Beleidsregels terugvordering, verhaal en invordering Participatiewet, IOAW, IOAZ en BBZ 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels terugvordering, verhaal en invordering Participatiewet, IOAW, IOAZ en BBZ 2020

Het college van burgermeester en wethouders van de gemeente Steenwijkerland;

gelet op paragraaf 6.4 en 6.5 van Participatiewet, paragraaf 5 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, paragraaf 5 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de volgende:

Beleidsregels terugvordering, verhaal en invordering Participatiewet, IOAW, IOAZ en BBZ 2020

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • b.

    IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • c.

    BBZ: het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004);

  • d.

    uitkering: een inkomensvoorziening bedoeld voor de noodzakelijke kosten van het bestaan op grond van de Participatiewet, de IOAW de IOAZ of BBZ 2004;

  • e.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenwijkerland.

Voor zover niet anders bepaald worden begrippen in deze beleidsregels gebruikt in dezelfde betekenis als in de Participatiewet.

Artikel 2 Intrekking en herziening van de uitkering

Het college herziet dan wel trekt het recht op uitkering in, als de uitkering tot een te hoog bedrag dan wel ten onrechte is verleend;

Artikel 3 Herziening of intrekking bij beleidswijziging college

Als er sprak is van een herzieningsbesluit ten nadele van belanghebbende past het college een afbouwregeling toe. De afbouwregeling duurt een jaar te rekenen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin het herzieningsbesluit is afgegeven.

De afbouwregeling ziet er als volgt uit:

1e tot en met 3e maand oud bedrag minus nieuw bedrag x 100%

4e tot en met 6e maand oud bedrag minus nieuw bedrag x 75%

7e tot en met 9e maand oud bedrag minus nieuw bedrag x 50%

10e tot met 12e maand oud bedrag minus nieuw bedrag x 25%

Daarbij worden de bedragen naar boven afgerond op hele euro’s.

Artikel 4 Terugvordering

  • 1. Het college maakt gebruikt van haar bevoegdheid tot terugvordering.

  • 2. Van bruto terugvordering als bedoeld in het eerste lid wordt afgezien als sprake is van een vordering die is ontstaan buiten toedoen van belanghebbende en belanghebbende niet kan worden verweten dat de betaling van de schuld niet reeds is voldaan in het kalenderjaar waarop de vordering betrekking heeft.

  • 3. De ten onrechte of te veel verstrekte uitkering wordt teruggevorderd inclusief de door de gemeente afgedragen loonbelasting, premies volksverzekeringen, voor zover deze niet kunnen worden verrekend met de belastingdienst.

  • 4. Van terugvordering wordt afgezien als daarvoor dringende redenen aanwezig zijn.

Artikel 5 Afzien van terugvordering

  • 1. Het college kan van terugvordering afzien als:

    • a.

      het terug te vorderen bedrag lager is dan € 250,00; en

    • b.

      invordering niet mogelijk is of met hoge kosten gepaard gaat .

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing in geval van terugvordering in verband met het schenden van de inlichtingenplicht.

Artikel 6 Verrekening en beslagvrije voet

Bij verrekening houdt het college er rekening mee dat de belanghebbend over een besteedbaar inkomen moet beschikken van 95 procent van de toepasselijke uitkeringsnorm. Het college neemt daarbij de beslagvrije voet in acht.

Artikel 7 Dwangbevel en beslagvrije voet

De bescherming van de beslagvrije voet vervalt als belanghebbende zijn inlichtingenplicht in het kader van de invordering niet nakomt.

Artikel 8 Wettelijke rente en invorderingskosten

  • 1. Het college verbindt geen kosten aan het versturen van een aanmaning en het uitvaardigen vaneen dwangbevel. Wanneer er derden worden ingeschakeld voor de invordering na het niet voldoen aan het dwangbevel, worden de kosten daarvan bij de belanghebbende in rekening gebracht.

  • 2. Het college heft zelf geen rente.

Artikel 9 Uitstel bij bezwaar en beroep

Als de belanghebbende een bezwaarschrift tegen een vordering of een beroepschrift indient, merkt het college het bezwaar- of beroepschrift niet aan als een verzoek om uitstel van betaling. In die gevallen moet belanghebbende dus een uitdrukkelijk verzoek om uitstel van betaling indienen.

Artikel 10 Invordering en kwijtschelding

  • 1. Het college stelt zich tot doel om de teruggevorderde uitkering en de op derden verhaalde bijstand optimaal in te vorderen, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2. Het college ziet van gehele of gedeeltelijke (verdere) invordering af, als de belanghebbende:

    • a.

      een minnelijke regeling in het kader van, of analoog aan, de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen heeft getroffen, dan wel een (voorlopige) schuldsaneringsregeling door de rechtbank van toepassing is verklaard zoals bedoeld in de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Bij deze minnelijke regeling wordt een fraudevordering op de belanghebbende niet meegenomen;

    • b.

      een verzoek om kwijtschelding doet, nadat hij gedurende vijf jaar volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan;

    • c.

      een verzoek om kwijtschelding doet, nadat hij gedurende vijf jaar weliswaar niet volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode en de eventueel op de invordering betrekking hebbende kosten, alsnog uit eigenbeweging heeft betaald;

    • d.

      gedurende vijf jaar geen betalingen heeft verricht en niet aannemelijk is dat hij deze op enig moment zal gaan verrichten;

    • e.

      een bedrag overeenkomend met 50% van de restsom in één keer aflost

    • f.

      een beroep doet op de aanwezigheid van dringende redenen en dit beroep door het college is gehonoreerd.

  • 3. In afwijking van het tweed lid b, c en d is de termijn geen vijf maar tien jaar bij besluiten tot terugvordering wegens schending van de inlichtingenplicht.

  • 4. In afwijking van het tweed lid b, c en d is de termijn geen vijf jaar maar drie jaar als de belanghebbende drie jaar heeft geleefd van een inkomen ter hoogte van de beslagvrije voet en wanneer het geen fraudevordering betreft.

  • 5. Het tweede lid is niet van toepassing als een opgelegde periodieke onderhoudsverplichting nog niet is geëindigd.

  • 6. Kwijtschelding vindt niet plaats als de vordering:

    • a.

      door middel van beslag of (vereenvoudigd) derdenbeslag wordt ingevorderd;

    • b.

      voor invordering is overgedragen aan de gerechtsdeurwaarder, dan wel

    • c.

      wordt gedekt door pand of hypotheek op een of meer goederen, dit voor zover de vordering op deze goederen kan worden verhaald.

Artikel 11 Aflossing van bijstand in de vorm van een geldlening

Het college gaat als volgt om met aflossing van bijstand in de vorm van een geldlening:

  • a.

    Belanghebbende heeft een inkomen op bijstandsniveau. Belanghebbende wordt in beginsel geacht vijf procent van de voor hem geldende bijstandsnorm ingevolge de Participatiewet aan te wenden voor de aflossing van de geldlening.

  • b.

    Belanghebbende heeft een inkomen hoger dan de voor hem geldende bijstandsnorm ingevolge de Participatiewet. Voor dat deel van het inkomen dat hoger is dan de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm ingevolge de Participatiewet is het uitgangspunt dat belanghebbende vijftig procent van dit inkomen dient aan te wenden ter aflossing van de geldlening. Ook bij geldleningen die zijn ontstaan als gevolg van verwijtbare gedragingen.

Artikel 12 Verhaal

  • 1. Het college verhaalt de kosten van bijstand ingevolge de Participatiewet in de gevallen en naar de regels aangegeven in paragraaf 6.5 van de Participatiewet.

  • 2. Van verhaal wordt afgezien als het te verhalen bedrag lager is dan € 50,00 per maand.

  • 3. Als sprake is van dringende redenen, ziet het college af van verhaal ingevolge het eerste lid.

  • 4. In afwijking van het eerste lid, ziet het college af van verhaal als de verhaalde een minnelijke regeling in het kader van, of analoog aan, de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen heeft getroffen, dan wel een (voorlopige) schuldsaneringsregeling door de rechtbank van toepassing is verklaard zoals bedoeld in de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2020.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Steenwijkerland,

de secretaris,

Judith de Groot

de burgemeester,

Rob Bats