Zeeuws Energieakkoord

Geldend van 10-02-2017 t/m heden

Intitulé

Zeeuws Energieakkoord

voor energiebesparing bestaande particuliere woningvoorraad

In aanmerking nemende dat:

  • 1.

    Partijen het belang onderschrijven van het terugdringen van energieverbruik en CO2-uitstoot, om een leefbare planeet te houden,

  • 2.

    In 2013 het nationaal ‘SER-Energieakkoord voor duurzame groei’ is gesloten waarin stakeholders afspraken hebben vastgelegd over onder andere energiebesparing, duurzame energietoepassing en werkgelegenheid,

  • 3.

    In 2016 de Energie Agenda is gepubliceerd, waarin de langetermijnvisie van de rijksoverheid op CO2-reductie wordt beschreven,

  • 4.

    Energiebesparing binnen de bestaande woningbouw een van de pijlers binnen dit akkoord is die specifiek kansen biedt op lokaal/regionaal niveau,

  • 5.

    In het SER-Energieakkoord is vastgelegd dat de bestaande woningbouw in 2050 energieneutraal is,

  • 6.

    Het tempo waarbinnen dit doel wordt bereikt sterk afhankelijk is van economische, technologische, sociale en politieke ontwikkelingen,

  • 7.

    Energiebesparing en duurzame energieopwekking hierin samengaan,

  • 8.

    Het activeren van de particuliere woning/gebouw-eigenaar/VvE een van de belangrijkste uitdagingen vormt om tot een energieneutrale woningvoorraad te komen,

  • 9.

    Alle partijen in de ‘klantreis’ actief betrokken moeten zijn om de woningeigenaar te informeren, mobiliseren en activeren,

  • 10.

    Partijen zo veel als mogelijk aansluiten bij de gehele wooncarrière van woningeigenaren

  • 11.

    Het bereiken van een energieneutrale woningvoorraad specifieke milieutechnische, sociale en economische kansen biedt voor Zeeland,

  • 12.

    Het bereiken van een energieneutrale Zeeuwse woningvoorraad niet los kan worden gezien van ontwikkelingen op het gebied van leefbaarheid en demografische ontwikkelingen,

  • 13.

    Energieneutraliteit wordt bemeten op basis van gerealiseerde energiebesparing binnen de bestaande woningbouw, waarbij het absolute energieverbruik in 2015 de nulsituatie vormt,

  • 14.

    Energiebesparing en CO2-reductie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en waar CO2-reductie wordt bemeten op basis van de besparing in het fossiel energieverbruik. Wanneer een andere berekenmethode beschikbaar is, zal dit worden heroverwogen,

  • 15.

    Duurzame energieopwekking op woningniveau direct in de verbruikscijfers wordt verdisconteerd, waardoor er geen aanvullende verrekening plaatsvindt,

  • 16.

    Duurzame energieopwekking op woningniveau direct in de verbruikscijfers wordt verdisconteerd, waardoor er geen aanvullende verrekening plaatsvindt,

  • 17.

    Duurzame energieopwekking middels directe deelname/eigendom en verbruik van de opgewerkte energie, bijvoorbeeld door deelname aan zonneweides, windmolens e.d. wordt meegenomen, wanneer dit aantoonbaar aan de particuliere woningvoorraad toegerekend kan worden,

  • 18.

    Een samenwerkingsovereenkomst op provinciaal niveau met alle betrokken actoren van belang is voor zekerheid, herkenbaarheid, consistent beleid, effectieve samenwerking en effectieve inzet van mensen, organisaties en middelen,

Besluiten zij op 10 februari 2017 het Zeeuws Energieakkoord voor bestaande particuliere woonvoorraad te sluiten.

Partijen komen overeen dat:

 

1 Reikwijdte samenwerkingsovereenkomst

  • 1.

    Deze samenwerkingsovereenkomst zich vooralsnog enkel op de opgave ‘Energiebesparing bij bestaand particulier woningeigendom (inclusief VvE’s)’ richt.

  • 2.

    Op termijn een inhoudelijke verbreding van de samenwerkingsovereenkomst mogelijk is.

2 Gezamenlijke doelstelling

  • 1.

    Partijen er naar streven dat de Zeeuwse bestaande particuliere woningvoorraad (inclusief VvE’s) uiterlijk in 2045 energieneutraal is.

  • 2.

    Zij dit monitoren op basis van het absolute energieverbruik van de in dat jaar bestaande particuliere woningvoorraad.

  • 3.

    Dit jaarlijks wordt aangevuld met beschikbare informatie over het energielabel en de energie-index van woningen, duurzame energieopwekking etc.

  • 4.

    Partijen er naar streven kennis uit te wisselen op het gebied van energiebesparing/CO2-reductie, samen te werken waar dit voordelen biedt en hiervoor een Zeeuws brede strategie te ontwikkelen.

3 Tempo

  • 1.

    Het tempo waarin deze energieneutraliteit wordt bereikt geleidelijk oploopt waarbij:

  • -

    Het totale netto energieverbruik van de doelgroep in 2020 met circa 5% is gedaald.

  • -

    Het totale netto energieverbruik van de doelgroep in 2025 met circa 19% is gedaald.

  • -

    Het totale netto energieverbruik van de doelgroep in 2030 met circa 34% is gedaald.

  • -

    Het totale netto energieverbruik van de doelgroep in 2040 met circa 72% is gedaald.

  • -

    Het totale netto energieverbruik van de doelgroep in 2045 neutraal is.

  • 2.

    In aanmerking nemende dat energiebesparing en CO2-reductie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, CO2-reductie wordt bemeten op basis van de besparing in het absolute (netto) fossiele energieverbruik. Wanneer een andere berekenmethode beschikbaar is, zal dit worden heroverwogen. Overeenkomstig deze uitgangspunten stellen partijen gelijke doelen voor reductie van zowel energieverbruik als CO2-reductie.

4 Samenwerking

  • 1.

    Partijen op basis van deze samenwerkingsovereenkomst werken aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.

  • 2.

    Partijen samenwerken onder de titel ‘Zeeuws Energieakkoord’, subtitel ‘Energiebesparing bestaande particuliere woningvoorraad’.

  • 3.

    Partijen gezamenlijk de ‘stuurgroep Zeeuws Energieakkoord’ vormen, die wordt voortgezet door een vertegenwoordige van de gezamenlijke Zeeuwse gemeenten.

  • 4.

    De samenwerking niet exclusief is. Wanneer dit wenselijk is kunnen andere partijen aansluiten bij onderliggende overeenkomst. Nieuwe partijen nemen niet per definitie plaats in de stuurgroep. De vergadering van de stuurgroep besluit hierover.

  • 5.

    Besluiten van de stuurgroep worden genomen bij meerderheid van stemmen van de aanwezige partijen. Elke partij heeft maximaal één stem. Samenwerkende partijen hebben één stem.

  • 6.

    Op thematisch en/of projectniveau de partijen de samenwerking verder uitwerken. Daarbij wordt per jaar een opsomming van activiteiten en/of werkplan vastgesteld. Hierin wordt per partij omschreven wat hij/zij in het eerstvolgende jaar minimaal aan activiteiten uit zal voeren vanuit de betrokkenheid bij dit Zeeuws Energieakkoord.

  • 7.

    De samenwerking vrijwillig is, maar niet vrijblijvend. Iedere partij streeft er naar een minimale bijdrage in tijd van circa 100 uur per jaar bij te dragen. Partijen zoeken samen naar mogelijkheden van cofinanciering.

  • 8.

    Partijen overeenkomen dat afspraken omgeschreven in deze overeenkomst niet afdwingbaar zijn.

  • 9.

    Deze overeenkomst aangegaan wordt voor een periode van twee jaar, waarbij na ieder jaar een evaluatie zal plaatsvinden, waarin de ambities en vorderingen van de partijen worden geëvalueerd. Op basis van elke evaluatie spreken de partijen af of de overeenkomst met twee jaar wordt voortgezet en of er wijzigingen noodzakelijk zijn.

5 Ondertekening

  • 1.

    Het Zeeuws Energieakkoord treedt in werking op 10 februari 2017

  • 2.

    Het staat partijen die door anderen in de stuurgroep vertegenwoordigd worden, vrij om het akkoord zelf mede te ondertekenen.

  • 3.

    Partijen, voor zover inhoudelijk betrokken bij de uitvoering van verschillende thematafels, worden uitgenodigd de samenwerkingsovereenkomst zelf mede te ondertekenen. Met hen kunnen specifieke afspraken, aansluitend op artikel 4f worden gemaakt.

  • 4.

    Onderstaande partijen ondertekenen de onderliggende samenwerkingsovereenkomst als deelnemers in de stuurgroep.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling