Regeling vervallen per 01-01-2008

Verordening op de heffing en invordering van havengeld 2007

Geldend van 06-12-2006 t/m 31-12-2007

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van havengeld 2007

De raad van de gemeente Steenwijkerland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2006, nummer 2006/99;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN HAVENGELD 2007.

(Verordening havengeld Steenwijkerland 2007).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    haven: de voor de openbare dienst bestemde wateren en voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer en onderhoud zijn, echter met uitzondering van het gedeelte van het Steenwijkerdiep vanaf het punt van samenkomst van het Dolderkanaal en het kanaal Beukers-Steenwijk in de richting van het stadscentrum tot het einde van het water en met uitzondering van dat gedeelte van het voormalige kanaal Steenwijk-Beukers dat in gebruik is als woonschepenhaven “De Werven”;

  • b.

    vaartuigen: alle soorten vaartuigen, daaronder begrepen drijvende werktuigen, woonschepen, glijboten, ponten, roei-, bij- of volgboten en dergelijke vaartuigen;

  • c.

    pleziervaartuig: een vaartuig bestemd of gebruikt voor recreatieve doeleinden ten behoeve van de eigenaar of gebruiker van het vaartuig;

  • d.

    woonschip: een vaartuig, uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebezigd of tot woning bestemd;

  • e.

    overig vaartuig: vaartuig geen pleziervaartuig of woonschip zijnde;

  • f.

    lengte van het vaartuig: de lengte over alles van het vaartuig;

  • g.

    een ton: een massa van 1.000 kilogram;

  • h.

    meetbrief: het document als bedoeld in artikel 782, derde lid, van het Wetboek van Koophandel, juncto het besluit van 24 oktober 1983, Stb. 548 (Besluit binnenschependocumenten);

  • i.

    laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte laadvermogen, zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • j.

    dag: een aaneengesloten periode van 24 uren beginnende om 00.00 uur;

  • k.

    maand: een aaneengesloten tijdvak van dertig dagen;

  • l.

    jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “havengeld” wordt een recht geheven ter zake van het gebruik van de haven overeenkomstig de bestemming daarvan.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie het vaartuig in gebruik is gegeven of degene die als vertegenwoordiger voor één van dezen optreedt.

Artikel 4 Vrijstellingen

Geen havengeld wordt geheven ter zake van:

  • 1.

    vaartuigen van het Rijk, de provincie Overijssel en de gemeente Steenwijkerland;

  • 2.

    vaartuigen die worden gebruikt voor werkzaamheden ten behoeve van de haven;

  • 3.

    de tot de uitrusting van een ander vaartuig behorende roeiboten, jollen en dergelijke.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1. Het havengeld wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van het havengeld wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3. Bij de toepassing van de tarieven wordt het laadvermogen ambtshalve bepaald wanneer geen meetbrief wordt overlegd of indien deze niet de vereiste gegevens bevat.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1. Het havengeld wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het havengeld worden betaald:

    • a.

      bij uitreiking van de in het eerste lid genoemde kennisgeving: op het moment van uitreiking van deze kennisgeving;

    • b.

      bij toezending van de in het eerste lid genoemde kennisgeving: binnen twee weken na de dagtekening van deze kennisgeving.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij de invordering van het havengeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het havengeld.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening havengeld Steenwijkerland 2006”, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 november 2005, nummer 2005/94c, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening havengeld Steenwijkerland 2007”.

Ondertekening

De raad voornoemd,
de griffier
de voorzitter

TARIEVENTABEL behorende bij de “Verordening havengeld Steenwijkerland 2007”.

ALGEMEEN

De bedragen genoemd in hoofdstuk 1 van deze tabel zijn exclusief omzetbelasting en de in de hoofdstukken 2 en 3 van deze tabel genoemde bedragen zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Voor onmiddellijk te repareren of te verbouwen vaartuigen, die voor dat doel ligplaats hebben ingenomen bij een in de gemeente aanwezige scheepswerf, scheepshelling of ander reparatiebedrijf, neemt de heffing van het havengeld pas een aanvang na verloop van een maand.

HOOFDSTUK 1 OVERIGE VAARTUIGEN

  • 1.1

    Het havengeld bedraagt per ton laadvermogen per periode van veertien achtereenvolgende dagen € 0,12 , met een minimum van € 1,28.

  • 1.2

    Bij voortgezet gebruik van de haven na afloop van de eerste onder 1.1 bedoelde periode van veertien achtereenvolgende dagen blijft de heffing van havengeld achterwege, indien en zolang het voortgezet gebruik van de haven uitsluitend het gevolg is van de stremming van de scheepvaart door ijs of om andere redenen van natuurlijke overmacht.

  • 1.3

    Voor vaartuigen die minder lading aanbrengen dan het aangegeven laadvermogen, wordt het havengeld berekend naar het aangevoerde gewicht aan goederen, met dien verstande, dat deze bepaling slechts van toepassing is wanneer het niet afladen van het vaartuig uitsluitend het gevolg is van de te geringe diepgang van het vaarwater.

  • 1.4

    Op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige kan het havengeld bij wijze van abonnement worden voldaan tegen betaling per jaar van het vijfentwintigvoudige van het onder 1.1 genoemde tarief.

HOOFDSTUK 2 PLEZIERVAARTUIGEN

  • 2.1

    Het havengeld bedraagt per maand per strekkende meter lengte van het vaartuig € 4,76.

HOOFDSTUK 3 WOONSCHEPEN

3.1

Het havengeld bedraagt:

3.1.1

per dag

1,28;

3.1.2

per maand

31,62;

3.1.3

per jaar

317,21.

Behorende bij raadsbesluit van 14 november 2006.

De griffier van Steenwijkerland,