Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en de invordering van leges Stein 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Stein 2020

De Raad der gemeente Stein;

Gezien het voorstel inzake Belasting- en legesverordeningen 2020

(Gem. blad Afd. A 2019, zaaknummer 971124807);

besluit:

Vast te stellen de volgende verordening

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES STEIN 2020

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a. ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b. ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c. ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d. ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e. 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

  • een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

De leges worden niet geheven ter zake van:

  • a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b. diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c. het afgeven van bewijzen van onvermogen;

  • d. stukken, benodigd voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten en andere periodieke uitkering;

  • e. stukken en legalisatie van handtekeningen op stukken betreffende militaire zaken.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3. Indien verzocht wordt om verstrekking van informatie in digitale vorm wordt bij digitale verstrekking het equivalent van de papieren verstrekking in rekening gebracht.

Artikel 6 Ontheffing

Ontheffing van leges wordt verleend:

  • 1. Tot een bedrag gelijk aan 50% van de overeenkomstig het bepaalde onder Titel1, artikel 1.15, 1.16.1, 1.16.2, 1.20.1, Titel 3, artikel 3.1, 3.2 en 3.6 van de tarieflijst verschuldigde leges:

  • a. indien op een aanvraag om vergunning afwijzend wordt beschikt;

  • b. indien een aanvraag om vergunning niet verder in behandeling wordt genomen.

  • 2. Tot een bedrag, gelijk aan de helft van het verschuldigde, indien de heffing van leges geschiedt bij wege van abonnement en bij tussentijdse beëindiging van dit abonnement, de helft van de geldigheidsduur daarvan nog niet is verstreken en ten hoogste de helft van het aantal inlichtingen c.q. exemplaren van bescheiden, waarop het recht geeft is verbruikt.

Artikel 7 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 7:

  • a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a. van zuiver redactionele aard zijn;

  • b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

  • 1. onderdeel 1.1.8 (naspeuringen burgerlijke stand);

  • 2. hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

  • 3. hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

  • 4. onderdeel 1.4.3 (papieren verstrekking uit basisregistratiepersonen);

  • 5. hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

  • 6. onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

  • 7. hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De artikelen en tarieventabel van de Legesverordening Stein 2019 van 8 november 2018, vervallen met ingang 1 januari 2020, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten:

  • a.

    die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • b.

    waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moet worden toegepast .

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijven de op grond van het eerste lid vervallen bepalingen gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als "Legesverordening Stein 2020".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 14 november 2019

De Raad voornoemd,

de Griffier, de Voorzitter,