Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats “Algemeen Begraafpark Ten Boer

Geldend van 03-01-2007 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats “Algemeen Begraafpark Ten Boer

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    gemeentelijke begraafplaats: “Begraafpark Ten Boer”;

  • b.

    rechthebbende: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon aan wie het

    uitsluitend recht tot begraven in een grafruimte is verleend;

  • c.

    uitsluitend recht tot begraven: het recht om in een graf één of meer stoffelijke overschotten te

    doen begraven of begraven te houden;

  • d.

    heffingsverordening: de verordening op heffing en invordering van

    lijkbezorgingsrechten voor het gebruik van de gemeentelijke

    begraafplaats in de gemeente Ten Boer;

  • e.

    beheerder: De door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar

    belast met het toezicht op de gemeentelijke begraafplaats;

  • f.

    huurgrafruimte: een graf, dat bestemd is voor het begraven van overleden

    personen gedurende een bepaald aantal jaren;

  • g.

    kinderhuurgraf: een graf, dat bestemd is voor het begraven van overleden

    kinderen jonger dan twaalf jaar of levenloos geboren kinderen;

  • h.

    urnenhuurgraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon

    gedurende een bepaald aantal jaren, het uitsluitend recht is

    verleend tot:

    • ·

      Het doen bijzetten en bijgezet houden van maximaal 2 asbussen met of zonder urnen;

    • ·

      Het doen verstrooien van as;

  • i.

    urnenmuur: een muur waar in een nis een urn geplaatst kan worden;

  • j.

    urnennis: een nis, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het

    uitsluitend recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet

    houden van asbussen of urnen;

  • k.

    asbus: een hermetisch gesloten bus, bevattende het stoffelijk overschot

    van een overledene na crematie;

  • l.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • m.

    incidentele astverstrooiing; het verstrooien van as als bedoeld in de Wet op de Lijkbezorging

    op een nader daartoe aangegeven plek op de gemeentelijke begraafplaats;

Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Openstelling begraafplaats

  • 1. De begraafplaats is dagelijks voor het publiek geopend van en half uur na zonsopgang tot een half uur voor zonsondergang;

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten;

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as;

  • 4. Het verblijf op de begraafplaats is verboden voor personen die zich op hinderlijke wijze gedragen en voor kinderen beneden de leeftijd van 13 jaar zonder geleide van een persoon van 18 jaar of ouder;

  • 5. Op de begraafvelden van het begraafpark mogen geen honden worden meegevoerd;

  • 6.

    • Het is verboden om:

      • a.

        te colporteren of goederen ter verkoop aan te bieden

      • b.

        op eigenerlei wijze reclame te maken voor handel od bedrijf

      • c.

        op graven te lopen of de begraafplaats te verontreinigen

      • d.

        zich te gedragen in strijd met de eerbied aan de doden verschuldigd;

Artikel 4 Ordemaatregelen 1

  • 1. Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van de beheerder, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten;

  • 2. Het is verboden met een fiets, bromfiets of een motorrijtuig op de begraafplaats te rijden:

    a elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen anders dan voor een begrafenis of het vervoeren van materialen

    b sneller dan 10 km per uur;

    Het verbod in de aanhef en onder a geldt niet voor minder validen;

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van lid 2;

  • 4. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder;

  • 5. Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen;

Artikel 5 Ordemaatregelen 2

  • 1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten minimaal vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder;

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast;

Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1. Degenen, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan;

  • 2. Het omhulsel (kist) dan wel het lijk en de asbus of de urn moeten zijn voorzien van een identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats;

  • 3. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het daartoe aangewezen personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder;

  • De tijd en de plaats van de begraving wordt geregeld door de beheerder;

Artikel 8 Over te leggen stukken

  • 1. Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder;

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet;

  • 3. Begraving of bijzetting in een graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 14, tweede lid;

  • 4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren

  • 5. De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken;

Artikel 9 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijden van begraven en het bezorgen van as is:

    • ·

      op maandag tot en met vrijdag van 9:00 uur t/m 15:00 uur

  • 2. Indien men op de volgende tijden wenst te begraven of het bezorgen van as, zal daartoe gelegenheid worden geboden. Hiervoor zal een extra tarief worden geheven:

    • .

      op maandag tot en met vrijdag na 15:00 uur en zaterdag 9:00 uur t/m 12:00 uur

    • ·

      op maandag t/m vrijdag voor 9:00 uur, zaterdag voor 9:00 uur en na 12:00 uur en op zon- en feestdagen;

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken;

    Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 10 Indeling graven en asbezorging

  • 1. 1 Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    a graven, kindergraven en urnengraven;

    b urnennissen;

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de graven en hoeveel verstrooiing van as er op het strooiveld kunnen plaatshebben. Zij bepalen tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging;

Artikel 11 Volgorde van uitgifte

  • 1. De graven worden per akker zo veel mogelijk aaneensluitend in de rij volgens datum van begraven uitgegeven;

    De rijen zelf worden ten opzichte van elkaar niet aaneensluitend maar juist in wildverband uitgegeven;

  • 2. De aanduiding van de grafruimten geschiedt door vermelding van het veld en het vak, waarin de grafruimte is gelegen, en van het grafnummer;

  • 3.

    • Burgemeester en wethouders kunnen een graf toewijzen buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is;

Artikel 12 Categorieën

Burgemeester en wethouders kunnen bij nader vast te stellen regels, de graven onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte;

Artikel 13 Termijnen graven

  • 1. Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van minimaal dertig jaar het recht op een graf. De termijn begint pas te lopen op de datum waarop het graf is uitgegeven;

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaren, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend;

  • 3. Het in dit artikel bedoelde recht kan niet langer gelden dan tot het tijdstip waarop het terrein feitelijk aan zijn bestemming als begraafplaats zal zijn onttrokken;

  • 4. Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 14, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan;

Artikel 14 Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het recht op een graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op aanvraag van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan;

  • 2 Na het overlijden van de rechthebbende kan het graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan in de vorige bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan;

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het graf te doen vervallen;

  • 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een graf dat inmiddels is geruimd;

Artikel 15 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende;

Artikel 16 Sluiten van graven

  • 1.

    Op schriftelijke aanvraag van de rechthebbende kunnen burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafdekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatsvinden, asbus worden bijgezet of as worden verstrooid, dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn verzoek met name heeft genoemd;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bepalen in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Zij stellen de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard;

Grafbedekkingen

Artikel 17 Vergunning grafbedekking

  • 1. Voor het hebben van een grafbedekking is de vergunning nodig van burgemeester en wethouders;

  • 2. Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen en de wijze van aanbrengen kunnen burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen;

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor van de door hen vastgestelde nadere regels;

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren indien:

    a niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    b de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    c de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    d de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is;

Artikel 18 Verwijdering grafbedekking

  • 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door burgemeester en wethouders worden verwijderd;

  • 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekendgemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval stellen zij hem uiterlijk één jaar voor het genoemde tijdstip per brief van hun voornemen in kennis;

  • 3. Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediend aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende drie maanden ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 18 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn;

  • 4. De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

    a geen aanvraag op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen deze aanvraag had kunnen worden ingediend is verstreken;

    b de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald;

Artikel 19 Onderhoud van de grafbedekking

  • 1. De rechthebbende is verplicht de op de grafruimten geplaatste voorwerpen te schoonhouden ( het vastzetten van losse banden en kopstukken daaronder begrepen ) en het onderhouden van de daarop aanwezige beplantingen;

  • 2. Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zonodig de gehele grafbedekking doen verwijderen;

  • 3.

    • De oproeping geschiedt door mededeling op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht;

Artikel 20 Onderhoud door de gemeente

  • 1 Het onderhoud kan tegen betaling van het daarvoor ingevolge de heffingsverordening verschuldigde recht door de rechthebbende uitbesteed aan de gemeente worden opgedragen;

  • 2 Bij niet-betaling van het in het eerste lid bedoelde recht wordt de op de desbetreffende grafruimte aanwezige grafbedekking vanwege de gemeente verwijderd, echter niet eerder dan na verloop van vier weken nadat de rechthebbende een schriftelijk waarschuwing ter zake is verzonden;

  • 3 De oproeping geschiedt door mededeling op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht;

Artikel 21 Wegnemen en weer terugzetten van grafbedekkingen

  • 1

    De grafbedekking is alsdan volledig ter beschikking van de gemeente, die het recht heeft deze na verloop van minstens vijf jaren te verkopen of te vernietigen;

  • 2

    De mogelijkheid wordt geboden om de weggenomen grafbedekking tegen betaling te laten herplaatsen, mist dit geschiedt binnen een termijn van vijf jaren na het verwijderen;

  • 3

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking.

Ruiming van graven, urnen-graven en urnennissen

Artikel 22 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hem bekend is. In dat geval stellen zij hem uiterlijk één jaar voorafgaande aan het bedoelde tijdstip per brief van hun voornemen in kennis;

  • 2. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op het daartoe bestemde gedeelte van de begraafplaats;

  • 3. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn de beheerder schriftelijk verzoeken bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.

    Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een graf kunnen de beheerder vragen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders;

  • 4. De rechthebbende op een graf, kan de beheerder schriftelijk verzoeken om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een urnengraf of urnennis kan de beheerder vragen deze ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te doen verstrooien;

    Instandhouden historische graven en opvallende grafbedekkingen

Artikel 23 Lijst

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een lijst bijhouden van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft;

  • 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven;

  • 3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan;

    Inrichting register

Artikel 24 Voorschriften

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as;

  • 2. Het register wordt bijgehouden door de beheerder;

    Afwijkende bepalingen van de verordening

Artikel 25 Mogelijkheid tot afwijking van de bepalingen van de verordening

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen in daartoe aanleiding gevende gevallen afwijken van de bepalingen deze verordening toestaan;

  • 2. Bij twijfel of verschil van mening omtrent de toepassing van deze verordening beslissen burgemeester en wethouders in hoogste instantie;

    Slotbepalingen

Artikel 26 Strafbepaling

  • 1. Overtreding van enige in deze verordening bepalingen kan worden gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie;

Artikel 27 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt op de dag na die van de bekendmaking in werking;

Artikel 28 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Beheersverordening Algemeen Begraafpark Ten Boer”;