Regeling vervallen per 01-01-2017

Regeling POP-gesprek gemeente Stichtse Vecht

Geldend van 14-01-2011 t/m 31-12-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Regeling POP-gesprek gemeente Stichtse Vecht

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht;

Gelet op artikel 17:1:1 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO);

Gelet op het gestelde in artikel 160 van de Gemeentewet waarbij de bevoegdheid tot het vaststellen, wijzigen en intrekken van rechtspositieregelingen voor het gemeentelijk personeel en gewezen personeel is opgedragen aan het college van Stichtse Vecht;

Na overeenstemming met de medezeggenschapsorga(a)n(en);

Besluit vast te stellen de volgende

REGELING POP-GESPREK GEMEENTE STICHTSE VECHT

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

Medewerker                              De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO.

 

Direct leidinggevende                 De teamleider die is belast met de directe, dagelijkse aansturing van de medewerkers in een team, of de afdelingsmanager van de afdeling waartoe de functie van de teamleider behoort, of het directielid dat is belast met de aansturing van de afdelingsmanager.

 

Beleidsadviseur                        De beleidsadviseur van het team P&O.

 

POP-formulier                           Bij deze regeling hoort een POP-formulier voor de vastlegging van de afspraken.

 

Individuele werkplan                  Het individuele werkplan bestaat uit de reguliere taken die behoren bij de functie. Daarnaast bevat het een vertaling van het afdelingswerkplan naar individueel niveau. In dit plan staan de concrete werkzaamheden, taken, verantwoordelijkheden en te behalen resultaten voor het komende jaar beschreven, waaronder ook projecten.

 

Persoonlijk                               Een door de direct leidinggevende en de medewerker vastgelegd

ontwikkelingsplan (POP)           en ondertekend geheel aan afspraken over de te ondernemen

activiteiten van beide partijen in het kader van de ontwikkeling van de medewerker.

 

Opleidingsnoodzaak                  Opleidingen die nodig zijn om medewerkers aan de (veranderende) eisen vanuit de omgeving en daarmee aan de veranderde behoeften van de organisatie te laten voldoen.

 

Opleidingsbehoefte                   De behoeften, die medewerkers hebben om hun kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen, dan wel een nieuw loopbaanpad in te slaan.

 

Functioneren                             Het geheel aan prestaties, houding en gedrag van de medewerker tijdens de uitoefening van zijn functie. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden in:

 

Functie-inhoud: het geheel aan werkzaamheden, waarmee de medewerker tijdens een functioneringstijdvak feitelijk is belast. Dit is een afgeleide van de functiebeschrijving en het individuele werkplan van de medewerker.

           

Houding en gedrag: aspecten van de arbeidshouding en -gedrag die van belang zijn voor het oordeel over het functioneren van de medewerker. Dit is een afgeleide van de van toepassing zijnde competenties.

Artikel 2 Doel gesprek

1.Het POP-gesprek heeft betrekking op het vertalen van de organisatiedoelstellingen naar de persoonlijke ontwikkeling van de betreffende medewerker. Het doel van het POP-gesprek is het maken van gerichte afspraken over de ontwikkeling van de medewerker. Hierbij wordt geprobeerd afstemming te bereiken tussen de opleidingsbehoefte van de medewerker en de opleidingsnoodzaak van de organisatie. De functiebeschrijving, het competentieprofiel en het individueel werkplan dienen als uitgangspunt. Naar aanleiding van dit gesprek wordt een Persoonlijk Ontwikkelingsplan opgesteld. De afspraken uit de Persoonlijke Ontwikkelingsplannen worden betrokken bij het opstellen van het organisatiebrede opleidingsplan.

Artikel 3 Frequentie

  • 1. Minimaal één keer per twee kalenderjaren vindt er een POP-gesprek plaats tussen de medewerker en de direct leidinggevende.

  • 2. Een POP-gesprek kan op elk moment tussentijds plaatsvinden, wanneer direct leidinggevende en/of medewerker dit noodzakelijk achten.

  • 3. Minimaal één keer per twee jaar wordt naar aanleiding van dit gesprek het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) voor de komende twee jaar opgesteld. De POP-afspraken worden in het jaarlijkse voortgangsgesprek tussentijds geëvalueerd aan de hand van het Persoonlijk Ontwikkelingsplan en het individuele werkplan voor het lopende jaar.

Artikel 4 Voorbereiding

  • 1. Minimaal twee weken voor aanvang van het POP-gesprek nodigt de direct leidinggevende de medewerker uit en overhandigt het POP-formulier.

  • 2. De direct leidinggevende en medewerker dienen zich voor aanvang van het gesprek voor te bereiden door het invullen van het POP-formulier, het nalezen van het meest recente individuele werkplan en de afspraken uit het vorige POP.

Artikel 5 Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

  • 1. In het POP-gesprek wordt gebruik gemaakt van de POP-formulieren die tijdens de voorbereiding door de direct leidinggevende en de medewerker afzonderlijk zijn ingevuld.

  • 2. De overeenkomsten en verschillen tussen beide formulieren worden tijdens het POP-gesprek besproken en er worden afspraken gemaakt over de ontwikkeling van de medewerker, gebaseerd op de POP-formulieren, de opleidingsnoodzaak, de opleidingsbehoefte, het individuele werkplan en het functioneren van de medewerker.

  • 3. Binnen twee weken na het POP-gesprek wordt in principe door de medewerker het POP-formulier verder uitgewerkt en overhandigd aan de direct leidinggevende.

  • 4. Het POP-formulier wordt door de direct leidinggevende en de medewerker voor akkoord ondertekend.

  • 5. Een afschrift van het ondertekende POP-formulier wordt door de direct leidinggevende toegezonden aan de medewerker.

  • 6. De direct leidinggevende is verantwoordelijk voor archivering van het POP-formulier en stuurt daarvan een kopie naar P&O ten behoeve van registratie en te nemen acties.

Artikel 6 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het bevoegd gezag een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 7 Inwerkingtreding

1 Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling POP-gesprek gemeente Stichtse Vecht”.

2 Deze regeling treedt met ingang van 1 januari 2011 in werking.

Aldus vastgesteld op 4 januari 2011

Burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht,

gemeentesecretaris burgemeester