Regeling vervallen per 19-03-2013

Procedureverordening Bestuursschadevergoeding

Geldend van 07-02-1996 t/m 18-03-2013

Intitulé

PROCEDUREVERORDENING BESTUURSSCHADEVERGOEDING

Hoofdstuk

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    artikel 49

    : artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

  • b.

    commissie: de schadebeoordelingscommissie, bedoeld in artikel 2 van deze verordening;

  • c.

    aanvrager: de belanghebbende als bedoeld in artikel 49, dan wel degene die zich op grond van enige andere schadevergoedingsregeling met een aanvraag om schadevergoeding kan wenden tot de gemeenteraad;

  • d.

    bevoegd bestuursorgaan: het gemeentelijke orgaan dat krachtens de desbetreffende wettelijke of gemeentelijke schaderegeling is aangewezen om ter zake van een schadevergoeding een besluit te nemen of, bij gebreke van een zodanige aanwijzing de gemeenteraad.

Artikel 2 Schadebeoordelingscommissie

  • 1. De raad stelt, indien hij daartoe aanleiding aanwezig acht, een schadebeoordelingscommissie in.

  • 2. De commissie bestaat uit drie leden, die door burgemeester en wethouders, met inachtneming van het bepaalde in deze verordening, worden benoemd.

  • 3. Niet tot lid van de commissie kunnen worden benoemd:

    • a.

      leden van het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      leden van de gemeenteraad;

    • c.

      zij die in dienst zijn van de gemeente.

  • 4. Burgemeester en wethouders ontslaan een lid:

    • a.

      op zijn verzoek;

    • b.

      indien hij een ambt of betrekking heeft aanvaard, die ingevolge lid 2 met het lidmaatschap van de commissie onverenigbaar is.

  • 5. De commissie wordt zodanig samengesteld, dat ten minste één lid juridisch deskundig is en tenminste één lid deskundig is op het gebied van de taxatie of het beheer van onroerende zaken.

  • 6. De commissie wijst uit haar midden een voorzitter aan.

  • 7. De commissie kan zich ten behoeve van het uitbrengen van een advies doen bijstaan door een of meer andere deskundigen, die daartoe op voorstel van de commissie door burgemeester en wethouders als tijdelijk lid aan de commissie worden toegevoegd.

  • 8. De leden, de tijdelijke leden inbegrepen, zijn verplicht tot geheimhouding over informatie die de commissie ten behoeve van haar onderzoek en advies ter beschikking is gesteld en waarvan zij redelijkerwijze mag aannemen dat deze als vertrouwelijk is bedoeld.

  • 9. Alle kosten, verbonden aan het onderzoek en de advisering door de commissie komen voor rekening van de gemeente. Burgemeester en wethouders kunnen uurtarieven vaststellen voor de werkzaamheden van de leden van de commissie.

Artikel 3 Verzoek tot schadevergoeding

  • 1. Indien een belanghebbende meent een beroep te kunnen doen op een wettelijke schadevergoedingsregeling ten aanzien waarvan een bestuursorgaan van de gemeente bevoegd is te besluiten dan wel op een gemeentelijke schadevergoedingsregeling, of indien een belanghebbende meent aanspraak te kunnen maken op een vergoeding van schade, als gevolg van een besluit van een orgaan van de gemeente dat, blijkens dat besluit, te zijnen aanzien onevenredige schade tot gevolg heeft, kan hij zich met een gemotiveerde aanvraag wenden tot het bevoegde bestuursorgaan.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht, bevat de aanvraag de volgende gegevens:

    • a.

      de aanduiding van het besluit, waardoor de schade naar de mening van de aanvrager is veroorzaakt;

    • b.

      een aanduiding van de aard van de gestelde schade, alsmede zo mogelijk een opgave van de omvang daarvan;

    • c.

      een omschrijving van de wijze waarop de schade, naar het oordeel van de belanghebbende, alsnog zou kunnen worden beperkt of ongedaan gemaakt.

  • 3. De ontvangst van de aanvraag wordt door of namens burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken na ontvangst bevestigd, zulks onder de opgave van, zo mogelijk, de samenstelling van de commissie.

Artikel 4 Afdoening zonder onderzoek

  • 1. Het bevoegde bestuursorgaan wijst de aanvraag zonder nader onderzoek af, indien het naar zijn oordeel kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is, indien het, onverminderd het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet de vereiste gegevens bevat, dan wel indien de aanvrager blijkens een desbetreffende bericht van de commissie, nalatig is om de door de commissie gevraagde informatie te verschaffen.

  • 2. Het besluit op de aanvraag om schadevergoeding zonder nader onderzoek wordt uiterlijk twaalf weken na ontvangst van de aanvraag genomen en aan aanvrager binnen twee weken na dagtekening daarvan bekend gemaakt. Het bevoegde bestuursorgaan kan deze termijn met ten hoogste acht weken verlengen. Hij doet de aanvrager hiervan onverwijld mededeling.

Artikel 5 Afdoening met onderzoek

  • 1. Indien geen toepassing wordt gegeven aan artikel 4, geeft het bevoegde bestuursorgaan binnen twee weken na het verstrijken van de aldaar genoemde, eventueel verlengde termijn, aan de commissie opdracht om ter zake van de aanvraag advies uit te brengen, zulks onder toezending van de aanvraag en alle naar zijn mening relevante informatie.

  • 2. Van de opdracht tot advisering aan de commissie wordt mededeling gedaan aan de verzoeker.

Artikel 6 Onderzoek door de commissie

  • 1. De commissie stelt zich ter plaatse op de hoogte van de situatie, tenzij naar haar mening uit de inhoud van de aanvraag aanstonds blijkt, dat de aanvraag behoort te worden afgewezen dan wel dat aanvrager naar haar mening niet-ontvankelijk behoort te worden verklaard.

  • 2. De commissie stelt de aanvrager of diens gemachtigde behoorlijk in de gelegenheid om zijn aanvraag tegenover de commissie mondeling toe te lichten.

  • 3. Voor zover dit redelijkerwijze in zijn vermogen ligt is de aanvrager verplicht om ter zake van het onderzoek aan de commissie alle gevraagde medewerking en informatie te geven.

  • 4. De commissie stelt ook een of meer daartoe aangewezen vertegenwoordigers van de gemeente in de gelegenheid om tegenover de commissie het gemeentelijk standpunt met betrekking tot het verzoek weer te geven. Ook zij zijn gehouden de commissie alle gevraagde medewerking en informatie te geven, voor zover dit redelijkerwijze mogelijk is.

  • 5. De commissie is bevoegd om in het kader van haar onderzoek andere personen in dienst van de gemeente voor het geven van inlichtingen op te roepen. Burgemeester en wethouders stellen deze personen in de gelegenheid om aan dit verzoek te voldoen.

  • 6. Indien krachtens een desbetreffende regeling de eventueel toe te kennen schadevergoeding ten laste zal worden gebracht van een ander openbaar lichaam, stelt de commissie een of meer daartoe door het bevoegde orgaan aangewezen vertegenwoordigers van dit openbaar lichaam in de gelegenheid om naar aanleiding van de aanvraag te worden gehoord.

  • 7. Van de bevindingen bij het onderzoek en van de hoorzittingen maakt de commissie melding in haar advies.

Artikel 7 Inhoud van het advies

Artikel 7 Inhoud van het advies

De commissie onderzoekt en adviseert:

  • a.

    of de aanvrager ten gevolge van een besluit of maatregel, waarop een schadevergoedingsregeling van toepassing is, schade lijdt of zal lijden;

  • b.

    of en in welke mate deze schade redelijkerwijze moet worden toegerekend aan het risico van de gemeente dan wel of en in welke mate deze schade redelijkerwijze ten laste van aanvrager behoort te blijven;

  • c.

    of de vergoeding van deze schade niet of niet voldoende anderszins, zoals door aankoop of onteigening dan wel door een schadevergoeding van particuliere profijthebbenden van de schadeveroorzakende maatregel of besluit is verzekerd en

  • d.

    of en zo ja, welk bedrag aan schadevergoeding naar haar mening aan de aanvrager behoort te worden toegekend.

Artikel 8 Uitbrengen advies

  • 1. Uiterlijk binnen vier maanden na de opdracht tot advisering brengt de commissie schriftelijk een gemotiveerd advies uit aan het bevoegde orgaan.

  • 2. Het advies wordt namens de commissie ondertekend door de rapporteur die de commissie uit haar midden heeft aangewezen.

  • 3. Indien een lid van de commissie een minderheidsstandpunt inneemt wordt daarvan desverlangd in het advies melding gemaakt en wordt het advies mede ondertekend door dit lid.

  • 4. Een afschrift van het advies wordt door de rapporteur gelijktijdig aan de verzoeker toegezonden.

Artikel 9 Beslissing

  • 1. Binnen twaalf weken nadat de commissie haar advies heeft uitgebracht neemt het bevoegde bestuursorgaan een beslissing op de aanvraag. Dit besluit wordt binnen twee weken na het nemen van de beslissing aan de aanvrager bekend gemaakt.

  • 3. Indien het bevoegde bestuursorgaan besluit tot toekenning van een schadevergoeding dan wordt het bedrag uitbetaald uiterlijk één maand nadat het besluit onherroepelijk is geworden. Het bevoegde bestuursorgaan kan desgevraagd een voorschot op de toegekende vergoeding betaalbaar stellen.

Artikel 10 Slotbepaling

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Procedureverordening bestuursschadevergoeding".

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de dag, volgend op de dag van haar bekendmaking. Per gelijke datum wordt de "Procedureverordening planschadevergoeding 1972" ingetrokken.

  • 3. Verzoeken om schadevergoeding, die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening worden afgedaan met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.