Regeling vervallen per 09-05-2018

Samen verder. Coalitieakkoord 2014 - 2018

Geldend van 17-04-2014 t/m 08-05-2018

Intitulé

Samen verder. Coalitieakkoord 2014 - 2018

Nieuw hoofdstuk

Als lijsttrekker van TOP/Gemeentebelangen, de grootste fractie in de gemeenteraad na de verkiezingen van 19 maart jl., heeft de heer drs. F.O. van Hulle, fungerend als formateur op zaterdag 22 maart en maandag 24 maart oriënterende gesprekken gevoerd met de tien in de raad vertegenwoordigende partijen. Na bestudering van de resultaten heeft de formateur een eerste conclusie getrokken.

Breed gedragen wordt dat de partijen TOP/Gemeentebelangen, CDA en PvdA de eerst aangewezenen zijn om een coalitie te vormen. Een minderheid heeft een voorkeur voor een andere combinatie uitgesproken.

Op dinsdag 25 maart zijn de gesprekken tussen deze drie partijen gestart. Hierbij is de volgende aanpak gehanteerd.

Aangezien er verschillend tegen het aantal benodigde wethouders aangekeken werd, is dit als eerste aan de orde geweest en dat heeft geleid tot de gezamenlijke keuze voor vier wethouders (twee TOP/Gemeentebelangen, één CDA en één PvdA).

Tevens zijn afspraken vastgelegd over de communicatie binnen de coalitie.

Vervolgens zijn van de drie partijen de vijf belangrijkste thema’s uit de drie verkiezingsprogramma’s aan de orde geweest. Nadat op deze thema’s consensus bereikt was, zijn de drie verkiezingsprogramma’s behandeld. Ook is gekeken naar thema’s uit de programma’s van de overige partijen. Deze aanpak is afgerond op vrijdag 4 april.

Tevens is op 4 april de belangstelling voor de diverse portefeuilles geïnventariseerd en daaruit is een eerste portefeuilleverdeling gekomen.

Op 9 april bereiken de fracties overeenstemming over het coalitieakkoord, het aantal wethouders en de portefeuilleverdeling. Bij brief van 10 april informeert de formateur de Raad en, op grond van artikel 35 lid van de Gemeentewet, de Burgemeester. Deze wordt dan in de gelegenheid gesteld zijn opvattingen over de voorstellen ten behoeve van het coalitieakkoord kenbaar te maken.

De verdere uitwerking van het coalitieakkoord en de inbreng van de ambtelijke organisatie vormen de agenda voor het collegeprogramma. Hierbij worden ook nog betrokken de opvattingen van de Burgemeester en van de gemeenteraad.

Het coalitieakkoord wordt formeel aangeboden voor de raadsvergadering van 17 april. Het is niet de bedoeling om het akkoord op dat moment inhoudelijk te bespreken. Wel kan uit de fracties een reactie gegeven worden op de door de formateur gevolgde werkwijze.

De inhoudelijke bespreking kan in een opiniërende raadsvergadering plaatsvinden. Een nader procedurevoorstel wordt voorbereid.

Tot slot willen wij nog opmerken dat voor het overige de ingezette lijn wordt voortgezet.

2 Coalitieakkoord

1 Programma Bestuur en Burger

  • 1.1.

    Extra aandacht voor de wijze waarop college de raad, burgers en bedrijfsleven informeert en betrokkenheid stimuleert (procesafspraken over informatieverstrekking en werkwijze).

  • 1.2.

    Samenwerking met België en vooral Vlaanderen is, gelet op de gezamenlijke belangen en het achterland, een logische zaak maar de inzet van middelen vergt wel zicht op een tastbaar resultaat.

  • 1.3.

    Samenwerking met Hulst en Sluis is aan de orde indien deze samenwerking leidt tot aantoonbaar goedkopere en efficiëntere resultaten voor onze gemeente.

  • 1.4.

    Ons motto is: “Dienstverlening - samen doen”. Daarmee dragen we actief bij aan de landelijke ontwikkelingen op het gebied van dienstverlening.

  • Onze uitgangspunten zijn:

    • ·

      de vraag staat centraal

    • ·

      snel en zeker

    • ·

      één overheid

    • ·

      eenmalige uitvraag gegevens

    • ·

      transparant en aanspreekbaar

    • ·

      efficiënt werken

  • Bij dienstverlening gaat het ons niet om organisaties maar om organiseren, in dynamische netwerken en blijvend afgestemd op wat burgers vragen en/of nodig hebben.

    Wij richten ons op digitale service, maar hechten tevens belang aan persoonlijk contact. Maatwerkdienstverlening organiseren we dichtbij burgers (in wijken en aan keukentafels) en bedrijven.

    De contacten met wijk- en dorpsraden vinden wij belangrijk en onderhouden we op een eigentijdse wijze.

  • 1.5.

    De gemeente is het eerste aanspreekpunt voor de burger. Binnen de grenzen van de regelgeving ondersteunt de gemeente de belangen van haar burgers bij hogere overheden, waarbij een realistisch beeld geschetst wordt van de (on)mogelijkheden.

2 Programma Veiligheid en Openbare Orde

  • 2.1.

    Op het gebied van sociale veiligheid werken wij samen met onder andere woningbouwcorporaties, welzijns- en jeugd(zorg)instellingen, het veiligheidshuis, brandweer, politie (met een bijzondere rol voor de wijkagent), onderwijs en bedrijven. Dit proces wordt op initiatief van de gemeente verder ontwikkeld.

    Daar waar bewoners een rol hebben of kunnen vervullen, worden zij vanzelfsprekend betrokken en indien nodig gefaciliteerd.

  • 2.2

    Speelautomatenhallen worden niet gevestigd op locaties met een concentratie van jongeren. Daarnaast zal er bij een eventuele vestiging sprake moeten zijn van een voor de gemeente aantoonbare meerwaarde.

3 Programma Verkeer en Vervoer

  • 3.1.

    De aanleg van een goederenspoorlijn op de Oostelijke Kanaaloever is en blijft noodzakelijk. Gelet op de komst van een nieuwe zeesluis wordt deze noodzaak alleen nog maar groter (meer en grotere schepen leiden enerzijds tot meer trafieken en anderzijds tot meer openstellingen van de brug Sluiskil).

  • Ook biedt een verbeterde nautische toegang kans op de vestiging van nieuwe bedrijven die ook goede achterlandverbindingen wensen.

  • 3.2.

    Onder het motto “wij betalen geen cent voor isolement” zet de gemeente zich in voor een verlaging van de toltarieven van de Westerscheldetunnel voor haar inwoners en bedrijven.

  • 3.3.

    Onderzoeken of gratis OV voor ouderen na de ochtendspits voortgezet kan worden.

  • 3.4.

    De realisatie van de aansluiting van de Laan van Othene op de N61 is en blijft nodig, maar wordt afgestemd op de Provinciale plannen.

  • 3.5

    Herijking van het parkeerbeleid in het centrum van Terneuzen, met in acht neming van het volgende:

  • .

    de opbrengsten dienen kostendekkend te zijn;

  • .

    parkeergeleiding toepassen;

  • .

    het City Marketing plan sluit aan op de uitgangspunten van het gemeentelijke beleid

Programma Economie en Toerisme

  • 4.1.

    Stimulering en facilitering van de economische ontwikkeling (ook grensoverschrijdend) door het creëren van een goed vestigingsklimaat.

  • 4.2.

    Goed afgewogen en toekomstgerichte ontwikkeling van de detailhandel in het centrum van Terneuzen, te verwoorden in de detailhandelsvisie. De huidige plannen voor de Kop van Noordstraat en de Kennedylaan West worden als een gegeven beschouwd. Terneuzen-Zuid verder ontwikkelen met in skihal ruimte voor sport en leisure gerelateerde detailhandel.

  • 4.3.

    Verdere professionalisering van de begeleiding van bedrijven (zowel reeds gevestigde als nieuwkomers).

  • 4.4.

    Belang van schone en duurzame industriële ontwikkeling in de Kanaalzone, en met name de clustering daarvan, wordt onderschreven, en met behoud van een ieders verantwoordelijkheid ondersteund. (zie ook 8.6)

  • 4.5.

    Er dient een nieuwe visie op toerisme en plattelandsontwikkeling te komen, ondermeer in verband met volgende ontwikkelingen:

    • .

      nieuw City Marketingplan;

    • .

      ontwikkelingen in het Braakmangebied;

    • .

      wens tot heroriëntatie op nieuwe economische dragers en ontwikkeling Buitengebied.

5 Programma Kunst en Cultuur

  • 5.1.

    Kritisch kijken naar het huidige cultuurbeleid. Dit impliceert geen nieuwe beleidsinitiatieven op cultureel gebied en het plaatsen van Toonbeeld op afstand waarbij een breed onderzoek naar de taken op het gebied van cultuureducatie plaatsvindt (niet of maar hoe).

6 Programma Sport en Recreatie

  • 6.1.

    Het Plan van aanpak sportaccommodaties wordt op een realistische wijze uitgewerkt, waarbij de uitgangspunten zoals verwoord onder 6.3. worden gehanteerd.

  • 6.2.

    Er dient een nieuwe visie op toerisme en plattelandsontwikkeling te komen, ondermeer in verband met volgende ontwikkelingen:

    • .

      nieuw City Marketingplan;

    • .

      ontwikkelingen in het Braakmangebied;

    • .

      wens tot heroriëntatie op nieuwe economische dragers en ontwikkeling Buitengebied.

  • 6.3.

    Bij het aanbieden van voorzieningen is het op een duurzame en financieel verantwoorde wijze verzorgen van basisbehoeften het uitgangspunt waarbij natuurlijke clustering wordt ondersteund. Daar waar dat mogelijk is op basis van maatschappelijk initiatief en daar waar dat niet aanwezig is, maar wel nodig, onder regie van de gemeente.

  • 6.4.

    Met het Masterplan Voorzieningen in de hand komen tot heldere keuzes over welke voorzieningen onder de huidige omstandigheden in stand moeten blijven of geclusterd kunnen worden of niet langer door de gemeente ondersteund worden. Om tot deze keuzes te komen een afwegingsproces opstellen en dit keuzeproces binnen 1 jaar afronden.

7 Programma Onderwijs en Jeugd

  • 7.1.

    Het onderhoud van schoolgebouwen wordt per 1 januari 2015 een verantwoordelijkheid voor de schoolbesturen. Om te zorgen dat de kwaliteit van de gebouwen goed blijft, zullen wij onze toezichthoudende rol actief ter hand nemen en schoolbesturen indien nodig hierop aanspreken.

  • 7.2.

    Kennisinnovatie is belangrijk. Daartoe de samenwerking tussen Ondernemers, Onderwijs en Overheid intensiveren. Deze samenwerking biedt tevens de mogelijkheid om jongeren te behouden en/of aan te trekken (bijvoorbeeld door het aanbieden van stages). De gemeente heeft in dat kader een voorbeeldfunctie.

  • 7.3.

    Wij hechten aan de aanwezigheid van kwalitatief goed basis-, speciaal-, voortgezet-en middelbaar (beroeps) onderwijs in onze gemeente. Wij streven hierbij naar een evenwichtige spreiding van scholen, waarbij we anticiperen op een teruglopend leerlingenaantal. Speciale aandacht hebben wij voor de aanpak van laaggeletterdheid.

  • 7.4.

    Stimuleren en ondersteuning van samenwerkingsinitiatieven op het gebied van Voortgezet Onderwijs en Middelbaar Beroepsonderwijs waarbij behoud van kwalitatief goede onderwijsvoorzieningen voor Zeeuwsch Vlaanderen voorop staat.

  • 7.5.

    Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente Terneuzen volledig verantwoordelijk voor alle preventie en hulp voor jeugdigen. Dat betekent dat wij naast het preventieve jeugdbeleid ook verantwoordelijk worden voor de jeugdzorgtaken. Voor de nieuwe (integrale) nota jeugdbeleid zullen jongeren actief gevraagd worden om mee te denken. Jongerenparticipatie heeft als doel jongeren te informeren, mee te laten denken en beslissen, actieve betrokkenheid/participatie en burgerschapsvorming. Deze actieve vorm van jongerenparticipatie wordt na het opstellen van het jeugdbeleid structureel gecontinueerd en uitgevoerd door de nieuwe uitvoeringsorganisatie in samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin.

8 Programma Ruimte, Wonen en Milieu

  • 8.1.

    Bij stads- en dorpsvernieuwing zijn er de volgende prioriteiten:

    • a.

      De (her)ontwikkeling van de binnenstad van Terneuzen, en met name het gebied Nieuwstraat-Zuid, is belangrijk en wordt voortvarend ter hand genomen. Kwaliteitsverbetering is het na te streven doel;

    • b.

      De verdere aanpak in Axel;

    • c.

      De verdere aanpak in Sas van Gent;

    • d.

      De verdere aanpak in Philippine;

    • e.

      De aanpak in diverse kernen van de zogenaamde Gatenkaasproblematiek;

    • f.

      KLUS;

    • g.

      Instandhouding en verbetering van de leefbaarheid van kernen en wijken.

  • 8.2.

    Het handhavingsbeleid met betrekking tot verpauperde gebouwen (de zogenaamde rotte kiezen) wordt, mede op basis van het excessenbeleid, geïntensiveerd. Initiatieven gericht op de sanering of renovatie van oude woningvoorraad worden gestimuleerd.

  • 8.3.

    Bouwprojecten en herstructureringsprojecten worden afgestemd op de toekomstige bevolkingssamenstelling waarbij gebouwd/verbouwd wordt om het zelfstandig wonen van ouderen te faciliteren. Advies over deze projecten van ter zake deskundigen, zoals de woonadviescommissie, is hierbij gewenst.

  • 8.4.

    Terneuzen moet een aantrekkelijke vestigingsplaats voor burgers worden. Dit vertaalt zich in een beleid voor de huur- en koopsector.

  • Voor de huursector betekent dit dat betaalbare huurwoningen beschikbaar zijn en blijven (met name voor jongeren en ouderen) en daarom moet voorkomen worden dat goedkope kwalitatief acceptabele huurwoningen aan de woningvoorraad onttrokken worden. Daartoe afspraken met de woningcorporaties maken.

  • In de koopsector moeten nieuwe woningen voldoen aan de duurzaamheidsladder en de uitgangspunten van de maatschappelijke kosten-batenanalyse.

  • 8.5.

    Wij zijn voorstanders van het gebruik van groene stroom. Locaties voor windmolenparken liggen in of aan de Noordzee.

  • 8.6.

    Belang van schone en duurzame industriële ontwikkeling in de Kanaalzone, en met name de clustering daarvan, wordt onderschreven, en met behoud van een ieders verantwoordelijkheid ondersteund. (zie ook 4.4)

  • 8.7.

    Op basis van een gedegen onderzoek (zie actiepunt 147 gemeenteraad 12-12-2013; eerste kwartaal 2015 termijnagenda) tot besluitvorming komen over een nieuw gemeentelijk inzamelingsbeleid van oud papier dat recht doet aan:

    • .

      de financiële belangen van de gemeente;

    • .

      de chronologie van de verworven rechten van de betrokken verenigingen;

    • .

      efficiënte inzameling van de reststroom oud papier.

9 Programma Werk en Inkomen

  • 9.1.

    De gemeente heeft samen met het bedrijfsleven een taak om zoveel mogelijk medewerkers van Dethon te herplaatsen. Voor de medewerkers van Dethon die niet te herplaatsen zijn blijft Dethon als beschutte werkomgeving bestaan. Daar waar bedrijven niet (kunnen) voldoen aan de plaatsingsplicht stimuleert de gemeente deze bedrijven om hun verplichting via het beschutte werkbedrijf in te vullen.

  • 9.2.

    Bij alle projecten (fysieke en infrastructuur) passen het systeem van Social Return On Investment toe. Social Return on Investment wordt niet wenselijk geacht voor de aanbesteding in het kader van de decentralisaties in de zorg ter voorkoming van een extra aanslag op de beschikbaar gestelde budgetten.

  • 9.3.

    Gelet op de grote veranderingen in het sociale domein wordt kritisch gekeken naar ontwikkelingen waarbij gestreefd wordt naar de instandhouding van de sociale infrastructuur. Gericht armoedebeleid (binnen de beschikbare middelen) staat daarbij voorop.

10 Programma Mens en Maatschappij

  • 10.1.

    We stimuleren vrijwilligerswerk. Het honoreren van vrijwilligerswerk laten we over aan de verenigingen of stichtingen zelf.

  • 10.2.

    Werkzoekenden proberen we zo snel mogelijk aan een baan te helpen. Als dat niet kan, zoeken we naar andere mogelijkheden. Wij streven er naar dat iedereen actief blijft, bijvoorbeeld met stages, door het doen van onbetaald werk of het volgen van (bij)scholing. Hiermee willen we sociale uitsluiting voorkomen.

  • 10.3.

    Bij het aanbieden van voorzieningen is het op een duurzame en financieel verantwoorde wijze verzorgen van basisbehoeften het uitgangspunt waarbij natuurlijke clustering wordt ondersteund. Daar waar dat mogelijk is op basis van maatschappelijk initiatief en daar waar dat niet aanwezig is, maar wel nodig, onder regie van de gemeente.

  • 10.4.

    Een veilige en leefbare samenleving is een opdracht voor elke inwoner. Daar waar dat niet kan, maar wel nodig is, heeft de gemeente een opdracht.

  • 10.5.

    Met het Masterplan Voorzieningen in de hand komen tot heldere keuzes over welke voorzieningen onder de huidige omstandigheden in stand moeten blijven of geclusterd kunnen worden of niet langer door de gemeente ondersteund worden. Om tot deze keuzes te komen een afwegingsproces opstellen en dit keuzeproces binnen 1 jaar afronden.

  • 10.6.

    Op basis van de uitkomsten van de aanbesteding van het Openbaar Vervoer de integratie van WMO- en CVV-vervoer in het Openbaar Vervoer goed regelen.

  • 10.7.

    Wij streven naar één brede uitvoeringsorganisatie op welzijnsgebied waarin de functies van AanZ, Stichting Jeugd en Jongeren Werk, het Maatschappelijk Werk en MEE worden samengevoegd.

  • 10.8.

    In kleine kernen, maar ook wijken streven we naar clustering van de zorgvraag en zorgaanbod tot zorgunits, zodat een exploitabel geheel kan ontstaan. We realiseren ons dat de zorgaanbieder uiteindelijk de beslissing neemt.

  • 10.9.

    Draagkracht is voor ons een leidend principe. Draagkracht zowel in financiële zin als in sociaal opzicht. Eigen bijdragen voor zorg dienen waar mogelijk inkomensafhankelijk te zijn zonder dat dit leidt tot een stapeling van eigen bijdragen.

  • 10.10.

    De benodigde zorg goed organiseren met optimale inzet van de beschikbaar gestelde middelen. Met als uitgangspunt: het koppelen van voorzieningen van zorg en welzijn met een vraaggericht zorgaanbod met oog voor een goede aansluiting op de zorgvraag.

11 Programmaoverstijgend

  • 11.1.

    Bezuinigingen moeten evenwichtig verdeeld worden over alle portefeuilles en taakvelden waarbij aandacht is voor de maatschappelijke impact van die bezuinigingen,.

A Lokale heffingen

  • A.1.

    Handhaving van de huidige jaarlijkse trendmatige verhoging van tarieven en belastingen met 3%. Kostendekkendheid van de rioolrechten nastreven.

  • A.2.

    Er komt een onderzoek naar de begrafenis- en crematiekosten binnen de gemeente, maar ook in verhouding met andere gemeenten, een en ander met als uitgangspunt kostendekkendheid van tarieven.

B Onderhoud Kapitaalgoederen

  • B.1.

    Met betrekking tot de openbare ruimte wordt een gedifferentieerd beleid gevoerd waarbij aan de functie aangepaste kwaliteit wordt geleverd, met een realistische inzet van middelen en zo nodig aangepaste beheerplannen (maatwerk naar gebruik en gebruikers). De inzet van burgers bij het verrichten van gemeentelijke taken is daarbij een optie.

D Financiering

  • D.1.

    Verantwoord evenwichtig financieel beleid met als doel om op termijn de schuldenpositie van de gemeente te verlagen.

E Bedrijfsvoering

  • E.1.

    Ter stimulering van de lokale werkgelegenheid richt de gemeente het inkoopbeleid zo in dat, daar waar mogelijk, bij (bouw)opdrachten en aanbestedingen vooral lokale ondernemers (zoals leveranciers, aannemers en architecten) aan bod komen.

  • E.2.

    De gemeentelijke organisatie moet haar taken kunnen uitvoeren. Uiteraard moet de organisatie zo lean mogelijk neergezet worden.

3.Portefeuilleverdeling Burgemeester en Wethouders 2014-2018

Burgemeester de heer J.A.H. Lonink

  • ·

    Gemeentelijk ambassadeur (inclusief representatie)

  • ·

    Openbare Orde en Veiligheid

  • ·

    Brandweer

  • ·

    Grensoverschrijdende samenwerking

  • ·

    Beleidscoördinatie

  • ·

    Havenzaken

De heer drs. F.O. van Hulle

  • ·

    Financiën

  • ·

    Wonen (exclusief zorg)

  • ·

    Verkeer en Vervoer (met uitzondering van personenvervoer)

  • ·

    Ruimtelijke Ordening

  • ·

    Stads- en dorpsvernieuwing

  • ·

    Natuur en Milieu

  • ·

    Vastgoed

De heer J.F. Begijn

  • ·

    Economie (waaronder plattelandsontwikkeling, bedrijven, werkgelegenheid)

  • ·

    Midden- en Kleinbedrijf en Marktzaken

  • ·

    Sport

  • ·

    Toerisme en recreatie

  • ·

    Citymarketing

De heer C.L. Liefting

  • ·

    Sociale Zaken

  • ·

    Volksgezondheid, Zorg en Welzijn

  • ·

    Onderwijs en Jeugd

  • ·

    Personenvervoer

De heer F. Deij

  • ·

    Openbare Werken (waaronder afvalverwijdering)

  • ·

    Kunst en Cultuur

  • ·

    Personeel en Organisatie (waaronder publiekszaken, deregulering en ontbureaucratisering)

  • ·

    Communicatie en voorlichting (waaronder mediabeleid)

  • ·

    Wijkbeheer en burgerparticipatie

  • ·

    Informatisering en automatisering