Regeling vervallen per 01-01-2014

Drank- en Horecaverordening

Geldend van 22-03-1997 t/m 31-12-2013

Intitulé

Drank- en Horecaverordening

De raad der gemeente Steenbergen;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 januari 1997;

gelet op de bepalingen van de Drank- en Horecawet en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

Vast te stellen de volgende Drank- en Horecaverordening:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Drank- en Horecawet

  • b.

    horecabedrijf: de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;

  • c.

    de lokaliteiten waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte;

  • d.

    lokaliteit: een besloten ruimte, onderdeel uitmakend van een inrichting;

  • e.

    horecalokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;

  • f.

    alcoholhoudende drank: de drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat;

  • g.

    sterke drank: de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor vijftien of meer volumeprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn;

  • h.

    zwak-alcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank;

  • i.

    alcoholvrije drank: de drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor minder dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat.

Artikel 1.2

Artikel 1 van de Drank- en Horecawet is van overeenkomstige toepassing op de niet op die wet steunende bepalingen van deze verordening.

HOOFDSTUK 2 AANVULLENDE INRICHTINGSEISEN

Artikel 2. verlichting nevenruimten

Vervallen

Artikel 2.2 bruikbaarheid toiletvoorzieningen

Vervallen

HOOFDSTUK 3 DRANKVERSTREKKING OP TERRASSEN

Artikel 3.1 terrasvergunning

Vervallen

Artikel 3.2 innemen zitplaatsen

Het is verboden om op het terras alcoholhoudende drank te verstrekken aan personen die geen gebruik maken van de op het terras aanwezige zitplaatsen.

Artikel 3.3 verlichting en toezicht

Het terras moet tijdens het gebruik als zodanig voldoende verlicht zijn en aan voldoende toezicht zijn onderworpen.

Artikel 3.4 schoonhouden

  • 1.

    Het terras, alsmede de onmiddellijke omgeving ervan dient tijdens het gebruik te worden schoongehouden van afval, afkomstig van verkochte waren.

  • 2.

    Na verwijdering van het terrasmeubilair dient de directe omgeving schoon te worden opgeleverd.

Artikel 3.5 schade

  • 1.

    De vergunninghouder is en blijft aansprakelijk voor de schade, die eventueel aan het terrasmeubilair toegebracht wordt.

  • 2.

    De gemeente is niet aansprakelijk voor schade door derden toegebracht aan het aanwezige terrasmeubilair.

  • 3.

    De vergunninghouder is verplicht alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen, teneinde te voorkomen, dat de gemeente, dan wel derden tengevolge van het gebruik van de vergunning schade lijden.

  • 4.

    De vergunninghouder dient alle aansprakelijkheid op zich te nemen voor schaden en of ongevallen en de gemeente te vrijwaren voor alle vorderingen van derden wegens schade of ongevallen.

  • 5.

    Aanwijzingen van de politie in verband met de openbare orde of veiligheid op of in onmiddellijke nabijheid van het terras dienen onverwijld door de vergunninghouder te worden opgevolgd.

HOOFDSTUK 4 BEPERKING VERSTREKKING

Artikel 4.1 verbod sterke drank

Het is verboden anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse dan wel bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik anders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

  • a.

    waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren, zoals belegde broodjes, frites en kroketten worden verkocht;

  • b.

    waarin onderwijs wordt gegeven;

  • c.

    die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar vervoersbedrijf;

  • d.

    die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of instellingen.

Artikel 4.2 ontheffing

De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in artikel 4.1 gestelde verbod. Aan deze ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden.

HOOFDSTUK 5 HET VERSTREKKEN VAN ALCOHOLVRIJE DRANK

Artikel 5.1 verlof

  • 1.

    Het is verboden zonder verlof van de burgemeester ineen besloten ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.

  • 2.

    Dit verbod geldt niet:

    • a.

      als wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de wet tot het uitoefenen van een horecabedrijf;

    • b.

      als deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige aard aan personen die in die besloten ruimte vertoeven anders dan voor het gebruik van consumpties;

    • c.

      voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.

  • 3

    Het verlof geldt uitsluitend voor één of meer in het verlof vermelde ruimten.

  • 4.

    Bij overlijden van een verlofhouder kan het bedrijf door of namens één van zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tot vier weken na het overlijden, of, als binnen die termijn een nieuw verlof is aangevraagd, tot het tijdstip waarop op de aanvraag onherroepelijk is beslist.

  • 5.

    Voor het verkrijgen van een verlof moet een natuurlijk persoon de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en voldoen aan de eisen, die bij of krachtens artikel 8, tweede lid onder a en b, en derde lid van de wet worden gesteld aan de leidinggevende;

  • 6.

    De personen die in een besloten ruimte waarvoor een verlof als bedoeld in het eerste lid is verleend, de dagelijkse leiding hebben dienen te voldoen aan de eisen zoals genoemd in het vijfde lid.

Artikel 5.2 inrichtingseisen

  • 1.

    Ten aanzien van een besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse zal worden verstrekt, zijn de artikelen 2 tot en met 7 van het Besluit inrichtingseisen Drank- en Horecawet, zoals deze luidt op 1 november 200 of in de toekomst nader zal worden gewijzigd, van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen, indien zij van oordeel zijn, dat plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, dan wel sprake is van een bijzonder geval en gewichtige belangen daartoe aanleiding geven, aan een ondernemer op zijn aanvraag ontheffing van de in het eerste lid gestelde eisen ten aanzien van een daarbij aangewezen besloten ruimte verlenen,

Artikel 5.3 intrekking

Een verlof, bedoeld in artikel 5.1, kan worden ingetrokken, als:

  • a.

    niet langer wordt voldaan aan de in het vijfde lid van genoemd artikel gestelde eisen;

  • b.

    gedurende een jaar anders dan wegens overmacht geen gebruik is gemaakt van het verlof;

  • c.

    zich in het betrokken bedrijf feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van het verlof gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;

  • d.

    niet langer wordt voldaan aan de krachtens artikel 5.2 gestelde voorschriften.

HOOFDSTUK 6 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 6.1 strafbepaling

Overtreding van de bepalingen in deze verordening wordt bestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 6.2 overgangsbepaling

Vergunningen, verloven en ontheffingen verleend krachtens de bepalingen van de Drank- en Horecaverordeningen van de gemeenten Dinteloord en Prinsenland, Nieuw-Vossenveer en Steenbergen blijven van kracht totdat zij worden ingetrokken dan wel vervallen worden verklaard.

Artikel 6.3 aanhalingstitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel Drank- en Horecaverordening Steenbergen 1997.

Artikel 6.4 inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de 8e dag na die, waarop afkondiging heeft plaatsgevonden. Met ingang van de datum van inwerkingtreding worden ingetrokken:

  • a.

    de 'Drank- en Horecaverordening 1976' van de gemeente Steenbergen, vastgesteld op 8 april 1976;

  • b.

    de 'Verordening inrichtingseisen slijtersbedrijven 1976' van de gemeente Steenbergen, vastgesteld op 8 april 1976;

  • c.

    de Drank- en Horecaverordening van de gemeente Dinteloord en Prins nland vastgesteld op 25 april 1968, en gewijzigd op 24 februari 1969 en op 25 februari 1992;

  • d.

    de Drank- en Horecaverordening van de gemeente Nieuw-Vossemeer vastgesteld op 10 mei 1968.

Ondertekening

Steenbergen, 27 februari 1997
De raad voornoemd.
de secretaris, de voorzitter,