Verordening maatschappelijke participatie Wet werk en bijstand 2012

Geldend van 01-01-2013 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Verordening maatschappelijke participatie Wet werk en bijstand 2012

De raad van de gemeente Stede Broec;

gelezen het besluit van burgemeester en wethouders gedateerd op 2 oktober 2012;

gezien het advies van 16 oktober 2012 van de Commissie Burger en Bestuur;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet, artikel 8 lid 1 aanhef onder g en artikel 8 lid 2 aanhef onder d, artikel 35 lid 5 van de Wet werk en bijstand;

overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van categoriale bijzondere bijstand ten behoeve van schoolgaande kinderen van 4 tot en met 17 jaar bij verordening te regelen;

b e s l u i t:

vast te stellen de Verordening maatschappelijke participatie WWB 2012:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de WWB.

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van Stede Broec.

    • c.

      kind: het ten laste komende kind in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar en dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt.

    • d.

      bijstandsnorm: de bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5 aanhef onder c van de wet.

    • e.

      inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, waarbij een eventuele bijstandsuitkering in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op categoriale bijzondere bijstand als inkomen wordt gezien.

    • f.

      vermogen: het vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet op de aanvraagdatum.

    • g.

      bijdrage: de categoriale bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 35 lid 5 van de wet.

    • h.

      referteperiode: een periode van twaalf maanden voorafgaand aan de peildatum.

    • i.

      peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de bijdrage ontstaat.

      Artikel 2 Doel en strekking

      Met maatschappelijke participatie wordt bedoeld dat het oogmerk van bijstandsverlening dient te zijn het voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement.

      Ter bevordering van maatschappelijke participatie van het kind, heeft degene die tot de doelgroep behoort en aan de voorwaarden voldoet, recht op een bijdrage in de kosten hiervan.

      Artikel 3 Maatschappelijke participatie

      De bijdrage in de kosten van maatschappelijke participatie kan onder meer gebruikt worden voor:

  • a.

    Contributie van een sport- en/of zangvereniging;

  • b.

    Bibliotheekabonnement;

  • c.

    Internet- en/of telefoonabonnement;

  • d.

    Abonnement op krant of tijdschrift;

  • e.

    Muziekonderwijs;

  • f.

    Bezoek aan zwembad, bibliotheek, theater, concert, museum, bioscoop en/of pretpark;

  • g.

    Schoolactiviteiten zoals schoolreisjes en excursies;

  • h.

    Sportattributen;

  • i.

    Sportkleding;

  • j.

    Vakantiekamp;

  • k.

    Overige sociale, culturele en sportieve activiteiten.

    Artikel 4 Doelgroep

  • a.

    De alleenstaande ouder of het gezin met een of meer kinderen, die/dat gedurende de referteperiode een inkomen heeft wat niet uitkomt boven 110 procent van de toepasselijke bijstandsnorm en niet beschikt over in aanmerking te nemen vermogen.

  • b.

    Het kind waarvoor de bijdrage wordt gevraagd, dient op de peildatum aan het leeftijdscriterium als bedoeld in artikel 1 lid 2 aanhef onder c van deze verordening te voldoen.

    Artikel 5 Bijdrage

    De alleenstaande ouder of het gezin als bedoeld in artikel 4 onder a van deze verordening kan per kind slechts eenmaal binnen een periode van twaalf maanden in aanmerking komen voor een bijdrage van € 150,00.

    Artikel 6 Hardheidsclausule

    In gevallen waarin deze verordening niet of niet naar redelijkheid voorziet, beslist het college.

    Artikel 7 Citeertitel

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening maatschappelijke participatie WWB 2012.

    Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2012.

  • 2.

    De Verordening sociaal-culturele deelname gemeente Stede Broec 1996, vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 2 mei 1996 wordt met ingang van 1 januari 2013 aangepast en beperkt voor ouders met schoolgaande kinderen tot en met 17 jaar.

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

    van de gemeente Stede Broec, gehouden op 10 december 2012.

    De raadsgriffier, De voorzitter,