“Ruimte voor Kwaliteit” Bomenbeleidsplan Gemeente Terneuzen

Geldend van 30-06-2016 t/m heden

Intitulé

“Ruimte voor Kwaliteit” Bomenbeleidsplan Gemeente Terneuzen

1 Aanleiding

In een samenleving die steeds kritischer met elkaar en ruimte omgaat, is de laatste jaren de behoefte aan eenduidig beleid gegroeid. Zo ook de behoefte aan een beleidsnota over bomen. Vanuit allerlei hoeken van de maatschappij is vraag naar hoe om te gaan met bomen. Inwoners willen een duidelijk antwoord op hun vragen over bomen. Bestuurders willen advies over hoe te antwoorden op deze vragen. Planvormers willen weten waar ze wel of geen bomen kunnen inplannen. En tot slot willen beheerders duidelijkheid over de wijze van aanleg en onderhoud. Zo heeft iedereen een belang bij een beleidsplan.

Om een antwoord op veelvoorkomende vragen te geven en een leidraad voor de omgang met bomen te bieden, is dit bomenbeleidsplan opgesteld.

2 Inleiding

De gemeente Terneuzen is een gemeente met ruimte. De inrichting van de kernen is dan ook op veel plaatsen ruim opgezet. Brede wegprofielen met laanstructuren zijn kenmerkend. Bomen worden in Terneuzen zeker niet vergeten, maar de kwaliteit van de ruimte voor bomen moet naar een hoger niveau worden getild. Dit om een duurzaam bomenbestand te ontwikkelen.

In 2004 is een groenbeheerplan opgesteld. Hierin is ook een deel beleid rond groen opgenomen. Toch zijn er vanuit de inwoners en vanuit de gemeente nog te veel vragen over bomen die vanuit dit beleid niet beantwoord kunnen worden. In reactie hierop is het bomenbeleidsplan ontwikkeld. Dit moet zorgen voor duidelijkheid omtrent het gevoerde bomenbeleid.

In dit bomenbeleidsplan wordt omschreven hoe bestaande en toekomstige bomen behandeld moeten worden. Dit om het groene karakter van de gemeente te behouden en waar mogelijk te versterken. De kwaliteit van de bomen en de leefbaarheid van de omgeving zijn hierbij het uitgangspunt.

Ook wordt in dit plan antwoord gegeven op de door inwoners meest gestelde vragen rond (individuele) overlast door bomen.

3 Visie op bomen

Bomen zijn belangrijk voor de beleving van de openbare ruimte. Ze oefenen een grote invloed uit op allerlei aspecten die te maken hebben met de leefomgeving. Ze maken Terneuzen leefbaar door het feit dat ze:

  • ·

    een duidelijke structuur en identiteit aan de kernen geven (bijvoorbeeld het Dorpsplein in Zuiddorpe);

  • ·

    een uniek herkenningspunt vormen (bijvoorbeeld grensbomen);

  • ·

    karakter en natuurlijke invulling geven aan de openbare ruimte. Bomen zijn beeldbepalende elementen;

  • ·

    het welbevinden van alle inwoners in de meest brede zin bevorderen;

  • ·

    het veiligheidsgevoel van de inwoners verhogen. Beplanting kan een drempel vormen voor inbrekers;

  • ·

    de gezondheid van inwoners positief beïnvloeden (bomen zuiveren de lucht;

  • ·

    een natuurlijke en visuele buffer vormen tegen onder andere weersinvloeden en verkeer (bijvoorbeeld windsingels rondom bebouwing);

  • ·

    onderdak en voedsel bieden aan dieren. Vogels nestelen graag in bomen waar veel insecten in zitten;

  • ·

    een stenige omgeving tot leven kunnen brengen;

  • ·

    de historie van een gebied weer kunnen geven. Bepaalde boomstructuren geven de vroegere functies van het gebied aan.

Kortom; bomen betekenen veel voor de gemeenschap. Er moet zorgvuldig met ze worden omgegaan. Iets wat nog niet in alle gevallen vanzelfsprekend blijkt te zijn. De juiste boom op de juiste plek. Dat is het streven om een kwalitatief goed bomenbestand te bereiken en waarmee overlast beperkt wordt.

4 Ontwerp

Om de openbare ruimte kwalitatief goed in te richten, moet er met veel aspecten rekening worden gehouden. Zo ook met bomen.

4.1 Bomenstructuurplan

Het bomenstructuurplan maakt onderdeel uit van het groenbeheerplan uit 2004. De hierin genoemde ontbrekende boomstructuren zijn waar mogelijk reeds aangebracht. Een voorbeeld hiervan zijn de bomen langs de Zuidsingel in Axel. Het streven is om deze structuren zo veel mogelijk te behouden of indien gewenst, verder door te ontwikkelen.

De huidige groenstructuren bestaan uit functioneel groen. omdat ze veelal de invals- en doorgaande wegen begeleiden. Ze zijn zeer beeldbepalend en vormen een belangrijk element in de openbare ruimte. In de hierna volgende figuren is per kern de groenstructuur aangegeven.

Axel

Biervliet

Hoek

Koewacht

Overslag

Philippine

Sas van Gent

Sluiskil

Spui

Terneuzen

Westdorpe

Zaamslag

4.2 Inrichtingseisen

Bij nieuwe projecten en herinrichtingen is het belangrijk dat de gekozen bomen zichzelf kunnen ontwikkelen op de manier die eigen is aan zijn soort. In het ontwerp moet rekening gehouden worden met de grootte van de bomen en de eisen die de soort aan zijn groeiplaats stelt. Anders kan de boom overlast veroorzaken of door ruimtegebrek wellicht niet zo lang leven als de bedoeling is. Er wordt gestreefd naar voldoende ruimte voor bomen, waarbij kwaliteit voor kwantiteit gaat.

De inrichtingseisen die voor bomen van belang zijn, zijn in bijlage 1 opgenomen. Dit document is tot stand gekomen nadat afdeling overstijgend alle ontwerp- en beheerstechnische aspecten rondom bomen geïnventariseerd zijn. Hiervoor is goed overleg tussen ontwerper en beheerder belangrijk. Wanneer er niet voldaan wordt aan de inrichtingseisen, worden er geen bomen aangeplant. Er zal dan gezocht worden naar overige groene oplossingen om een kwalitatief goede leefomgeving te creëren.

Wanneer er nieuwe bomen aangeplant worden, worden omwonenden, wijkraden en andere belanghebbenden hierover geïnformeerd.

5 Aanleg

Bij de realisatie van nieuwe projecten, herinrichtingen en de renovatie van bestaande objecten moet voldoende rekening worden gehouden met zowel toekomstige als reeds aanwezige bomen.

Tijdens werkzaamheden nabij bomen moet ernaar worden gestreefd om de boom zo min mogelijk te beschadigen. Wortelschade kan grote gevolgen hebben voor de stabiliteit en gezondheid van een boom. Bij graafwerkzaamheden moet zo ver mogelijk van de boom vandaan gebleven worden. Indien mogelijk buiten de kroonprojectie. Wanneer het niet mogelijk is om de werkzaamheden zonder beschadigingen uit te voeren, dan moet Team Groen hiervan op de hoogte gesteld worden. Aan de hand van een beoordeling van een medewerker wordt bepaald of er aanvullende, boom beschermende maatregelen nodig zijn.

5.1 Groeiplaatsinrichting

De groeiplaatsinrichting is vaak bepalend voor de verdere ontwikkeling van de boom. Een boom die te weinig ondergrondse groeiplaats heeft, kan op lange termijn een slechte conditie vertonen of overlast gaan veroorzaken. In de inrichtingseisen (bijlage 1) zijn voorwaarden aan de groeiplaats gesteld. Deze voorwaarden worden per project apart beoordeeld. Omdat de eisen per boomsoort verschillend zijn, zal een medewerker van Team Groen per project adviseren welke groeiplaatsinrichting passend is. Bepaald wordt hoeveel ondergrondse groeiruimte de boom nodig heeft en welke aanpassingen er aan de grond of het ontwerp gedaan moeten worden. Ook is deze medewerker op de hoogte van oplossingen die getroffen kunnen worden in conflictsituaties.

5.2 Sortimentslijst

Om een duurzaam bomenbestand op te bouwen wordt er naast de inrichtingseisen gewerkt met een sortimentslijst (zie bijlage 2).

Op deze lijst staan diverse veelgebruikte boomsoorten die zich in de praktijk goed bewezen hebben. De in de lijst voorkomende boomsoorten zijn geselecteerd op duurzaamheid, ziektegevoeligheid en, bij laanbomen, de mindere mate van het veroorzaken van overlast. Bij lindes kan bijvoorbeeld gekozen worden voor een variëteit die minder luizen aantrekt en bij esdoorns voor soorten die minder meeldauw gevoelig zijn.

Deze sortimentslijst wordt actueel gehouden. Bewezen geschikte soorten kunnen worden toegevoegd. Daarentegen kunnen bepaalde soorten ook van de lijst worden verwijderd als deze door aantasting niet geschikt blijken te zijn.

Het blijft belangrijk om niet te veel bomen van een soort aan te planten. Dit om een monocultuur te voorkomen. Een monocultuur werkt aantastingen door ziekten of plagen in de hand. Daarbij bestaat het risico dat in een keer veel bomen in de gemeente af kunnen sterven.

6 Beheer

De gemeente Terneuzen onderhoud meer dan 21.300 bomen. Deze bomen staan verspreid over 14 kernen en zijn onderverdeeld in drie beheertypen; representatief-, standaard- en natuurlijk groen. Het beheer van al deze bomen vraagt om een gestructureerde aanpak. Deze aanpak staat omschreven in het groenbeheerplan.

Vanaf 2016 wordt gebruikt gemaakt van het beheerprogramma Obsurv. Met dit geautomatiseerd beheersysteem zijn alle data van controle en onderhoud eenvoudig te verwerken en op te vragen. Het uitvoeren van de zorgplicht kan via dit systeem worden gestructureerd.

6.1 Visuele boomcontrole

Bomen maken een belangrijk deel uit van de openbare ruimte. Gebieden die groen ingericht zijn, geven vaak een veiliger gevoel dan gebieden waarin geen groen te zien is. Dit is echter niet altijd terecht. Bomen zijn levende producten en die kunnen ook wel eens gebreken vertonen of zelfs doodgaan. Hierdoor ontstaat risico voor de omgeving. Een plotseling uitbrekende tak of omvallende boom kan veel schade aanrichten. Om dit zoveel mogelijk te beperken is in Nederland de boomeigenaar verplicht om te voldoen aan een zorgplicht. Deze zorgplicht bestaat uit het controleren en onderhouden van bomen zodat het risico op schade zo beperkt mogelijk is.

Afhankelijk van leeftijd en standplaats van de bomen worden deze jaarlijks of meerjaarlijks aan een visuele controle onderworpen. Bij deze controle kunnen de meeste ziekten en aantastingen geconstateerd worden. Indien er sprake is van een verzwakking dient hier actie op ondernomen te worden. Dit kan bestaan uit het behandelen van een aantasting, het snoeien of zelfs kappen van een boom. De controles worden geregistreerd in het beheerprogramma.

In onderstaand overzicht is de algemeen gerespecteerde controlefrequentie om te voldoen aan de zorgplicht weergegeven.

Controlefrequentie bij lage gevaarzetting

Controlefrequentie bij hoge gevaarzetting

Jonge bomen

1 x per 5 jaar

1 x per 3 jaar

Halfwas bomen

1 x per 3 jaar

Jaarlijks

Volgroeide bomen

1 x per 1-3 jaar*

Jaarlijks

Risicobomen

jaarlijks

1-2 x per jaar**

* afhankelijk van de soort

** afhankelijk van het gebrek

Het beheer van de bomen binnen de kernen van de gemeente Terneuzen richt zich voornamelijk op het structureel onderhoud in belang van de boom en de leefomgeving en niet in eerste instantie in het beperken van individuele overlast.

6.2 Ziekten en plagen

Net zoals mensen en dieren kunnen ook bomen last hebben van ziekten of plagen. Sommige hiervan zijn besmettelijk en levensbedreigend voor de boom. Andere hebben alleen effect op het uiterlijk, maar vormen geen gevaar voor de boomveiligheid.

Parasieten zijn de veroorzakers van de ziekten die voor kunnen komen in bomen, zoals bijvoorbeeld Iepziekte, Kastanjebloedingsziekte Massaria en Essentaksterfte. De aanwezigheid van een parasiet is meestal niet voldoende om een boom daadwerkelijk ziek te maken. Hierbij spelen meerdere factoren een rol, waaronder de conditie van de boom (kan deze voldoende weerstand bieden tegen de parasiet) en overige omstandigheden die de infectie kunnen bevorderen of tegenwerken. Als deze omstandigheden voor de boom nadelig zijn (bijvoorbeeld maaischade, slechte groeiplaatsinrichting) en voor de parasiet voordelig (verzwakt afweersysteem), is er een grote kans dat de boom wordt aangetast. Indien in de directe omgeving van een aangetaste boom meerdere verzwakte bomen aanwezig zijn, is er een grote kans dat deze parasiet een plaag gaat vormen.

Plagen van bepaalde parasieten lossen zich vaak vanzelf op, omdat het voedsel opraakt of natuurlijke vijanden zich in de buurt vestigen.

Om ziekten en plagen te voorkomen, is het van belang dat bomen een goede groeiplaats hebben. Dit houdt nauw verband met de conditie waarin een boom verkeert. Ook is het belangrijk dat er geen monocultuur gecreëerd wordt, zodat in het geval van een plaag geen totale kaalslag toegebracht wordt.

Om een monocultuur te voorkomen, mag het aandeel van een boomsoort niet meer dan 10% van het totale bomenbestand bedragen.

7 Conflictsituaties

Bomen zijn vlakbij huizen vaak nadrukkelijk aanwezig, waardoor de tolerantie van omwonenden af kan nemen. De lasten hebben soms een grotere invloed op het woongenot dan de lusten.

Veel overlast kan voorkomen worden door het gebruik van de juiste boom op de juiste plaats. Hiervoor zijn de minimum inrichtingseisen een goede richtlijn. Deze moeten aangevuld te worden met de nodige kennis rondom overlast van de diverse boomsoorten. Er dient gekozen te worden voor de boomsoort die de minste overlast bij de omwonenden bezorgd.

Uitsluitend in het geval waarin een bestaande boom een gevaar voor de omgeving vormt of deze structureel serieuze overlast veroorzaakt, dan wordt gezocht naar een ingrijpende oplossing als drastisch snoeien of kappen.

In de volgende paragrafen worden de veel voorkomende klachten en het standpunt van de gemeente hierin omschreven.

7.1 Licht- en uitzichtverlies;

Naarmate bomen ouder en groter worden, zijn ze steeds prominenter aanwezig. Het is eerst een klein boompje dat af en toe lekker wat schaduw biedt. Het verandert in een grote boom welke op donkere dagen het weinige licht dat er is, tegenhoud. Hoe dichter een boom bij een huis of tuin staat en hoe groter hij wordt, hoe meer licht hij wegneemt. Iedere boom of overhangende tak die schaduw veroorzaakt op een verkeerde plek en op het verkeerde tijdstip kan een bron van klachten zijn. De persoonlijke beleving van de klager speelt hierin een grote rol.

Standpunt gemeente:

Omdat schaduwwerking een relatief gegeven is, dient deze klacht ter plaatse beoordeeld te worden. Als de klacht gegrond is, en het mogelijk is om de klacht te verhelpen of te verminderen zonder dat het uiterlijk en de gezondheid van de boom wordt aangetast, zal de gemeente hier aan meewerken. Een normale stam-kroonverhouding is 1/3 stam en 2/3 kroon. Er wordt gestreefd om deze verhouding bij laanbomen te behouden.

Bomen en zonnepanelen

Als gemeente streven wij naar een duurzame samenleving. Zowel bomen als zonnepanelen zijn hierin belangrijke aspecten. Bomen staan soms in de weg voor zonnepanelen. Met enige regelmaat komt de vraag binnen om bomen te snoeien of kappen ten behoeve van de lichtopbrengst. Bij beoordeling hiervan worden de belangen tegen elkaar afgewogen.

7.2 7.2 Overhangende taken

Wanneer een gemeentelijke boom geplant is op korte afstand van een perceel, kunnen overhangende takken diverse vormen van overlast bezorgen. De eigenaar van het betreffende perceel kan de gemeente verzoeken om de overhangende takken te snoeien.

Standpunt gemeente:

In het geval van overhangende takken, wordt er altijd ter plaatse gezocht naar de beste oplossing. Het verwijderen van de overhangende takken zal niet altijd de overlast verminderen of oplossen. Bijvoorbeeld blad-, zaad- en vruchtval wordt niet verholpen door het tot op de erfgrens terugsnoeien van takken. Het snoeien van deze takken kan het uitzicht vergroten, maar kan tevens de vorm van de boom aantasten waardoor de kwaliteit van het uitzicht verminderd wordt. De mogelijkheden moeten hierom goed overwogen te worden. Bij deze overweging wordt niet enkel gekeken naar het individuele belang van de vrager, maar ook naar het algemene belang dat de boom dient. Het is mogelijk dat het algemeen belang zwaarder weegt en de gemeente daardoor besluit de overhangende takken niet te verwijderen. Het is niet toegestaan om zelf zonder toestemming gemeentelijke bomen te snoeien.

7.3 Wortelopdruk, schade door wortels

De wortels van een boom zijn van groot belang voor de conditie van de boom. Deze zorgen voor de stabiliteit en de opname van voedsel en water. Wortels volgen vaak de makkelijkste weg naar daar waar ze met de minst mogelijke inspanning de meeste voeding kunnen vinden. Dit kan zijn in een rioolaansluiting of onder verharding. Bomen kunnen op deze manier grote overlast veroorzaken. Voorbeelden zijn het opdrukken van verharding, schades aan de riolering of het veroorzaken van scheuren in muren.

Standpunt gemeente:

Enkele soorten, zoals bijvoorbeeld populieren, staan bekend om oppervlakkige beworteling waardoor bestrating opgedrukt wordt. Het is dan ook beter om deze soorten niet in de buurt van verharding aan te planten. Bij de aanplant van nieuwe bomen nabij verharding dient een wortelscherm aangebracht te worden om toekomstige schade te beperken.

De soorten die van nature geen overlast door opdrukking geven, kunnen dit door een slechte groeiplaatsinrichting, te hoge grondwaterstand en te weinig ruimte wel doen. Daarom is het belang van een goede groeiplaatsinrichting groot.

Bij structurele ernstige overlast door wortelopdruk wordt eerst onderzocht of de verharding verwijderd kan worden of dat groeiplaats-verbetering een oplossing kan bieden. Ingrepen ten behoeve van de groeiplaats, zoals het beluchten van de wortels (d.m.v. ploffen) of het aanbrengen van bacteriën en/of schimmels in de grond, zijn vaak kostbare oplossingen. Zijn dit geen passende oplossingen, dan kan er beleidsmatig gekozen worden het vervangen van de overlast gevende bomen door een soort die deze vorm van overlast niet geeft. Als wortels van gemeentelijke bomen overlast veroorzaken op een naastgelegen perceel, mag de eigenaar van het betreffende perceel na overleg met de gemeente de overlast gevende wortels verwijderen. Voorwaarde is dat deze handelingen niet leiden tot levensbedreigende situaties voor de boom zoals stabiliteitsverlies.

7.4 Vervuiling door druipen

Sommige boomsoorten, waaronder lindes, kunnen in de zomer een vieze plakkerige aanslag veroorzaken op onder andere auto’s, kozijnen en tuinmeubilair. Omwonenden komen dan met de vraag of daar iets aan gedaan kan worden.

Standpunt gemeente:

In dit geval zijn het niet de bomen die de overlast veroorzaken. Het zijn de in de boom aanwezige luizen die voor klachten zorgen. Na sap aan de boom te hebben onttrokken, scheiden ze een soort suikerwater af. Dit zorgt voor een plakkerige laag op alles wat zich onder de boom bevindt. Dit suikerlaagje kan beschimmelen waardoor het zwart kleurt. De plakkerigheid brengt gelukkig geen schade aan. Maar het is een vervelende bijkomstigheid. De plakkerigheid is eenvoudig met warm water te verwijderen.

Deze vorm van overlast is helaas niet te voorkomen. Het bestrijden van de luizen is voor de gemeente onbegonnen werk. Over het algemeen trekt een luizenpopulatie vanzelf natuurlijke vijanden aan, waardoor het probleem zichzelf oplost. Vaak is de mate van overlast ook afhankelijk van het weer. Bij warm en droog weer is de overlast het hoogst. Bij een flinke regenbui spoelt een deel van de luizen weg.

7.5 Blad-, zaad-, en vruchtval

Sommige bomen laten in het voorjaar hun zaad vallen. Andere laten in de zomer hun vruchten vallen. Het najaar staat algemeen bekend als de periode waarin bomen met hun afvallend blad de straten vervuilen. Grote bomen kunnen veel, groot, of moeilijk verteerbaar blad hebben en veroorzaken daarmee overlast. Regelmatig wordt dan ook de vraag gesteld om bomen te kappen zodat ze geen rommel meer maken.

Standpunt gemeente:

Bomen veroorzaken overlast door het laten vallen van zaad, vruchten of blad. Toch vormt deze vorm van overlast geen reden om bomen te kappen. Bomen en al hun lusten en lasten horen bij de inrichting van de openbare ruimte. Het vallende zaad, de vruchten en de bladeren van de bomen worden door sommige mensen als overlast gezien. Aan de andere kant laten deze elementen de seizoenen zien. Velen beleven plezier aan het zoeken van kastanjes of eikels en de schitterende herfstkleuren van de bomen.

De gemeente doet haar best om de overlast te beperken door het afgevallen blad regelmatig op te vegen of zuigen. Indien er overmatig overlast ondervonden wordt. kan dit kenbaar gemaakt worden aan de gemeente door middel van een melding openbare ruimte (MOR).

7.6 Allergische reacties

Hooikoorts is een veel voorkomende allergie voor stuifmeel. Er zijn verschillende medicijnen op de markt om de klachten te onderdrukken. Sommigen mensen hebben echter te kampen met een hevige allergie voor een bepaalde boomsoort. De berk is de bekendste. De vraag om deze bomen te kappen, komt regelmatig terug.

Standpunt gemeente:

De gemeente kapt deze bomen niet. Niet omdat we bomen belangrijker vinden dan het welzijn van mensen, maar omdat het kappen van de ‘schuldige’ boom weinig effect zal hebben op gezondheid van de allergiedragers. Het stuifmeel van de bomen waarvoor sommige mensen allergisch zijn, zit maar enkele weken per jaar in de lucht. Dit stuifmeel is zo licht dat het grote afstanden af kan leggen. De allergie wordt dus niet enkel veroorzaakt door de boom die in de directe omgeving van de woning staat, maar ook door bomen die zich buiten de bebouwde kom of zelfs buiten de gemeente bevinden.

Daarnaast is de overlast van de allergie vaak gekoppeld aan de weersomstandigheden of het eten van bepaald voedsel. Voor iemand die te kampen heeft met een bepaalde allergie is het raadzaam om, wellicht in overleg met een allergoloog, te zoeken naar een andere oplossing voor de gezondheidsklachten. Deze oplossing kan liggen in een aangepast dieet of (tijdelijk) medicijngebruik.

In de toekomst zal de gemeente geen berken meer als laanboom aanplanten, omdat dit de bomen zijn waar de heftigste allergische reacties mee gepaard gaan. Bestaande bomen van deze soort zullen net als andere bomen, wel behouden blijven.

7.7 Kandelaberen of kandelaren

Een vaak terugkerende vraag die gepaard gaat met een klacht over een van de voorgaande vormen van overlast is of bomen niet gekandelaberd (het terugsnoeien van de kroon tot op de gesteltakken of tot de stam) kunnen worden zoals dat in Frankrijk vaak gebeurd.

Standpunt gemeente:

Gekandelaberde bomen ondergaan deze behandeling vaak al van jongs af aan, omdat de ondergrondse groeiruimte te weinig mogelijkheden biedt om een boom met een volledige kroon te voeden of van water te voorzien. In dat geval wordt er, om toch groen in een stad te kunnen hebben, bewust gekozen voor bomen met een onnatuurlijke vorm. Slechts enkele boomsoorten kunnen op deze wijze, mits van jongs af aan zo te zijn behandeld, oude bomen worden.

Het kandelaberen of kandelaren van volwassen bomen met een natuurlijke vorm, is een zware snoeimethode die een dermate grote aanslag op de boom is dat deze hieraan dood kan gaan. Gaat de boom hier niet aan dood dan zal het uiteindelijk de levensduur verkorten.

Bij het kandelaberen verliest de boom 50 tot 100% van zijn bladmassa, waardoor deze geen voedsel meer kan produceren. Er vormen zich nieuwe twijgen rond de snoeiwonden welke door inrotting een zwakke plek in de boom kan worden. De nieuwe kroon heeft dan geen goede basis om zich op te ontwikkelen.

De boom moet van zijn reserves een nieuwe kroon en een groter wortelstelsel vormen waardoor hij verzwakt en vatbaarder is voor ziektes. De explosieve wortelgroei die vaak optreed na het kandelaberen van een boom geeft vaak veel overlast door middel van wortelopdruk. Daarnaast kan de plotseling onbeschermde schors verbranden door het directe zonlicht op de stam. Hierdoor kunnen scheuren in de bast ontstaan dat weer kan leiden tot het afsterven van takken.

Een gekandelaberde boom is een boom die stelselmatig verzwakt wordt. Dit betekent dat naast de regelmatig terugkerende zeer dure en arbeidsintensieve snoeibeurten, er extra controles uitgevoerd moeten worden om de boomveiligheid te kunnen bepalen. Wanneer een boom de omgeving ‘onleefbaar’ maakt, kan beter gekozen worden voor het vervangen van de boom door een andere soort.

Enkel in uitzonderlijke gevallen kan gekozen worden voor drastische snoeimaatregelen zoals kandelaberen. De meest voorkomende reden is dat het in het belang van de boom zelf gedaan moet worden. Indien er geen andere keuze is dan een grote boom te verplaatsen, zal deze het (afhankelijk van de boomsoort) makkelijker overleven wanneer hij sterk teruggesnoeid word. Soms kan deze snoei gelijk staan aan het kandelaberen. Hierbij moet de natuurlijke vorm van de boom zoveel mogelijk behouden te worden.

8.Bomenbestand

Bomen zijn belangrijk voor de leefomgeving. Daarom hebben bomen recht op bescherming. De rechten van bomen in het buitengebied zijn vastgelegd in de boswet. Voor bomen binnen de kernen zijn deze vastgelegd in de algemene plaatselijke verordening (APV).

Het handhaven van de bestaande regelgeving omtrent bomen dient actief te gebeuren

8.1 Gemeentelijke bomen

In de gemeente Terneuzen is gemiddeld 1 boom per huishouden in de kernen aanwezig. Gezien de bevolkingsterugloop in de kleine kernen zal dit aantal in de toekomst wellicht stijgen. Bij nieuwe projecten en herinrichtingen wordt ernaar gestreefd om dit gemiddelde te behouden of te verhogen. Dit om een gezonde groene gemeente te blijven.

Voor gemeentelijke bomen geldt dat het kappen vergunning vrij is. De in dit beleidsplan genoemde waardevolle groenstructuren zullen enkel gekapt worden indien er geen andere oplossing binnen de mogelijkheden ligt. Dit geldt uiteraard ook voor bomen die geplant zijn ter nagedachtenis aan een gebeurtenis uit het verleden, zoals de Beatrixbomen en herindelingsbomen.

De te volgen procedure voor het kappen van gemeentelijke bomen en de procedure rondom een noodkap staan omschreven in bijlage 3.

Als er een aanvraag ingediend wordt voor het aankopen van gronden en hierop zijn gemeentelijke bomen aanwezig, dan moet hiervoor om advies gevraagd worden aan de beheerder. Wellicht is een aanwezige boom zeer waardevol voor de omgeving. Dan moet het mogelijk zijn om deze bij de volgende actualisering op de waardevolle bomenlijst te plaatsen. En tot die tijd moet een instandhoudingplicht op worden gelegd.

De koper moet niet alleen bewust gemaakt worden van de eventueel op het perceel aanwezige bomen, maar ook op bomen in de directe omgeving van het perceel. Als de erfgrens door verkoop van gronden dichterbij een boom komt te liggen, heeft de koper de overlast die deze bomen veroorzaken te aanvaarden. Dit ook als de boom op minder dan twee meter afstand van de erfgrens staat.

8.2 Particuliere bomen

De gemeente Terneuzen is trots op haar groene imago en de ruim 21.300 gemeentelijke bomen die hier aan bijdragen. In de kleinere kernen zijn het echter niet altijd de gemeentelijke bomen die het dorpsgezicht aankleden. In een aantal gevallen spelen de bomen in particuliere tuinen een grote rol. Om deze belangrijke bomen te beschermen, zijn ze opgenomen in de waardevolle bomenlijst. Het kappen van deze bomen is dan ook vergunning plichtig. De beslissingen over de overige particuliere bomen, waar we als gemeente ook heel blij mee zijn, vertrouwen we toe aan de eigenaar. Met het afschaffen van de vergunningplicht voor particuliere bomen die niet voorkomen op de waardevolle bomenlijst is in 2005 een grote slag gemaakt in het kader van deregulering.

Niet alleen de gemeente heeft zich te houden aan bepaalde regelgeving rond het planten en onderhouden van bomen. Ook voor particulieren gelden deze regels. Dat wil zeggen dat bomen ten minste twee meter uit de erfgrens aangeplant dienen te worden om overlast naar buren te beperken. Daarnaast heeft een eigenaar van een boom ook zijn verantwoordelijkheden. Zo kan de eigenaar van een boom aansprakelijk gesteld worden als een boom schade veroorzaakt. De gemeente kan de eigenaar verplichten maatregelen te nemen als de boom een gevaarlijke situatie veroorzaakt.

Indien u als particulier een boom wilt planten, kunt u zich het best goed laten voorlichten over wat voor uw tuin een geschikte boomsoort kan zijn. Hierdoor kan voorkomen worden dat u of uw buren er in de toekomst overlast van ondervinden.

8.3 Monumentale en waardevolle bomen

De waardevolle bomen in onze gemeenten zijn opgedeeld in drie categorieën: monumentale bomen, potentieel monumentale bomen en waardevolle bomen. De bomen die uitermate bijzonder zijn, hebben een monumentale status. Deze bomen zijn ook opgenomen in de landelijke monumentale bomenlijst van de Bomenstichting. Bomen die zich in de toekomst kunnen ontwikkelen tot landelijk monumentale bomen, maar die nu nog niet aan alle criteria voldoen, noemen wij potentieel monumentale bomen. De overige bomen op de lijst noemen wij gemeentelijk waardevolle bomen.

Elke boom op de waardevolle bomenlijst voldoet aan alle punten genoemd onder A, en/of in uitzonderlijke hoge mate aan tenminste 1 van de criteria genoemd onder B voldoet. Criteria:

  • A.

    de omtrek op 1.30 m hoogte bedraagt 150 cm of meer;

    • ·

      de boom is zichtbaar vanaf de weg (beeldbepalend);

    • ·

      de boom heeft een redelijke toekomstverwachting (>10 jaar);

  • B.

    de soort is bijzonder in de streek of heeft een voor de soort bijzondere groei;

    • ·

      de boom is ecologisch gezien van grote waarde;

    • ·

      de boom is cultuurhistorisch waardevol.

De huidige monumentale bomenlijst dateert uit 2016. Deze wordt elke vijf jaar geactualiseerd. In bijlage 4 is de geactualiseerde bomenlijst opgenomen. Hierop staan ongeveer 1.000 bomen.

De gemeente Terneuzen kent, zoals veel gemeenten in Nederland, een kapverbod voor bomen die voorkomen op de waardevolle bomenlijst. Dit betekent dat eigenaren van deze bomen, een omgevingsvergunning aan dienen te vragen als zij de boom willen kappen, verplaatsen of een andere levensbedreigende handeling willen uitvoeren (kandelaberen of kandelaren).

Enkel bij acuut gevaar voor de omgeving kan er in overleg met de gemeente besloten worden om een noodkap uit te voeren.

Bijlage 1 inrichtingseisen openbaar groen

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 sortimentslijst

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3 procedure en communicatie rond kappen gemeentelijke bomen

Elke ingreep in onze openbare ruimte kan de publieke opinie en het debat in beweging brengen. Vooral als het gaat om bomen. Ons uitgangspunt is dan ook om actief met omwonenden te communiceren. Niet alleen om omwonenden vooraf de kans te geven gehoord te worden, maar vooral ook om te voorkomen dat zij worden verrast. Het zal ons nooit lukken om bij iedereen begrip te krijgen voor wat we doen, maar het minste dat we kunnen doen is vertellen wat we gaan doen en waarom we het doen.

Gemeentelijke bomen

Het kappen van gemeentelijke bomen is in de gemeente Terneuzen vergunning vrij. Desondanks dient voorafgaand aan het kappen, de onderstaande procedure gevolgd te worden. Dit om inspraakmogelijkheden voor de burger te behouden.

De procedure:

  • 1.

    Het voornemen tot kappen wordt door het uitvoerende team voorgelegd aan team Groen.

  • 2.

    Omwonenden in een straal van circa 100 meter rond de boom, de wijkraad, natuurvereniging de Steltkluut en overige belanghebbenden (zoals ondernemersverenigingen, woningbouwverenigingen, overheden) worden door het uitvoerende team schriftelijk op de hoogte gesteld van het voornemen tot het kappen van een boom. Deze informatie zal ook op de gemeentelijke website worden vermeld.

  • 3.

    Belanghebbenden krijgen de mogelijkheid om tot zes weken na het aanschrijven een reactie hierop te geven.

  • 4.

    Bij een negatieve reactie wordt ter plaatse een afspraak gemaakt. Bij meerdere negatieve reacties of zwaarwegende situaties wordt een informatiebijeenkomst georganiseerd om extra informatie te geven en om tot een zo goed mogelijk compromis te komen. De mogelijkheid bestaat dat hierdoor minder of geen bomen gekapt worden. In situaties waarin het compromis onvoldoende bevredigend is voor de omwonenden, zal het college hierop besluiten.

  • 5.

    Wanneer er geen reacties zijn gekomen of als de uitslag van de bijeenkomst positief is, kan de boom na het verstrijken van de reactietermijn gekapt worden.

Monumentale en waardevolle bomen

Het kappen van bomen die voorkomen op de waardevolle bomenlijst is niet vergunning vrij. Eigenaren dienen voor het kappen, verplaatsen of andere levensbedreigende handelingen van deze bomen een omgevingsvergunning (ten behoeve van de kap) aan te vragen. Naast de formele procedure behorende bij een omgevingsvergunning, wordt qua communicatie gehandeld conform punt 2 in de hierboven vermelde procedure.

Noodkap

Als een gemeentelijke boom een acuut gevaar voor de omgeving vormt, is de gemeente bevoegd om een noodkap uit te voeren. Hierbij komt bovenstaande procedure te vervallen. Het gevaar moet zo snel mogelijk weggenomen worden. Indien het een boom betreft die op de waardevolle bomenlijst staat, wordt achteraf de vergunning verleend. De teamleider Groen is gemandateerd om te besluiten of een noodkap uitgevoerd mag worden.

Bijlage 4 waardevolle bomenlijst

Indien u een digitaal document leest is deze bijlage een apart te downloaden bestand.