Verordening gemeentelijke garantstelling gemeente Stichtse Vecht 2020

Geldend van 29-12-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening gemeentelijke garantstelling gemeente Stichtse Vecht 2020

De raad van de gemeente Stichtse Vecht,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2020;

gehoord de commissie van 1 december 2020;

gelet op de Financiële verordening gemeente Stichtse Vecht 2019 en het Treasurystatuut gemeente Stichtse Vecht 2020;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening gemeentelijke garantstelling Gemeente Stichtse Vecht 2020

I INLEIDING

Voor de financiering van duurzame investeringen kan het nodig zijn dat een externe partij, zoals een sportvereniging, -organisatie of instelling van maatschappelijk nut, een geldlening moet aantrekken. De bank stelt bij het verstrekken van de geldlening veelal als eis dat een concreet genoemde "derde" partij zich onherroepelijk garant stelt voor betaling van rente, aflossing en eventueel boetes, ingeval van wanbetaling door de partij die de geldlening is aangegaan. Hiermee accepteert de garantsteller een risico die worden opgenomen in de begroting en jaarrekening, onder meer bij het bepalen van de weerstandscapaciteit. De bank zelf loopt nauwelijks of geen risico maar is vaak wel bereid de aanvrager een lagere rente te bieden.

I.1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. de raad de raad van de gemeente Stichtse Vecht;

b. het college het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht;

c. garantstelling overeenkomst van borgtocht als bedoeld in artikel 7:850 Burgerlijk Wetboek, waarbij de gemeente zich jegens de bank of financiële instelling garant stelt voor betaling van de rente en aflossingsverplichtingen bij ingebrekestelling van de geldnemer;

d. aanvrager sportvereniging, -organisatie of instelling van maatschappelijk nut die vraagt een garantstelling te verstrekken voor het verkrijgen van een geldlening;

e. borg derde partij die zich jegens de bank garant stelt voor betaling van rente en aflossing en boetes ingeval van wanbetaling door de geldnemer;

f. geldverstrekker bankinstelling die de geldnemer – onder voorwaarden – een geldlening verstrekt onder (geheel of gedeeltelijke) garantstelling van de gemeente of het waarborgfonds;

g. geldnemer sportvereniging, -organisatie of instelling van maatschappelijk nut aan wie door de geldverstrekker, onder geheel of gedeeltelijke garantstelling van de gemeente een geldlening verstrekt is;

h. instelling van maatschappelijk nut instelling die activiteiten ontplooid die voor het welzijn van de inwoners van de gemeente Stichtse Vecht in het algemeen nuttig, gewenst of nodig zijn.

I.2 Reikwijdte verordening

Deze verordening regelt de mogelijkheid een gemeentelijke garantstelling te verstrekken aan instellingen van maatschappelijk nut en sportverenigingen of -organisaties.

I.3 Uitvoering verordening

De bevoegdheid tot het verstrekken van een gemeentelijke garantstelling ligt primair bij het college (artikel 160 GW). Het college informeert de raad over de uitoefening van deze bevoegdheid als de raad daarom verzoekt of als de uitoefening van deze bevoegdheid ingrijpende gevolgen heeft voor de gemeente. In dit laatste geval neemt het college geen besluit dan nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen (artikel 169 GW). Naast deze actieve informatieplicht wordt de raad over garantstellingen geïnformeerd via de P&C – cyclus als onderdeel van de ‘paragraaf weerstandsvermogen’.

• De beleidskaders voor het verstrekken van gemeentelijke garantstellingen worden door de raad vastgesteld;

• Het college is belast met de uitvoering van deze verordening en is bevoegd om in het kader van het algemeen belang, uit hoofde van de publieke taak en binnen de door de raad vastgestelde beleidskaders, aanvullende voorwaarden aan garantstellingsverzoeken te stellen.

• Het college is bevoegd besluiten te nemen tot het verstrekken van garantstellingen, alsmede besluiten te nemen tot weigering, intrekking of wijziging voor geldleningen tot en met een bedrag van € 100.000. Indien het garantstellingsverzoek een bedrag van € 100.000 te boven gaat, is instemming van de raad vereist.

I.4 Doelstelling

Het verstrekken van een (gemeentelijke) garantstelling heeft ten doel ‘het stimuleren en faciliteren van sportverenigingen, –organisaties en instellingen van maatschappelijk nut bij de realisatie van maatschappelijke initiatieven’.

I.5 Publieke taak

In deze verordening wordt met regelmaat de term ‘publieke taak’ gebruikt. Met publieke taak wordt bedoeld het uitvoeren van taken en initiatieven waarmee het gemeentelijk belang gediend is en die voor het welzijn van de inwoners van de gemeente Stichtse Vecht in het algemeen nuttig, gewenst of nodig zijn.

Hierbij geldt dat de investering waarvoor een garantstelling gevraagd wordt ook fysiek in de gemeente Stichtse Vecht gerealiseerd wordt.

II ALGEMENE VOORWAARDEN

Een gemeentelijke garantstelling kan worden verstrekt als aan onderstaande algemene voorwaarden wordt voldaan. De Algemene Voorwaarden worden toegepast op alle garantstellingsverzoeken door instellingen van maatschappelijk nut en sportverenigingen en –organisaties. De Algemene Voorwaarden worden – per taakveld – aangevuld met de voorwaarden en criteria opgenomen in hoofdstuk III (voor instellingen van maatschappelijk nut) en hoofdstuk IV inclusief bijlage (voor sportverenigingen en –organisaties). Deze verordening is niet van toepassing op volkshuisvestingsactiviteiten van instellingen als woningcorporaties. Deze instellingen kunnen via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw een aanvraag tot garantstelling doen, waarbij de gemeente al dan niet een achtervangpositie inneemt.

Artikel II.1 Aanvrager

• Is een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, beschikt over notarieel vastgelegde statuten, staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en handelt zonder winstoogmerk en ideële doelstellingen;

• Is gevestigd én maatschappelijk actief in de gemeente Stichtse Vecht;

• Is voldoende solvabel en kan aan de toekomstige rente- en aflossingsverplichtingen voldoen (overleggen meerjarenbegroting).

Artikel II.2 Garantstelling

Garantstellingen dienen ter zekerheid van de geldverstrekker. Uit oogpunt van risicobeheersing mag de aanvraag voor een gemeentelijke garantstelling en/of de daarop van toepassing zijnde offerte door de bank, geen bedingen bevatten die de aansprakelijkheid van de gemeente naast betaling van de contractueel vastgestelde rente- en aflossingsverplichting verhogen of uitbreiden.

• Voor zover er op het beleidsterrein van de instelling een waarborgfonds actief is wendt de instelling zich voor het verkrijgen van een garantstelling in eerste aanleg altijd tot dit waarborgfonds.

• Garantstellingen worden uitsluitend verstrekt indien:

a. het doel naar het oordeel van het college de publieke taak dient en in voldoende mate in overeenstemming is met het gemeentelijk beleid;

b. voor geldleningen ten behoeve van de aankoop, verduurzaming en/of uitbreiding van grond, (sport)velden, (club)gebouwen en opstallen.

c. de benodigde geldlening niet tegen een marktconforme rente kan worden aangetrokken;

• Garantstellingsverzoeken voor onroerende zaken gaan vergezeld van een recent taxatierapport;

• Garantstellingen worden verstrekt met een looptijd van maximaal 15 jaar;

• De te verstrekken garantstelling wordt in een overeenkomst van borgtocht vastgelegd.

Artikel II.3 Vestigen zekerheden

Garantstellingen aan instellingen van maatschappelijk nut en aan sportverenigingen en –organisaties worden uitsluitend verstrekt als er ten gunste van de gemeente één of meerdere zekerheden gevestigd kunnen worden (bijvoorbeeld garantstelling door een waarborgfonds respectievelijk derde partij of het vestigen van het recht van 1ste hypotheek).

Als er ten gunste van de gemeente geen zekerheden gevestigd kunnen worden, wordt er geen garantstelling verstrekt.

Artikel II.4 Aanvullende voorwaarden

Het college of de gemeenteraad kunnen aan het verstrekken van een garantstelling aanvullende voorwaarden verbinden.

Artikel II.5 Ondergrens garantstelling

Om een veelvoud van kleine garantstellingsverzoeken door instellingen van maatschappelijk nut te voorkomen is een ondergrens vastgelegd van € 25.000.

Voor garantieverzoeken door sportverenigingen en –organisaties worden in principe de adviezen van het SWS gevolgd. Als gevolg hiervan is er voor sportverenigingen en –organisaties geen ondergrens vastgesteld.

Artikel II.6 Bovengrens garantstelling

Voor zowel sportverenigingen, -organisaties en instellingen van maatschappelijk nut is de bovengrens gemaximeerd op € 250.000 per geldlening. Voor sportverenigingen of –organisaties geldt aanvullend dat het SWS in ieder garantieverzoek voor eenzelfde bedrag participeert.

Artikel II.7 Maximaal garantstellingsbedrag

Het garantstellingsbedrag per sportvereniging, -organisatie of instelling van maatschappelijk nut is gemaximeerd op € 500.000. Voor sportverenigingen of –organisaties geldt dat dit het totaal aan gemeentelijke garantstellingen betreft, exclusief de SWS garantstellingen.

Artikel II.8 Herfinanciering

Ingeval van herfinanciering wordt alleen garantstelling verstrekt indien er ook voor de oorspronkelijke geldlening een garantstelling werd afgegeven. De garantstelling bedraagt nooit meer dan:

• de oorspronkelijke hoofdsom minus gepasseerde aflossingsverplichtingen overeenkomstig het reguliere plan van rente en aflossing;

• maximaal de periode van de oorspronkelijke looptijd minus de gepasseerde termijnen overeenkomstig het reguliere plan van rente en aflossing;

Eventueel door de geldverstrekker door te berekenen kosten die verband houden met de herfinanciering komen voor rekening van de geldnemer.

Artikel II.9 Ingebrekestelling aanvrager

• Met inachtneming van de contractueel vastgestelde rente- en aflossingsverplichting bij ingebrekestelling, bevat het garantstellingsverzoek of de daarop van toepassing zijnde offerte uit oogpunt van risicobeheersing geen bedingen die de aansprakelijkheid van de gemeente verhogen of uitbreiden.

• De gemeente maakt gebruik van haar regresrecht jegens de geldnemer wanneer zij, bij ingebrekestelling door de geldverstrekker, is aangesproken voor betaling van de rente- en aflossingsverplichtingen.

Artikel II.10 Weigeren van garantstellingsverzoek

Garantstellingsverzoeken aan instellingen van maatschappelijk nut en aan sportverenigingen of -organisaties worden niet gehonoreerd indien:

• de aanvrager, zijn/haar doelstellingen, activiteiten, statuten of reglementen dan wel het beoogd gebruik van de geldlening discriminerend is naar godsdienst, levensovertuiging, geslacht, seksuele geaardheid of ras;

• het doel van de geldlening naar het oordeel van het college niet passend is binnen het gemeentelijk beleidskader dan wel de publieke taak of het maatschappelijk belang niet dient;

• de aan te trekken geldlening wordt aangewend voor het ontplooien van ondernemersactiviteiten;

• de aanvrager is onvoldoende solvabel waardoor de financiële risico’s voor de gemeente als ongewenst groot kunnen worden beschouwd;

• het verzoek niet voldoet aan de wet- en regelgeving en de voorwaarden opgenomen in deze verordening.

Artikel II.11 Hardheidsclausule

Om daarmee te kunnen inspelen op veranderde omstandigheden en enige flexibiliteit te kunnen waarborgen geldt een hardheidsclausule. Dit betekent dat in uitzonderingsgevallen tegemoet gekomen kan worden aan onbillijkheden van overwegende aard die zich zouden kunnen voordoen bij de toepassing van deze verordening. In specifieke en voorkomende gevallen wordt, ter beoordeling van het college, gemotiveerd beargumenteerd of er sprake is van een uitzonderingsituatie waarmee het toepassen van de hardheidsclausule gerechtvaardigd is.

Artikel II.12 Overgangsbepaling

Deze verordening wordt toegepast op garantstellingen die na inwerkingtreding van deze verordening worden aangevraagd, gewijzigd of aangepast en is niet van toepassing op garantstellingen die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend of vastgesteld.

Artikel II.13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening gemeentelijke garantstelling Stichtse Vecht 2020’.

Artikel II.14 Intrekken oude verordening

De verordening gemeentelijke garantstelling gemeente Stichtse Vecht 2016 wordt ingetrokken.

Stichtse Vecht, 15 december 2020

Griffier Voorzitter

III Garantstellingen aan instellingen van maatschappelijk nut.

Op het gebied van maatschappelijk nut is er geen waarborgfonds actief. Om de mogelijkheid tot het verkrijgen van een gemeentelijke garantstelling open te houden, moeten instellingen van maatschappelijk nut voldoen aan zowel de ‘Algemene Voorwaarden’ (hoofdstuk II) en aan de voorwaarden en criteria opgenomen in dit hoofdstuk.

Artikel III.1 Garantie aanvraag

Bij garantstellingsverzoeken door instellingen op het gebied van maatschappelijk nut dienen de volgende stukken overgelegd te worden:

• Een gemotiveerd schriftelijk verzoek voor het verkrijgen van de garantstelling, vergezeld van een:

a. verslag van de Algemene Ledenvergadering waarin de investering en de wijze van financieren is goedgekeurd;

b. informatie over het investeringsproject (bouwtekeningen, offerte, taxatierapport of anderszins);

• Een (kopie) van de notarieel vastgelegde statuten van de instelling;

• Een (kopie) uittreksel van de Kamer van Koophandel;

• Een (kopie) ID van de voorzitter respectievelijk vertegenwoordiger van de garantieverzoekende instelling;

• De balans en exploitatierekening over de laatste twee boekjaren;

• De begroting voor het komende jaar, inclusief meerjarenbegroting en –beleidsplan waarin opgenomen de lasten die voortvloeien uit de nieuw aan te trekken geldlening;

• Informatie over alle lopende financieringen;

• Document waarin het gebruiksrecht van de grond is vastgelegd ((huur, recht van opstal of anderszins).

Artikel III.2 Verplichtingen aanvrager

De aanvrager is verplicht:

• voor haar bestuur een bestuursaansprakelijkheidsverzekering te sluiten;

• personeel en vrijwilligers te verzekeren tegen schade en wettelijke aansprakelijkheid;

• bezittingen en onroerende zaken op basis van vervangingswaarde te verzekeren tegen brand- en stormschade;

• Is verplicht de investering waarvoor de garantstelling wordt verstrekt goed te onderhouden en alle maatregelen te nemen die het college nodig acht voor het waarborgen van haar financiële belangen;

• Is het niet toegestaan de in onderpand gegeven zekerheden tijdens de duur van de garantstelling te vervreemden of in onderpand te geven voor nieuw aan te trekken geldleningen;

• Is het niet toegestaan om gedurende de duur van de garantstelling, geldleningen aan derden te verstrekken of beschikbare financiële middelen risicovol te beleggen;

• verleend medewerking aan onderzoeken die het college in het kader van de garantstelling nodig acht.

Artikel III.3 Geldlening

De garantstelling wordt slechts verleend wanneer de geldlening:

• wordt aangewend voor het doel waarvoor deze wordt aangevraagd;

• wordt afgesloten op basis van een lineair aflossingsschema;

• wordt afgesloten tegen een rente die marktconform is;

• wordt afgesloten met een rentevaste periode van ten minste vijf jaar;

• wordt afgesloten met een maximale looptijd van 15 jaar.

Artikel III.4 Informatieplicht

In het kader van risicomanagement is het van belang dat de borg inzicht heeft en houdt in de (financiële) situatie van de aanvrager. De volgende voorwaarden zijn van toepassing:

De aanvrager:

a. overlegt jaarlijks de jaarrekening, het daarbij behorend financieel jaarverslag en de meerjarenbegroting;

b. overlegt op verzoek van de borg een bewijs van premiebetalingen voor de verzekeringen als bedoeld in artikel III.2 van deze verordening;

c. informeert het college wanneer substantiële financiële tegenvallers dreigen op te treden;

d. informeert het college ingeval van fusie of ontbinding van de instelling;

e. vraagt vooraf toestemming van het college voor het aantrekken van nieuwe geldleningen of financiële verplichtingen.

De geldverstrekker:

a. informeert het college schriftelijk over het schuldrestant van de gegarandeerde geldlening(en) per 31 december van ieder kalenderjaar;

b. informeert het college schriftelijk zodra er ten laste van de aanvrager een achterstand ontstaat in de betaling van de rente- en aflossingsverplichting;

c. is verplicht de borg schriftelijk royement te verlenen ingeval van volledige (vervroegde) aflossing.

IV Garantstellingen aan sportverenigingen en -organisaties

De gemeente wil een betrouwbare partner zijn voor de lokale sportomgeving en wil sportieve initiatieven faciliteren waar dat mogelijk is en regisseren daar waar vereist. Het verstrekken van een gemeentelijke garantstelling is een instrument om sportverenigingen en –organisaties in staat te stellen te investeren in hun accommodaties met als doel de inwoners van de Gemeente Stichtse Vecht meer en/of beter te laten sporten en bewegen waarmee wordt bijgedragen aan de persoonlijke ontwikkeling van de inwoners.

Artikel IV.1 Waarborgfonds

Op het gebied van ‘sport’ is een waarborgfonds actief, de Stichting Waarborgfonds voor de Sport (hierna: SWS). Doel van het SWS is het stimuleren van bezit van kwalitatief goede accommodaties door – onder voorwaarden – het verstrekken van garantstellingen aan sportverenigingen en sportorganisaties. Hiermee kunnen noodzakelijke of gewenste investeringen (bijvoorbeeld de aankoop, uitbreiding, (ver)bouw of vervanging van clubhuizen, kleedkamers, banen of sportvelden) gerealiseerd worden.

Alvorens een beroep op een garantstelling van de gemeente kan worden gedaan wend de sportvereniging of -organisatie zich voor het verkrijgen van een garantstelling tot het SWS. Het SWS toetst de aanvraag en brengt advies uit over onder meer de financiële haalbaarheid van het garantstellingsverzoek.

Artikel IV.2 SWS, advies

Het SWS toetst het garantieverzoek en brengt advies uit aan de gemeente voor zover participatie van die gemeente vereist is (zie artikel IV.3). De gemeente controleert (steekproefsgewijs) of de toets door het SWS juist en volledig is uitgevoerd. In principe volgt de gemeente Stichtse Vecht het advies van het SWS maar is daartoe niet verplicht. De gemeente kan onverlet het advies van het SWS aanvullende voorwaarden stellen (artikel II.4).

Gelet op de specifieke expertise bij het SWS kiest de gemeente Stichtse Vecht er voor om binnen de kaders van deze verordening de adviezen van het SWS te volgen, tenzij:

• het garantstellingsverzoek het algemeen belang en/of de publieke taak niet dient en/of niet past binnen de door de raad vastgestelde beleidskaders;

• het garantstellingsverzoek weigeringsgronden kent als opgenomen in artikel II.10 van deze verordening;

Niet in alle gevallen is participatie van de gemeente vereist. Onderstaand wordt toegelicht in welke situatie gemeentelijke participatie vereist is en wanneer niet.

Artikel IV.3 SWS, garantstelling met participatie gemeente

Op basis van een positief SWS advies is de betreffende sportvereniging of –organisatie verplicht de gemeente schriftelijk te verzoeken voor ten minste 50% in de garantstelling te participeren. Van toepassing is:

• Het totaal uitstaand obligo van de betreffende vereniging bij het SWS, inclusief nieuw toe te kennen garantstelling, overschrijdt een bedrag van € 75.000;

• De SWS garantstelling bedraagt nooit meer dan 50% van de hoofdsom van de geldlening met een maximum van € 250.000;

• Garantstellingen waarbij participatie van de gemeente vereist is worden uitsluitend verstrekt indien ook de gemeente voor ten minste 50% in het garantstellingsverzoek participeert. Zonder participatie van de gemeente vervalt ook de SWS garantstelling.

Artikel IV.4 SWS, garantstelling zonder participatie gemeente

Het SWS verstrekt een 100% garantstelling aan sportverenigingen en –organisaties zonder participatie van de gemeente voor:

• Geldleningen tot € 75.000.

Hierbij geldt dat het totaal uitstaand obligo van de betreffende vereniging bij het SWS, inclusief de nieuw toe te kennen borgstelling een totaal van € 75.000 niet overschrijdt;

• Geldleningen bedoeld voor investeringen ter verduurzaming van de accommodatie.

Artikel IV.5 SWS, vestigen zekerheden

Eén van de opschortende voorwaarden voor het toekennen van de garantstelling door het SWS betreft het vestigen van het recht van een eerste hypothecaire inschrijving. Indien, behalve het SWS, ook de gemeente en/of de bank een eerste hypothecaire inschrijving als voorwaarde wil opnemen wordt er ten behoeve van zowel het SWS als de gemeente Stichtse Vecht een gezamenlijk recht van eerste hypothecaire inschrijving gevestigd (artikel II.3 en IV.5).

Artikel IV.6 SWS, negatief advies

De gemeente verstrekt geen garantstelling indien er door het SWS een negatief advies wordt afgegeven.

Bijlage Waarborgfonds voor de Sport, criteria en voorwaarden

Deze bijlage geeft – aanvullend op de Algemene Voorwaarden (hoofdstuk II) – inzicht in de voorwaarden en criteria zoals deze door het SWS worden gehanteerd bij garantstellingsverzoeken:

• De sportvereniging of –organisatie heeft kennis genomen van het ‘Reglement van de Stichting Waarborgfonds’ vastgesteld op 11 december 2019 en kennis heeft genomen van de Algemene Bepalingen betreffende de met het SWS af te sluiten overeenkomst vastgesteld op 9 december 2014 en de privacyverklaring van het SWS;

• De sportvereniging of –organisatie is aangesloten bij een in het NOC*NSF verenigde sportbond;

• Alvorens het SWS een garantstelling heeft afgegeven mag er niet met de bouw of aanleg van het investeringsproject begonnen zijn;

• De sportvereniging of –organisatie heeft het garantstellingsverzoek financieel onderbouwd en is verplicht om gedurende de looptijd van de garantstelling jaarlijks de goedgekeurde jaarstukken en meerjarenbegroting aan het SWS toe te zenden;

• De financiering wordt aangewend voor de (ver)bouw, aanleg, verduurzaming of aankoop van een sportaccommodatie;

• De aanvrager verklaart de geraamde investeringskosten niet te zullen overschrijden en geen hogere krediet faciliteit te zullen aanvragen dan bij overeenkomst is bepaald;

• De aanvrager verklaart geen nieuwe financieringen aan te trekken zonder voorafgaande toestemming van het SWS;

• Het SWS te informeren indien niet, niet geheel of niet tijdig voldaan kan worden;

• De garantstelling wordt verstrekt aan iedere door de Nederlandse Bank erkende en gevestigde bank of financiële instelling die een vergunning heeft om financieringen te verstrekken;

• Overleggen van een omgevingsvergunning als deze voor de bouw/verbouw van de accommodatie nodig is;

• De aanvrager is verplicht ook bij de gemeente een garantstellingsverzoek in te dienen indien de lening niet voor een 100% - borging door het SWS in aanmerking komt;

• De aanvrager heeft kennis genomen van de aan het SWS verschuldigde vergoedingen.

Sport gerelateerde voorwaarden:

De gewenste investering is getoetst aan de materiaal technische, constructie en sporttechnische eisen die zijn vastgelegd in normen welke door het NOC*NSF zijn opgesteld of omschreven tot richtlijnen of reglementseisen vanuit de respectievelijke sportbond. Het SWS behoudt zich het recht voor te eisen dat de investeringsplannen aan deze sporttechnische eisen worden getoetst.

Grond gerelateerde voorwaarden en vestigen hypotheek:

De aanvrager overlegt voorafgaand aan het verlenen van een garantstelling een document waarin het gebruiksrecht van de grond geregeld is en zeker is gesteld:

• Het recht van eigendom;

• Het recht van erfpacht (waarin ook de toegestane opstallen zijn geregeld)

• Het recht van opstal;

• De gebruikersovereenkomst.

Toe te voegen stukken:

Het garantstellingsverzoek wordt schriftelijk ingediend en gaat vergezeld van de volgende stukken:

• Kopie van het uittreksel van de Kamer van Koophandel;

• De verenigingsstatuten;

• Een opgave van de bestuurssamenstelling;

• Document waarin het gebruiksrecht van de grond is vastgelegd (huur, recht van opstal etc.);

• Financiële stukken:

o De balans en exploitatierekening over de laatste twee afgesloten boekjaren;

o Begrotingscijfers over het lopende boekjaar en – voor zover beschikbaar – de voorlopige resultatenrekening over het lopende boekjaar;

o Meerjarenbegroting over minimaal de komende twee boekjaren;

• Verslag van de Algemene Ledenvergadering waarin de investering, inclusief de wijze van financiering, zijn goedgekeurd;

• Informatie over lopende financieringen (indien aan de orde)

• Relevante gemeentelijke informatie (subsidie toekenning, standpunt garantstellingsverzoek etc.);

• Informatie over het investeringsproject (bouwtekeningen, financiering, offertes, taxatierapport etc.).