Regeling vervallen per 01-08-2002

Verordening op de heffing en invordering van schoolgeld muziek- en dansonderwijs 2001

Geldend van 13-10-2001 t/m 31-07-2002

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van schoolgeld muziek- en dansonderwijs 2001

De raad der gemeente Steenbergen;

in behandeling genomen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2001;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van schoolgeld muziek- en dansonderwijs 2001

Artikel 1 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening wordt schoolgeld geheven voor het volgen van cursussen aan het Centrum voor de Kunsten Bergen op Zoom en/of aan de dependance van die gemeentelijke muziek- en dansschool in de gemeente Steenbergen.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Het schoolgeld wordt geheven voor elke leerling, jonger dan 18 jaar, woon-plaats hebbende in de gemeente Steenbergen, die in het schooljaar aan de gemeentelijke muziek en dansschool te Bergen op Zoom of aan de dependance te Steenbergen staat ingeschreven. Het schoolgeld word geheven van de ouder(s), voogd of verzorger(s) van een leerling.

  • 2.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige kan worden aangewezen, is de leerling zelf belastingplichtig.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

Het schoolgeld wordt voor elke leerling geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 4 Belastingjaar

Het schoolgeldjaar is gelijk aan het cursusjaar en loopt van 1 augustus tot en met 31 juli van het daaropvolgende jaar.

Artikel 5 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Het schoolgeld is verschuldigd bij aanvang van het cursusjaar, of zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de leerling in de loop van het cursusjaar wordt ingeschreven worden van de belastingplichtige zoveel twaalfde gedeelten van het jaarlijkse schoolgeld geheven als er -gerekend vanaf de eerste dag van de maand van inschrijving- nog kalendermaanden in het schooljaar over zijn.

Artikel 7 Ontheffing

  • 1.

    Op aanvraag van de belastingplichtige kan in de navolgende gevallen ontheffing van het schoolgeld worden verleend:

    • a.

      bij vertrek van de leerling naar elders, ten gevolge waarvan het schoolbezoek niet of niet langer kan plaatsvinden;

    • b.

      bij het overlijden van de leerling;

    • c.

      indien de leerling wegens ziekte de school gedurende meer dan vier achtereenvolgende weken niet heeft kunnen bezoeken, gerekend vanaf het tijdstip waarop de kennisgeving van de ziekte bij de directeur is ingekomen;

    • d.

      indien de leerling wegens onvoldoende aanleg en op advies van de directeur, de school verlaat.

  • 2.

    De ontheffing wordt verleend over een gelijk deel van het schoolgeld als er lessen zijn gemist op het totaal aantal lessen.

  • 3.

    De ontheffing wordt verleend vanaf het moment dat de directeur het schriftelijk verzoek om ontheffing heeft ontvangen.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald in vijf gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het schoolgeld.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening op de heffing en de invordering van schoolgeld muziek- en balletonderwijs, 1998' vastgesteld bij raadsbesluit van 26 maart 1998, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    De verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van heffing is 1 augustus 2001

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening schoolgeld Muziek- en dansonderwijs 2001'

Ondertekening

Steenbergen, 27 september 2001
De raad.voornoemd,
de secretaris, de voorzitter

Tarieventabel schoolgeld Muziek- en dansonderwijs 2001

behorende bij de Verordening schoolgeld muziek en dansonderwijs 2001

1. Het legesgeld voor het volgen voor instrumentaal en vocaal muziekonderwijs bedraagt

instrumentaal en vocaal

in de A-afdeling

ƒ 471,00

€ 213,73

in de B-afdeling

ƒ 763,00

€ 346,23

2. Het lesgeld voor het volgen van Dansonderwijs Dansexpressie, Kinderdans, Klassieke dans A, B en C, werelddans, Moderne dans bedraagt

Dansonderwijs enz.

lesduur 50 min.

ƒ 328,00

€ 148,84

lesduur 60 min.

ƒ 379,00

€ 171,98

lesduur 75 min.

ƒ 456,00

€ 206,92

lesduur 90 min.

ƒ 538,00

€ 244,13

lesduur 120 min.

ƒ 692,00

€ 314,02

5. Het lesgeld voor

AMV

Algemene Muzikale Vorming bedraagt

ƒ 271,00

€ 122,97

6. Het lesgeld voor

Conservatorium

Vooropleiding Conservatorium bedraagt

ƒ 287,00

€ 130,23

7. Het lesgeld voor het volgen van Theater bedraagt voor beweging, stemvorming, improvisatie en tekstoneel

Theater

lesduur 180 min.

ƒ 420,00

€ 190,59

lesduur 90 min.

ƒ 210,00

€ 95,29