Regeling vervallen per 01-10-2013

Subsidieverordening Afkoppelen Hemelwater 2010

Geldend van 29-04-2010 t/m 30-09-2013

Intitulé

Subsidieverordening Afkoppelen Hemelwater 2010

De raad van de gemeente Stein

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 februari 2010;

gelet op artikel 4.23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 149 van de Gemeentewet; 

b e s l u i t:

vast te stellen de "Subsidieverordening afkoppelen regenwater Stein 2010"

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:a. college: college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Stein;b. raad: raad van de gemeente Stein;c. WRO: Waterschap Roer en Overmaasd. Wet: de Algemene wet bestuursrecht;e. Stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak 2007 - 2012, WRO: Bij collegebesluit van 10 juni 2008 is Gemeente Stein akkoord gegaan met aanvaarden van het mandaat om uitvoering te geven aan deze Stimuleringsregeling;f. schoon verhard oppervlak: het oppervlak zoals daken, wegen, verharde terreinen, waarvan het hemelwater, dat tot afstroming komt, als schoon kan worden aangemerkt;g. gemengd stelsel: gecombineerde afvoerstelsel voor afvalwater en hemelwater;h. afkoppelen: het definitief ongedaan maken van een situatie waarin hemelwater dat op een verhard oppervlak valt via het gemengde rioolstelsel wordt afgevoerd naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie;i. bovengrondse infiltratie: hemelwater dat van verhard oppervlak afstroomt om aan de oppervlakte in de bodem infiltreren.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

  • 1. Subsidie wordt verleend voor het afkoppelen van bestaand schoon verhard oppervlak van de riolering in de bestaande woonkernen in de gemeente met een gemengd rioolstelsel.

  • 2. Het minimale oppervlak dat per aanvraag moet worden afgekoppeld is 30m².

  • 3. Subsidie kan worden verleend aan particulieren en rechtspersonen.

Artikel 3 Bevoegdheid college

  • 1. Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en – indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd – onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2. Het college is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

Artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1. De raad kan jaarlijks bij de vaststelling van de begroting besluiten tot het instellen van het subsidieplafond voor de subsidieverordening “Afkoppelen hemelwater Stein 2010”.

  • 2. Bij de vaststelling van een subsidieplafond wordt aangegeven op welke wijze het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 3. Het college kan – met inachtneming van de ingevolge artikel 2, door de raad vastgestelde beleidsterreinen en regels - nadere regels stellen omtrent de verdeling van het beschikbare bedrag.

  • 4. Bij de bekendmaking van het subsidieplafond wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 5. Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarden dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

Hoofdstuk 3 Aanvraag van de subsidie

Artikel 5 Bij de aanvraag in te dienen gegevens

  • 1. De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:a. Een beschrijving van de afkoppel-activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;b. De doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de afkoppel-activiteiten aan dat doel bijdragen.c. Een begroting van de kosten van de afkoppel-activiteiten, waar subsidie voor wordt aangevraagd.

  • 3. Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het tweede lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.

Artikel 6 Aanvraagtermijn

  • 1. De aanvraag wordt ingediend vóór aanvang van de afkoppel-activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd tenzij dit met subsidieverlener anders wordt afgesproken.

  • 2. Het college kan andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies.

Artikel 7 Beslistermijn

Het college beslist op een aanvraag om een eenmalige subsidie, binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie

Artikel 8 Weigeringgronden

  • 1. Het college kan een aanvraag voor subsidie weigeren indien de afkoppel-activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of niet of nauwelijks ten goede komt aan de gemeente.

  • 2. 2. Het college kan een aanvraag voor subsidie weigeren:a. Indien niet wordt voldaan aan de minimale oppervlakte-eis van het af te koppelen verhard gerioleerd oppervlak.b. indien het afkoppelen vanuit milieuhygiënisch of hydrologisch oogpunt ongewenst is.c. wanneer voorafgaande aan de beschikking reeds met het afkoppelen een begin is gemaakt.d. Wanneer er naar oordeel van het college sprake is van opsplitsing van een af te koppelen object over meerdere subsidieaanvragen.

Artikel 9 Wet BIBOB

Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de aangevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Hoofdstuk 5 Verlening van de subsidie

Artikel 10

  • 1. Bij besluit tot verlenen van de subsidie geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaats vindt.

  • 2. Het college is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van de subsidie.

Artikel 11 Betaling en bevoorschotting

  • 1. Indien een beschikking tot subsidievaststelling als bedoelt in artikel 14, eerste lid, onderdeel a, wordt gegeven, vindt betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats.

  • 2. Indien een beschikking tot subsidievaststelling als bedoelt in artikel 14, eerste lid, onderdeel b, wordt gegeven, wordt 100% bevoorschot.

  • 3. Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, wordt in het besluit tot subsidieverlening, de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.

Hoofdstuk 6 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 12 Meldingsplicht

De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, niet of geheel niet zullen worden verricht of dat niet of geheel niet aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

Artikel 13 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:a. Besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;

    b. Relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhoudingen met derden;

    c. Ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;

    d. Wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

  • 3. De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 Algemene wet bestuursrecht.

  • 4. De activiteiten waarvoor subsidie is verleend moeten binnen 12 maanden na subsidieverlening in uitvoering zijn genomen.

  • 5. De activiteiten waarvoor subsidie is verleend moeten binnen 2 jaar na subsidieverlening gereed zijn.

Hoofdstuk 7 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 14 Verantwoording subsidies tot 5.000 euro.

  • 1. Subsidies tot 5.000 euro worden door het college:a. direct vastgesteld of;

    b. ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.

  • 2. Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichtten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 15 Verantwoording subsidies vanaf 5.000 euro tot 50.000 euro.

  • 1. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 5.000 euro, maar minder dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij het college.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht.

  • 3. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voorvaststelling van belang zijn, worden overlegd.

Artikel 16 Vaststelling subsidie.

  • 1. Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

  • 2. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 3. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in het eerste lid genoemd tijdstip is ontvangen, gaat het college zes weken na een eenmalige rappel over tot ambtshalve vaststelling.

Hoofdstuk 8 Overige bepalingen

Artikel 17 Intrekken van de beschikking tot subsidieverlening.

Het college kan de beschikking tot subsidieverlening intrekken indien met de activiteiten waarvoor de subsidie verleend is, geen begin is gemaakt uiterlijk 6 maanden na verlening van de subsidie, dan wel de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet zijn afgerond binnen 2 jaar na de subsidieverlening.

Artikel 18 Hardheidsclausule.

Het college kan, in bijzonder gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3, en 8 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 19 Overgangsbepalingen.

  • 1. Aanvragen om subsidie die na 1 juli 2008 zijn ingediend bij de gemeente Stein in het kader van de “ Stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak 2007 – 2012 WRO” worden ook geacht te zijn ingediend in het kader van deze verordening en worden als zodanig afgehandeld.

  • 2. Het college kan besluiten de “ Stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak 2007 – 2012 WRO” waaraan zij nu uitvoering geeft, in één procedure via één gezamenlijk aanvraagformulier, samen met deze subsidieverordening te laten afhandelen.

Artikel 20 Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

Artikel 21 Citeertitel.

Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening Afkoppelen Hemelwater Stein 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Stein in zijn openbare vergadering van 1 april 2010. 
De voorzitter.                                                De griffier.