Beleidsregel instrumentarium muziekkorpsen

Geldend van 01-01-2005 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel instrumentarium muziekkorpsen

Beleidsregel instrumentarium muziekkorpsen

De raad der gemeente Stede Broec;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 oktober 2004;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de Welzijnswet 1994 en Titel 4.2. en 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende Beleidsregel instrumentarium muziekkorpsen:

1. Voor de aanschaf van instrumentarium voor al eerder gesubsidieerde plaatselijke muziekkorpsen kan door de raad een investeringssubsidie worden verstrekt van 40%.

Op deze subsidieverstrekking is afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

De aanvraag wordt voorzien van een toelichting over de noodzaak van vervanging of uitbreiding.

Indien daarom door de plaatselijke muziekkorpsen wordt gevraagd geeft de directeur van de

Muziekschool Stede Broec de korpsen een inhoudelijk advies over de noodzaak, de kwaliteit en de klankkleur van de aan te schaffen muziekinstrumenten.

Voorwaarde is verder dat in de gemeentebegroting daarvoor voldoende middelen beschikbaar zijn of worden gesteld.

2. Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2005.

3. De Nota beleidsregels subsidies en huren voor sport en welzijn in Stede Broec, vastgesteld in de gemeenteraadsvergadering van 6 april 2000 en gewijzigd op 1 februari 2001, wordt met ingang van 1 januari 2005 ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Stede Broec, gehouden op 16 november 2004.

De raadsgriffier, De voorzitter,