Regeling vervallen per 01-01-2021

Regeling instandhouding beschermde monumenten

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2020

Intitulé

Regeling instandhouding beschermde monumenten

Artikel 1 Begripsbepalingen

1.Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    college: Het college van burgemeester en wethouders,

  • b.

    subsidie: De aanspraak op financiële middelen, door de raad of het college verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan de raad of het college geleverde goederen of diensten. Geen subsidies in de zin van deze verordening zijn aanspraken of verplichtingen die voortvloeien uit een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de heffing van een premie dan wel een premievervangende belasting ingevolge de Wet financiering volksverzekeringen. Tevens is geen subsidie in de zin van deze verordening de aanspraak op financiële middelen, verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift dat uitsluitend voorziet in verstrekking aan rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld,

  • c.

    activiteit: Elke vorm van handelen, of het nalaten daarvan, door een subsidie-ontvanger,

  • d.

    subsidie-ontvanger: Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon met volledige rechtspersoonlijkheid, die zich de behartiging van door de raad of het college erkende belangen van ideële en/of materiële aard ten doel stelt,

  • e.

    monument: Een beschermd rijksmonument als bedoeld in de Monumentenwet, dan wel panden waaromtrent de minister het voornemen tot plaatsing op de monumentenlijst kenbaar heeft gemaakt,

  • f.

    wet: Monumentenwet 1988,

  • g.

    eigenaar: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op een beschermd monument,

  • h.

    subsidiabele kosten: kosten die naar het oordeel van Onze minister noodzakelijk zijn om een beschermd monument in stand te houden,

  • i.

    subsidieplafond: Het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van gemeentelijke subsidies.

  • j.

    instandhoudingsplan: instandhoudingsplan als bedoeld in artikel 12 van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten,

  • k.

    Drempelbedrag: bedrag aan subsidie waaronder geen subsidie wordt verstrekt,

  • l.

    RACM: Rijksdienst voor Archeologie Cultuurlandschap en Monumenten,

  • m.

    Brim: Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten,

  • n.

    Rrim: Regeling rijkssubsidiëring instandhouding monumenten,

  • o.

    BROM: Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

Deze verordening is van toepassing op subsidiëring van activiteiten die door subsidieontvangers worden uitgevoerd.

Artikel 3 Te subsidiëren activiteit

Het college kan subsidie verlenen voor het treffen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van monumenten. In dat kader kan het college subsidie verlenen voor:

  • 1.

    instandhouding van molens

  • 2.

    instandhouding van kerkelijke gebouwen en kerk-onderdelen/objecten

Artikel 4 Grondslag van de subsidie

  • 1. Het college kan voor een periode van zes kalenderjaren aan de eigenaar van een beschermd monument subsidie verstrekken ten behoeve van de instandhouding van een beschermd monument.

  • 2. Voor subsidie op grond van deze regeling komen in aanmerking, die eigenaren welke van de minister een beschikking op basis van het Brim hebben gekregen.

  • 3. De subsidie voor molens wordt zodanig vastgesteld dat het maximaal 10% van de door de minister vastgestelde subsidiabele kosten (artikel 2 Rrim) bedraagt.

  • 4. De subsidie voor kerkelijke gebouwen en kerk-onderdelen/objecten wordt zodanig vastgesteld dat het maximaal 5% van de door de minister vastgestelde subsidiabele kosten (artikel 2 Rrim) bedraagt.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1. Het college kan een subsidieplafond vaststellen.

  • 2. Wanneer voor enig kalenderjaar het totaal bedrag van de aanvragen het bedrag als bedoeld in lid 1 van dit artikel overschrijdt, worden ten laste van dit laatste bedrag de aanvragen gehonoreerd op basis van de volgorde waarin de subsidieaanvragen bij de gemeente zijn binnengekomen.

Artikel 6 Maximum subsidiabele kosten

1.Het maximum waarover per beschermd monument subsidie kan worden verstrekt bedraagt:

  • a.

    Voor molens: 50.000 euro

  • b.

    Voor kerkelijke gebouwen en kerk-onderdelen/objecten: 100.000 euro

Artikel 7 Subsidieaanvraag

  • 1. Subsidie wordt per beschermd monument op aanvraag verleend.

  • 2. De indiening van de aanvraag gaat vergezeld van kopie aanvraag subsidie van het rijk, te weten:

    • a.

      een volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • b.

      het instandhoudingsplan;

    • c.

      een bouwkundig inspectierapport per beschermd monument dat is opgesteld niet eerder dan 2 jaren voorafgaande aan het eerst jaar waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • d.

      beschikking van de RACM op grond van het Brim;

  • 3. Bij een eerste subsidieaanvraag overlegt de aanvrager die een rechtspersoon is, tevens:

    • a.

      Een opgave van de samenstelling van het bestuur,

    • b.

      Een gewaarmerkt exemplaar van de oprichtings- of stichtingsakte van de rechtspersoon waarin de statuten zijn opgenomen en een exemplaar van het huishoudelijk reglement;

    • c.

      Een beschrijving van de organisatievorm van de rechtspersoon;

  • 4. Het overleggen van de in lid 2 onder b, c en d genoemde bescheiden kan achterwege blijven, als deze bescheiden in verband met een aanvraag als bedoeld in artikel 25 in het bezit zijn van het college.

  • 5. Een aanvraag voor een subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 2 dient voorafgaand aan het kalenderjaar waarop een eigenaar in aanmerking komt voor subsidie te worden ingediend.

  • 6. Per beschermd monument kan slechts eenmaal voor een periode waarop een instandhoudingsplan betrekking heeft subsidie worden verleend.

Artikel 8 Subsidieverlening

  • 1. Indien het college een subsidie verleent, wordt in de subsidiebeschikking aangegeven, op welk bedrag de subsidieontvanger maximaal aanspraak heeft.

Artikel 9 Weigeringsgronden subsidie

  • 1. De subsidieverlening kan in ieder geval worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

    • a.

      De activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;

    • b.

      De subsidieaanvrager niet zal voldoen aan de verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn;

  • 2. De subsidieverlening kan voorts in ieder geval worden geweigerd indien de aanvrager in het kader van de aanvraag onjuiste gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op een aanvraag zou hebben geleid;

  • 3. Het college kan een subsidieaanvraag weigeren als in de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd al op een andere toereikende wijze wordt voorzien.

  • 4. De subsidieverlening wordt geweigerd, indien door verstrekking van de subsidie een subsidieplafond zou worden overschreden.

Artikel 10 Verplichtingen van de subsidie-ontvanger

  • 1. Een subsidie-ontvanger die een rechtspersoon is, dient tevens aan het college per omgaande te berichten omtrent:

    • a.

      wijziging van het huishoudelijk reglement en van de statuten onder toezending van een afschrift van de notariële akte waarin de wijziging is opgenomen;

    • b.

      wijziging in zijn bestuurssamenstelling;

    • c.

      besluiten of procedures die leiden of kunnen leiden tot beëindiging van de activiteiten dan wel ontbinding van de rechtspersoon.

Artikel 11 Bevoorschotting

  • 1. In daarvoor naar het oordeel van het college in aanmerking komende gevallen kan op verzoek van de aanvrager, indien tenminste 50% van de werkzaamheden is verricht en door het college akkoord is bevonden, een voorschot op de subsidie worden verstrekt van 50%.

  • 2. In daarvoor naar het oordeel van het college in aanmerking komende gevallen kan op verzoek van de aanvrager een voorschot bij de aanvang van de werkzaamheden worden verstrekt.

Artikel 12 Vaststelling

  • 1. Uiterlijk 1 september na afloop van het laatste kalenderjaar waarover de subsidie is verleend, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2. De indiening van de aanvraag gaat vergezeld van het besluit van de RACM op grond van het Brim;

  • 3. Het college beslist binnen 13 weken op de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 13 Lager vaststellen van de subsidie

Voor zover het bedrag van de subsidie afhankelijk is van de werkelijke kosten van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, worden kosten die in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd, bij de vaststelling van de subsidie niet in aanmerking genomen.

Artikel 14 Betaling

  • 1. Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

  • 2. Het subsidiebedrag wordt binnen vier weken na de subsidievaststelling betaald.

Artikel 15 Overgangsbepalingen

Voor de hieronder genoemde objecten geldt dat de aanvraag in het kader van het BROM worden afgedaan tot en met het onderhoudsjaar 2009.

  • a.

    Kerkstraat 7 en 9 te Thesinge (kerk);

  • b.

    Kerkhorn 4 te Wittewierum (kerk);

    Voor de hieronder genoemde objecten geldt dat aanvragen in het kader van het BROM worden afgedaan tot en met het onderhoudsjaar 2010.

  • c.

    Dorpsweg 69 te Garmerwolde (kerk);

  • d.

    Borgweg 17 te Lellens (kerk);

  • e.

    B. Kuiperweg 14 te Ten Post (kerk);

  • f.

    Kapelstraat 2 te Thesinge (kerk);

  • g.

    Kerkpad 4 te Woltersum (kerk)

    Voor de hieronder genoemde object geldt dat de aanvraag in het kader van het BROM wordt afgedaan tot en met het onderhoudsjaar 2011.

  • h.

    Kerkpad 4 te Ten Boer (kerk).

    Voor de hieronder genoemde objecten geldt dat de aanvraag in het kader van het BRIM worden afgedaan

    tot en met het onderhoudsjaar 2012.

  • i.

    Stadsweg 9 te Garmerwolde (molen);

  • j.

    Boltweg 16 te Ten Boer (molen);

  • k.

    Boltweg 18a te Ten Boer (molen);

  • l.

    Eestumerweg 37 te Ten Post (molen);

  • m.

    Molenweg 1 te Thesinge (molen);

  • n.

    Kollerijweg 5 te Woltersum (molen).

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling instandhouding beschermde monumenten.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht per 1 januari 2009 in werking.

  • 2. De ‘Regeling onderhoudssubsidie monumenten’ met terugwerkende kracht per 31 december 2008 in te trekken