Regeling vervallen per 26-08-2009

Nadere regels voor graven, asbezorging en grafbedekking gemeentelijke begraafplaatsen

Geldend van 24-04-2002 t/m 25-08-2009

Intitulé

Nadere regels voor graven, asbezorging en grafbedekking gemeentelijke begraafplaatsen

Burgemeester en wethouders van Steenwijk, gelet op de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2002;

besluiten:

vast te stellen de volgende:

Nadere regels voor de graven, asbezorging en grafbedekkingen voor de gemeentelijke begraafplaatsen Blankenham, Kuinre, Ossenzijl en Scheerwolde

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Deze nadere regels verstaan onder:

eigen graf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot

-het doen begraven van lijken;

-het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

-het doen verstrooien van as;

algemeen graf:

een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

verstrooiingsplaats:

een plaats waarop as wordt verstrooid;

urn:

een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

grafbedekking:

gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting;

gedenkteken:

voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

grafbeplanting:

winterharde beplanting welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht.

HOOFDSTUK 2 NADERE REGELS VOOR DE GRAVEN EN ASBEZORGING

Artikel 2 Indeling en uitgifte der graven

De graven worden onderverdeeld in:

  • a.

    algemene graven, waarin gelegenheid wordt gegeven om lijken te begraven voor de tijd van 20jaren.

  • b.

    eigen graven, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste één lijk en het plaatsen van één asbus met of zonder urn of het verstrooien van de as van één overledene;

  • c.

    eigen urnengraven, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het daarin bijzetten van ten hoogste twee asbussen met of zonder urnen.

Artikel 3 Het verstrooien van as

Het verstrooien van de as van overledenen geschiedt:

  • a.

    van gemeentewege, desgewenst in het bijzijn van de nabestaanden of

  • b.

    door de nabestaanden zelf, zulks onder toezicht van gemeentewege.

HOOFDSTUK 3 NADERE REGELS VOOR DE GRAFBEDEKKING

Artikel 4 Aanvraag vergunning

  • 1.

    Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van eengedenkteken behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2.

    Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur, bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaalzijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s) ;

    • e.

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

Artikel 5 Gedenkteken

  • 1.

    Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt,

    zoals natuursteen, glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of eenverduurzaamde houtsoort

  • 2.

    De lengte en de breedte van het liggende gedenkteken bedragen maximaalrespectievelijk 1.90 en 0.90 meter voor een enkel graf en 1.90 en 1.80 meter voor een dubbel graf.

  • 3.

    De breedte van het staande gedenkteken bedraagt maximaal 0.90 meter voor een enkel graf en 1.80 meter voor een dubbel graf.

  • 4.

    De staande gedenksteen mag maximaal 1.80 meter hoog zijn.

  • 5.

    De dikte van het gedenkteken bedraagt minimaal 0.05 meter.

  • 6.

    De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

Artikel 6 Losse bloemen en planten

Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

Artikel 7 Winterharde beplantingen

  • 1. De rechthebbende kan op het graf winterharde beplantingen aanbrengen.

  • 2. De winterharde beplantingen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

  • 3. Beplantingen mogen de hoogte van 1,50 meter niet overschrijden.

  • 4. Voor, achter of terzijde van een graf mogen geen beplantingen worden aangebracht.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op 24 april 2002;

  • 2.

    Zij kunnen worden aangehaald als: "Nadere regels begraafplaatsen Blankenham, Kuinre, Ossenzijl en Scheerwolde".

Steenwijk, 2002.

Burgemeester en wethouders van Steenwijk,

de secretaris,

de burgemeester,

Nadere regels voor de graven, asbezorging en grafbedekkingen voor de gemeentelijke begraafplaats Blokzijl

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Deze nadere regels verstaan onder:

eigen graf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot;

-het doen begraven van lijken;

-het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

-het doen verstrooien van as;

algemeen graf:

een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

eigen urnennis:

een nis in de urnenmuur waarvoor aan eennatuurlijk of rechtspersoon voor bepaaldetijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

urnenmuur:

een muur waarin urnen in aparte nissen worden geplaatst;

Verstrooiingsplaats:

een plaats waarop as wordt verstrooid;

urn:

een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

grafbedekking:

gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting;

gedenkteken:

voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

grafbeplanting:

winterharde beplanting welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht.

HOOFDSTUK 2 NADERE REGELS VOOR DE GRAVEN EN ASBEZORGING

Artikel 2 Indeling en uitgifte der graven

  • a. Algemene graven, waarin gelegenheid wordt gegeven om lijken te begraven voor de tijd van 20 jaren.

  • b. Eigen graven, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste twee lijken en het plaatsen van één asbus met of zonder urn of het verstrooien van de as van één overledene.

HOOFDSTUK 3 NADERE REGELS VOOR DE GRAFBEDEKKING

Artikel 3 Aanvraag vergunning

  • 1. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een

    gedenkteken behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte-en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur, bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s) ;

    • e.

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

Artikel 4 Gedenkteken

  • 1.

    Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt,zoals natuursteen, glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 2.

    De lengte en de breedte van het liggende gedenkteken bedragen maximaal respectievelijk 1,90 en 0,90 meter.

  • 3.

    De breedte van het staande gedenkteken bedraagt maximaal 0,90 meter. De maximale hoogte 1,80 meter.

  • 4.

    De dikte van het gedenkteken bedraagt minimaal 0,05 meter.

  • 5.

    De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

Artikel 5 Losse bloemen en planten

Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

Artikel 6 Winterharde beplantingen

  • 1.

    De rechthebbende kan op het graf winterharde beplantingen aanbrengen.

  • 2.

    De winterharde beplantingen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdomde voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiingbinnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

  • 3.

    Beplantingen mogen de hoogte van 1,50 meter niet overschrijden.

  • 4.

    Voor, achter of terzijde van een graf mogen geen beplantingen worden aangebracht.

HOOFDSTUK 4 NADERE REGELS VOOR DE URNENMUUR

Artikel 7 Indeling en uitgifte

  • 1.

    Op de begraafplaats is een urnenmuren aanwezig, die bestemd is voor het bijzetten van één of twee asbussen met of zonder urnen.

  • 2.

    Van de urnenmuur berust bij de beheerder een plattegrond, waarop de uit te geven nissen genummerd zijn aangeduid.

  • 3.

    Een nis wordt voor de tijd van 5 jaren uitgegeven.

  • 4.

    Op aanvraag kan de termijn van bijzetting in een nis verlengt worden met 5 jaren, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

Artikel 8 Bloemen, planten en andere losse voorwerpen

Het is toegestaan bloemen, planten en andere losse voorwerpen in de nis te plaatsen.

Verwelkte bloemen, planten e.d. kunnen door de beheerder worden verwijderd.

Artikel 9 Vergunning

  • 1. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenkplaat op de urnenmuur behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      de hoogte-, breedte- en diktematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van de gebruikte materialen;

    • c.

      de vermelding of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s) of andere onderdelen.

Artikel 10 Gedenkplaat urnenmuur

  • 1. Voor de gedenkplaat op de urnenmuur mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 2. De breedte en hoogte van een gedenkplaat worden terplaatse door de steenhouwerij opgenomen.

  • 3. De dikte van de gedenkplaat bedraagt maximaal 12 milimeter.

  • 4. Onderdelen moeten vast aan het naamplaatje zijn verbonden.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op 24 april 2002;

  • 2.

    Zij kunnen worden aangehaald als: "Nadere regels begraafplaats Blokzijl".

Steenwijk, 2002.

Burgemeester en wethouders van Steenwijk,

de secretaris,

de burgemeester,

Nadere regels voor de graven, asbezorging en grafbedekkingen voor de gemeentelijke begraafplaatsen Heetveld en De Voorst.

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Deze nadere regels verstaan onder:

eigen graf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot;

-het doen begraven van lijken;

-het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

-het doen verstrooien van as;

algemeen graf:

een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

eigen urnennis:

een nis in de urnenmuur waarvoor aan eennatuurlijk of rechtspersoon voor bepaaldetijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

urnenmuur:

een muur waarin urnen in aparte nissen worden geplaatst;

verstrooiingsplaats:

een plaats waarop as wordt verstrooid;

Urn:

een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

grafbedekking:

gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting;

gedenkteken:

voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

grafbeplanting:

winterharde beplanting welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht

HOOFDSTUK 2 NADERE REGELS VOOR DE GRAVEN EN ASBEZORGING

Artikel 2 Indeling en uitgifte der graven

  • a. Algemene graven, waarin gelegenheid wordt gegeven om lijken te begraven voor de tijd van 20 jaren.

  • b. Eigen graven, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste twee lijken en het plaatsen van één asbus met of zonder urn of het verstrooien van de as van één overledene.

  • c. Eigen kindergraven, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het uitsluitend begraven van één lijk van een kind beneden de leeftijd van 12 jaar en het plaatsen van één asbus met of zonder urn en het verstrooien van de as van één overledene.

HOOFDSTUK 3 NADERE REGELS VOOR DE GRAFBEDEKKING

Artikel 3 Aanvraag vergunning

  • 1. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenkteken behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur, bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaalzijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s) ;

    • e.

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

Artikel 4 Gedenkteken

  • 1.

    Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt,zoals natuursteen, glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of eenverduurzaamde houtsoort.

  • 2.

    De lengte en de breedte van het liggende gedenkteken bedragen maximaalrespectievelijk 1,90 en 0,90 meter. Deze afmetingen bedragen bij een kindergraf respectievelijk 1,70 en 0,80 meter.

  • 3.

    De breedte van het staande gedenkteken bedraagt maximaal 0,90 meter. Deze afmeting bedraagt bij een kindergraf 0,80 meter. De maximale hoogte 1,80 meter.

  • 4.

    De dikte van het gedenkteken bedraagt minimaal 0,05 meter.

  • 5.

    De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

Artikel 5 Losse bloemen en planten

Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

Artikel 6 Winterharde beplantingen

  • 1.

    De rechthebbende kan op het graf winterharde beplantingen aanbrengen.

  • 2.

    De winterharde beplantingen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdomde voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiingbinnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

  • 3.

    Beplantingen mogen de hoogte van 1,50 meter niet overschrijden.

  • 4.

    Voor, achter of terzijde van een graf mogen geen beplantingen worden aangebracht.

HOOFDSTUK 4 NADERE REGELS VOOR DE URNENMUUR

Artikel 7 Indeling en uitgifte

Op de begraafplaatsen zijn urnenmuren aanwezig, die bestemd zijn voor het bijzetten van één of twee asbussen met of zonder urnen.

  • 1.

    van de urnenmuren berusten bij de beheerder plattegronden, waarop de uit te geven nissen genummerd zijn aangeduid.

  • 2.

    een nis wordt voor de tijd van 5 jaren uitgegeven.

  • 3.

    op aanvraag kan de termijn van bijzetting in een nis verlengt worden met 5 jaren, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

Artikel 8 Bloemen, planten en andere losse voorwerpen

Het is toegestaan bloemen, planten en andere losse voorwerpen in de nis te plaatsen.

Verwelkte bloemen, planten e.d. kunnen door de beheerder worden verwijderd.

Artikel 9 Vergunning

  • 1.

    Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenkplaat op de urnenmuur behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2.

    Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      de hoogte-, breedte- en diktematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van de gebruikte materialen;

    • c.

      de vermelding of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s) of andere onderdelen.

Artikel 10 Gedenkplaat urnenmuur

  • 1. Voor de gedenkplaat op de urnenmuur mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 2. De breedte en hoogte van een gedenkplaat worden terplaatse door de steenhouwerij opgenomen.

  • 3. De dikte van de gedenkplaat bedraagt maximaal 12 milimeter.

  • 4. Onderdelen moeten vast aan het naamplaatje zijn verbonden.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op 24 april 2002;

  • 2.

    Zij kunnen worden aangehaald als: "Nadere regels begraafplaatsen De Voorst en Heetveld".

Steenwijk, 2002.

Burgemeester en wethouders van Steenwijk,

de secretaris,

de burgemeester,

Nadere regels voor de graven, asbezorging en grafbedekkingen voor de gemeentelijke begraafplaats Het Thijhof

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Deze nadere regels verstaan onder:

urnentuin:

een deel van de begraafplaats waar graven uitsluitend voor de bijzetting van asbussen liggen;

eigen graf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot;

-het doen begraven van lijken;

-het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

-het doen verstrooien van as;

algemeen graf:

een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

eigen urnengraf:

een graf in de urnentuin waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

verstrooiingsplaats:

een plaats waarop as wordt verstrooid;

urn:

een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

Asbus:

Een bus ter berging van as van een overledene;

grafbedekking:

gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting;

gedenkteken:

voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

grafbeplanting:

winterharde beplanting welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht.

HOOFDSTUK 2 NADERE REGELS VOOR DE GRAVEN EN ASBEZORGING

Artikel 2 Indeling en uitgifte der graven

De graven worden onderverdeeld in:

  • a.

    algemene graven, waarin gelegenheid wordt gegeven om lijken te begraven voor de tijd van 20 jaren.

  • b.

    eigen graven, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste één lijk en het plaatsen van één asbus met of zonder urn of het verstrooien van de as van één overledene;

  • c.

    eigen kindergraven, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het uitsluitendbegraven van één lijk van een kind beneden de leeftijd van 12 jaar en het plaatsen van één asbus met of zonder urn of het verstrooien van de as van één overledene;

  • d.

    eigen urnengraven, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het daarin bijzetten van ten hoogste twee asbussen met of zonder urnen.

Artikel 3 Het verstrooien van as

Op de begraafplaats is een algemene verstrooiingsplaats aanwezig, die uitsluitend bestemd is voor het verstrooien van as van overledenen. Het verstrooien van de as van overledenen geschiedt:

  • a.

    van gemeentewege, desgewenst in het bijzijn van de nabestaanden of

  • b.

    door de nabestaanden zelf, zulks onder toezicht van gemeentewege.

HOOFDSTUK 3 NADERE REGELS VOOR DE GRAFBEDEKKING

Artikel 4 Aanvraag vergunning

  • 1.

    Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenkteken behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2.

    Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur, bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s) ;

    • e.

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

Artikel 5 Gedenkteken

  • 1.

    1.Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt,zoals natuursteen, glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of eenverduurzaamde houtsoort.

  • 2.

    2. De lengte en de breedte van het liggende gedenkteken bedragen maximaalrespectievelijk 1,90 en 0,90 meter voor een enkel graf en 1.90 en 1.80 voor een dubbel graf.

    Deze afmetingen bedragen bij een kindergraf respectievelijk 1,70 en 0,80 meter.

  • 3

    De breedte van het staande gedenkteken bedraagt maximaal 0,90 meter voor een enkel graf en 1.80 meter voor een dubbel graf. Deze afmeting bedraagt bij een kindergrafmaximaal 0,80 meter.

  • 4.

    De dikte van het gedenkteken bedraagt minimaal 0,05 meter.

  • 5.

    De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

  • 6.

    De maximale lengte en breedte van een liggende gedenksteen op een urnengraf in de urnentuinbedraagt 0,80 bij 0,80 meter.

  • 7.

    Maximale hoogte voor een staande gedenksteen 1,80 meter.

Artikel 6 Losse bloemen en planten

Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaanop een graf losse bloemen te leggen.

Artikel 7 Winterharde beplantingen

  • 1. De rechthebbende mag op het graf winterharde beplantingen aanbrengen.

  • 2. De winterharde beplantingen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

  • 3. Beplantingen mogen de hoogte van 1,50 meter niet overschrijden.

  • 4. Voor, achter of terzijde van een graf mogen geen beplantingen worden aangebracht.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op 24 april 2002;

  • 2.

    Zij kunnen worden aangehaald als: "Nadere regels begraafplaats Het Thijhof".

Steenwijk, 2002.

Burgemeester en wethouders van Steenwijk,

de secretaris,

de burgemeester,

Nadere regels voor de graven, asbezorging en grafbedekkingen voor de gemeentelijke begraafplaats Kallenkote-oud.

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Deze nadere regels verstaan onder:

eigen graf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of

rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot;

-het doen begraven van lijken;

-het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

-het doen verstrooien van as;

algemeen graf:

een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

urn:

een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

grafbedekking:

gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting;

gedenkteken:

voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

grafbeplanting:

winterharde beplanting welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht.

HOOFDSTUK 2 NADERE REGELS VOOR DE GRAVEN EN ASBEZORGING

Artikel 2 Indeling en uitgifte der graven

De graven worden onderverdeeld in:

  • a.

    algemene graven, waarin gelegenheid wordt gegeven om lijken te begraven voor de tijd van 20 jaren.

  • b.

    eigen graven, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste twee lijken en het plaatsen van één asbus met of zonder urn of het verstrooien van de as van één overledene;

HOOFDSTUK 3 NADERE REGELS VOOR DE GRAFBEDEKKING

Artikel 3 Aanvraag vergunning

  • 1.

    Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van eengedenkteken behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2.

    Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur, bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s) ;

    • e.

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

Artikel 4 Gedenkteken

  • 1.

    Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt,zoals natuursteen, glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of eenverduurzaamde houtsoort.

  • 2.

    De lengte en de breedte van het liggende gedenkteken bedragen maximaalrespectievelijk 1,90 en 0,90 meter. De breedte van het staande gedenkteken bedraagt maximaal 0,90 meter.

  • 3.

    Maximale hoogte 1,80 meter.

  • 4.

    De dikte van het gedenkteken bedraagt minimaal 0,05 meter.

  • 5.

    De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

Artikel 5 Losse bloemen en planten

Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

Artikel 6 Winterharde beplantingen

  • 1.

    De rechthebbende kan op het graf winterharde beplantingen aanbrengen.

  • 2.

    De winterharde beplantingen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdomde voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiingbinnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

  • 3.

    Beplantingen mogen de hoogte van 1,50 meter niet overschrijden.

  • 4.

    Voor, achter of terzijde van een graf mogen geen beplantingen worden aangebracht.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op 24 april 2002.

  • 2.

    Zij kunnen worden aangehaald als: "Nadere regels begraafplaats Kallenkote-oud".

Steenwijk, 2002.

Burgemeester en wethouders van Steenwijk,

de secretaris,

de burgemeester,

Nadere regels voor de graven, asbezorging en grafbedekkingen voor de gemeentelijke begraafplaats Meppelerweg

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Deze nadere regels verstaan onder:

eigen graf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot;

-het doen begraven van lijken;

-het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

-het doen verstrooien van as;

algemeen graf:

een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

eigen urnennis:

een element in het columbarium dan wel een nis in de urnenmuur waarvoor aan eennatuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

columbarium:

een besloten, verwarmde ruimte waarin urnen in aparte elementen worden geplaatst;

element:

een plaats in het columbarium waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

urnenmuur:

een muur waarin urnen in aparte nissen worden geplaatst;

verstrooiingsplaats:

een plaats waarop as wordt verstrooid;

urn:

een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

grafbedekking:

gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting;

gedenkteken:

voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

grafbeplanting:

winterharde beplanting welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht.

HOOFDSTUK 2 NADERE REGELS VOOR DE GRAVEN EN ASBEZORGING

Artikel 2 Indeling en uitgifte der graven

  • 1. Er worden geen nieuwe eigen graven voor begraving meer uitgegeven en er wordt geen gelegenheid meer gegeven tot begraven in de algemene grafruimte.

  • 2. Op de bestaande eigen graven is een uitsluitend recht gevestigd, dat geldt voor onbepaalde tijd. In de algemene grafruimte werd gelegenheid gegeven tot begraven voor ten minste 15 jaren.

  • 3. In de onder lid 2 genoemde graven is bijzetting van stoffelijke overschotten en asbussen mogelijk, voor zover hiervoor de rechten zijn gereserveerd.

HOOFDSTUK 3 NADERE REGELS VOOR DE GRAFBEDEKKING

Artikel 3 Aanvraag vergunning

  • 1.

    Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenkteken behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2.

    Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte-en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur, bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaalzijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s);

    • e.

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

Artikel 4 Gedenkteken

  • 1.

    Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 2.

    De lengte en de breedte van het liggende gedenkteken bedragen maximaal respectievelijk 1,90 en 0,90 meter.

  • 3.

    De breedte van het staande gedenkteken bedraagt maximaal 0,90 meter. De maximale hoogte 1,80 meter.

  • 4.

    De dikte van het gedenkteken bedraagt minimaal 0,05 meter.

  • 5.

    De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

Artikel 5 Losse bloemen en planten

Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

Artikel 6 Winterharde beplantingen

  • 1. De rechthebbende kan op het graf winterharde beplantingen aanbrengen.

  • 2. De winterharde beplantingen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

  • 3. Beplantingen mogen de hoogte van 1,50 meter niet overschrijden.

  • 4. Voor, achter of terzijde van een graf mogen geen beplantingen worden aangebracht.

HOOFDSTUK 4 NADERE REGELS VOOR HET COLUMBARIUM EN DE URNENMUUR

Artikel 7 Indeling en uitgifte

Op de begraafplaats is een columbarium en een urnenmuur aanwezig, die bestemd zijn voorhet bijzetten van één of twee asbussen met of zonder urnen.

  • 1.

    Van het columbarium en urnenmuur berust bij de beheerder een plattegrond, waarop de uit te geven elementen en nissen genummerd zijn aangeduid.

  • 2.

    Een element of een nis worden voor de tijd van 5 jaren uitgegeven.

  • 3.

    Op aanvraag kan de termijn van bijzetting in een element of nis verlengd worden met 5 jaren, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

Artikel 8 Bloemen, planten en andere losse voorwerpen

Het is verboden op de elementen in het columbarium vaste gedenkplaatjes of andere voorwerpen aan te brengen. Wel is het toegestaan bloemen, planten en andere losse voorwerpen in het element of de nis te plaatsen. Verwelkte bloemen, planten e.d. kunnen door de beheerder worden verwijderd.

Artikel 9 Vergunning

  • 1. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenkplaat op de urnenmuur behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      de hoogte-, breedte- en diktematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van de gebruikte materialen;

    • c.

      de vermelding of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s) of andere onderdelen.

Artikel 10 Gedenkplaat urnenmuur

  • 1.

    1.Voor de gedenkplaat op de urnenmuur mogen alleen duurzame materialen wordengebruikt, zoals natuursteen, glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 2.

    De breedte en hoogte van een gedenkplaat worden ter plaatse door de steenhouwerij opgenomen.

  • 3.

    De dikte van de gedenkplaat bedraagt maximaal 12 milimeter.

  • 4.

    Onderdelen moeten vast aan de gedenkplaat zijn bevestigd.

  • 5.

    De gedenkplaat aan de urnenmuur wordt door de steenhouwerij aangebracht.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op 24 april 2002

  • 2.

    Zij kunnen worden aangehaald als: "Nadere regels begraafplaats Meppelerweg".

Steenwijk, 2002.

Nadere regels voor de graven, asbezorging en grafbedekkingen voor de gemeentelijke begraafplaats De Nieuwe Landen

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Deze nadere regels verstaan onder:

urnentuin:

een deel van de begraafplaats waar graven uitsluitend voor de bijzetting van asbussen liggen;

eigen graf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot;

-het doen begraven van lijken;

-het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

-het doen verstrooien van as;

algemeen graf:

een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

eigen urnengraf:

een graf in de urnentuin waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

verstrooiingsplaats:

een plaats waarop as wordt verstrooid;

gedenkmuur:

een muur ingericht om overledenen te gedenken door middel van naamplaatjes;

urn:

een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

Grafbedekking:

gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting;

Gedenkteken:

voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

grafbeplanting:

winterharde beplanting welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht

HOOFDSTUK 2 NADERE REGELS VOOR DE GRAVEN EN ASBEZORGING

Artikel 2 Indeling en uitgifte der graven

De graven worden onderverdeeld in:

  • a.

    algemene graven, waarin gelegenheid wordt gegeven om lijken te begraven voor de tijd van 20 jaren;

  • b.

    eigen graven, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste twee lijken en het plaatsen van één asbus met of zonder urn of het verstrooien van de as van één overledene;

  • c.

    eigen kindergraven, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het uitsluitend begraven van één lijk van een kind beneden de leeftijd van 12 jaar en het plaatsen van één asbus met of zonder urn of het verstrooien van de as van één overledene;

  • d.

    eigen babygraven, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het uitsluitend begraven van één lijk van een kind jonger dan een jaar en levenloos geborenen en het plaatsen van één asbus met of zonder urn of het verstrooien van de as van één overledene;

  • e.

    eigen urnengraven, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het daarin bijzetten van ten hoogste twee asbussen met of zonder urnen.

Artikel 3 Het verstrooien van as

Op de begraafplaats is een algemene verstrooiingsplaats aanwezig, die uitsluitend bestemd is voor het verstrooien van as van overledenen.

Het verstrooien van de as van overledenen geschiedt:

  • a.

    van gemeentewege, desgewenst in het bijzijn van de nabestaanden of

  • b.

    door de nabestaanden zelf, zulks onder toezicht van gemeentewege.

HOOFDSTUK 3 NADERE REGELS VOOR DE GRAFBEDEKKING

Artikel 4 Aanvraag vergunning

  • 1. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenkteken behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur, bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s) ;

    • e.

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

Artikel 5 Gedenkteken

  • 1.

    Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt,zoals natuursteen, glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 2.

    De lengte en de breedte van het liggende gedenkteken bedragen maximaal respectievelijk 1,90 en 0,90 meter. Deze afmetingen bedragen bij een babygraf respectievelijk 1,20 en 0,70 meter en bij een kindergraf respectievelijk 1,70 en 0,80 meter.

  • 3.

    3.De breedte van het staande gedenkteken bedraagt maximaal 0,90 meter. Dezeafmeting bedraagt bij een babygraf maximaal 0,70 meter en bij een kindergraf maximaal 0,80 meter.

  • 4.

    De dikte van het gedenkteken bedraagt minimaal 0,05 meter.

  • 5.

    De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

  • 6.

    De lengte en de breedte van een liggende gedenksteen op een urnengraf in de urnentuinbedraagt maximaal 0,80 bij 0,80 meter.

  • 7.

    De maximale hoogte van een staande gedenksteen bedraagt 1,80 meter.

Artikel 6 Losse bloemen en planten

Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaanop een graf losse bloemen te leggen.

Artikel 7 Winterharde beplantingen

  • 1. De rechthebbende kan op het graf winterharde beplantingen aanbrengen.

  • 2. De winterharde beplantingen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

  • 3. Beplantingen mogen de hoogte van 1,50 meter niet overschrijden.

  • 4. Voor, achter of terzijde van een graf mogen geen beplantingen worden aangebracht.

HOOFDSTUK 4 NADERE REGELS VOOR DE GEDENKMUUR

Artikel 8 Indeling en uitgifte

  • 1. Op de begraafplaats is een gedenkmuur aanwezig, die bestemd is voor het aanbrengen van naamplaatjes van overledenen;

  • 2. Van de gedenkmuur berust bij de beheerder een plattegrond, waarop de uit te geven plaatsen genummerd zijn aangeduid.

  • 3. Een plaats wordt uitgegeven voor de tijd van 20 jaren;

  • 4. De plaatsen worden aansluitend op de reeds uitgegeven plaatsen uitgegeven.

  • 5. Op aanvraag kan de in het derde lid genoemde termijn telkens met 10 jaren worden verlengd, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

Artikel 9 Vergunning

  • 1. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een naamplaatje op de gedenkmuur behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      de hoogte-, breedte- en diktematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van de gebruikte materialen;

    • c.

      de vermelding of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s) of andere onderdelen.

Artikel 10 Naamplaatje

  • 1. Voor de naamplaatjes op de gedenkmuur mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 2. De breedte en hoogte van een enkel naamplaatje bedragen respectievelijk 0,30 en 0,15 meter. Voor een dubbel naamplaatje bedragen zij 0,30 en 0,30 meter.

  • 3. De dikte van het naamplaatje bedraagt maximaal 12 milimeter.

  • 4. Onderdelen moeten vast aan het naamplaatje zijn verbonden en mogen niet buiten het naamplaatje steken.

  • 5. De bevestiging van het naamplaatje geschiedt door de gemeente.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op 24 april 2002

  • 2.

    Zij kunnen worden aangehaald als: "Nadere regels begraafplaats De Nieuwe Landen".

Steenwijk, 2002.

Burgemeester en wethouders van Steenwijk,

de secretaris,

de burgemeester,

Nadere regels voor de graven, asbezorging en grafbedekkingen voor de gemeentelijke begraafplaats Oldemarkt

Burgemeester en wethouders van Steenwijk,

gelet op de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats 2002;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de volgende:

NADERE REGELS voor de graven, asbezorging en grafbedekking op de gemeentelijkebegraafplaats Oldemarkt.

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Deze nadere regels verstaan onder:

urnentuin:

een deel van de begraafplaats waar graven uitsluitend voor de bijzetting van asbussen liggen.

eigen graf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot;

-het doen begraven van lijken;

-het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

-het doen verstrooien van as;

algemeen graf:

een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

eigen urnengraf:

een graf in de urnentuin waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaaldetijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

verstrooiingsplaats:

een plaats waarop as wordt verstrooid;

urn:

een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

grafbedekking:

gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting;

gedenkteken:

voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

grafbeplanting:

winterharde beplanting welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht.

HOOFDSTUK 2 NADERE REGELS VOOR DE GRAVEN EN ASBEZORGING

Artikel 2 Indeling en uitgifte der graven

De graven worden onderverdeeld in:

  • a.

    algemene graven, waarin gelegenheid wordt gegeven om lijken te begraven voor de tijd van 20 jaren.

  • b.

    eigen graven, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste één lijk en het plaatsen van één asbus met of zonder urn of het verstrooien van de as van één overledene;

  • c.

    eigen urnengraven, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het daarin bijzetten van ten hoogste twee asbussen met of zonder urnen.

Artikel 3 Het verstrooien van as

Het verstrooien van de as van overledenen geschiedt:

  • a.

    van gemeentewege, desgewenst in het bijzijn van de nabestaanden of

  • b.

    door de nabestaanden zelf, zulks onder toezicht van gemeentewege.

HOOFDSTUK 3 NADERE REGELS VOOR DE GRAFBEDEKKING

Artikel 4 Aanvraag vergunning

  • 1. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenkteken behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur, bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s) ;

    • e.

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

Artikel 5 Gedenkteken

  • 1.

    1.Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt,zoals natuursteen, glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort

  • 2.

    2. De lengte en de breedte van het liggende gedenkteken bedragen maximaalrespectievelijk 1,90 en 0,90 meter voor een enkel graf en 1,90 en 1,80 meter voor een dubbel graf.

  • 3.

    De breedte van het staande gedenkteken bedraagt maximaal 0,90 meter voor een enkel graf en 1,80 meter voor een dubbel graf.

  • 4.

    De dikte van het gedenkteken bedraagt minimaal 0,05 meter.

  • 5.

    De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

  • 6.

    Lengte en breedte van een liggende gedenksteen op een urnengraf in de urnentuin bedraagt maximaal 0,80 bij 0,80 meter.

  • 7.

    Maximale hoogte van een staande gedenksteen 1,80 meter.

Artikel 6 Losse bloemen en planten

Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

Artikel 7 Winterharde beplantingen

  • 1. De rechthebbende kan op het graf winterharde beplantingen aanbrengen.

  • 2. De winterharde beplantingen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

  • 3. Beplantingen mogen de hoogte van 1,50 meter niet overschrijden.

  • 4. Voor, achter of terzijde van een graf mogen geen beplantingen worden aangebracht.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op 24 april 2002;

  • 2.

    Zij kunnen worden aangehaald als: "Nadere regels begraafplaats Oldemarkt".

Steenwijk, 2002.

Burgemeester en wethouders van Steenwijk,

de secretaris,

de burgemeester,

Nadere regels voor de graven, asbezorging en grafbedekkingen voor de gemeentelijke begraafplaats Steenwijkerwold,

Burgemeester en wethouders van Steenwijk, gelet op de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2002;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de volgende:

NADERE REGELS voor de graven, asbezorging en grafbedekking op de gemeentelijke

begraafplaats Steenwijkerwold.

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Deze nadere regels verstaan onder:

eigen graf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot;

-het doen begraven van lijken;

-het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

-het doen verstrooien van as;

algemeen graf:

een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

verstrooiingsplaats:

een plaats waarop as wordt verstrooid;

urn:

een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

Asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

grafbedekking:

gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting;

Gedenkteken:

voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

grafbeplanting:

winterharde beplanting welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht.

HOOFDSTUK 2 NADERE REGELS VOOR DE GRAVEN EN ASBEZORGING

Artikel 2 Indeling en uitgifte der graven

De graven worden onderverdeeld in:

  • a.

    algemene graven, waarin gelegenheid wordt gegeven om lijken te begraven voor de tijd van 20 jaren.

  • b.

    eigen graven, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste één lijk en het plaatsen van één asbus met of zonder urn of het verstrooien van de as van één overledene;

  • c.

    eigen kindergraven, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het uitsluitend begraven van één lijk van een kind beneden de leeftijd van 12 jaar en het plaatsen van één asbus met of zonder urn of het verstrooien van de as van één overledene;

HOOFDSTUK 3 NADERE REGELS VOOR DE GRAFBEDEKKING

Artikel 3 Aanvraag vergunning

  • 1. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenkteken behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur, bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s) ;

    • e.

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

Artikel 4 Gedenkteken

  • 1.

    Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt,zoals natuursteen, glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of eenverduurzaamde houtsoort.

  • 2.

    De lengte en de breedte van het liggende gedenkteken bedragen maximaalrespectievelijk 1,90 en 0,90 meter voor een enkel graf en 1,90 en 1,80 voor een dubbel graf. Deze afmetingen bedragen bij een kindergraf respectievelijk 1,70 en 0,80 meter.

  • 3.

    De breedte van het staande gedenkteken bedraagt maximaal 0,90 meter voor een enkel graf en 1,80 meter voor een dubbel graf. Deze afmeting bedraagt bij een kindergraf 0,80 meter.

  • 4.

    De staande gedenksteen mag maximaal 1,80 meter hoog zijn.

  • 5.

    De dikte van het gedenkteken bedraagt minimaal 0,05 meter.

  • 6.

    De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

Artikel 5 Losse bloemen en planten

Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

Artikel 6 Winterharde beplantingen

  • 1.

    De rechthebbende kan op het graf winterharde beplantingen aanbrengen.

  • 2.

    De winterharde beplantingen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdomde voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

  • 3.

    Beplantingen mogen de hoogte van 1,50 meter niet overschrijden.

  • 4.

    Voor, achter of terzijde van een graf mogen geen beplantingen worden aangebracht.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op 24 april 2002;

  • 2.

    Zij kunnen worden aangehaald als: "Nadere regels begraafplaats Steenwijkerwold".

Steenwijk, 2002.

Burgemeester en wethouders van Steenwijk,

de secretaris,

de burgemeester,

Nadere regels voor de graven, asbezorging en grafbedekkingen voor de gemeentelijke begraafplaats Giethoorn.

Burgemeester en wethouders van Steenwijk, gelet op de beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2002;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de volgende:

NADERE REGELS voor de graven, asbezorging en grafbedekking op de gemeentelijke begraafplaats Giethoorn.

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Deze nadere regels verstaan onder:

Begraafplaats:

gemeentelijke begraafplaats te Giethoorn

algemeen graf:

een graf bij de gemeente in beheer.

eigen urnennis:

een nis in de urnenmuur waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

Urn:

een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

verstrooiingsplaats:

een plaats waarop as wordt verstrooid;

urnenmuur:

een muur waarin urnen in aparte nissen worden geplaatst;

grafbedekking:

gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting op een graf;

beheerder:

de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGArtikel 2 Bestemming

  • 1.

    De algemene begraafplaats is bestemd voor het begraven van lijken van personen, die bij hun leven behoorden of hebben behoord tot de werkelijke bevolking van de voormalige gemeente Giethoorn.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen toestaan, dat ook lijken van andere dan in het eerste lid Bedoelde personen op de algemene begraafplaats worden begraven.

HOOFDSTUK 3 NADERE REGELS VOOR DE GRAVEN EN ASBEZORGING

Artikel 3 Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    De begraafplaats kent alleen algemene graven.

  • 2.

    Het recht tot het begraven in de algemene graven, bedoeld in het eerste lid blijft berusten bij de gemeente.

  • 3.

    Het begraven vindt plaats op volgorde van datum van overlijden.

  • 4.

    Het graven van de grafruimten geschiedt uitsluitend door daartoe door burgemeester enwethouders aan te wijzen personeel.

  • 5.

    De grafruimten mogen niet dieper dan tot het grondwaterpeil worden gegraven.

Artikel 4 Aantal overledenen in algemene graven

  • 1. In een algemeen graf mag één lijk worden begraven en één asbus met of zonder urn worden bijgezet of de as van één overledene worden verstrooid.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid genoemde afwijken.

Artikel 5 Indeling en uitgifte nissen urnenmuur

  • 1.

    Op de begraafplaats is een urnenmuur aanwezig, die bestemd is voor het bijzetten van één of twee asbussen met of zonder urnen.

  • 2.

    Van de urnenmuur berust bij de beheerder een plattegrond, waarop de uit te geven nissengenummerd zijn aangeduid.

  • 3.

    Een nis wordt voor de tijd van vijf jaren uitgegeven.

  • 4.

    Op aanvraag kan de termijn van bijzetting in een nis verlengt worden met 5 jaren, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

HOOFDSTUK 4 GRAFBEDEKKINGEN EN GEDENKPLAATJES

Artikel 6 Gedenkteken

  • 1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 2. De lengte en de breedte van het liggende gedenkteken bedragen maximaal respectievelijk 1,90 en 0,90 meter.

  • 3. De breedte van een staand gedenkteken bedraagt maximaal 0,90 meter, de hoogte bedraagt maximaal 1,80 meter.

  • 4. De dikte bedraagt minimaal 0,05 meter.

  • 5. Onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

Artikel 7 Gedenkplaat urnenmuur

  • 1.

    Voor de gedenkplaat op de urnenmuur mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt,Zoals natuursteen, glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 2.

    De breedte en de hoogte van de gedenkplaat worden ter plaatse door de steenhouwerijopgenomen.

  • 3.

    De dikte van de gedenkplaat bedraagt maximaal 12 millimeter.

  • 4.

    Onderdelen moeten vast aan de gedenkplaat zijn verbonden.

Artikel 8 Grafbeplanting

  • 1. Op het graf mag winterharde beplantingen worden aangebracht.

  • 2. De winterharde beplantingen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

  • 3. Beplantingen mogen de hoogte van 1,50 meter niet overschrijden.

  • 4. Voor, achter of terzijde van een graf mogen geen beplantingen worden aangebracht.

Artikel 9 Slotbepaling

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op 24 april 2002;

  • 2.

    Zij kunnen worden aangehaald als: "Nadere regels begraafplaats Giethoorn".

Steenwijk, 2002.

Burgemeester en wethouders van Steenwijk,

de secretaris,

de burgemeester,

Nadere regels voor de asbezorging voor de gemeentelijke urnenmuur op de bijzondere begraafplaats Wanneperveen.

Burgemeester en wethouders van Steenwijk, gelet op de beheersverordening gemeentelijkeBegraafplaatsen 2002;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de volgende:

NADERE REGELS voor de asbezorging voor de gemeentelijke urnenmuur op de bijzondere begraafplaats Wanneperveen.

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

begraafplaats:

de bijzondere begraafplaats Wanneperveen

eigen urnennis:

een nis in de urnenmuur waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

urn:

een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

urnenmuur:

een muur waarin urnen in aparte nissen worden geplaatst;

beheerder:

de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding over de urnenmuur.

gedenksteen:

gedenkplaat aan de urnenmuur.

HOOFDSTUK 2 INDELING EN UITGIFTE VAN URNENNISSEN

Artikel 2 Indeling en uitgifte nissen in urnenmuur

  • 1.

    Op de bijzondere begraafplaats is een gemeentelijke urnenmuur aanwezig, die bestemd is het bijzetten en bijgezet houden van één of twee asbussen met of zonder urnen.

  • 2.

    Van de urnenmuur berust bij de beheerder een plattegrond, waarop de uit te geven nissengenummerd zijn aangeduid.

  • 3.

    Een nis wordt voor vijf jaren uitgegeven.

  • 4.

    Op aanvraag kan de termijn van bijzetting in een nis verlengt worden met vijf jaren, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

HOOFDSTUK 3 GEDENKTEKENEN

Artikel 3 gedenkplaat urnenmuur

  • 1.

    Voor de gedenkplaat op de urnenmuur mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 2.

    De breedte en de hoogte van de gedenkplaat worden ter plaatse door de steenhouwerijopgenomen.

  • 3.

    De dikte van de gedenkplaat bedraagt maximaal 12 millimeter.

  • 4.

    Onderdelen moeten vast aan de gedenkplaat zijn verbonden.

Artikel 4 Slotbepaling

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op 24 april 2002;

  • 2.

    Zij kunnen worden aangehaald als: "Nadere regels gemeentelijke urnenmuur op de bijzondere begraafplaats Wanneperveen".

Steenwijk, 2002.

Burgemeester en wethouders van Steenwijk,

de secretaris,

de burgemeester,