Regeling vervallen per 10-02-2020

Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften gemeente Stein 1998

Geldend van 01-11-1998 t/m 09-02-2020

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften gemeente Stein 1998

DE RAAD, het COLLEGE van burgemeester en wethouders en de BURGEMEESTER der gemeente STEIN, elk voor zover de hen regarderende bevoegdheden;

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 1 september 1998 (Gem. blad Afd. A 1998, no. 97);

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften gemeente Stein 1998;

 

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:a.Beroepsorgaan: gemeentelijk bestuursorgaan, dat dient te beslissen op een beroepschrift:b.Verwerend orgaan: bestuursorgaan, dat het bestreden besluit heeft genomen;c.Commissie: vaste commissie van advies voor bezwaar- en beroepschriften;d.Wet: wet van 4 juni 1992 (Stbl. 1992, 315; incl. wijzigingen), houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

Hoofdstuk II Behandeling van de bezwaar- en beroepschriften

Paragraaf 1 De Commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren en ingestelde administratieve beroepen als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaar- en beroepschriften, die zijn ingediend tegen besluiten op grond van de belastingwetgeving en de daarop gebaseerde verordeningen alsmede de Wet Waardering Onroerende Zaken.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie verdeelt zijn werkzaamheden over 3 kamers: een algemene kamer, een kamer sociale zaken en een kamer personele aangelegenheden.

  • 2. De algemene kamer bestaat uit een voorzitter en 4 leden.

  • 3. De kamer sociale zaken bestaat uit een voorzitter en 2 leden.

  • 4. De Raad benoemt op voorstel van burgemeester en wethouders voor beide kamers een voorzitter alsmede een genoegzaam aantal leden in de functie van commissielid; in het geval er meer leden zijn benoemd dan noodzakelijk wordt per vergadering op toerbeurt een reserve aangewezen.

  • 5. De kamer personele zaken wordt benoemd door de Raad en bestaat uit één extern lid-deskundige, te benoemen op voordracht van de vakorganisaties, één extern lid-deskundige, te benoemen op voordracht van de werkgever en één externe voorzitter-deskundige, te benoemen op gezamenlijke voordracht van beide externe leden.

  • 6. De Raad kan commissieleden en -voorzitters schorsen en ontslaan op voorstel van burgemeester en wethouders.

  • 7. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijke bestuursorgaan.

  • 8. De commissie regelt de vervanging van de voorzitters.

  • 9. De voorzitter van de algemene kamer beslist bij twijfel welke kamer zal horen en adviseren.

Artikel 4 Secretaris

  • 1. Als secretaris van de commissie treedt op de gemeentesecre¬taris of een door hem aangewezen ambtenaar.

  • 2. De gemeentesecretaris regelt de vervanging van de secretaris van de commissie indien deze verhinderd is als zodanig op te treden.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf 2 Procedures

Artikel 6 Ingediend bezwaar- of beroepschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaar- of beroepschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaar- en of beroepschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst, als bedoeld in artikel 6:14 van de wet, wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar of beroep zal adviseren.

Artikel 7 Mandatering bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen -2:1, tweede lid;-6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn, waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten, als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;-6:15;-6:17; -7:4, tweede en derde lid;-7:6, vierde lid;-7:10, derde lid;-7:18, tweede en derde lid;-7:20, vierde lid;-7:24, vierde lid;van de wet worden voor de toepassing van deze verordening gemandateerd aan de secretaris van de commissie.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1. De Voorziter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaar- of beroepschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen; indien daaraan kosten zijn verbonden is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting, waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van de artikelen 7:3, 7:4 lid 6, 7:17 en 7:18 lid 6 van de wet.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikelen besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan:a. de belanghebbenden;b. het verwerend orgaan en;c. (bij een beroepschrift) het beroepsorgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorziter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk mede dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2. Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op het verzoek, als bedoeld in het tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden, het verwerend orgaan en in het geval van behandeling van een beroepschrift, aan het beroepsorgaan medegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 12 Niet deelnemen aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar- of beroepschrift, indien daarbij hun partijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn, die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag, als bedoeld in de artikelen 7:7 en 7:12 van de wet, vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien de belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na de verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting; de voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies; indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter; van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar- of beroepschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies

Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan, dat op het bezwaar- of beroepschrift dient te beslissen.

Hoofdstuk III Slotbepalingen

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 november 1998; te zelfder tijd vervalt de "Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften Gemeente Stein 1994".

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften Gemeente Stein 1998".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare Raadsvergadering van 15 oktober 1998.
DE RAAD voornoemd,De Secretaris.                 De Voorzitter.
In de vergadering van burgemeester en wethouders.De Secretaris.                                   De Burgemeester.
 
Door de Burgemeester. De Burgemeester.