Regeling vervallen per 01-01-2019

VERORDENING INZAKE BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN

Geldend van 01-10-1999 t/m 31-12-2018

Intitulé

VERORDENING INZAKE BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: zich in voorkomende gevallen bij bezwaren van ambtenaren tegen besluiten en andere handelingen inzake rechtspositionele aangelegenheden van advies te laten dienen door de in samenwerking met de gemeenten Bedum en Loppersum in te stellen regionale bezwarencommissie inzake rechtspositionele aangelegenheden;

  • c.

    wet: Algemene wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK 2 BEHANDELING VAN DE BEZWAARSCHRIFTEN

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling.

Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren met betrekking tot:

  • a.

    waardering van functies;

  • b.

    beoordeling van medewerk(st)ers;

  • c.

    overplaatsing in het kader van reorganisatiesprocessen c.a. en

  • d.

    alle overige rechtspositionele aangelegenheden.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

De commissie bestaat uit:

  • a.

    een onafhankelijk voorzitter, gekozen door de onder b. en c. genoemde leden;

  • b.

    een door de centrales van overheidspersoneel aan te wijzen lid;

  • c.

    een door de colleges van burgemeester en wethouders van Bedum, Ten Boer en Loppersum aan te wijzen lid.

Artikel 4 Vervanging

De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

De centrales van overheidspersoneel zorgen zelf voor vervanging van het onder artikel 3, punt b. genoemde lid.

De colleges van burgemeester en wethouders van Bedum, Loppersum en Ten Boer zorgen voor vervanging van het onder artikel 3, punt c genoemde lid.

Artikel 5 Secretaris

  • 1. Het secretariaat van de commissie wordt per gemeente afzonderlijk geregeld.

  • 2. De secretaris van de commissie is een door burgemeester en wethouders aangewezen medewerk(st)er van de afdeling Personeel en organisatie.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift, met de daarbij overgelegde stukken, wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 7 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen:

  • -

    2:1, tweede lid, (schriftelijke machtiging verlangen);

  • -

    6:6., voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6.5 van de wet, kan worden hersteld;

  • -

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • -

    7:4, tweede en zesde lid;

  • -

    7:6 vierde lid,

van de wet, worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door of namens de voorzitter van commissie.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies en/of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7.3 van de wet.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het in het tweede lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien, doet hij daarvan mededeling aan:

    • a.

      belanghebbende(n);

    • b.

      het verwerend orgaan.

  • 4. De zitting is niet openbaar.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter deelt de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mede, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2. Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbende(n) of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen, de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan medegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden of na overleg met betrokkene(n) af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 Quorum

  • 1.

    Voor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter, aanwezig is.

  • 2.

    Bij verhindering van één van de leden moet er een plaatsvervangend lid beschikbaar zijn, er wordt gestreefd naar een zo voltallig mogelijk quorum.

Artikel 12 niet deelneming aan de behandelin

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar- of beroepsschrift, indien daarbij onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7.7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 4.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 14 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie, dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende(n) toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende(n) kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie, aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze regeling, die betrekking hebben op de hoorzitting. zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15 raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. a De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies;

    b. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, met vermelding van de redenen van de afwijking.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar- of beroepsschrift.

  • 2. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend. Een afschrift wordt ter kennisneming aan belanghebbende(n) gezonden.

Artikel 16 uitbrengen advies

Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 12 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

Hoofdstuk slotbepaling

Artikel 17 inwerkingtreding en citeercitel

Artikel 17

De regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 1999 en kan worden aangehaald als "Verordening inzake behandeling bezwaarschriften rechtspositionele aangelegenheden"