Regeling vervallen per 13-12-2018

GRONDSTOFFENPLAN 2017

Geldend van 12-09-2018 t/m 12-12-2018

Intitulé

GRONDSTOFFENPLAN 2017

Van Afval naar Grondstof

afbeelding binnen de regeling

SAMENVATTING

De gemeente Terneuzen wil een bijdrage leveren aan een duurzame samenleving, zodat ook generaties na ons een mooie plek hebben om te wonen en te werken.

Een onderdeel van deze duurzame samenleving is het streven naar vermindering van de hoeveelheid restafval per inwoner per jaar. Hiervoor wordt door de gemeenteraad (ook passend binnen het klimaat- en duurzaamheidsbeleid) de volgende ambitie vastgesteld: De gemeente Terneuzen streeft ernaar om te komen tot 100 kg restafval per inwoner per jaar in 2020. In 2030 willen we uitkomen op maximaal 30 kg restafval per inwoner per jaar en in 2050 zijn we volledig afvalloos.

Om dit te bereiken, starten we in 2017 enkele pilotprojecten om zo te bepalen welke wijze van afvalinzameling het beste bij onze gemeente en bij onze inwoners past:

In één wijk of kern starten we met ‘omgekeerd inzamelen’ van afval, waarbij kunststof verpakkingsafval/drankenkartons huis-aan-huis worden opgehaald via de grijze container, die nu nog in gebruik is voor restafval. Het restafval moet in die wijk of kern worden weggebracht naar verzamelcontainers in de wijk.

In één wijk of kern verstrekken we, naast de huidige containers voor GFT-afval (Groente-, Fruit- en Tuinafval), oud papier/karton en restafval, een extra container voor het scheiden van kunststof verpakkingsafval/drankenkartons. Deze container halen we voorlopig eenmaal per maand huis-aan-huis

op via een extra inzamelronde.

In één of meerdere flats (hoogbouw) voeren we een studieproject uit, bij voorkeur in samenwerking met leerlingen van het Technasium onderwijs (middelbare school), om te komen tot passende oplossingen voor afvalscheiding in de hoogbouw.

In mei/juni 2018 besluit de nieuwe gemeenteraad op basis van de uitgevoerde pilots (en de resultaten van pilots die worden uitgevoerd bij andere Zeeuwse gemeenten) welk systeem of combinatie van systemen definitief in de gemeente Terneuzen zal worden ingevoerd met ingang van 2019.

Ondertussen voeren we communicatie campagnes uit om te komen tot betere afvalscheiding door voorlichting. We verstrekken daarbij relevante informatie over bijvoorbeeld de tarieven voor het verwerken van de diverse afvalstromen en de effecten die deze tarieven hebben op de afvalstoffenheffing. In maart 2017 is reeds gestart met de GFTcampagne “meer groen, gewoon doen” en in overleg met het Leger des Heils/Reshare volgt nog een campagne voor scheiding van textiel. Met de inzamelende oud papierverenigingen zal worden overlegd over een campagne voor verbetering van de inzameling van oud papier zoals eerder ook aan hen is toegezegd.

INHOUDSOPGAVE

1. Inleiding/aanleiding

2. Wettelijk kader

2.1 Rijksbeleid

2.2 Minder restafval en de verwerkingscapaciteit

3. Gemeente Terneuzen

3.1 Huidige inzameling huishoudelijk afval

3.2 Hoeveelheden

3.3 Afvalverwerkingscontracten OLAZ

3.4. Bronscheiding versus nascheiding

4. Mogelijkheden voor maatregelen

4.1 Afvalscheiding

4.2 Preventie

4.3. Ketensluiting

4.4 Communicatie

5. Situatie in Zeeland

6. Voorstel voor de gemeente Terneuzen

1 Inleiding/aanleiding

De wereld veranderd in snel tempo. Grondstoffen worden schaars en afvalstoffen daarom steeds waardevoller. Hoog tijd om ons huidige afvalbeleid tegen het licht te houden en te bezien of we hier anders mee om kunnen gaan. Ook de Rijksoverheid vraagt ons hiernaar te kijken. Het Rijksbeleid is als VANG-doelstelling (“Van Afval Naar Grondstof”) geformuleerd. Daarnaast zijn er op Zeeuwse schaal volop ontwikkelingen. Afvalcontracten worden opnieuw aanbesteed en gemeenten doen pilots met diverse manieren van afvalscheiding en afvalinzameling. Ook technische ontwikkelingen (mogelijkheden voor bronscheiding of nascheiding van afval) spelen een rol.

In dit grondstoffenplan proberen we de actuele ontwikkelingen te schetsen en voorstellen te doen hoe we hiermee in de gemeente Terneuzen om kunnen gaan.

2 Wettelijk kader

2.1 Rijksbeleid

In de Wet Milieubeheer is vastgelegd dat de gemeente verantwoordelijk is voor de inzameling van huishoudelijk afval. Daarnaast is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van het Rijksbeleid wat is vastgelegd in het Landelijk Afvalbeheersplan (LAP). In het LAP is opgenomen dat de gemeenten in elk geval verplicht zijn tot gescheiden inzameling van GFT-afval (Groente-, Fruit- en Tuinafval). De gemeenteraad kan tevens besluiten andere afvalstromen afzonderlijk in te zamelen. De gemeente moet dit vastleggen in een Afvalstoffenverordening en eventuele uitvoeringsbesluiten. De te maken kosten moeten worden opgenomen in de Afvalstoffenheffing. Deze doelbelasting mag niet hoger zijn dan de werkelijk gemaakte kosten en is 100% kostendekkend.

Op Europees niveau zijn richtlijnen opgesteld om te komen tot verdergaande afvalscheiding gericht op nuttige toepassing. Men wil hiermee circulaire economie en duurzaamheid bevorderen. In Nederland is een Rijksbreed programma Circulaire Economie opgezet, waar het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) onderdeel van uit maakt.

afbeelding binnen de regeling

In januari 2014 heeft Staatssecretaris Mansfeld het programma ‘Van Afval Naar Grondstof’ gepresenteerd als uitwerking van het Landelijk Afvalbeheerplan. Hierin is de doelstelling opgenomen om tot 75% recycling van huishoudelijk afval te komen in 2020 met verdere groei daarna. Omgerekend betekent dit percentage een ambitie om te komen tot maximaal 100 kg restafval per inwoner per jaar in 2020. Er is ook een wensbeeld geformuleerd voor 2025 waarin is opgenomen dat uiteindelijk 30 kg restafval per inwoner per jaar het streven zou moeten zijn. In het duurzaamheids- en klimaatbeleid van de gemeente Terneuzen is opgenomen dat de gemeente Terneuzen ernaar streeft om in 2050 volledig afvalloos te zijn. Dat zijn ambitieuze doelstellingen.

Uitgangspunt bij het huidige Rijksbeleid is dat de vervuiler betaalt. De vervuiler bestaat uit zowel de producent als de consument. De burger moet daarbij zoveel mogelijk worden ontzien. Door het toepassen van dit principe worden prikkels op de juiste plek gegeven en worden zo min mogelijk lasten voor de maatschappij bereikt.

Per 1 januari 2015 is in Nederland verbrandingsbelasting ingevoerd. Per ton huishoudelijk restafval die wordt verbrand moet € 13,00 verbrandingsbelasting worden betaald. Dit bedrag komt bovenop de huidige verwerkingskosten.

2.2 Minder restafval en verwerkingscapaciteit

In de transitie naar een circulaire economie wordt minder restafval verbrand en nauwelijks nog gestort. De voor een deel van het restafval onvermijdelijke stap naar eenmalige energieterugwinning moet zo lang mogelijk worden uitgesteld, want het doel is om materialen zo lang mogelijk in de keten te houden. Dit duidelijke eindbeeld – geen of nauwelijks verbranding meer – leidt tot minder behoefte aan Nederlandse afvalverbrandingscentrales. Vanuit zowel het economische als milieukundige motief is het importeren van afval uit het buitenland een werkbare tussenoplossing in de overgang naar minder Nederlands restafval voor de verbrandingsovens. De huidige investeringen in verbrandingscapaciteit zijn deels gedaan met publiek geld, waardoor de burger zou worden benadeeld indien verbrandingscapaciteit versneld uit de markt wordt genomen. Een zorgvuldige afschrijvingstermijn is dus belangrijk. Naast dit economische motief speelt een milieukundige afweging: momenteel is in veel Europese landen storten of verbranden zonder energieterugwinning nog de standaard. Het produceren van duurzame energie uit buitenlands afval dat elders laagwaardiger wordt verwerkt, draagt dus op internationale schaal bij aan het hoogwaardiger gebruik. En kan dus worden ingezet op verbranding van buitenlands afval, totdat er in andere landen zicht is op goede recyclingmogelijkheden. Uiteraard zullen publieke partijen zich inspannen om een toename van de verbrandingscapaciteit te voorkomen. Bovendien mag de bestaande restcapaciteit niet tot gevolg hebben dat recycling belemmerd wordt.

3 Gemeente Terneuzen

3.1 Huidige situatie inzameling huishoudelijk afval

Op dit moment worden in de gemeente Terneuzen 4 soorten huishoudelijk afval huis-aan-huis gescheiden opgehaald. Het gaat om de volgende stromen en frequenties:

  • 1.

    Groente-, fruit- en tuinafval (GFT) middels een groene container (140 of 240 liter), éénmaal per veertien dagen waarbij ca. 6 keer per jaar de container ook wordt gewassen;

  • 2.

    Restafval middels een grijze container (140 of 240 liter) of soms in zakken, éénmaal per veertien dagen.

  • 3.

    Oud papier en karton (OPK) , middels een blauwe container (140 of 240 liter), éénmaal per 4 weken in samenwerking met verenigingen, stichtingen en instellingen;

  • 4.

    Textiel in zogenaamde 'zakkenrondes', tweemaal per jaar in samenwerking met ons WSW bedrijf Dethon

Daarnaast zijn er mogelijkheden om de volgende huishoudelijke afvalstoffen gescheiden in te zamelen via een brengsysteem voor:

  • 1.

    Kunststof verpakkingsafval (KFF+)/drankenkartons via verzamelcontainers in de wijken bij supermarkten e.d. (KFF+ staat voor Kunststof Flessen en Flacons en de + voor folies).

  • 2.

    Glas via glasbakken in de wijken bij supermarkten e.d.;

  • 3.

    Textiel , middels textielcontainers in de wijken bij supermarkten e.d. in samenwerking met het Leger des Heils/Reshare;

Alle overige huishoudelijke afvalstoffen kunnen gescheiden worden aangeboden via de milieustraat, die wordt geëxploiteerd door de Zeeuwse Reinigings Dienst (ZRD) b.v. in opdracht van de Zeeuwse gemeenten. De ZRD is 100% eigendom van de Zeeuwse gemeenten, verenigd in het Openbaar Lichaam Afvalstoffenverwijdering Zeeland (OLAZ). Bij de milieustraat aan de Koegorsstraat 36 in Terneuzen kunnen verschillende afvalstromen gescheiden worden aangeboden, waaronder alle bovengenoemde stromen maar ook:

  • 1.

    Elektrische apparaten/wit- en bruingoed

  • 2.

    Vlakglas

  • 3.

    Gipsplaten |

  • 4.

    Klein Gevaarlijk Afval (KGA) , (zoals verfresten, batterijen etc)

  • 5.

    Afgewerkte olië

  • 6.

    Frituurvetten/plantaardige oliën

  • 7.

    Houtafval

  • 8.

    Puin

  • 9.

    Grof huishoudelijk afval

  • 10.

    Groenafval

  • 11

    Harde kunststoffen (zoals tuinmeubelen, speelgoed e.d.)

  • 12

    Matrassen

  • 13

    Rest brandbaar

  • 14

    Rest niet brandbaar

  • 15

    Schroot en metalen

  • 16

    Schone grond

  • 17

    Asbest

Huis-aan-huis inzameling vindt plaats met eigen huisvuilwagens. De fracties GFT-afval en restafval worden voornamelijk opgehaald met zogenaamde 'zijladers'. Dit zijn huisvuilwagens die middels een in de cabine van de vrachtauto te bedienen laadarm, de containers kunnen oppakken en ledigen in een trechter. De zijladers zijn voorzien van een losse afzetcontainer, die door aan andere vrachtwagen (met haakarmsysteem) kan worden getransporteerd.

Er zijn ook nog traditionele 'achterladers' actief, waarbij afvalcontainers aan de achterzijde van de vuilnisauto handmatig in een beladingssysteem moeten worden gehangen. Bij een achterlader zijn doorgaans twee personen (bakkenladers) nodig, naast een chauffeur, om de containers aan te hangen. Bij een zijlader is naast de chauffeur hooguit een 'corrigeerder' nodig die de containers aan de straat goed zet voor de zijladerarm.

3.2 Hoeveelheden

De gemeente Terneuzen kent op dit moment nog een gemiddelde hoeveelheid restafval per inwoner van 244 kg per jaar. Er is dus nog veel te doen om te komen tot maximaal 100 kg restafval per inwoner per jaar.

Uit de eind 2016 uitgevoerde sorteeranalyse blijkt, dat het restafval in de gemeente Terneuzen gemiddeld nog de volgende samenstelling kent:

afvalsoort

gewichts %

volume %

Elektronica

1

  -

Puin

3

1

Hout

3

1

Luiers

10

7

Textiel

4

2

Glas

4

1

Metalen

6

1

Drankenkartons

2

4

Kunststof

13

60

Papier en karton

9

8

GFT

36

10

Restafval

9

5

 

100

100

 

Uit bovenstaande blijkt dat een groot percentage van het afval, wat nu nog in de grijze container terechtkomt, prima recyclebaar is. Alleen voor luiers en de uiteindelijke hoeveelheid restafval zijn op dit moment nog geen andere alternatieven voor recyclage voorhanden en moet dus gekozen worden voor verbranden met energieterugwinning.

Als nu gemiddeld 244 kg per inwoner per jaar als restafval wordt afgevoerd is daarvan nog ca. 80% (195 kg) recyclebaar. De hoeveelheid restafval (nu nog inclusief luiers) zou daarmee potentieel op ca. 50 kg per inwoner per jaar kunnen komen. Daarmee lijkt een doelstelling van 100 kg per inwoner per jaar realistisch en haalbaar.

In de hoeveelheid van 244 kg per inwoner per jaar is ook het grof huishoudelijk afval, restbrandbaar en rest niet-brandbaar die op de milieustraten apart wordt ingezameld opgenomen. De ZRD overweegt deze drie stromen in 2017 te laten uitsorteren, waardoor een hoeveelheid van ca. 50 kg per inwoner per jaar gescheiden kan worden. De doelstelling van 100 kg restafval per inwoner per jaar komt daarmee aanzienlijk dichterbij.

3.3 Afvalverwerkingscontracten OLAZ

De gemeenten in Zeeland werken samen voor het afsluiten van contracten voor verwerking van huishoudelijke afvalstromen. Individuele gemeenten hebben te weinig afval om de verwerking daarvan zelf aan te besteden op een landelijke of Europese verwerkingsmarkt. Het Openbaar Lichaam Afvalstoffenverwijdering Zeeland (OLAZ) is de Gemeenschappelijke Regeling waarin ook de gemeente Terneuzen, samen met alle andere Zeeuwse gemeenten, de verwerking aanbesteedt. OLAZ vermarkt namens de 13 Zeeuwse gemeenten alle door of namens hen ingezamelde afvalstoffen. De Zeeuwse Reinigings Dienst b.v. (ZRD b.v.), waarvan OLAZ 100% aandeelhouder is, vermarkt de afvalstromen van de Zeeuwse milieustraten. Ook hier worden door samenwerking schaalvoordelen behaald.

Voorheen had OLAZ een overkoepelend contract voor nagenoeg alle afvalstromen met Delta Milieu b.v., onderdeel van DELTA N.V.. De Provincie Zeeland en de 13 gemeenten zijn daarvan zelf aandeelhouder. Delta Milieu b.v. is destijds opgegaan in het Belgische concern Indaver (waarvan DELTA N.V. 75% aandeelhouder was). Inmiddels is Indaver door DELTA N.V. verkocht aan het Belgische Katoen Natie.

De contracten voor nagenoeg alle afvalstromen lopen nog tot en met 31 december 2017 via Indaver Nederland b.v. Vanaf 2018 is OLAZ vrij om de verwerking van deze afvalstoffen elders onder te brengen door deze verwerking aan te besteden.

OLAZ is in 2016 gestart met Europese aanbestedingen voor alle deelstromen, nadat o.a. door onderzoeksbureau KplusV is geconstateerd dat het niet verstandig is wederom een ‘package-deal’ te sluiten voor alle afvalstoffen in één contract met één partij. De afvalmarkt is daarvoor te versnipperd en er zijn veel voordelen te halen uit het apart aanbesteden van de verschillende afvalstromen.

In 2016 is de grootste afvalstroom (brandbaar restafval) door OLAZ reeds aanbesteedt. De combinatie AVR/SUEZ heeft deze aanbesteding voor de verwerking (verbranding met energieterugwinning) gewonnen. Het Zeeuwse restafval zal dus vanaf 1 januari 2018 naar AVR in Rozenburg en SUEZ in Roosendaal worden gebracht voor verbranding met energieterugwinning.

Op dit moment loopt de Europese aanbesteding voor de verwerking van GFT-afval (gevraagd is een combinatie vergisten en composteren) en worden de voorbereidingen getroffen voor de Europose aanbestedingen van de afvalstromen kunststofverpakkingsafval (KFF+)/drankenkartons, glas, oud papier en karton (OPK) en de bij alle stromen behorende logistiek (van overslagstations naar verwerkers).

De gemeente Terneuzen heeft voor textiel een exclusief contract afgesloten met het Leger des Heils/Reshare, waarbij is afgesproken dat de gemeente 2x per jaar in samenwerking met Dethon Terneuzen zogenaamde ‘zakkenrondes’ organiseert. Medewerkers met een achterstand tot de arbeidsmarkt (WSW) van Dethon halen huis-aan-huis textiel op in zakken. Daarnaast ledigt de gemeente zelf de textielcontainers, die zijn opgesteld in wijken en kernen, o.a. bij supermarkten. Twee textielcontainers worden geledigd door medewerkers van de lokale Leger des Heils winkel, waarbij de kleding tweedehands wordt verkocht. De opbrengst van alle textiel komt deels ten goede aan de gemeente Terneuzen en deels aan het Leger des Heils/Reshare, waarmee ook charitatieve doelen worden gesteund.

Vanaf 2018 moet de gemeente Terneuzen zelf een contact afsluiten voor verwerking van gemeentelijk grof groenafval. Het gaat dan hoofdzakelijk om afval afkomstig uit onderhoud van plantsoenen e.d. De deelnemers binnen OLAZ hebben aangegeven hiervoor geen gezamenlijk contract te willen afsluiten, omdat iedere gemeente locale verwerkingsmogelijkheden ziet.

3.4 Bronscheiding versus nascheiding

De nieuwe Zeeuwse contractpartner AVR heeft eind 2016 aangekondigd mogelijk per 1 januari 2018 te kunnen beschikken over een nascheidings installatie, waarmee kunststof verpakkingsafval (KFF+) en drankenkartons uit het restafval kunnen worden gehaald. In OLAZ verband is onderzocht of het aanbod van AVR aantrekkelijk is en past binnen het in Zeeland te voeren beleid. Sommige deelnemers binnen OLAZ moeten nog aanzienlijke stappen zetten om te komen tot de VANG doelstelling van 100 kg restafval per inwoner per jaar (waaronder Terneuzen) en zagen in nascheiding een uitkomst. De huidige restafvalstroom kan dan gewoon in de grijze bak blijven en plastic verpakkingsafval en drankenkartons worden er door een technische installatie met optische scheiders e.d. uitgehaald.

Uitkomst van het onderzoek naar het aanbod van AVR heeft echter opgeleverd dat dit financieel niet aantrekkelijk is ten opzichte van de huidige kosten en mogelijkheden voor bronscheiding. De prijs voor verwerking van het restafval zou namelijk bijna verdubbelen. Daarnaast is het juridisch niet zondermeer mogelijk (vanwege de Europese aanbestedingsplicht) om de opdracht 1:1 te gunnen aan de huidige winnaar van het verwerkingscontract voor restafval. In een aantal Zeeuwse gemeenten speelde ook mee dat men deze manier van verwerken niet vond passen bij het reeds opgestarte bewustwordingsproces voor burgers, in het omgaan met afval- en grondstoffen.

Het Algemeen Bestuur van OLAZ heeft op 23 februari 2017 beslist (voorlopig) niet over te gaan op nascheiding, maar maximaal in te zetten op bronscheiding voor Zeeland.

4 Mogelijkheden voor Maatregelen

Om te komen tot een beter scheidingsgedrag en de doelstelling van 100 kg restafval per inwoner per jaar te bereiken zijn er diverse mogelijkheden. Het overheidsbeleid (Rijksbeleid) berust op vier pijlers, namelijk:

1. Afvalscheiding

2. Preventie

3. Ketensluiting

4. Communicatie

4.1 Afvalscheiding

Er zijn diverse effectieve en efficiënte manieren om te komen tot betere afvalscheiding. Als onze inwoners wordt gevraagd hieraan bij te dragen zijn er twee prikkels die goed blijken te werken, namelijk gemak en kosten. Als het gemakkelijk is het afval te scheiden, bijvoorbeeld door het gescheiden afval huis-aan-huis op te halen (al dan niet in een extra of aparte container) zullen burgers mogelijk eerder geneigd zijn hun afval te scheiden. Als het scheiden van afval een financieel voordeel oplevert (lagere kosten) zullen burgers ook eerder bereid zijn hun afval te scheiden. Een combinatie van beide is het meest optimaal.

Het is in ieder geval gebleken dat, welk systeem van afvalscheiding ook wordt gekozen, er een duidelijke uitleg bij nodig is. In heel Nederland vinden experimenten plaats met de verschillende systemen voor afvalscheiding met soms opmerkelijke resultaten. Uit alle proeven en pilots blijkt in ieder geval dat het maatwerk is, omdat steden en dorpen vaak niet met elkaar vergelijkbaar zijn. Terneuzen kent bijvoorbeeld een specifieke ligging langs de Belgische grens en heeft te maken met een relatief dunbevolkt en uitgestrekt gebied wat tot hoge logistieke kosten kan leiden. Daarnaast kent de gemeente Terneuzen wel hoogbouw voornamelijk in de kern Terneuzen langs de Westerschelde.

Er zijn verschillende systemen om te komen tot betere afvalscheiding:

Omgekeerd inzamelen

Bij “omgekeerd inzamelen” worden waardevolle fracties zo veel als mogelijk huis-aan-huis opgehaald en moet restafval naar een verzamelcontainer in de wijk worden gebracht. Bij waardevolle fracties kan je denken aan GFT-afval, oud papier en textiel, zoals dat nu ook in Terneuzen apart wordt opgehaald. Daarnaast kan worden gedacht aan het ophalen van kunststof verpakkingsafval/drankenkartons, een afvalstroom die nu nog apart moet worden weggebracht. In Terneuzen gaat dit om ca. 15 % van het restafval (dus ca. 37 kg/inwoner/jaar), maar in volume is dit wel 64% van het restafval. Omgekeerd inzamelen zou voor veel inwoners het gesjouw met deze volumes naar een verzamelcontainer kunnen beperken. Bij omgekeerd inzamelen kan de huidige restafvalcontainer worden gebruikt voor de fractie kunststof verpakkingen/drankenkartons en de huidige verzamelcontainers voor plastic voor het restafval (dus net omgekeerd aan de huidige inzamelwijze). Het grote voordeel hiervan is dat er heel weinig investeringskosten zijn, want de huidige afvalcontainers kunnen gewoon worden gebruikt en ook de logistiek (eenmaal per veertien dagen inzamelen met een huisvuilwagen) hoeft niet heel erg te worden veranderd. Er ontstaat een vorm van beloning op goede afvalscheiding, want hoe beter men het afval scheidt hoe minder (rest)afval men hoeft weg te brengen.

Natuurlijk zitten er ook risico’s en nadelen aan deze vorm van inzamelen. Als burgers het niet zo nauw nemen met hun scheidingsgedrag zal de fractie kunststof verpakkingsafval/ drankenkartons in de grijze bak enorm vervuilen, wat kan leiden tot afkeur en hoge boetes bij de verwerkingsinstallaties. Daarnaast worden mensen die op dit moment gebruik maken van luiers of incontinentiematerialen zwaarder gestraft omdat er voor deze afvalstroom op dit moment nog geen goede gescheiden verwerkingsmethoden zijn. Zij moeten dus meer inspanning verrichten om van dit restafval af te komen. Daarvoor zou, zolang er nog geen gescheiden inzameling mogelijk is, bijvoorbeeld een aparte zakkenroute kunnen worden ingesteld.

DIFTAR (gedifferentieerde tarieven voor afvalinzameling)

Een ander beproefd systeem is DIFTAR. DIFTAR staat voor gedifferentieerde tarieven, waarbij per huishouden geregistreerd wordt hoeveel afval aangeboden wordt. Hoe meer afval een burger aanbiedt hoe hoger het tarief voor zijn afvalstoffenheffing zal zijn. Dit systeem doet recht aan het principe ‘de vervuiler betaalt’. Iemand die zijn afval goed scheidt heeft weinig restafval en hoeft dus minder vaak zijn restafval container aan te bieden.

Er zijn drie vormen van diftar:

Frequentie: Er wordt alleen bijgehouden hoe vaak een container wordt geleegd. De meest rechtvaardige manier is als iedereen containers van een gelijk volume heeft. Het tarief bestaat uit een vast recht en een variabel bedrag, dat afhankelijk is van hoe vaak de containers geleegd zijn;

Volume/frequentie: bijgehouden wordt hoe vaak de container geleegd wordt. Er zijn verschillen groottes containers in omloop. De grootte van de container bepaald de hoogte van het variabele bedrag. Het tarief bestaat uit een vast recht en een variabel bedrag, dat afhankelijk is van hoe vaak de containers geleegd zijn en de grootte van de containers.

Gewicht/frequentie: per lediging wordt bijgehouden hoe zwaar de container is. Het tarief bestaat uit een vast recht en een variabel bedrag, gebaseerd op het aantal kilo’s dat wordt aangeboden.

Nadeel van een diftar systeem is dat dit tot extra zwerfafval kan leiden door het dumpen van afval of het op creatieve manier zich van afval ontdoen zonder ervoor te hoeven betalen. Te denken valt aan het dumpen van afval in containers van anderen, op het werk, in buurgemeenten of in openbare vuilnisbakken e.d. Dat leidt dan via een achterdeur weer tot hogere kosten. Daarnaast leidt een DIFTAR systeem tot hoge investeringskosten. Containers moeten worden gewogen of bij lediging geregistreerd. Daarvoor moeten voorzieningen worden aangebracht op de containers (chips), in de voertuigen en in de back-office.

Handhaving

Poeven elders in het land (o.a. Tilburg) laten zien dat handhaving kan leiden tot veel beter afvalscheidingsgedrag. Er zijn proeven gedaan waaruit blijkt dat dit tot wel 17% betere afvalscheiding kan leiden. Hiervoor zijn dan wel containers doorzocht op juiste afvalscheiding en boetes uitgedeeld aan (notoire) overtreders. Handhaving is geen populair instrument en kan tot veel commotie leiden. In de gemeente Schouwen-Duiveland is enkele jaren geleden door de toenmalige wethouder aangekondigd dat men dergelijke controles zou gaan uitvoeren om te controleren of het kunststof verpakkingsafval wel voldoende werd gescheiden. Dit leidde tot een stroom protesten, zelfs het leegkiepen van afvalcontainers voor het stadhuis. Uiteindelijk heeft het wel een positief effect gehad op de scheidingsresultaten, want Schouwen Duiveland heeft een hele tijd voorop gelopen bij de Zeeuwse resultaten voor scheiding van kunststof verpakkingsafval.

4.2 Preventie

Het gaat hier om meer duurzaam gedrag door burgers op het gebied van bewust inkopen, consuminderen en minder verspillen. Het afval in de groene GFT container bestaat bijvoorbeeld voor een groot deel uit onbereid voedsel. Dit is over de houdbaarheidsdatum geraakt en wordt ongebruikt weggegooid. Voedselverspilling moet zoveel als mogelijk voorkomen worden. In deze notitie zal hier verder niet op worden ingegaan omdat dit door de gemeente vooral gestimuleerd kan worden door voorlichting en communicatie (zie ook hierna).

4.1 Ketensluiting

Bedrijven en burgers gebruiken ontwerpen die scheiding en hoogwaardig hergebruik mogelijk maken of producten met een betere repareerbaarheid en een langere levensduur. Het GFT afval van onze inwoners wordt op dit moment verwerkt tot prima kwaliteitscompost bij Indaver in Nieuwdorp. Dit compost wordt afgezet in de landbouw, bij gemeenten en particulieren en kan als grondverbeteringsmiddel worden toegepast.

Textiel wordt gesorteerd en deels verkocht en hergebruikt als tweedehandskleding. Daarnaast worden textielvezels hergebruikt voor het maken van nieuwe stoffen en materialen.

Oud papier en karton wordt hergebruikt. Papiervezels kunnen tot wel 7 keer worden hergebruikt voor nieuwe papiertoepassingen. Soms neemt de kwaliteit wel af en is alleen een ‘lagere papiersoort’ als krantenpapier of karton te maken van het ingezamelde materiaal. Plastic verpakkingsafval wordt gescheiden ingezameld en gesorteerd in vijf verschillende fracties die allemaal weer kunnen worden hergebruikt in nieuwe producten. Het gaat niet alleen om laagwaardiger producten als bermpaaltjes, maar ook om bijvoorbeeld fleecetruien en andere hoogwaardige producten.

Drankenkartons worden ingezameld samen met het kunststof verpakkingsafval en in de sorteerinstallatie gescheiden. In 94% van de Nederlandse gemeenten worden drankenkartons apart ingezameld. In 90% van de gemeenten gebeurd dit samen met kunststof verpakkingsafval. Alle drankenkartons worden verwerkt bij Van Houtem in Swalmen (Roermond), waar via een omnipulper de drankenkartons worden verwerkt tot hoogwaardig hygiënepapier. Hygiënepapier moet sterk en zacht zijn en daarvoor heb je lange vezels nodig. Voorheen werd hiervoor kantoorpapier gebruikt, maar omdat die hoeveelheid afneemt fungeren vezels afkomstig van drankenkartons als prima vervanger.

Op het gebied van huishoudelijk afval is in de toekomst mogelijk een mooi voorbeeld beschikbaar voor de gemeente Terneuzen. Het restafval wat vanaf 2018 in Rozenburg bij AVR wordt verbrand heeft als restproduct na verbranding zogenaamde AVI-bodemassen (AVI = Afval Verbrandings Installatie). Deze AVI-bodemassen worden per binnenvaartschip naar Heros in Sluiskil gebracht, waar ze worden opgewerkt tot herbruikbare bouwstoffen. Er kunnen bijvoorbeeld betonproducten zoals stoeptegels van worden gemaakt, die weer kunnen worden toegepast in de openbare ruimte in Terneuzen. Zo kan een kringloop worden gesloten en ontstaat een circulaire economie

4.4 Communicatie

Bewustwording en duurzaam gedrag van burgers worden verhoogd door educatie en communicatie gericht op gedragsverandering. De afgelopen jaren is hier in de gemeente Terneuzen aanzienlijk op geïnvesteerd. Zo zijn er vanaf 2014 publiciteitscampagnes gevoerd voor betere afvalscheiding m.b.t. GFT-afval (2014, 2015, 2017), glasafval (“glas in ’t bakkie”), kunststof verpakkingsafval (KFF+) en later drankenkartons toen die aan deze afvalstroom mochten worden toegevoegd (vanaf 1 juli 2016). Bij deze publiciteitscampagnes is gebruik gemaakt van alle ons ter beschikking staande communicatiemiddelen zoals onze website, gemeentepagina in het Zeeuws Vlaams Advertentieblad, sociale media (Facebook, Twitter), posters (o.a. in bushokjes en op gemeentelijke voertuigen), flyers, persberichten en interviews bij Omroep Zeeland en de PZC, etc. Vooral de GFT-omhoog campagne in 2014 was succesvol. Er was een behoorlijke toename te zien in de hoeveelheid GFT-afval, die in dat jaar werd afgevoerd. Ook doet Terneuzen het gemiddeld beter bij de scheiding van huishoudelijke afvalstromen dan onze naburige gemeenten. In de communicatie is vooral de focus gelegd dat het beter scheiden van huishoudelijk afval goed is voor het milieu en voor de portemonnee, omdat het juist afvoeren van de verschillende afvalstromen veel geld kan besparen. Ook in 2017 zullen diverse communicatie campagnes rond het thema afvalscheiding worden georganiseerd. In maart 2017 is de nieuwe GFT campagne “meer groen, gewoon doen” gestart. In samenwerking met het Leger des Heils/Reshare zal in de loop van 2017 ook extra aandacht besteedt worden aan de inzameling van textiel. Via ons eigen Natuur en Milieu Educatief (NME) Centrum “Natuur&Zo”, gevestigd in de bibliotheek in Terneuzen, wordt veel aandacht besteedt aan de thema’s rondom afvalinzameling en zwerfafval. Zo is er een speciale website www.schoonzeeland.nl , waarbinnen alle Zeeuwse activiteiten rondom zwerfafvalaanpak gebundeld zijn. Het gaat dan om zwerfafval opruimdagen, leskisten en lespakketten voor scholen en buitenschoolse opvanglocaties maar ook om inzet bij evenementen en dergelijke. Communicatie rond het thema afvalscheiding kan worden uitgebreid met o.a. afvalcoaches (vrijwilligers die worden opgeleid om mensen te helpen bij betere afvalscheiding).

5 Situatie in Zeeland

Alle gemeenten in Zeeland zijn (net als bijna alle gemeenten in Nederland) bezig met hun VANG doelstellingen. Alle gemeenten in Zeeland streven ernaar om te komen tot in ieder geval 100 kg restafval per inwoner in 2020.

Kunststof verpakkingsafval: opmerkelijk is dat in Zeeland sinds 1 januari 2015 kunststof verpakkingsafval gescheiden wordt ingezameld op twee totaal verschillende manieren. De meeste gemeenten hebben, net als de gemeente Terneuzen, een (goedkoop) brengsysteem, waarbij verzamelcontainers staan opgesteld in wijken en kernen, vaak in de buurt van supermarkten en meestal in combinatie met glas- en textielcontainers.

Daarnaast zijn er een aantal gemeenten die een (duur) huis-aan-huis haalsysteem hebben ingericht, waarbij kunststof verpakkingsafval wordt ingezameld via speciale zakken. Opmerkelijk is dat de inzamelrespons (gebaseerd op het aantal kg per inwoner per jaar) bij de gemeenten waar huis-aan-huis wordt opgehaald niet veel beter is dan bij de gemeenten met een brengsysteem. De kosten per inwoner zijn wel veel hoger.

Enkele voorbeelden van de situatie in andere Zeeuwse gemeenten:

In de gemeente Kapelle is men sinds 1 januari 2016 gestart met de Zeeuwse pilot voor DIFTAR op volume/frequentie basis. Dat heeft over 2016 verrassend goede resultaten opgeleverd, waardoor Kapelle nu reeds op 137 kg restafval per inwoner per jaar zit. In combinatie met de door de ZRD in 2017 te behalen resultaten op de milieustraten zal Kapelle per 1 januari 2018 reeds de 100 kg grens passeren.

In de gemeente Middelburg worden sinds eind vorig jaar diverse pilots uitgevoerd, die per wijk of gebied verschillen. Men experimenteert met omgekeerd inzamelen, en diverse haal- en brengsystemen, o.a. met extra containers voor kunststof verpakkingsafval/drankenkartons en extra ondergrondse containers. Het is nog te vroeg om aan de pilots in Middelburg conclusies te verbinden, want ze lopen nog tot halverwege 2017.

In de gemeente Tholen is men per 1 januari 2017 van start gegaan met het nog slechts éénmaal per maand, ophalen van restafval (in plaats van éénmaal per veertien dagen). Dit leidde aanvankelijk tot een stroom van protesten, omdat inwoners (vooral de gezinnen met veel kinderen) dachten niet toe te kunnen komen met hun restafval container. Dat blijkt nu de proef enkele maanden aan de gang is heel erg mee te vallen. Zelfs de meest fervente tegenstanders zijn nu helemaal omgeturnd in goede afvalscheiders. De hoeveelheid ingezameld kunststof verpakkingsafval/drankenkartons is in enkele maanden verdubbeld en de hoeveelheid restafval is enorm afgenomen. Mensen zijn kennelijk aan het afvalscheiden geslagen, zonder dat de gemeente er iets voor heeft geïnvesteerd. Er is slechts voor enkele tientallen gevallen een uitzondering gemaakt (bijvoorbeeld voor incontinentiemateriaal). In de gemeente Goes is men nog met diverse pilots aan de slag. Berekeningen moeten uitwijzen welke keuzes in 2017 zullen worden gemaakt voor overschakeling vanaf 2018 op een mogelijk gewijzigd inzamelregime voor huishoudelijk afval.

In enkele gemeenten waaronder de gemeente Kapelle en binnenkort in de gemeente Hulst wordt geëxperimenteerd met een zogenaamde 100-100-100 campagne. Daarbij worden 100 huishoudens gevraagd 100 dagen hun afval voor 100% te scheiden. Bij de pilot in Kapelle (maar ook elders in het land) bleken enorme positieve resultaten te behalen. De deelnemers in Kapelle zijn ook na de actie hun afval blijven scheiden en bieden nog maar weinig restafval aan. Deze 100-100-100 campagnes worden voornamelijk uit communicatief oogpunt gevoerd.

6 Voorstel voor de gemeente Terneuzen

Voorgesteld wordt om in ieder geval de ambities uit het landelijk VANG beleid over te nemen voor Terneuzen. Dat wil zeggen dat de gemeenteraad besluit om te streven naar 100 kg restafval per inwoner per jaar in 2020, 30 kg restafval per inwoner per jaar in 2030 en een afvalloze gemeente in 2050.

Om in de gemeente Terneuzen te komen tot deze doelstellingen wordt voorgesteld eerst ook enkele pilots uit te voeren alvorens een definitieve keuze te maken voor een inzamelsysteem.

Pilot 1: omgekeerd inzamelen:

Zo willen we graag experimenteren met omgekeerd inzamelen in één van de kernen (bijvoorbeeld Biervliet – ca. 1600 bewoners – ca. 800 huisaansluitingen). Aan de inwoners zal na een uitgebreide voorlichting worden gevraagd het kunststof verpakkingsafval samen met drankenkartons te verzamelen in de huidige grijze container. Die zal voor dit doel worden voorzien van een andere kleur deksel of speciale klip of sticker op het deksel. Deze container zal, net als de restafvalcontainer nu, éénmaal per veertien dagen worden geledigd. Deze container mag dan niet meer worden gebruikt voor restafval. De groene container blijft gewoon beschikbaar voor alle GFT-afval en etensresten en de blauwe container voor oud papier en karton. De inwoners van het pilotgebied wordt gevraagd hun restafval naar verzamelcontainers te brengen, die zullen worden opgesteld in overleg met de bewoners op ten minste vier (maar misschien nog meer) locaties in de wijk of kern. Gedurende enkele maanden zullen de effecten op de hoeveelheden ingezameld kunststof verpakkingsafval/drankenkartons en restafval worden gemeten. De investeringskosten zijn beperkt en worden geraamd op eenmalig ca. € 15.000,00 (aanpassing afvalcontainers/stickers, uitbreiding verzamelcontainers, extra wegingen en logistiek, communicatie).

Pilot 2: een extra afvalcontainer voor kunststof verpakkingsafval/drankenkartons:

Tegelijkertijd kan in een andere pilot worden geëxperimenteerd met een extra afvalcontainer voor kunststof verpakkingsafval/drankenkartons. Dit experiment zou niet te omvangrijk moeten zijn in verband met de extra investeringskosten (logistiek en containers) en moeten plaatsvinden in een wijk of kern waar voldoende ruimte beschikbaar is een extra (4e) container te plaatsen. Een moderne wijk of deel van een wijk (bijvoorbeeld Othene-noord) lijkt hiervoor geschikt. Bedoeling is dat burgers in deze pilot de beschikking krijgen over een extra container (zwart, 240 liter met oranje deksel of gekleurde clip of sticker op het deksel) die bestemd is voor kunststof verpakkingsafval/drankenkartons. Deze extra container zou in eerste aanleg éénmaal per maand worden geledigd of als het nodig blijkt eenmaal per 2 of 3 weken op zaterdag. Ook hier kunnen de resultaten apart worden beoordeeld. Voor deze pilot zullen vooralsnog extra kosten moeten worden gemaakt. Er moeten extra afvalcontainers worden aangeschaft (ca. € 30,00/stuk) en de logistiek moet worden ingepast. Dat betekent mogelijk inschakeling van een extra huisvuilwagen met chauffeur/beladers. Gedurende de pilot zal worden geprobeerd dit binnen de huidige bezetting op te vangen of anders in overuren of met inzet van materieel van derden/tijdelijke inhuur voor elkaar te krijgen. Als Othene Noord (ca. 428 huisaansluitingen) word gekozen voor deze pilot worden de totale kosten geraamd op € 40.000 eenmalige investeringen (containers, uitzetten, communicatie) en € 7.500/jaar inzamelkosten.

Pilot 3: een scholenproject voor betere afvalscheiding in de hoogbouw (flats):

Voor de hoogbouw in Terneuzen willen we graag een derde pilot laten uitvoeren in overleg met de Technasium opleiding van De Rede. We willen een projectvoorstel laten uitwerken om in de flats in Terneuzen te kunnen komen tot betere afvalscheiding. Op dit moment zijn er in de meeste flats geen mogelijkheden meer voor gescheiden GF-inzameling (de T onbreekt omdat er geen tuinen zijn). Logistiek en technisch is dat in heel Nederland in de hoogbouw een probleem, waar naarstig gezocht wordt naar oplossingen. Door met leerlingen uit het Technasium onderwijs aan dit project te werken hopen we twee vliegen in één klap te slaan: jeugd vertrouwd maken met het onderwerp afvalscheiding en tevens de prestaties van gescheiden inzameling in de hoogbouw fors verbeteren. Het idee bestaat dat als leerlingen een project uitwerken dit mogelijk ook op meer draagvlak kan rekenen bij de bewoners dan wanneer dit door de gemeente wordt uitgewerkt. Voor het uitwerken van deze pilot hebben we zolang het onderzoek loopt geen extra middelen nodig. Het project moet in ieder geval opleveren wat de kosten voor verdere afvalscheiding in de hoogbouw kunnen zijn.

We hopen de pilots in 2017 zo spoedig mogelijk te kunnen starten, zodat we in het voorjaar van 2018 kunnen beschikken over de eerste resultaten.

In mei/juni 2018 willen wij de nieuwe gemeenteraad een uitgewerkt voorstel voorleggen voor de keuze van een nieuw systeem voor afvalinzameling in de hele gemeente. De eventueel benodigde investeringen kunnen in 2018 worden gedaan.

Financiële gevolgen toekomstige keuzes.

De financiële gevolgen voor de hele gemeente Terneuzen zullen in het voorstel 2018 in beeld worden gebracht. In 2018 ontstaat ook ruimte om eventuele investeringen in een gewijzigd afvalbeleid nader vorm te geven. De in OLAZ verband uit te voeren aanbestedingen zullen zover wij nu kunnen inschatten leiden tot aanzienlijk lagere kosten voor verwerking van afvalstoffen. Dat betekent dat de afvalstoffenheffing behoorlijk naar beneden kan. Een deel van deze middelen kan mogelijk gebruikt worden om hogere kosten voor gescheiden inzameling te bekostigen. Voor de inwoners kan dan zowel een nieuw systeem van afvalinzameling worden ingevoerd en tegelijkertijd de afvalstoffenheffing naar beneden. Of het daarna nog noodzakelijk is om stappen te zetten in de richting van een DIFTAR systeem zal later blijken. Mogelijk kan eerst worden ingezet op een keuze voor omgekeerd inzamelen of extra inspanningen voor gescheiden inzameling alvorens gekozen moet worden voor een duurder systeem als DIFTAR.

Ondertekening