Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en invordering van kadegelden 2012

Geldend van 30-12-2011 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van kadegelden 2012

De raad van de gemeente Stichtse Vecht;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2011;

gehoord de werksessie van 29 november 2011;

gelet op artikel 229, eerste lid aanhef en onderdeel a van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN KADEGELDEN 2012

Artikel 1

Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vaartuig: een drijvend lichaam, dat bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen;

  • b.

    dag: een tijdvak van 24 uur, aanvangende te 0.00 uur;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    kwartaal: kalenderkwartaal.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam kadegeld wordt een recht geheven ter zake van het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen zoals kaden, steigers en glooiingen, die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Er worden in de Stichtse Vecht, onder de benaming kadegelden, rechten geheven wegens het gebruik maken van:

  • a.

    de openbare aanleggelegenheid aan de westelijke Vechtoever te Loenen aan de Vecht vanaf de Cronenburgherlaan tot aan de Cronenburgherbrug aan de Bloklaan, ten behoeve van het aanleggen van vaartuigen (uitsluitend bestemd voor recreatiedoeleinden).

  • b.

    de openbare aanleggelegenheid aan de westelijke Vechtoever te Loenen aan de Vecht gelegen 173 meter tot 300 meter ten zuiden van de Cronenburgherbrug aan de Bloklaan, kadastraal bekend als sectie B nummer 1381, ten behoeve van het aanleggen van vaartuigen (uitsluitend bestemd voor recreatiedoeleinden).

  • c.

    de openbare aanleggelegenheid aan de westelijke Vechtoever te Vreeland, tussen de gemeentelijke ophaalbrug en een punt, gelegen 50 meter ten noorden van voornoemde brug, ten behoeve van het aanleggen van vaartuigen (uitsluitend bestemd voor recreatiedoeleinden).

  • d.

    de openbare aanleggelegenheden in Maarssen op de plaatsen zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart.

Artikel 3 Belastingplicht

Het recht wordt geheven van de reder, de eigenaar, de gezagvoerder, de schipper, de geleider of de gebruiker van het vaartuig.

Artikel 4 Aanvang belastingplicht

De belastingplicht ontstaat vanaf het moment dat feitelijk gebruik wordt gemaakt van de in artikel 1 bedoelde kaden, steigers en glooiingen.

Artikel 5 Tarief

  • 1. Het recht wordt geheven naar de lengte van het vaartuig,

  • 2. Het recht bedraagt voor vaartuigen:

    • a.

      met een lengte tot en met 9,5 strekkende meter € 4,50

    • b.

      die langer zijn dan 9,5 strekkende meter € 7,55

  • 3. De in dit artikel genoemde bedragen zijn inclusief BTW.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar; de rechten worden geheven in de periode van 1 april tot 1 oktober.

Artikel 7 Vrijstellingen

Kadegelden worden niet geheven ter zake van:

  • 1.

    een vaartuig, behorende aan de gemeente, provincie, rijkswaterstaat, de waterpolitie, voorzover dit vaartuig uitsluitend voor de openbare dienst wordt gebruikt;

  • 2.

    een vaartuig van een aannemer van werken voor de onder 1 genoemde openbare diensten, voor zover dit vaartuig voor de aangenomen werken wordt gebruikt;

  • 3.

    een jol of een sloep, die behoort tot de inventaris van een vaartuig en geen motorschip is;

  • 4.

    een hospitaalschip of een schip dat als zodanig dienst doet;

  • 5.

    een roeiboot of een kano behorende bij een onder deze verordening vallend vaartuig.

Artikel 8 Wijze van heffing

Het kadegeld wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of ander schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9 , eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de kadegelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de kadegelden.

Artikel 12 Overgangsrecht

De twee verordeningen, van de gemeente Maarssen en Loenen, op de heffing en invordering van kadegelden 2011 van 23 november 2010, worden ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening kadegelden 2012.

Loenen, 21 december 2011

Griffier Voorzitter

Bijlage Kaart kadegelden

kaart