Regeling vervallen per 30-06-2021

Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)

Geldend van 01-01-2021 t/m 29-06-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen,

gelet op:

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht (beleidsregels);

  • artikel 35 van de Participatiewet (bijzondere bijstand);

overwegende dat:

  • het college moet regelen in welke situaties en onder welke voorwaarden een burger in aanmerking komt voor een tegemoetkoming op grond van de TONK;

  • het wenselijk is hiervoor beleidsregels vast te stellen;

besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels verstaan wij onder:

  • a.

    het college: het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen;

  • b.

    de inkomensterugval: een onvoorziene, onvermijdelijke en substantiële terugval in inkomen door de coronacrisis;

  • c.

    inkomen: het netto inkomen per maand.

Artikel 2 Doelgroep TONK

Een tegemoetkoming op grond van de TONK is bedoeld voor de aanvrager:

  • 1.

    die door de coronacrisis te maken heeft met een onvoorziene, onvermijdelijke en substantiële terugval in het inkomen van minstens 25 procent;

  • 2.

    die daardoor niet meer in staat is alle woonlasten te voldoen, en

  • 3.

    die geen beroep kan doen op andere, bestaande regelingen (voorliggende voorzieningen)

Artikel 3 Noodzakelijke kosten

De tegemoetkoming op grond van de TONK voor woonlasten betreft:

  • 1.

    bij een huurwoning: de maandelijkse huur na aftrek van huurtoeslag;

  • 2.

    bij een eigen woning: de aflossing op de hypotheek en de hypotheekrente, na aftrek van het belastingvoordeel wegens de betaling van hypotheekrente;

  • 3.

    de maandelijkse kosten van elektriciteit, gas en water; gebaseerd op het maandelijks voorschot.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag vindt digitaal plaats;

  • 2.

    De aanvrager verstrekt:

    • a.

      Bewijsstukken van het (gezins-)inkomen in januari 2020, de peildatum, tenzij de aanvrager kan aantonen dat het redelijk is om uit te gaan van een andere peildatum;

    • b.

      Bewijsstukken van het vermogen in de maand voorafgaand aan de aanvraag;

    • c.

      Bewijsstukken van de kosten waarin de aanvrager een tegemoetkoming vraagt;

    • d.

      Bankafschriften op peildatum 1 januari 2021 en op datum aanvraag;

  • 3.

    De aanvraag moet uiterlijk 1 augustus 2021 zijn ontvangen.

Artikel 5 Voorwaarden

  • 1.

    De aanvrager moet verklaren dat de terugval in het inkomen het gevolg is van de coronacrisis en dit ondersteunen met bewijsstukken;

  • 2.

    Het aanwezige vermogen op de peildatum mag niet hoger zijn dan € 6.295,00 voor een alleenstaande en € 12.590,00 voor een alleenstaande ouder en samenwonenden of gehuwden (artikel 34, tweede en derde lid van de Participatiewet).

Artikel 6 Inkomen

Onder het inkomen van de aanvrager en eventuele partner verstaan wij in ieder geval:

  • 1.

    Inkomen uit arbeid;

  • 2.

    Inkomen uit arbeid als zelfstandige;

  • 3.

    Inkomen uit verhuur, en

  • 4.

    Inkomen uit partner- en/of kinderalimentatie.

Artikel 7 Vermogen

  • 1.

    Het vermogen bestaat uit alle middelen waarover de aanvrager (en de eventuele partner) beschikt of redelijkerwijs kan beschikken;

  • 2.

    Onder vermogen verstaan wij in ieder geval:

    • a.

      Contant geld;

    • b.

      Het saldo op betaal- en spaarrekeningen (geen bedrijfsrekeningen);

    • c.

      Cryptovaluta zoals de bitcoin;

    • d.

      Aandelen, obligaties, opties en effecten in depot.

Artikel 8 Uitsluitingsgrond

Het college verstrekt geen vergoeding in de woonlasten als de aanvrager recht heeft op woonkostentoeslag op grond van de Participatiewet.

Artikel 9 Tegemoetkoming

De maandelijkse tegemoetkoming bedraagt 30 procent van het verschil tussen het inkomen vóór de coronacrisis en het inkomen op de datum van de aanvraag.

Artikel 10 Soort bijstand

De tegemoetkoming op grond van de TONK is onbelaste bijzondere bijstand die geen gevolgen heeft voor het belastbaar inkomen en inkomensafhankelijke regelingen.

Artikel 11 Lening

  • 1.

    Het college wijst een verzoek om een tegemoetkoming geheel of gedeeltelijk af als er sprake is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan.

  • 2.

    Hiervan is sprake als de aanvrager over de middelen beschikte om de noodzakelijke kosten uit te voldoen, maar op onverantwoorde wijze met deze middelen is omgegaan.

  • 3.

    Het college kan om bovenstaande reden besluiten de tegemoetkoming geheel of gedeeltelijk te verstrekken in de vorm van een lening;

  • 4.

    Het college verstrekt op verzoek van de aanvrager een lening in aanvulling op de maximale tegemoetkoming.

Artikel 12 Duur

De tegemoetkoming betreft ten hoogste de periode van 1 januari 2021 tot 1 juli 2021.

Artikel 13 Terugwerkende kracht

Aanvragen van de tegemoetkoming kan met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021.

Artikel 14 Drempelbedrag

Het college ziet af van de toepassing van het drempelbedrag van € 138,00 als genoemd in artikel 35, tweede lid van de Participatiewet. Het college verstrekt ook een tegemoetkoming als het recht lager is dan genoemd bedrag.

Artikel 14 Uitbetaling

Wij betalen de tegemoetkoming per kwartaal.

Artikel 15 Hardheidsclausule

Als geen recht op een tegemoetkoming bestaat, kan het college alsnog op grond van dringende redenen een tegemoetkoming betaalbaar stellen.

Artikel 16 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1.

    De beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 2.

    De beleidsregels vervallen op 1 augustus 2021.

Artikel 17 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten gemeente Terneuzen.

Aldus vastgesteld op 23 februari 2021

Burgemeester en Wethouders van Terneuzen,

gemeentesecretaris,

burgemeester,

J.G. (Jan) Princen

J.A.H. (Jan) Lonink

Ondertekening

Toelichting

Artikel 2

Op bladzijde 17 van de Kamerbrief van 21 januari 2021, kenmerk CE-AEP/21019675, heeft het kabinet de doelgroep van de TONK omschreven:

Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)

De Tijdelijke Ondersteuning voor Noodzakelijke Kosten (TONK) is bedoeld voor huishoudens die door de huidige omstandigheden te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in hun inkomen, en die daardoor noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen en waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden. Dat geldt bijvoorbeeld voor werknemers die hun baan verliezen en geen recht (meer) hebben op een uitkering, of voor zelfstandigen die vanwege de coronamaatregelen hun opdrachten zien verdwijnen maar geen aanspraak op de Tozo kunnen maken. Maar ook burgers die al in 2020 ingestroomd zijn in een uitkering (WW, Bijstand of Tozo) vanwege de coronacrisis, maar waarvoor de hoogte van de uitkering onvoldoende is om de vaste lasten te betalen, komen in aanmerking voor de TONK. De TONK kan dan voorzien in (gedeeltelijke) tegemoetkoming voor noodzakelijke kosten.

Artikel 5

Het is niet wenselijk om de tegemoetkoming te verstrekken als de aanvrager de vaste lasten uit het aanwezige vermogen kan voldoen. Voor de toepassing van deze regeling sluiten wij aan bij de vermogensgrenzen in de Participatiewet.

In de aangehaalde Kamerbrief gaat het kabinet op bladzijde 18 in op de uitvoering:

TONK gaat met terugwerkende kracht gelden van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. De volgende contouren, waar gemeenten gegeven de decentrale beleidsruimte nog naar eigen inzicht van af kunnen wijken, tekenen zich hierbij af:

• De focus ligt op woonkosten. Dat is meestal veruit de grootste kostenpost in een huishouden. Een tegemoetkoming maakt dus al gauw veel verschil. Dat wil overigens niet zeggen dat vergoeding voor andere noodzakelijke kosten niet mogelijk is.

• Bij aanvragen wordt gekeken of sprake is van onvoorziene en onvermijdelijke terugval in het inkomen en naar draagkracht, hetgeen de verhouding betreft tussen het inkomen en vermogen van het huishouden en de noodzakelijke kosten. Met betrekking tot het inkomen is het actuele inkomen het uitgangspunt. Wat betreft vermogen wordt alleen gekeken naar vermogen waar direct over beschikt kan worden. Vermogen dat vast zit in de eigen

woning en pensioenen wordt bijvoorbeeld buiten beschouwing gelaten. Over een vrijstellingsgrens wordt nog gesproken.

• De middelen voor TONK (€ 130 miljoen) worden in twee tranches via het gemeentefonds beschikbaar gesteld. Verantwoording over de middelen vindt lokaal plaats. Aan het einde van het eerste kwartaal van 2021 zal op basis van de dan geldende situatie rondom de maatregelen tegen het coronavirus de inzet voor het tweede kwartaal van 2021 worden gewogen.

• Rijk en gemeenten monitoren door regelmatig overleg en via beschikbaar komende gegevens vanuit het CBS en de Divosa benchmark hoe de implementatie en de uitvoering verloopt om knelpunten te detecteren en zo mogelijk bij te sturen.

Artikel 9

Als de netto woonlasten maximaal 30 procent van het netto inkomen bedragen, is er sprake van acceptabele woonlasten. De terugval in inkomen kan hoger zijn dan 30 procent. Het ligt niet voor de hand dat de gemeente een onbeperkte tegemoetkoming verstrekt.

Artikel 11

Het college verstrekt geen tegemoetkoming als de aanvrager eerder aanwezige middelen heeft besteed aan zaken die een lagere prioriteit hebben ten opzichte van de woonlasten.

Als de aanvrager meent dat de maximale tegemoetkoming onvoldoende is, kan de aanvrager een verzoek indienen om een extra tegemoetkoming in de vorm van een lening.