoorbehoud vermeld (art. 4:34 Awb). Het besluit tot verlening of weigering van een voorschot is een beschikking in de zin van de Awb.De subsidieverlening is bindend voor subsidieverstrekker en subsidieontvanger. De subsidieverstrekker is gebonden door de regel dat de subsidie in beginsel overeenkomstig de verlening moet worden vastgesteld (art. 4:46 Awb; artikel 16). Voor de subsidieontvanger is de verleningsbeschikking bindend in die zin dat als tegen de subsidieverlening geen bezwaar of beroep is ingesteld tegen de subsidievaststelling geen bezwaren meer kunnen worden ingebracht die tegen de subsidieverlening hadden kunnen worden ingebracht.

Artikel 10In dit artikel zijn weigeringsgronden opgenomen die gelden voor alle subsidiesoorten. In de subsidietitel van de Awb worden gronden genoemd voor het weigeren van een subsidie. Enkele aanvullende weigeringsgronden zijn daar in dit artikel aan toegevoegd.Art. 4:25 Awb betreft het subsidieplafond (zie artikel 4). In artikel 4:35 Awb wordt vermeld op welke gronden de subsidieverlening in ieder geval kan worden geweigerd. Het betreft een niet-limitatieve opsomming. Genoemd zijn gevallen waarin met grote mate van waarschijnlijkheid vast staat dat zich later een intrekkingsgrond zal voordoen dan wel gebeurtenissen betreffen die zich reeds hebben voorgedaan en nog voor de beslissing op de aanvraag bekend worden (zie artikel 17).

Artikel 11Dit artikel geeft, op grond van afdeling 4.2.4. Awb, verplichtingen aan de subsidieontvanger. De verplichtingen worden opgelegd met het oog op een doelmatige en rechtmatige subsidieverstrekking.Van belang is dat de subsidieverstrekker inzicht heeft in de gang van zaken ter verwezenlijking van het doel van de subsidie. Er kunnen zowel doelgebonden als ook niet-doelgebonden verplichtingen worden opgelegd. Zo kan bij de subsidieverlening de subsidieontvanger worden verplicht het college toestemming te vragen voor het oprichten dan wel deelnemen in een rechtspersoon, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen, het aangaan van overeenkomsten, etc. De subsidieontvanger schat zelf mogelijke risico's en de dekking hiervan in en voorkomt hiermee dat de gemeente als financieel vangnet wordt aangesproken.

Artikel 12Zie toelichting artikel 11.

Artikel 13Zie toelichting artikel 11.

Artikel 14De subsidietitel in de Awb (titel 4.2 Awb) gaat uit van een onderscheid tussen twee beschikkingen, respectievelijk de subsidieverlening en de subsidievaststelling. Met de term subsidieverlening duidt de Awb de beschikking aan die voorafgaand aan de te subsidiëren activiteit wordt gegeven. De subsidieverlening geeft de subsidieontvanger een voorwaardelijke aanspraak op financiële middelen, waarvan de precieze omvang nog niet altijd vaststaat.Met de term subsidievaststelling duidt de Awb een tweede beschikking aan, waarin wordt vastgesteld in hoeverre de voorwaarden zijn vervuld en hoeveel het exacte subsidiebedrag bedraagt. In een aantal gevallen kan subsidieverlening achterwege blijven omdat een subsidie meteen kan worden vastgesteld.Artikel 4:29 Awb biedt de mogelijkheid waarmee met alleen subsidievaststelling kan worden volstaan. In dit geval dient de subsidieaanvrager één aanvraag in en kan het college volstaan met één beschikking.

Artikel 15Op grond van artikel 4:45 Awb legt de subsidieontvanger rekening en verantwoording af over hetgeen met de subsidie is gerealiseerd. Uit de afgelegde verantwoording blijkt dat de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen en of de activiteiten het beoogde effect hebben gehad. De (financiële) verantwoording vindt plaats overeenkomstig de eisen van het Burgerlijk Wetboek. Op basis van de verantwoording wordt vervolgens de subsidie vastgesteld. In bepaalde gevallen kan er sprake zijn van directe subsidievaststelling, zonder voorafgaande verleningsbeschikking. Het subsidiebedrag wordt dan vastgesteld voor aanvang van de activiteiten, zonder besluit subsidieverlening (art. 4:43 Awb). In dit geval wordt bij de beoordeling van de aanvraag voor het daarop volgende jaar aan de hand van de ingediende rekening getoetst of er aanleiding is de subsidierelatie te wijzigen.

Artikel 16In de verordening zijn geen beslistermijnen opgenomen voor de beschikking subsidieverstrekking. Als gevolg hiervan zijn de termijnen zoals genoemd in de Awb van toepassing. Op grond van afdeling 4.1.3. Awb moet een beschikking worden gegeven binnen een redelijke termijn na ontvangst van de aanvraag. Deze termijn bedraagt maximaal acht weken, en is in het algemeen toereikend om een beslissing op de aanvraag te nemen. Wanneer daartoe aanleiding bestaat kan, onder tijdige bekendmaking aan de aanvrager, een nieuwe redelijke termijn worden gesteld. Indien toepassing aan artikel 17 wordt gegeven kan het college de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve vaststellen (art. 4:47 Awb).

Artikel 17Wanneer daartoe aanleiding bestaat kan het college de beschikking tot subsidieverlening of de beschikking tot subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen (afdeling 4.2.6. Awb). Bij de subsidievaststelling wordt het subsidiebedrag bepaald. Dit bedrag kan op grond van artikel 4:46 Awb lager worden vastgesteld dan in de verleningsbeschikking is vermeld. Bij het uitblijven van de activiteiten of niet-naleving van de verplichtingen kan de subsidie op nihil worden vastgesteld. Bij een beschikking die strekt tot het weigeren van een subsidie, het lager vaststellen van een subsidie of het intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen van een subsidieverlening of een subsidievaststelling (art. 4:12 Awb) wordt de belanghebbende eerst gelegenheid gegeven zijn zienswijze naar voren te brengen.

Artikel 18De beschikking subsidievaststelling stelt het bedrag van de subsidie vast (art. 4: 42 Awb, artikel 16).Het subsidiebedrag wordt, overeenkomstig afdeling 4.2.7. Awb, binnen de geldende termijnen betaalbaar gesteld of teruggevorderd. De betaling van het subsidiebedrag vindt plaats onder verrekening van betaalde voorschotten. Voorschotten worden betaald conform de beschikking tot voorschotverlening (art. 4:54 Awb), welke gecombineerd kan worden met de beschikking subsidieverlening.Met de intrekking van de beschikking subsidieverlening (artikel 17) vervalt de grondslag voor eventuele voorschotverlening.

Artikel 19Zie toelichting artikel 18.

Artikel 20Afdeling 4.2.8. van de Awb is bedoeld voor subsidies die per boekjaar worden verstrekt aan rechtspersonen ter bekostiging van hun structurele activiteiten. Door het van toepassing verklaren van deze afdeling (art. 4:58 Awb) worden aan het subsidieverstrekkingstraject en aan de wijze van verantwoording (mogelijk) extra eisen gesteld.

Artikel 21Dit artikel regelt dat de evaluatieverplichting in zijn algemeenheid niet geldt. In een groot aantal gevallen zijn de kosten van evaluatie onevenredig in verhouding tot het budgettaire belang van de regeling. Artikel 4:24 Awb biedt de mogelijkheid om af te zien van een evaluatieplicht.

Artikel 22Dit artikel geeft de juridische basis voor toepassing van de hardheidsclausule. Het college kan bij bijzondere omstandigheden afwijken van de bepalingen in deze verordening of de strikte toepassing hiervan. Zo kan worden voorkomen dat een situatie ontstaat waarin medesubsidiëring niet mogelijk is door tegenstrijdige regelingen of dat bij medesubsidiëring een subsidieontvanger te maken krijgt met niet op elkaar afgestemde subsidiebepalingen. Het college motiveert in de beschikking tot subsidieverlening waarom zij gebruik maakt van de hardheidsclausule.

Artikel 23, 24 en 25Het artikel behoeft geen toelichting.