Gemeentelijk antennebeleid (onderdeel van het Antennebeleid gemeente Stichtse Vecht, versie juni 2012).

Geldend van 07-09-2012 t/m heden

Intitulé

Gemeentelijk antennebeleid (onderdeel van het Antennebeleid gemeente Stichtse Vecht, versie juni 2012).

5. Gemeentelijk Antennebeleid

5.1 Plaatsing van antenne-installaties op gemeentelijke eigendommen

Bij de plaatsing van (al dan niet omgevingsvergunningplichtige) antennes op gronden of gebouwen die gemeentelijk eigendom zijn, heeft de gemeente meer sturingsmogelijkheden in de communicatie. De gemeente moet als eigenaar immers toestemming verlenen voor de plaatsing van de antenne, of de grond verkopen/verhuren aan de provider.

De gemeente zal in dergelijke gevallen aan de operator vragen om de direct omwonenden van de beoogde locatie actief te informeren door het toesturen van een vergelijkbaar informatiepakket als hierboven beschreven bij de instemmingprocedure (paragraaf 2.6) bij de plaatsing op woongebouwen.

5.2 Plaatsing van antenne-installaties op private grond

Omgevingsvergunningvrije antenne(-installaties)

In geval van de plaatsing van een omgevingsvergunningvrije mast of antenne op gronden of opstallen die niet in gemeentelijke eigendom zijn, heeft de gemeente geen sturingsmogelijkheden. De antenne kan zonder tussenkomst van de gemeente worden geplaatst. De gemeente kan dan ook geen eisen stellen aan de providers over de wijze waarop met omwonenden wordt gecommuniceerd over de komst van de antenne. In het jaarlijkse gesprek met Monet zal de gemeente ook in deze gevallen aandacht vragen voor de communicatie en bij de providers aandringen om ook in deze gevallen de omwonenden op de hoogte te stellen.

Omgevingsvergunningplichtige antenne(-installaties)

In het geval van een omgevingsvergunningplichtige mast is de gemeente sowieso betrokken bij de plaatsing van de mast of antenne. In ieder geval voor het verlenen van de omgevingsvergunning. In veel gevallen zal de aanvraag niet voldoen aan het geldende bestemmingspan en zal een afwijkingsprocedure moeten worden gevoerd. In overleg met de provider zal op passende wijze met omwonenden van een toekomstige antenne-installatie worden gecommuniceerd. De provider zal worden gevraagd om voorafgaand aan de aanvraag of in een vroeg stadium van de aanvraag een informatieavond te organiseren, waarop de bewoners worden geïnformeerd over de komst van de antenne en alle aspecten die daar bij horen en de te volgen procedure.

5.3 Beleid/ afwegingen

Voor de plaatsing van antennes en antennemasten is een prioriteringslijst opgesteld van criteria/afwegingen. Plaatsing op locaties die voldoen aan de criteria bovenaan de lijst heeft de voorkeur. Zodra plaatsing op een andere locatie aan de orde is moet door de operator gemotiveerd worden aangetoond dat plaatsing op een locatie met een hogere prioriteit niet mogelijk is gebleken, bijvoorbeeld door een probleem in de dekking.

Zoals aangegeven zijn de sturingsmogelijkheden beperkter als het gaat om omgevingsvergunningvrije masten. In het jaarlijkse gesprek met de providers over het plaatsingsplan zal toch zoveel mogelijk gestuurd worden aan de hand van bijgaande prioriteringslijst. Als de plaatsing van een omgevingsvergunningplichtige mast aan de orde is zijn de sturingsmogelijkheden groter en is de prioriteringslijst randvoorwaardelijk voor de mogelijkheden van bestemmingsplanafwijking.

Algemene uitgangspunten

In alle gevallen van plaatsing van een antenne worden de volgende algemene uitgangspunten gehanteerd:

  • 1.

    Uitgangspunt is dat zoveel mogelijk wordt gestreefd naar sitesharing van bestaande masten en hoge bouwwerken. Als verschillende providers gebruik kunnen maken van dezelfde antenne-installatie, hoeven minder installaties te worden geplaatst. Bij het zoeken naar een locatie voor een nieuwe antenne moet dus eerst worden gekeken of een bestaande installatie in de nabijheid is waar de antenne bijgeplaatst kan worden.

Nadere uitleg siteshare-principe: Een aanvraag voor een nieuwe vrijstaande antenne-installatie van meer dan 20 meter hoog binnen de bebouwde kom wordt alleen in overweging genomen als de aanvraag door meerdere providers wordt ingediend.

  • 2

    Antennes dienen zoveel mogelijk geplaatst te worden op bestaande bouwwerken.

  • 3.

    Plaatsing zoveel mogelijk uit het zicht.

  • 4.

    Er dient aangesloten te worden bij bestaande bebouwing of elementen.

  • 5.

    De antenne-installatie, alsmede de technische installaties en de bedrading moeten door middel van zorgvuldige materiaal- en kleurkeuze in de omgeving ingepast worden.

  • 6.

    De aanvrager dient een overeenkomst te ondertekenen dat een mogelijke uitkering van claims ex afdeling 6.1 Wet ruimtelijke ordening (planschade) voor zijn rekening komt, tenzij de kosten van tegemoetkoming van schade onderdeel uitmaken van een exploitatieplan.

  • 7.

    Bij elke aanvraag van een antenne-installatie dragen operators er zorg voor dat de wettelijke blootstellingslimieten ter plaatsen van de dichtstbijzijnde woning niet worden overschreden door de plaatsing van de antenne-installatie.

  • 8.

    Bij elke aanvraag voor antenne-installaties moet een grondige motivering worden bijgevoegd, waaruit de afweging volgt waarom niet is gekozen voor een locatie met een hogere prioriteit, zoals genoemd in onderstaande lijst.

  • 9.

    Voor bestaande vergunningsplichtige antenne-installaties geldt dat deze mogen blijven staan.

 

Prioriteringslijst bebouwde kom

Bij de plaatsing van antenne-installaties in de bebouwde kom is de volgende prioriteringslijst vastgesteld:

  • 1.

    Voorkeur heeft de plaatsing van een antenne op een hoog gebouw zonder woonfunctie/bouwwerk (al dan niet een monument, mits de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed – rijksmonument –, danwel de monumentencommissie – gemeentelijk monument – positief heeft geadviseerd). De antenne moet zoveel mogelijk centraal op het dak van het gebouw worden geplaatst, of gecamoufleerd aan de gevel van het gebouw of in een hoek van het gebouw. Gebouwen/bouwwerken op een bedrijventerrein hebben de voorkeur boven gebouwen/bouwwerken in andere gedeeltes van de stad.

  • 2.

    Als de plaatsing op bestaande hoge gebouwen zonder woonfunctie/bouwwerken niet mogelijk is kan worden gekeken naar hoge gebouwen met een woonfunctie. Dit is (conform het convenant) niet mogelijk als minimaal 50% van de huishoudens van het pand zich tegen de komst van de antenne uitspreekt. Het is aan de provider om dit aan te tonen.

  • 3.

    Pas als de plaatsing op bestaande hoge gebouwen/bouwwerken niet mogelijk blijkt komt de plaatsing van een nieuwe vrijstaande antenne-installatie aan de orde. In eerste instantie wordt gekeken naar mogelijkheden op de bestaande bedrijventerreinen, alsook benzinestations.

  • 4.

    Als dit niet mogelijk is kan de vrijstaande antenne-installatie worden geplaatst in de nabijheid van clusteringen van sociale activiteiten zoals winkelcentra, sportparken of een recreatieterrein, waarbij de voorkeur uitgaat naar meerdere lage antenne-installaties van ca. 20 meter zo mogelijk geplaatst tussen bestaande bosschages, in plaats van één hoge van ca. 40 meter. Een vrijstaande antenne-installatie van meer dan 20 meter hoog wordt alleen in overweging genomen als de aanvraag door meerdere providers wordt ingediend.

  • 5.

    Pas als aangetoond wordt dat voldoen aan bovenstaande criteria tot onvoldoende dekking zou leiden, kan plaatsing in een woonomgeving aan de orde komen. Bij voorkeur aan de randen van de woonomgeving of in de nabijheid van bestaande bosschages waar de antenne-installatie enigszins kan wegvallen tegen de bestaande bomen, waarbij de voorkeur uitgaat naar meerdere lage antenne-installaties van ca. 20 meter, in plaats van één hoge van ca. 40 meter. Een vrijstaande antenne-installatie van meer dan 20 meter hoog wordt alleen in overweging genomen als de aanvraag door meerdere providers wordt ingediend.

 

Prioriteringslijst buitengebied

Bij de plaatsing van antenne-installaties in het buitengebied is de volgende prioriteringslijst vastgesteld:

  • 1.

    Bij voorkeur wordt gekeken naar de locatie van bestaande hoogspannings-masten, lichtmasten, snelweg- of spoorwegportalen. Plaatsing van een antenne op of in een hoogspanningmast of portaal levert over het algemeen een vrij kleine (extra) verstoring van het beeld op.

  • 2.

    Als niet kan worden aangesloten bij een bestaande mast of een hoogspanningsmast is plaatsing van een nieuwe vrijstaande antenne-installatie mogelijk. In eerste instantie wordt gekeken naar mogelijkheden op de bestaande bedrijventerreinen, als ook benzinestations.

  • 3.

    Als dit niet mogelijk is kan de antenne-installatie worden geplaatst op infrastructurele knooppunten. Zoals kruisingen van wegen, kanalen en spoor.

  • 4.

    Als dit niet mogelijk is kan de antenne-installatie worden geplaatst nabij agrarische bedrijfscentra, maar ook clusteringen van sociale activiteiten zoals sportparken of een recreatieterrein.

  • 5.

    Als bovengenoemde locaties niet voor handen zijn is plaatsing in of nabij een bosgebied mogelijk. Hierdoor kan de antenne-installatie over het algemeen redelijk goed aan het zicht worden onttrokken. De antenne-installatie dient in dit geval bij voorkeur niet meer dan technisch noodzakelijk voor een efficiente verspreiding va het signaal boven de bebossing uit te komen.

 

5.4 Plaatsing masten in nieuwbouwprojecten

 

De ontwikkeling van een nieuwe woonwijk of een nieuw bedrijventerrein kan voor de mobiele netwerkoperators aanleiding zijn voor het verkennen van nieuwe zoekgebieden op deze locaties. De gemeente Stichtse Vecht zal daarom Monet op de hoogte stellen van nieuwbouwprojecten.

De criteria zoals die in de prioriteringslijst voor de plaatsing van antennes in de bebouwde kom is ook bij nieuwbouwontwikkeling het uitgangspunt.

 

Het antennebeleid is vastgesteld door het college op 28-2-2012, gepubliceerd in Nieuwsblad voor Vecht-, Amstel- en Rijnstreek 6-9-2012 en inwerking getreden op 7-9-2012.