Regeling vervallen per 16-11-2011

Verordening Aansluitvoorwaarden Riolering Gemeente Steenwijk 2002

Geldend van 10-01-2003 t/m 15-11-2011

Intitulé

Verordening Aansluitvoorwaarden Riolering Gemeente Steenwijk 2002

De raad van de gemeente Steenwijk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2002, nummer 2002/166;

overwegende dat,

de voorwaarden voor aansluiting op riolering in de gemeente Steenwijk in het kader van de herindeling dienen te worden geactualiseerd en geharmoniseerd;

b e s l u i t :

  • I.

    de Verordening Aansluitvoorwaarden Riolering Gemeente Steenwijk 2002 vast te stellen;

  • II.

    de bij deze verordening behorende tarievenlijst vast te stellen;

  • III.

    de bevoegdheid om de tarievenlijst jaarlijks vast te stellen en aan te passen aan burgemeester en wethouders te delegeren;

  • IV.

    het besluit van de raad van de voormalige gemeente Steenwijk van 26 februari 1987, nummer 1987/22 (laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 mei 1992, nummer 1992/68) inzake aansluitvoorwaarden openbare riolering in te trekken op het moment van inwerkingtreding van de onderhavige verordening;

  • V.

    dat op grond van artikel 22, eerste lid, in samenhang met artikel 8, eerste lid, aanhef en onder a, van de Tijdelijke Referendumwet over deze verordening een referendum kan worden gehouden.

Verordening Aansluitvoorwaarden Riolering Gemeente Steenwijk 2002

Afdeling I: Begripsomschrijvingen

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Aansluitleiding: Het particulier riool, het aansluitpunt en de perceelaansluitleiding tezamen.

  • b.

    Aansluitpunt:

    • 1.

      bij gemengde en gescheiden rioolstelsels het punt, gelegen op of binnen 0,5 meter afstand van de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel, waar het particulier riool op de perceelaansluitleiding wordt aangesloten.

    • 2.

      bij een drukriool het punt waar het particulier riool wordt aangesloten op de pompput.

  • c.

    Bronneringswater: grondwater, onttrokken ten behoeve van tijdelijke verlaging van de grondwaterstand.

  • d.

    Drainagewater: grondwater, ingezameld door een ingegraven grondwater ontvangend leidingsysteem.

  • e.

    Drukriool: het hoofd riool, voor de afvoer van afvalwater, exclusief hemelwater, waarbij het transport door het riool plaats vindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakte druk.

  • f.

    Gemeente: de gemeente Steenwijk.

  • g.

    Gemengd stelsel: het hoofd riool voor de afvoer van afvalwater, inclusief hemelwater.

  • h.

    Gescheiden stelsel: het hoofd riool met een (buizen)stelsel voor de afvoer van hemelwater en een buizenstelsel voor de afvoer van het overige afvalwater.

  • i.

    Hoofdriool: het gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor inzameling en transport van afvalwater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen en werken en installaties van overeenkomstige aard, met uitzondering van de aansluitleidingen.

  • j.

    Particulier riool: de binnen de kadastrale eigendomsgrenzen van het aan te sluiten perceel gelegen binnen, buiten- of terreinrioolleidingen tot aan het aansluitpunt.

  • k.

    Perceelaansluitleiding: het riool en voorzieningen die deel uit maken van dit riool, vanaf het hoofd riool tot en met het aansluitpunt, in beheer en eigendom bij de gemeente.

  • l.

    Rechthebbende:

    • 1.

      de eigenaar of zakelijk gerechtigde van het perceel ten behoeve waarvan de aansluiting op het hoofd riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden.

    • 2.

      de rechtverkrijgende onder algemene of bijzondere titel van de onder 1. bedoelde personen.

  • m.

    Tarievenlijst: Door de raad bij deze verordening vast te stellen lijst met de aanlegkosten per eenheid van een aansluitleiding.

  • n.

    Openbaar riool: het hoofd riool, de perceelaansluitleiding en het aansluitpunt tezamen.

  • o.

    Ontstoppingsput (erfscheidingsput): de op een rioolbuis gemaakte voorziening om ontstopping van een rioolbuis mogelijk te maken. Deze voorziening ligt bij het aansluitpunt.

Afdeling II De vergunning

Artikel 2 Vergunningsplicht

  • 1. Het is verboden zonder een daartoe verleende aansluitvergunning een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand te brengen of te wijzigen.

  • 2. Burgemeester en wethouders verlenen een aansluitvergunning alleen voor het tot stand brengen en in stand houden van een aansluiting tussen het particulier riool en het hoofdriool:

    • a.

      voor de afvoer van afvalwater inclusief hemelwater indien ter plaatse een gemengd stelsel aanwezig is;

    • b.

      voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel, indien ter plaatse een gescheiden stelsel aanwezig is;

    • c.

      voor de afvoer van hemelwater naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel, indien ter plaatse een gescheiden stelsel aanwezig is;

    • d.

      voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater indien ter plaatse riolering onder over- en/of onderdruk aanwezig is.

  • 3. Indien meer dan één aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand dient te worden gebracht, alsmede wanneer meer dan één aansluiting dient te worden gewijzigd, is het eerste lid voor iedere aansluiting of wijziging afzonderlijk van toepassing.

  • 4. In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen met betrekking tot:

    • a.

      het tot stand brengen van de aansluiting;

    • b.

      het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de perceelaansluitleiding;

    • c.

      sloopwerkzaamheden op het perceel van de rechthebbende;

    • d.

      de periode waarvoor de vergunning wordt verleend indien de aansluiting is bedoeld voor de afvoer van bronneringswater.

  • 5. Indien de rechthebbende binnen een jaar na verlening van de aansluitvergunning geen verzoek heeft gedaan de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop die aansluitingvergunning betrekking heeft, uit te voeren, kunnen Burgemeester en Wethouders de aansluitvergunning intrekken.

Artikel 3 De vergunningaanvraag

  • 1. De aanvraag van een aansluitvergunning wordt schriftelijk met behulp van een daartoe bestemd formulier, bij burgemeester en wethouders ingediend door de rechthebbende van het aan te sluiten perceel.

  • 2. Bij de aanvraag van een aansluitvergunning dienen de volgende gegevens door de rechthebbende te worden verstrekt:

    • a.

      de naam en het adres van de rechthebbende;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de aanduiding dat het een verzoek om een aansluitvergunning betreft;

    • d.

      de ligging van het aan te sluiten perceel:

      1. aan de hand van straat en huisnummer of, indien nog geen huisnummer is toegekend, aan de hand van het kadastraal nummer van het betreffende perceel

      2. aangegeven op een situatieschets met een schaal tussen 1:25 en 1:250;

    • e.

      voor zover het lozing van bedrijfsafvalwater betreft, de aard en de hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen, waarbij dient te worden aangegeven of niet verontreinigd water, zoals regen- of koelwater, en/of verontreinigd water, zoals huishoudelijk of industrieel afvalwater, zal worden afgevoerd;

    • f.

      voor zover het enkel lozing van huishoudelijk afvalwater betreft, of er huishoudelijk afvalwater of dat er huishoudelijk afvalwater en tevens hemelwater via één afvoerleiding zal worden afgevoerd;

    • g.

      van het aan te sluiten of te wijzigen particulier riool ten minste de volgende gegevens:

      • 1.

        de ligging van de afvoerleiding en de diameter van de leiding;

      • 2.

        de diepte ten opzichte van het maaiveld en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt met daarbij de ligging van het aansluitpunt ten opzichte van de voorgevel van de woning;

      • 3.

        een duidelijk verschil in kleur of symbolen tussen de vuilwaterafvoerleidingen (bruine pvc buis) en de hemelafvoerleidingen (grijze pvc buis);

      • 4.

        de wijze waarop de functies van de verschillende leidingen van het particulier riool ter plaatse van het aansluitpunt zullen worden gemarkeerd.

  • 3. De aanvraag van een aansluitvergunning wordt slechts in behandeling genomen nadat bij de aanvraag alle in het tweede lid vermelde gegevens zijn verstrekt. Bij het ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens binnen vier weken na kennisgeving daarvan alsnog aan te vullen.

  • 4. De aanvraag om een aansluitvergunning maakt deel uit van de vergunning, voor zover dat in de vergunning is aangegeven.

Artikel 4 Weigering van een aansluitvergunning

  • 1. Een aansluitvergunning kan slechts worden geweigerd indien aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische, milieuhygiënische of prijstechnische redenen bezwaarlijk is.

  • 2. Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk indien:

    • a.

      de hoogteligging van het aansluitpunt (binnenonderkant buis) lager ligt dan de bovenzijde van het hoofdriool, vermeerderd met 200 mm plus de benodigde hoogte voor het afschot van de aansluitleiding;

    • b.

      de gevraagde aansluiting een gemengde rioolwaterafvoerleiding betreft, terwijl een gescheiden openbaar riool of drukriool aanwezig is;

    • c.

      de gevraagde aansluiting een lozing voor afvalwater en/of bronneringswater betreft, waarvoor krachtens de geldende milieuwetgeving een vergunning benodigd is, maar niet is verleend, of niet aan de geldende algemene regels is voldaan;

    • d.

      het openbaar riool ter plaatse van de aansluitleiding niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;

    • e.

      het lozing van niet verontreinigd drainagewater betreft;

    • f.

      de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor niet verontreinigd bronneringswater betreft, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater kan worden aangesloten of middels retourbemaling kan worden afgevoerd;

    • g.

      een bouwvergunning of een Wet milieubeheer-vergunning voor het aan te sluiten perceel is geweigerd;

    • h.

      de gemeente een ontheffing heeft verkregen of kan verkrijgen van haar zorgplicht in deze;

    • i.

      indien de doelmatige werking van het openbaar riool in het geding komt;

    • j.

      in tegenspraak is met de betreffende aansluitvergunning van het waterschap.

  • 3. Een weigering van een aansluitvergunning is met redenen omkleed, waarbij burgemeester en wethouders de nadere eisen aangeven waaraan het particulier riool dient te voldoen om voor vergunningverlening in aanmerking te komen.

Artikel 5 Verlening van de aansluitvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders besluiten binnen 8 weken na ontvangst op de aanvraag.

  • 2. In afwijking van het eerste lid houden burgemeester en wethouders de beslissing omtrent een aanvraag van een aansluitvergunning aan indien er geen reden is de vergunning te weigeren:

    • a.

      terwijl voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een bouwvergunning krachtens artikel 40 Woningwet.

    • b.

      terwijl er voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een vergunning krachtens artikel 8.1 Wet milieubeheer.

  • 3. Rechthebbende wordt zo spoedig mogelijk van de aanhouding op de hoogte gesteld.

  • 4. Na verlening van de in lid 2 onder sub a en b bedoelde vergunningen, nemen burgemeester en wethouders alsnog binnen 8 weken een besluit op de aanvraag.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Burgemeester en Wethouders kunnen van de bepalingen in afdeling II afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Afdeling III De aansluiting

Artikel 7 Het verzoek tot aanleg of wijziging perceelaansluitleiding

  • 1. De rechthebbende aan wie ingevolge afdeling II een aansluitvergunning is verleend kan de gemeente verzoeken de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop die vergunning betrekking heeft uit te voeren. De rechthebbende dient een daartoe strekkend schriftelijk verzoek in te dienen bij de burgemeester en wethouders.

  • 2. Bij het verzoek tot aansluiting dienen in ieder geval de volgende gegevens door de rechthebbende te worden vermeld:

    • a.

      de naam en het woonadres van de rechthebbende;

    • b.

      het nummer van de aansluitvergunning;

    • c.

      de door rechthebbende gewenste datum van uitvoering.

    Het verzoek tot aansluiting wordt slechts in behandeling genomen indien deze gegevens volledig zijn vermeld.

  • 3. Indien de kosten van de aanleg van de aansluiting reeds zijn voldaan uit hoofde van een eerder door de rechthebbende met de gemeente gesloten overeenkomst, dient de rechthebbende dit naast de in het tweede lid bedoelde gegevens bij het verzoek tot aansluiting te vermelden.

  • 4. Zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 4 weken na de ontvangst van het verzoek stellen burgemeester en wethouders zoveel mogelijk in overleg met rechthebbende een termijn vast voor uitvoering van de aansluiting.

    Bij vaststelling van het tijdstip van uitvoering wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het door de rechthebbende gewenste tijdstip.

Artikel 8 Kosten van de aansluiting

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de kosten van de aanleg en aansluiting van de perceelaansluitleiding vast, aan de hand van de jaarlijks door hun vast te stellen tarievenlijst.

  • 2. De gemeente kan in ieder geval niet worden gehouden tot feitelijke uitvoering over te gaan, voordat:

    • a.

      de op grond van de legesverordening verschuldigde leges volledig zijn voldaan;

    • b.

      en de kosten van aanleg en aansluiting en de over die kosten verschuldigde omzetbelasting door de rechthebbende aan de gemeente zijn voldaan.

Artikel 9 Uitvoering aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding

  • 1. De uitvoering van de aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding, inclusief de aansluiting van het particulier riool op de perceelaansluitleiding, vindt niet plaats anders dan door of vanwege de gemeente.

  • 2. In afwijking van lid 1, kunnen Burgemeester en Wethouders na overleg met de rechthebbende in de aansluitvergunning vastleggen dat de rechthebbende zelf de aansluiting uitvoert. De rechthebbende onttrekt het aansluitpunt gedurende drie werkdagen niet aan het zicht na melding aan Burgemeester en Wethouders dat de aansluiting is uitgevoerd.

  • 3. De aansluiting van het particulier riool op het aansluitpunt vindt slechts plaats, als het aan te sluiten particulier riool tot aan het aansluitpunt aanwezig is en voldoet aan de daaraan op grond van het Bouwbesluit of de Bouwverordening gemeente Steenwijk te stellen eisen.

  • 4. Er mag niet zonder vergunning van het waterschap gezuiverd op het aansluitpunt geloosd worden, bijvoorbeeld door middel van een septictank.

Afdeling IV Onderhoud

Artikel 10 Onderhoud, renovatie en vervanging

  • 1. Het onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de perceelaansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende onderhouds- dan wel herstelwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van het particulier riool, in welk geval de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen.

  • 2. Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval begrepen:

    • a.

      het via deze aansluiting lozen van stoffen die, vanwege hun aard en samenstelling, verstoppingen in de aansluitleiding of hoofdriool veroorzaken;

    • b.

      het via deze aansluiting lozen van stoffen die, door hun aard of concentratie, de constructie van de aansluitleiding aantasten.

  • 3. De kosten voor het onderhoud van het particulier riool komen voor rekening van de rechthebbende, tenzij onomstotelijk vaststaat dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door inspoeling vanuit het openbaar riool.

  • 4. Onder renovatie wordt tevens begrepen het aanpassen van de perceelaansluitleiding ten gevolge van een wijziging van het gemeentelijk rioolstelsel.

  • 5. Indien er zich een verstopping voordoet, dient de particulier de ontstoppingsput (erfscheidingsput) op te graven om vast te stellen of de verstopping bij de particulier of de gemeente zit (indien de put leeg is, zit de verstopping bij de particulier en indien de put vol is, zit de verstopping bij de gemeente). Informatie omtrent de locatie van de put is verkrijgbaar bij de gemeente.

Afdeling V Verwijdering aansluiting, sloop

Artikel 11 Zorgplicht

  • 1. Bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een op het openbaar riool aangesloten perceel, moeten door de rechthebbende zodanige voorzieningen aan het particulier riool worden getroffen dat verzanding van het openbare riool en de perceelaansluitleiding wordt voorkomen.

  • 2. Indien de rechthebbende bij sloopwerkzaamheden niet voldoet aan de in het eerste lid omschreven zorgplicht, heeft de gemeente de bevoegdheid de aansluiting op het openbaar riool af te sluiten en de hieraan verbonden kosten te verhalen op de rechthebbende.

  • 3. Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt beëindigd, wordt de op de aansluitleiding betrekking hebbende vergunning ingetrokken, waarna de gemeente kan besluiten de aansluitleiding op kosten van de rechthebbende te verwijderen.

  • 4. Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt beëindigd is de rechthebbende verplicht de gemeente hiervan in kennis te stellen.

Afdeling VI Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting die voor de datum van inwerkingtreding zijn ingediend vallen onder de bepalingen van deze verordening.

  • 2. Voor de aansluiting van bestaande ongerioleerde panden ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening gelden de tarievenlijsten behorende bij deze verordening niet, doch hiervoor gelden de tarieven genoemd in de nota “Voor ieder ongerioleerd pand een oplossing”.

  • 3. Op aansluitingen die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan geldende wetgeving en voorschriften tot stand zijn gebracht, zijn de bepalingen van afdeling III artikel 9, voorzover het wijziging van de perceelaansluiting betreft, afdeling IV en afdeling V van deze verordening rechtstreeks van toepassing.

  • 4. Bij strijd van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten gesloten tussen de gemeente en de rechthebbende, prevaleert het bepaalde in deze overeenkomsten.

  • 5. De aansluitvoorwaarden openbare riolering van de voormalige gemeente Steenwijk worden bij de inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken, waarna het bepaalde in lid 2 van dit artikel van toepassing zal zijn.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin deze verordening is bekendgemaakt.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Aansluitvoorwaarden Riolering Gemeente Steenwijk 2002.

Ondertekening

De raad voornoemd,
de secretaris,
de voorzitter,

2. Toelichting

2.1. Algemeen

Inzameling en transport van afvalwater is een taak van de gemeente. Voor het uitvoeren van deze taak heeft de gemeente rioolstelsels aangelegd en zorgt de gemeente voor het beheer van deze stelsels.

Een aansluitverordening regelt de verhouding tussen burgers en de gemeente inzake de aansluiting op het gemeentelijk rioolstelsel. In een aansluitverordening kunnen voorwaarden worden gesteld aan de wijze waarop de aansluiting op het gemeenteriool wordt verkregen. Daarnaast wordt ook geregeld wie verantwoordelijk is voor het beheer van de perceelaansluitleiding. Dit strekt tot voordeel van alle betrokken partijen, omdat er dan duidelijkheid bestaat over de verwachtingen die een burger en de gemeente van elkaar mogen hebben.

2.2. Opzet van de verordening

Uitgangspunt van deze verordening is dat voor een nieuwe aansluiting op het riool of een wijziging van de bestaande aansluiting, een vergunning is vereist. Aan het verlenen van de vergunning worden vervolgens voorwaarden gesteld. Deze voorwaarden betreffen allereerst de technische eisen waaraan de aansluiting moet voldoen. De technische eisen betreffen het leidingverloop en de dimensionering, de hoogteligging van de aansluitleiding en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt. Ook worden nadere voorwaarden gesteld voor het geval er een gescheiden rioolstelsel is. Dat wil zeggen dat er dan een aparte aansluiting voor een hemelwaterriool en een aparte aansluiting voor een vuilwaterriool worden aangelegd. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de in het Bouwbesluit en Model-Bouwverordening genoemde bouwtechnische eisen. Tenslotte zijn er voorwaarden opgenomen over onderhoud, renovatie en vervanging van de aansluiting en beëindiging van het gebruik van de aansluiting.

Het gemeentelijk rioolstelsel wordt op een drietal plaatsen begrensd:

het punt waar afvalwater of overtollige neerslag wordt overgenomen van de producent (doorgaans daar waar het particulier riool overgaat in gemeentelijk eigendom), het punt waar afvalwater of de overtollige neerslag wordt overgedragen aan de beheerder van de zuiveringstechnische werken en het punt waar overstortingen op het oppervlaktewater plaats vinden.

Deze verordening heeft alleen betrekking op de begrenzing van het eerst genoemde punt. Deze begrenzing, de plaats waar het particulier riool is aangesloten op de perceelaansluitleiding (de uitlegger), wordt het aansluitpunt genoemd. Het aansluitpunt wordt in de verordening gesitueerd op de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel of niet meer dan een halve meter daar vandaan, voorzover het een vrij-vervalriool betreft. Ingeval van drukriolering is dit het punt waar het particulier riool wordt aangesloten op de pompput.

De aansluitleiding bestaat dus vanaf het hoofdriool achtereenvolgens uit de perceelaansluitleiding, het aansluitpunt en het particuliere riool.

In het systeem van de verordening is een keuze gemaakt voor een verdeling van het beheer van de aansluitleiding. Dit betekent dat de gemeente en de eigenaar elk verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van een deel van de aansluitleiding. Het deel van de aansluitleiding vanaf het aansluitpunt naar het hoofdriool van het gemeentelijk rioolstelsel (de perceelaansluitleiding), wordt beheerd door de gemeente.

Als er nu bijvoorbeeld een verstopping is ontstaan in het particuliere riool, dan moet de rechthebbende zelf en voor eigen rekening zorgdragen voor het verhelpen van het probleem. Dit kan bijvoorbeeld door het inschakelen van een installateur. Is er een verstopping ontstaan in de perceelaansluitleiding, bijvoorbeeld door ingroeiende boomwortels of door verzakking, dan draagt de gemeente zorg voor de reparatie. De kosten van onderhoud, renovatie en vervanging van de perceelsaansluitleiding zijn voor de gemeente. Hierop is echter wel een uitzondering gemaakt. Als het aannemelijk is dat de betreffende onderhouds- of herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd als gevolg van een onjuist gebruik van het riool, dan zijn de kosten voor rekening van de rechthebbende of de veroorzaker van de schade.

De aanleg van de perceelaansluitleiding geschiedt door de gemeente of door een namens de gemeente in te schakelen aannemer. Deze legt de perceelaansluitleiding aan voor rekening van de eigenaar. De kosten die de eigenaar moet betalen zijn in beginsel de daadwerkelijke kosten van de aanleg. De tarieven worden vastgelegd in een bij de verordening vastgestelde tarievenlijst. De bevoegdheid om de tarievenlijst jaarlijks vast te stellen wordt gedelegeerd aan burgemeester en wethouders.

De verlening van de vergunning kan door de gemeente worden geweigerd indien aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische, milieuhygiënische of prijstechnische redenen bezwaarlijk is. In de verordening is geen uitputtende regeling opgenomen met betrekking tot weigeringsgronden voor het verlenen van de vergunning. Wel zijn situaties opgenomen die in ieder geval bezwaarlijk zijn voor het verlenen van een vergunning. Een van deze weigeringsgronden is de aansluiting van drainagewater hetgeen in de lijn ligt van het beleid van de vierde Nota waterhuishouding. Het Gemeentelijk Rioleringsplan biedt de basis voor het weigeren van dit type lozingen. Consequentie van het weigeren van deze lozingen kan zijn dat de gemeente een drainagestelsel zal moeten aanleggen. Overigens heeft de gemeente geen wettelijk vastgestelde ontvangstplicht voor drainagewater.

Als een vergunningaanvraag wordt geweigerd moet deze weigering voorzien zijn van een goede motivatie.

De verordening is opgebouwd uit 14 artikelen, die zijn ondergebracht in zes afdelingen. In afdeling I worden de begripsbepalingen gegeven. Afdeling II regelt de vergunning: een omschrijving van de vergunningsplicht, de aanvraag, de verlening en tot slot de gronden tot weigering.

In afdeling III komt het tot stand brengen van de aansluiting aan de orde. Hierin worden het verzoek tot aanleg of wijziging, de kosten en de uitvoering geregeld. Het onderhoud komt in afdeling IV aan de orde, de verwijdering en sloop van de aansluiting in afdeling V. De laatste afdeling tenslotte, afdeling VI, betreft de overgangs- en slot bepalingen. Door de herindeling heeft de gemeente te maken met een drietal verschillende uitgangssituaties. Voor deze situaties zijn overgangsbepalingen opgenomen.

2.3. Artikelsgewijze toelichting

De aansluitverordening is opgebouwd uit 14 artikelen:

Artikel 1

In artikel 1 worden de begripsbepalingen gegeven. De begrippenlijst is nogal uitgebreid om te voorkomen dat onnodige discussie kan ontstaan over de betekenis van bepaalde begrippen. Voor de uitleg van de bepalingen in de aansluitverordening en de voorschriften in een aansluitvergunning, gelden de definities van artikel 1.

In de vorige paragraaf is al stilgestaan bij de begrippen perceelaansluitleiding, particulier riool en aansluitpunt. Omdat het aansluitpunt de scheidingslijn vormt tussen de beheersverantwoordelijkheid van de gemeente en de beheersverantwoordelijkheid van de perceeleigenaar is het belangrijk dat een duidelijke definitie wordt gegeven van het aansluitpunt die ook goed past bij de situatie in de gemeente. Artikel 1 geeft ook een omschrijving van bronneringswater en drainagewater omdat ook verzoeken aan de gemeente voor (tijdelijke) lozingen van dit water onder het regime van de aansluitverordening vallen.

De rechthebbende is degene die een aansluitvergunning kan aanvragen. Als rechthebbende wordt niet alleen aangemerkt de (perceel)eigenaar maar ook de zakelijke gerechtigde van een aan te sluiten perceel. Ook de rechtsopvolgers van deze eigenaren of zakelijk gerechtigden worden aangemerkt als rechthebbende, zodat de vergunning geldig blijft in geval het perceel bijvoorbeeld wordt verkocht.

Artikel 2

In artikel 2 wordt bepaald dat aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool of wijziging van een dergelijke aansluiting, verboden is zonder vergunning. Deze vergunningsplicht voor het verkrijgen van een aansluiting op de riolering is een belangrijk uitgangspunt van de aansluitverordening.

In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen omtrent het particulier riool zoals dat aanwezig moet zijn op het moment dat de aansluiting tot stand gebracht wordt. Daarnaast worden de voor de rechthebbende geldende regels uit de verordening met betrekking tot het onderhoud, de renovatie, vervanging en sloop, expliciet in de vergunning vermeld. Zolang de betreffende aansluiting bestaat, blijven deze voorschriften gelden. Bij wijziging van de aansluiting moet een nieuwe vergunning worden aangevraagd.

In lid 2 wordt aangegeven dat Burgemeester en Wethouders alleen aansluitvergunningen verlenen voor aansluitingen die overeenstemmen met het rioolstelsel ter plaatse. Dit betekent dat er bijvoorbeeld geen vergunning kan worden verkregen voor de gemengde afvoer van hemelwater en het overige afvalwater als ter plaatse een gescheiden stelsel ligt. Met deze bepaling in lid 2 is een duidelijke basis gelegd voor handhavend optreden. Immers, iemand die bijvoorbeeld een aansluiting heeft op de drukriolering en daar later een leiding voor de afvoer van hemelwater op aansluit, handelt in strijd met de vergunningsplicht. Overigens biedt de verordening geen basis voor handhavend optreden voor situaties die al bestaan op het moment dat de verordening in werking treedt.

Lid 3 geeft nog een toevoeging aan lid 2 door te stellen dat voor elke aansluiting afzonderlijk, bijvoorbeeld bij een gemengd stelsel voor de afvoer van vuilwater en de afvoer van hemelwater een vergunning moet worden aangevraagd. Bij het aansluiten van een perceel op een gemengd stelsel zullen deze aansluitingen doorgaans tegelijk worden gerealiseerd zodat in dat geval natuurlijk de voorwaarden voor dat perceel in één vergunning kunnen worden opgenomen.

Als de vergunning is verleend kan de rechthebbende een verzoek doen aan Burgemeester en Wethouders om de aansluiting tot stand te brengen (zie artikel 7). Om te voorkomen dat de gemeente aansluitvergunningen verleend voor percelen waar uiteindelijk geen aansluiting tot stand wordt gebracht, kunnen Burgemeester en Wethouders indien een jaar na de vergunningverlening nog geen verzoek is gedaan tot aansluiting, de vergunning intrekken. Omdat net als een vergunningverlening de intrekking is aan te merken als een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, dient de rechthebbende in de gelegenheid te worden gesteld toe te lichten waarom nog niet is verzocht tot aansluiting en moet de intrekking worden voorzien van een deugdelijke motivering.

Artikel 3

Artikel 3 bepaalt dat de vergunning moet worden aangevraagd door de rechthebbende. Om dit te vereenvoudigen, moet de aanvraag worden gedaan met een daartoe bestemd formulier. Bij de aansluitverordening zijn een formulier voor een aansluiting voor huishoudelijkafvalwater en een formulier voor bedrijfsafvalwater bijgevoegd.

In het tweede lid is vastgelegd waaraan de aanvraag moet voldoen. Omdat het mogelijk is dat de gevraagde gegevens die nodig zijn om een aansluiting goed tot stand te brengen, reeds zijn vastgelegd in een bouwvergunning of een vergunning op grond van de Wet milieubeheer, kan de aanvrager in dat geval volstaan met een kopie van deze gegevens.

Op grond van lid 4 krijgt de aanvrager na daarover geïnformeerd te zijn nog vier weken de tijd om de gegevens aan te vullen indien de overlegde gegevens incompleet zijn. Als na het verstrijken van die periode de gegevens nog steeds onvolledig zijn of opnieuw een onvolledige aanvraag wordt ingediend, kunnen Burgemeester en Wethouders op basis van art. 4:5 lid 1 Awb besluiten de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 4

In artikel 4 is vastgelegd op welke gronden de vergunning geweigerd kan worden. In lid 1 is aangegeven dat het moet gaan om technische, juridische of milieuhygiënische weigeringsgronden. In lid 2 worden voorbeelden gegeven van mogelijke weigeringsgronden. Sub a over de hoogteligging is bijvoorbeeld een technische weigeringsgrond, sub f over de lozing van niet verontreinigd drainagewater is bijvoorbeeld een milieuhygiënische grond en sub h over de verlening van andere vergunningen een juridische grond. De in lid 2 genoemde weigeringsgronden zijn niet uitputtend bedoeld en moeten worden gezien als ondersteuning van de motivatie om een vergunning te weigeren. Bij een weigering wordt altijd aangegeven aan welke eisen moet worden voldaan om alsnog voor de aansluitvergunning in aanmerking te komen.

Artikel 5

Burgemeester en Wethouders moeten op grond van artikel 5 lid 1 binnen 8 weken beslissen op de aanvraag.

Deze termijn moet voldoende zijn om een aanvraag voor een aansluitvergunning af te werken, en komt overeen die in de Algemene wet bestuursrecht als redelijk wordt aangemerkt in geval er geen termijn is bepaald.

In geval de rechthebbende voor het betreffende perceel ook nog een aanvraag voor een bouwvergunning of een Wet milieubeheer vergunning heeft lopen, wordt de aanvraag voor de aansluitvergunning aangehouden totdat deze vergunningen zijn verleend. Een weigering deze vergunningen te verlenen, vormt een directe weigeringsgrond voor de aansluitvergunning. Deze weigeringgrond is opgenomen in artikel 4.

Artikel 6

Om te voorkomen dat toepassing van de bepalingen omtrent het verlenen van de aansluitvergunning in een concreet geval zou leiden tot een beslissing in strijd met de redelijkheid en billijkheid, is in artikel 6 een hardheidsclausule opgenomen.

Artikel 7

In artikel 7 is vastgelegd hoe de rechthebbende na het verkrijgen van de vergunning een verzoek kan doen tot aansluiting op het openbaar riool. Na het indienen van een verzoek dient de gemeente binnen vier weken een afspraak te maken om de werkzaamheden uit te voeren.

Artikel 8

Het bedrag dat de aanvrager voor de aansluiting dient te betalen, moet worden aangemerkt als een recht dat wordt geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten (art. 229 lid 1 sub b Gemeentewet). Overigens mag er geen bedrag voor de aanleg van de perceelaansluitleiding worden berekend als deze kosten al op een andere wijze zijn verwerkt (bijvoorbeeld in de gronduitgifteprijs). Een tarievenlijst is ter vaststelling is toegevoegd.

In lid 2 is de bepaling vastgelegd dat burgemeester en wethouders niet zijn gehouden tot feitelijke uitvoering als de kosten voor de aanleg niet zijn voldaan èn als de leges voor het behandelen van de vergunningaanvraag niet is voldaan. De hoogte van de leges die de gemeente hiervoor in rekening brengt, moet worden vastgelegd in de legesverordening.

Artikel 9

In artikel 9 wordt bepaald dat de aanleg van de perceelaansluitleiding geschiedt door of vanwege de gemeente. Omdat de gemeente er onder andere in verband met het ontwijken van kabels en leidingen ook voor kan kiezen dat eerst de perceelaansluitleiding moet worden aangelegd en daarna pas het particulier riool, is in lid 2 de mogelijkheid opgenomen om van lid 1 af te wijken. Na overleg met de rechthebbende, kan in de aansluitvergunning worden vastgelegd dat de rechthebbende de aansluiting zelf uitvoert. Om te kunnen controleren of deze aansluiting deugdelijk tot stand is gebracht, moet de rechthebbende melden dat hij de aansluiting heeft uitgevoerd, waarna het aansluitpunt nog drie werkdagen in het zicht moet blijven. Het is raadzaam dit naast de andere voorwaarden duidelijk in de vergunning vast te leggen, waarbij dan ook de verplichting wordt opgelegd het gat in de grond rond het aansluitpunt goed af te zetten.

Lid 3 geeft aan dat een aansluiting niet plaats vindt als het particulier riool niet voldoet aan de daaraan te stellen bouwtechnische eisen. Deze bepaling moet worden gezien als een zogenaamde vangnet bepaling. In de meeste gevallen zal op basis van de eisen die zijn gesteld in een bouwvergunning al een particulier riool aanwezig zijn dat voldoet aan de eisen. Daarnaast is een particulier riool dat niet goed is aangelegd ook een grond om de aansluitvergunning te weigeren. Alleen in geval toch al een aansluitvergunning is verleend en nadien bijvoorbeeld het particulier riool nog is verlegd of beschadigd, kan op basis van artikel 9 lid 3 toch worden afgezien van aansluiting.

Artikel 10

Artikel 10 geeft nadere regels over het onderhoud, de renovatie en vervanging. Deze worden door en voor rekening van de gemeente uitgevoerd vanaf het hoofdriool tot en met het aansluitpunt, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende onderhouds- of herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van de aansluitleiding. In dat geval komen de kosten voor rekening van de rechthebbende. De rechthebbende moet zorgen dat de door hem gebruikte aansluiting vrij blijft van aanslag, slib, e.d., waardoor op den duur de leiding verstopt kan raken. De rechthebbende is zelf verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het particulier riool, tenzij aannemelijk is dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door terugstroming van afvalwater uit het openbaar riool. Om er zeker van te zijn waar het eventuele verstoppingprobleem zit (bij de gemeente of bij de particulier) is in dit artikel de voorwaarde opgenomen dat de particulier de ontstoppingsput (erfscheidingsput) moet opgraven. De informatie omtrent de locatie van de put is verkrijgbaar bij de gemeente. Indien de put leeg is, zit de verstopping bij de particulier en als de put vol is zit de verstopping bij de gemeente. Inschakelen van een installatiebedrijf op kosten van de gemeente dient vooraf te worden overlegd en goedgekeurd te zijn door de gemeente.

Artikel 11

In artikel 11 zijn bepalingen opgenomen over de zorg die betracht moet worden bij werkzaamheden die schade kunnen veroorzaken aan het openbaar riool. In lid 3 en lid 4 is vastgelegd dat bij definitieve beëindiging van het gebruik van een aansluitleiding, de aansluitvergunning wordt ingetrokken en de leiding kan worden verwijderd.

Artikel 12

Omdat met het van kracht worden van de aansluitverordening juridisch een nieuwe situatie ontstaat, zijn in artikel 12 een aantal overgangsbepalingen opgenomen.

Aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting die na de inwerkingtreding van de verordening nog in behandeling moeten worden genomen, worden behandeld volgens de regeling in de verordening. Voor panden die in het kader van de nota “Voor ieder ongerioleerd pand een oplossing” worden voorzien van riolering gelden de tarievenlijsten niet maar wordt verwezen naar de bedragen genoemd in deze nota. In lid 3 zijn op alle reeds bestaande aansluitingen de bepalingen met betrekking tot het beheer en onderhoud en de zorgplicht bij verwijdering en sloop van toepassing verklaard. Uiteraard mag deze toepassing geen strijd opleveren met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Bij wijziging van een bestaande aansluiting bestaat uiteraard de plicht om daarvoor een aansluitvergunning te verkrijgen.

Omdat het denkbaar is dat voor het tot stand brengen van rioolaansluitingen in het verleden met perceeleigenaren overeenkomsten zijn gesloten waarin afspraken zijn gemaakt die strijd opleveren met de aansluitverordening, is in lid 4 vastgelegd dat in dergelijke situaties de bepalingen van de overeenkomst prevaleren. Het zou immers in strijd zijn met het rechtszekerheidsbeginsel als deze afspraken zomaar opzij worden gezet. De geldende publiekrechtelijke regels van de voormalige gemeenten Steenwijk in deze worden bij de inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken, waarna het bepaalde in lid 3 van dit artikel van toepassing zal zijn.

Artikel 13 en 14

Artikel 13 en 14, over de inwerkingtreding en de citeertitel spreken voor zich.

AANVRAAGFORMULIER AANSLUITVERGUNNING RIOLERING HUISHOUDELIJK AFVALWATER

De ondergetekende:

Adres:

Postcode/woonplaats:

Telefoon:

Contactpersoon/uitvoerder:

verzoekt het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente voor zijn rekening ten behoeve van het pand/perceel gelegen aan

Adres:

Huisnummer:

Kadastraal nummer:

en aangegeven op bijgevoegde situatieschets met een schaal tussen 1:25 en 1:250 een aansluitvergunning te verlenen.

Deze aanvraag betreft de afvoer van:

hemelwater / huishoudelijk afvalwater/ gemengde afvoer van hemelwater en huishoudelijk afvalwater*) .

Bij deze aanvraag treft u een tekening waarop de volgende gegevens staan vermeld:

  • -

    de ligging van de leiding

  • -

    de diameter van de leiding

  • -

    de diepteligging ten opzichte van het maaiveld

  • -

    de locatie ten opzichte van de voorgevel van de woning en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt.

Tevens heb ik in het onderstaande overzicht de gegevens ingevuld:

Gegevens afvoerbuis

Droogweerafvoer

Regenwaterafvoer

Gemengde afvoer

Materiaal

Doorsnede

Kleur

Symbool ter herkenning

Zijn de kosten bepaald door de gemeente? ja / nee*)

Hebt u reeds voor uw aansluiting betaald? ja / nee

Zo ja, op welke wijze en wanneer? ………………………..

De aanvrager verklaart bekend te zijn met de aansluitvoorwaarden riolering gemeente Steenwijk

datum:............................. De aanvrager/gemachtigde............................

AANVRAAGFORMULIER AANSLUITING RIOLERING BEDRIJFSAFVALWATER

De ondergetekende:

Adres:

Postcode/woonplaats:

Telefoon:

Contactpersoon/uitvoerder:

verzoekt het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente voor zijn rekening ten behoeve van het pand/perceel gelegen aan

Adres:

Huisnummer:

Kadastraal nummer:

en aangegeven op bijgevoegde situatieschets met een schaal tussen 1:25 en 1:250 een aansluitvergunning te verlenen.

Deze aanvraag betreft een hoeveelheid van.......kubieke meter vloeistof wat moet worden afgevoerd. Het gaat om regenwater/koelwater/huishoudelijk afvalwater/industrieel afvalwater

Bij deze aanvraag treft u een tekening waarop de volgende gegevens vermeld staan:

  • -

    de ligging van de leiding

  • -

    de diameter van de leiding

  • -

    de diepteligging ten opzichte van het maaiveld

  • -

    de locatie ten opzichte van de voorgevel van het pand en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt.

Tevens heb ik in het onderstaande overzicht de gegevens ingevuld:

Gegevens afvoerbuis

Droogweerafvoer

Regenwaterafvoer

Gemengde afvoer

Materiaal

Doorsnede

Kleur

Symbool ter herkenning

Deze aanvraag betreft een vergunning voor een O vaste aansluiting O tijdelijke aansluiting

Zijn de kosten bepaald door de gemeente? ja / nee

Hebt u reeds voor uw aansluiting betaald? ja / nee

Zo ja, op welke wijze en wanneer? ………………………..

De aanvrager verklaart bekend te zijn met de aansluitvoorwaarden riolering gemeente Steenwijk

datum:............................... De aanvrager/gemachtigde.................................

Tarievenlijst gemeente Steenwijk 2002 (aansluiten huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater)

Prijzen zijn exclusief btw.

Bestrating

Prijs per meter

Aanleg pvc leiding

Prijs per meter

Aanleg dubbele pvc leiding bij gescheiden riool

Prijs per meter bij persleiding

Onverhard

€ 50

€ 60

€ 20

Klinkers

€ 70

€ 80

€ 30

Asfalt

€ 90

€ 100

€ 40

Boring

€ 300

€ 400

€ 125

Extra kosten drukriolering

Aanleg pompgemaal (st)

€ 5000

Aanleg stroomkabel (m¹)

€ 4

Aansluiting op persleiding (st)

€ 350

Aansluiting op rioolput (st)

€ 350

Burgemeester en wethouders van Steenwijk,

de secretaris, drs. A.W. van der Spek.

de burgemeester, drs. H.H. Apotheker.


Noot
*)

doorhalen wat niet van toepassing is