Regeling vervallen per 08-07-2016

Verordening op de vertrouwenscommissie gemeente Steenwijkerland 2010

Geldend van 30-06-2010 t/m 07-07-2016

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie gemeente Steenwijkerland 2010

De raad van de gemeente Steenwijkerland;

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 2 juni 2010;

gelet op het bepaalde in de artikelen 61, 82 en 86 van de Gemeentewet, artikel 15 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit en de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 4 november 2005, kenmerk 2005-278431;

besluit:

tot vaststelling van de

Verordening op de vertrouwenscommissie gemeente Steenwijkerland 2010

Artikel 1 -Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    de commissaris: de commissaris van de Koningin in de provincie Overijssel;

  • c.

    de burgemeester: de burgemeester van Steenwijkerland;

  • d.

    de commissie: de vertrouwenscommissie, zijnde een raadscommissie, die belast is met de voorbereiding van de aanbeveling tot vervulling van de vacature burgemeester.

Artikel 2 - Taak en bevoegdheden van de commissie

  • 1. De commissie heeft tot taak een door de commissaris aan te reiken selectie van kandidaten en eventuele andere kandidaten die zich bij haar melden, te beoordelen. De commissie brengt over haar bevindingen schriftelijk en vertrouwelijk verslag uit aan de raad en de commissaris. Het verslag aan de raad wordt voorzien van een conceptaanbeveling van twee personen. De commissie geeft tevens een beredeneerde volgorde van de kandidaten op haar conceptaanbeveling aan.

  • 2. Indien de commissie ook andere kandidaten, die niet behoren tot de selectie van de commissaris, wil beoordelen, stelt zij de commissaris hiervan onverwijld in kennis.

  • 3. Indien de commissie besluit een door de commissaris geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, stelt zij de commissaris en de kandidaat hiervan onverwijld in kennis.

  • 4. De commissie verschaft zich slechts door tussenkomst van de commissaris de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten.

  • 5. De commissie brengt haar in lid 1 bedoelde bevindingen uit op basis van de namen en eventuele verdere gegevens die de commissaris van de Koningin haar verstrekt en op basis van mondelinge en schriftelijke informatie die de door haar ontvangen kandidaten haar geven, zulks na weging van een en ander.

  • 6. De commissie kan de commissaris vragen in de gelegenheid te worden gesteld de op schrift gestelde bevindingen mondeling toe te lichten.

  • 7. Bij haar werkzaamheden neemt de commissie het gestelde in de circulaire van de minister d.d. 4 november 2005, kenmerk 2005-278431, in acht.

Artikel 3- Samenstellingcommissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit de voorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde raadsfracties.

  • 2.

    De commissie kiest uit haar midden een voorzitter.

  • 3.

    De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

  • 4.

    Eén wethouder, als vertegenwoordiger van het college van burgemeester en wethouders, wordt als adviseur aan de commissie toegevoegd. De wethouder is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht in de commissie.

Artikel 4 - Ambtelijke ondersteuning

  • 1. De griffier is secretaris van de commissie. Hij geeft ambtelijke ondersteuning aan de commissie. Hij is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

  • 2. De gemeentesecretaris is plaatsvervangend secretaris van de commissie. Hij is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

Artikel 5 - Vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 2.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 3.

    De voorzitter doet van elke vergadering tenminste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie.

  • 4.

    De commissie vergadert niet indien niet tenminste de helft plus een van het aantal leden aanwezig is.

Artikel 6 - Geheimhouding

  • 1. De commissie legt in elke vergadering, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering.

  • 2. De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in het vorige lid wordt voldaan.

  • 3. De commissie en haar leden verstrekken geen inzage in de stukken noch informatie over de stukken en over het behandelde in haar vergadering aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid 1.

  • 4. De commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding waartoe het eerste lid verplicht, opheffen.

  • 5. De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie en na het vervallen van deze verordening van kracht.

  • 6. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de adviseur, de secretaris en plaatsvervangend secretaris van de commissie.

Artikel 7 - Verslag

  • 1. De bevindingen, bedoeld in artikel 2, worden vastgesteld bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

  • 2. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag vermeld.

  • 3. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen binnen de commissie, ter kennis van de gemeenteraad en de

    commissaris gebracht.

Artikel 8 - Gesprekken met de kandidaten

  • 1. De secretaris nodigt, in overleg met de commissie, de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

  • 2. De plaats en het tijdstip van een gesprek worden zodanig gekozen dat wordt voorkomen dat de kandidaten hierdoor aan anderen bekend raken of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar

    in contact komen.

Artikel 9 - Ontbinding commissie

De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop door de minister aan de gemeenteraad is bekend gemaakt dat in de vacature van burgemeester is voorzien.

Artikel 10 - Archivering van stukken

  • 1. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995, alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raadaangewezen archiefbewaarplaats.

  • 2. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.

  • 3. Van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de

    met toepassing van artikel15, lid 1 sub a. en c., van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 4. Originele bescheiden die de commissie heeft ontvangen van de commissaris of van kandidaten worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden, met inachtneming van het bepaalde in XI.6 van de circulaire van de minister.

  • 5. Alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 11 - Contactpersoon

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van ontbinding van de commissie.

  • 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privé-adres van de secretaris verzonden.

  • 4. Het gebruik van e-mail is niet toegestaan, tenzij het louter procedurele aangelegenheden betreft.

Artikel 12 -Onvoorziene aangelegenheden

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire van de minister d.d. 4 november 2005 niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 13 - Vervaldatum

Deze verordening vervalt met ingang van de dag volgend op die waarop aan het gemeentebestuur bekend is gemaakt dat in de vacature is voorzien.

Artikel 14 - Citeertitel

De verordening kan worden aangehaald als: Verordening op de vertrouwenscommissie gemeente Steenwijkerland 2010.

Ondertekening

De raad voornoemd,
de griffier, R.G.H.P. Moonen.
de voorzitter, L.V.Elfers.