Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling behandeling bezwaarschriften personeel Gemeenschappelijke regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie SWW-gemeenten

Geldend van 21-04-2016 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Regeling behandeling bezwaarschriften personeel Gemeenschappelijke regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie SWW-gemeenten

Het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie, Gemeenschapelijke regeling Bedrijfsvoering SWW-gemeenten

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet en de Gemeenschappelijke regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie SWW-gemeenten;

BESLUIT:

Regeling behandeling bezwaarschriften personeel Gemeenschappelijke regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie SWW-gemeenten vast te stellen.

HOOFDSTUK I Inleiding

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet : Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    gemeenschappelijke regeling : de Gemeenschappelijke regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie SWW-gemeenten;

  • c.

    het bestuursorgaan : het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie, bedoeld in artikel 14a van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • d.

    commissie : commissie van advies voor de bezwaarschriften zoals bedoeld in de wet;

  • e.

    medewerker : hij die op basis van een ambtelijke aanstelling of een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst is van de gemeenschappelijke regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie SWW-gemeenten;

  • f.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht.

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1.

    Er is een commissie die het bestuursorgaan adviseert ten aanzien van de beslissing op bezwaarschriften van de medewerker of voormalig medewerker op het terrein van rechtspositionele aangelegenheden.

  • 2.

    De commissie adviseert tevens over de verzoeken om kostenvergoeding als bedoeld in artikel 7:15 van de wet in verband met de in het eerste lid genoemde bezwaarschriften.

HOOFDSTUK II Samenstelling commissie

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en minimaal twee leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 2. De commissie regelt zelf de vervanging van de voorzitter.

  • 3. De voorzitter en leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan of een bestuursorgaan van één van de in de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten.

Artikel 4 Secretariaat

  • 1. De commissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris.

  • 2. De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 2.

    De voorzitter en de leden kunnen eenmaal herbenoemd worden.

  • 3.

    Indien bij de eerste benoeming op grond van deze regeling de betreffende voorzitter of het betreffende lid reeds benoemd is als voorzitter of lid van de Adviescommissie bezwaarschriften van de gemeente Stichtse Vecht, is, in afwijking van het eerste lid, de resterende periode van de duur waarvoor die benoeming geldt, de maximale periode van de eerste benoeming op grond van deze regeling.

  • 4.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Een ontslag als voorzitter of lid van de Adviescommissie bezwaarschriften van de gemeente Stichtse Vecht houdt tevens een ontslag als voorzitter of lid van de commissie in.

  • 5.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 6.

    Het lidmaatschap van de commissie eindigt van rechtswege:

    • a.

      met ingang van uittreding van het college, als bedoeld in artikel 20, zesde lid, van de gemeenschappelijke regeling

    • b.

      indien besloten wordt tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling, als bedoeld in artikel 21 van de gemeenschappelijke regeling.

HOOFDSTUK III Procedure

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Het secretariaat draagt zorg voor het bericht van ontvangst aan de indiener van het bezwaarschrift, zoals bedoeld in artikel 6:14 van de wet. Daarin wordt tevens vermeld dat een commissie over het bezwaarschrift zal adviseren.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze regeling uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid (schriftelijke machtiging);

  • b.

    artikel 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn (herstellen van verzuim);

  • c.

    artikel 6:10, tweede lid (het aanhouden van de behandeling van een prematuur bezwaar);

  • d.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie (verzending van stukken aan de gemachtigde);

  • e.

    artikel 7:4, eerste lid (indienen van stukken), tweede lid (het ter inzage leggen van stukken) en zesde lid (geheimhouding);

  • f.

    artikel 7:6, vierde lid (geheimhouding om gewichtige redenen).

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen, zonodig, uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het bestuursorgaan vereist.

Artikel 9 Bemiddeling

De secretaris kan, in overleg met de voorzitter en na overleg met het bestuursorgaan, onderzoeken of het bezwaar in der minne kan worden bijgelegd en daartoe de nodige handelingen verrichten.

Artikel 10 Hoorzitting

De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

Artikel 11 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt belanghebbenden en het bestuursorgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de dag van verzending van de uitnodiging kunnen belanghebbenden of het bestuursorgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan belanghebbenden en het bestuursorgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 12 Quorum

  • 1. Voor het houden van een zitting is vereist dat minimaal twee leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig zijn.

  • 2. Het houden van een hoorzitting kan, in afwijking van het eerste lid, door de commissie worden opgedragen aan de voorzitter of een lid.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14 Openbaarheid zitting

De zitting van de commissie is niet openbaar.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag, zoals bedoeld in artikel 7:7 van de wet, vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van één van de commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK IV Advies

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies:

    • a.

      de commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies;

    • b.

      indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter;

    • c.

      het advies wordt gegeven door minimaal drie personen, waaronder in ieder geval de leden en de voorzitter die bij de hoorzitting aanwezig zijn geweest.

  • 2. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 3. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies, het verslag zoals bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, worden uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van twaalf weken, zoals bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, wijst hij het bestuursorgaan er op tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 19 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks een schriftelijk verslag uit over haar werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar.

HOOFDSTUK V Slotbepalingen

Artikel 21 Overgangsrecht

Ten aanzien van vóór de inwerkingtreding van deze regeling ingediende bezwaarschriften van medewerkers of voormalig medewerkers, waarop nog niet is beslist, geldt deze regeling.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2016.

Artikel 23 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Regeling behandeling bezwaarschriften personeel Gemeenschappelijke regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie SWW-gemeenten”.

Aldus vastgesteld 4 april 2016.

Voorzitter GR Bedrijfsvoering SWW Directeur GR Bedrijfsvoering SWW

De heer M. Smit De heer J. Visser