Reglement van Orde van de EPOS-geschillencommissie

Geldend van 29-01-2020 t/m heden

Intitulé

Reglement van Orde van de EPOS-geschillencommissie

Het college van burgemeester en wethouders, en de burgemeester van de gemeente Staphorst;

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

Gelet op de in dit document benoemde bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die op dit reglement van toepassing zijn, de Gemeentewet, de overeenkomst tussen professionals en gemeente Staphorst inzake de EPOS-werkwijze en in algemene zin gelet op de in het Handboek EPOS vermelde werkwijze;

Besluiten vast te stellen het:

Reglement van Orde van de EPOS-geschillencommissie

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: het college, namens wie de afdelingsmanager in mandaat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies, op grond van Gemeentewet art. 84, voor geschillen betreffende het opleggen van een rode kaart aan een CPOS-professional, in lijn met het Handboek EPOS, hoofdstuk 3, onderdeel ‘Geschillencommissie’;

  • c.

    geschil: het betwisten van het besluit tot het opleggen van een rode kaart in het kader van CPOS, door een belanghebbende;

  • d.

    EPOS: Efficiënte Procesinrichting Omgevingsrecht Staphorst;

  • e.

    CPOS: Collectief van Professionals Omgevingsrecht Staphorst, waarbinnen professionals en gemeente Staphorst zich middels een overeenkomst verbinden aan de EPOS-werkwijze zoals verwoord in het Handboek EPOS;

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing over een geschil.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Het college benoemt een aantal vervangende leden.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie wordt door het college aangewezen.

  • 2. Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Schriftelijk aanhangig gemaakt geschil

  • 1. Op het schriftelijk aanhangig gemaakte geschil wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het schriftelijk aanhangig gemaakte geschil met de daarbij overlegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 7 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 8 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter van de commissie kan besluiten de belanghebbenden en/of het verwerend orgaan middels spraak- (en video-)oproep te horen.

  • 3. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 4. Indien de voorzitter op grond van het derde lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 9 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 10 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 11 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een geschil indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 12 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat evenwichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 13 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overlegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

  • 6. De hoorzitting kan met instemming van de indiener van het geschil digitaal worden opgenomen.

Artikel 14 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien de minderheid dat verlangt.

  • 2. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het geschil.

  • 3. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 16 Uitbrengen advies

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 13 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het college van burgemeester en wethouders, dat op het aanhangig gemaakte geschil dient te beslissen.

Artikel 17 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: 'Reglement van Orde van de EPOS-geschillencommissie'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 14 januari 2020.

de waarnemend burgemeester,

de secretaris,

  

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 14 januari 2020.

de waarnemend burgemeester,

de secretaris,