Regeling vervallen per 01-01-2011

Nadere regels subsidie Peuterspeelzaalwerk Steenwijkerland

Geldend van 01-01-2008 t/m 31-12-2010

Intitulé

Nadere regels subsidie Peuterspeelzaalwerk Steenwijkerland

Overwegende, dat het wenselijk is nadere regels te geven voor de subsidieverlening voor het peuterspeelzaalwerk in de gemeente Steenwijkerland;

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Steenwijkerland;

besluiten vast te stellen de volgende nadere regels:

Nadere regels subsidie Peuterspeelzaalwerk Steenwijkerland

Artikel 1 Begripsbepaling

peuterspeelzaal:

een ruimtelijke voorziening binnen de grenzen van de gemeente Steenwijkerland, bedoeld voor kinderen in de leeftijd van twee tot vier jaar met als doelstelling; het bevorderen van de sociale, creatieve en educatieve ontplooiing en motorische ontwikkeling van het jonge kind, onder meer door omgang met leeftijdgenoten, één en ander onder deskundige leiding en in nauw overleg met de ouders en/of opvoeders;

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen voor activiteiten ter bevordering van de sociale, creatieve en educatieve ontplooiing en motorische ontwikkeling van het jonge kind.

Artikel 3 Criteria

  • 1. Subsidie als bedoeld in artikel 2, wordt verleend indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      de peuterspeelzaal dient minimaal 2 dagen per week gedurende tenminste 2 aangesloten uren geopend te zijn;

    • b.

      eenzelfde peuter verblijft per dag niet meer dan één dagdeel van ten hoogste 4 aaneengesloten uren in de peuterspeelzaal;

    • c.

      aan peuters die op medische en/of sociale indicatie een peuterspeelzaal willen bezoeken, dient zo mogelijk voorrang bij plaatsing te worden verleend;

    • d.

      het aantal peuters dat op eenzelfde tijdstip van de peuterspeelzaal gebruik maakt is tenminste 8;

    • e.

      de inrichting van de peuterspeelzaal en het beleid van de houder(s) van de peuterspeelzaal is in overeenstemming met de bij deze beleidsregels behorende en als zodanig gewaarmerkte kwaliteitsregels.

  • 2. Van het bepaalde in het eerste lid, onderdeel d en e, kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen indien de spreiding van deze voorzieningen over de gemeente dit wenselijk maakt.

Artikel 4 Wijze van verdeling van beschikbaar budget

De hoogte van het subsidiebedrag wordt bepaald op basis van een gelijke verdeling van het beschikbare subsidiebudget onder de peutergroepen van de peuterspeelzalen.

Artikel 5 Slotbepaling

Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2008.

Per 1 januari 2008 vervalt de beleidsregel subsidie Peuterspeelzaalwerk Steenwijkerland vastgesteld bij besluit d.d. 13 december 2005.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Steenwijkerland,
de secretaris, A.Meijer
de burgemeester, drs. H.H. Apotheker

Kwaliteitsregels

(als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder e van de nadere regels subsidie Peuterspeelzaalwerk Steenwijkerland)

Artikel 1 begripsbepaling

Functionaris:

de in een peuterspeelzaal werkzame persoon die werkzaamheden verricht opgenomen in de voor peuterspeelzaalwerk geldende CAO en die over de voor die werkzaamheden benodigde opleiding beschikt.

Begeleider:

de in een peuterspeelzaal werkzame persoon die anders dan als functionaris belast is met het bieden van verzorging en opvoeding of onderdak en begeleiding aan kinderen.

Artikel 2 algemene kwaliteitsregels

  • 1

    De peuterspeelzaal dient hygiënisch en veilig te zijn en een deugdelijke inrichting te hebben.

  • 2

    het college kan nadere regels stellen waaraan de peuterspeelzaal, de houder en de in de peuterspeelzaal werkzame functionarissen en begeleiders moeten voldoen. Deze regels hebben betrekking op:

    • a.

      de verzorging en begeleiding van en het toezicht op de kinderen;

    • b.

      de inrichting, hygiënische toestand en veiligheid van de peuterspeelzaal voor zover deze eisen noodzakelijk zijn voor de kinderopvang en hierin niet wordt voorzien bij of krachtens de Woningwet;

    • c.

      de aan functionarissen en begeleiders te stellen gezondheidseisen;

    • d.

      de aanwezigheid van gegevens in de peuterspeelzaal.

Artikel 3 Invloed van functionarissen en begeleiders op het beleid van de houder

De houder zorgt ervoor dat de invloed van functionarissen en begeleiders op het beleid van de houder gewaarborgd is.

Artikel 4 Informatie aan ouders/verzorgers

De houder van een peuterspeelzaal informeert de ouders/verzorgers voorafgaand aan het aangaan van de overeenkomst schriftelijk over:

  • a.

    het te voeren beleid, waaronder het pedagogisch beleid en de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan artikel 6, derde lid;

  • b.

    de wijze waarop klachten worden behandeld;

  • c.

    de wijze waarop de inspraak is geregeld;

  • d.

    de wijze waarop het contact met de ouders/verzorgers wordt onderhouden.

Artikel 5 De aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering

1 De houder van een peuterspeelzaal moet ten behoeve van de aanwezige functionarissen, begeleiders en kinderen een passende aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering afsluiten.

Artikel 6 Aantallen functionarissen

  • 1

    Ten minste één functionaris wordt ingezet per

    • a.

      6 kinderen in de leeftijd van 2 tot 3 jaar;

    • b.

      8 kinderen in de leeftijd van 3 tot 4 jaar;

  • 2

    het aantal functionarissen bij een gemengde groep wordt bepaald aan de hand van het gemiddelde, waarbij naar boven kan worden afgerond.

  • 3

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan gedurende een beperkte tijd, doch niet meer dan anderhalf uur, na opening en voor sluiting van de peuterspeelzaal en in bijzondere omstandigheden één functionaris minder ingezet worden, met dien verstande dat tenminste één functionaris wordt ingezet.

  • 4

    Indien ingevolge het bepaalde in lid 2 en 3 slechts één functionaris wordt ingezet, wordt naast deze functionaris ten minste één volwassene ingezet ter ondersteuning van die functionaris.

Artikel 7 Verblijfsruimte peuterspeelzaal

  • 1

    Per groep is een ruimte beschikbaar die per kind drie vierkante meter netto speel-/werkoppervlak bevat, bepaald overeenkomstig NEN 2580.

  • 2

    Er is buitenspeelruimte beschikbaar, waarvan de oppervlakte minimaal vier vierkante meter per spelend kind bedraagt, bepaald overeenkomstig NEN 2580.

Artikel 8 Voorkoming verspreiding infectieziekten

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in de Infectieziektenwet is het de houder, dan wel degene die met de dagelijkse leiding is belast, verboden:

    • a.

      enig persoon tot de peuterspeelzaal of tot enige daarmee in verbinding staande lokaliteit toe te laten of daarin te vertoeven, wanneer, volgens of vanwege de directeur van de GGD, daarmee het gevaar van overbrenging van een infectieziekte, zoals genoemd in de Infectieziektenwet, aanwezig is;

    • b.

      enig persoon tot de peuterspeelzaal of tot enige daarmee in verbinding staande lokaliteit toe te laten of daarin zelf te vertoeven, wanneer hij redelijkerwijs kan vermoeden dat daarmee het gevaar van overbrenging van een infectieziekte, zoals genoemd in de onder a vermelde wet, aanwezig is.

  • 2.

    Van het in het eerste lid onder a omschreven verbod is de houder ontheven, zodra de behandelend geneesheer een schriftelijke verklaring heeft afgegeven dat de kans op overbrenging van een infectieziekte is uitgesloten.