Gedragscode bestuurlijke integriteit Gemeente Terschelling

Geldend van 18-11-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 28-10-2011

Intitulé

Gedragscode bestuurlijke integriteit Gemeente Terschelling

GEDRAGSCODE BESTUURLIJKE INTEGRITEIT

DEEL I Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit

Leden van de gemeenteraad, de wethouders en de burgemeester stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer.

Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-politieke ambtsdragers, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie politieke ambtsdragers hun functie vervullen.

Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief:

Dienstbaarheid

Het handelen van een politieke ambtsdrager is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

Functionaliteit

Het handelen van een politieke ambtsdrager heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

Onafhankelijkheid

Het handelen van een politieke ambtsdrager wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

Openheid

Het handelen van een politieke ambtsdrager is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de politieke ambtsdrager en zijn beweegredenen daarbij.

Betrouwbaarheid

Op een politieke ambtsdrager moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

Zorgvuldigheid

Het handelen van een politieke ambtsdrager is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken.

Deel II Gedragscode bestuurlijke integriteit Gemeente Terschelling.

1 Algemene bepalingen

  • 1.1Deze gedragscode geldt voor de leden van de gemeenteraad, de wethouders en de burgemeester, hierna te noemen: politieke ambtsdragers.

    • 1.

      2 In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het college respectievelijk de gemeenteraad.

    • 1.

      3 Bij twijfel of vragen over gesignaleerde gedragslijnen en ontwikkelingen is de burgemeester het eerste aanspreekpunt.

    • 1.

      4 De code is openbaar en door derden te raadplegen.

      • 1.5

        De leden van het college en de leden van de raad ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

      • 1.6

        Een politieke ambtsdrager is aanspreekbaar op de naleving van deze code.

2 Belangenverstrengeling en nevenfuncties

  • 2.

    1 Een politieke ambtsdrager doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2.

    2 Bij privaatpublieke samenwerkingsrelaties voorkomt de politieke ambtsdrager (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.

    3 Een oud-politieke ambtsdrager wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente. Uitzonderingen hierop zijn ambtenaren, werkzaam voor een school voor openbaar onderwijs of één van de gemeentelijke musea.

    • 2.4

      Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een politieke ambtsdrager over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

    • 2.5

      Een politieke ambtsdrager die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 2.

    5 Een politieke ambtsdrager neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

  • 2.

    6 Een politieke ambtsdrager vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

  • 2.

    7 Een politieke ambtsdrager geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijn nevenfuncties, inclusief qualitate-quo-nevenfuncties, aan voor welke organisatie de functies worden verricht, wat het tijdsbeslag is en of de functies bezoldigd zijn.

  • 2.

    8 Een politieke ambtsdrager behoudt geen inkomsten uit een qualitate-quo-nevenfunctie. De inkomsten komen ten goede aan de kas van de gemeente.

  • 2.

    9 De kosten die een politieke ambtsdrager maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt (q.q.-nevenfunctie), worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

  • 2.

    10 Een politieke ambtsdrager die een nevenfunctie wil vervullen anders dan uit hoofde van het ambt, bespreekt dit voornemen in het college. Daarbij komt tevens aan de orde hoe wordt gehandeld met betrekking tot eventuele vergoedingen en de te maken kosten.

3 Informatie

  • 3.

    1 Een politieke ambtsdrager gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen geheime of vertrouwelijke informatie.

  • 3.

    2 Een politieke ambtsdrager houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 3.

    3 Een politieke ambtsdrager maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

  • 3.

    4 Een politieke ambtsdrager gaat verantwoordelijk om met de e-mail- en internetfaciliteiten die hem van gemeentewege ter beschikking staan.

4 Aannemen van geschenken

  • 4.

    1 Een politieke ambtsdrager accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

    4.2Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

  • 4.

    3 Indien een politieke ambtsdrager geschenken of giften ontvangt die een waarde van minder dan 50 euro vertegenwoordigen, behoeven ze niet te worden gemeld en geregistreerd.

  • 4.

    4 Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, meldt een politieke ambtsdrager dit in het bestuursorgaan waarvan hij deel uitmaakt, waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

  • 4.

    5 Aanbiedingen voor privé-werkzaamheden of kortingen op privé-goederen worden niet geaccepteerd.

  • 4.

    6 Een politieke ambtsdrager maakt in het bestuursorgaan waarvan hij deel uitmaakt melding van uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden.

5 Bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen, buitenlandse reizen en voorzieningen

  • 5.

    1 Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Een politieke ambtsdrager is terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek bevinden.

  • 5.

    2 Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd.

  • -

    Met de uitgave is het belang van de gemeente gediend

en

  • -

    De uitgave vloeit voort uit de functie van de politieke ambtsdrager.

  • 5.

    3 De politieke ambtsdrager declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 5.

    4 Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure.

  • 5.

    5 Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

  • 5.

    6 Gemaakte kosten worden binnen drie maanden gedeclareerd.

  • 5.

    7 De gemeentesecretaris respectievelijk de griffier is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties. Declaraties van politieke ambtsdragers worden administratief afgehandeld door een daartoe aangewezen ambtenaar.

  • 5.

    8 In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester. Zonodig wordt de declaratie ter besluitvorming aan het college respectievelijk de gemeenteraad voorgelegd.

  • 5.

    9 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan.

  • 5.

    10 Politieke ambtsdragers kunnen op basis van een overeenkomst terzake voor zakelijk gebruik een computer en/of een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking krijgen.

  • 5.

    11 Een politieke ambtsdrager die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse dienstreis te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft toestemming nodig van het bestuursorgaan waarvan hij deel uitmaakt. Uitnodigingen voor dienstreizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden altijd besproken in de gemeenteraad of het college en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. De gemeenteraad wordt van een collegebesluit hieromtrent op de hoogte gesteld.

  • 5.

    12 Een politieke ambtsdrager die het voornemen van een dienstreis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag gedaan wordt.

  • 5.

    13 Van elke dienstreis wordt een verslag opgesteld.

  • 5.

    14 Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een politieke ambtsdrager op een dienstreis is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van de gemeenteraad of het college betrokken.

  • 5.

    15 Het anderszins meereizen van derden op een dienstreis op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming van de gemeenteraad of het college betrokken.

  • 5.

    16 Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming van de gemeenteraad of het college. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de politieke ambtsdrager.

  • 5.

    17 De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform

de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voor zover zij redelijk en verantwoord worden

geacht.

Vastgesteld door de gemeenteraad van Terschelling op 25 oktober 2011,

Toelichting per artikel bij Gedragscode bestuurlijke integriteit Gemeente Terschelling.

Artikel 1

De code is van toepassing gemaakt op zowel raadsleden, wethouders als de burgemeester. Daarmee wordt in één handeling aan drie artikelen van de Gemeentewet voldaan.

De burgemeester is vanwege zijn onafhankelijke positie de meest aangewezen persoon om als eerste aanspreekpunt te fungeren. Indien de burgemeester ten aanzien van zichzelf met vragen rond integriteit zit kan hij dit uiteraard met de raad of het college bespreken. Een andere mogelijkheid is het houden van ruggespraak met de Commissaris der Koningin of diens kabinetschef.

Artikel 2

Bij lid 3 gaat het om het voorkomen van belangenverstrengeling. Dit betreft ook het voorkomen van de schijn van belang. Voor raadsleden en wethouders wordt in de gemeentewet (resp. art. 13, lid 3, sub c en art. 36b, lid 3 sub c) al een uitzondering gemaakt voor ambtenaren die werkzaam zijn aan een school voor openbaar onderwijs. In deze verordening is die uitzondering met het oog op de locale situatie uitgebreid.

Lid 5 noemt het onthouden van deelname aan de besluitvorming bij familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen. Dit is een aanvulling op artikel 28 van de Gemeentewet en het afleggen van de eed of belofte.

Artikel 28 zegt dat er niet gestemd mag worden over aangelegenheden die een politieke ambtsdrager rechtstreeks of middellijk (lees: alle terzake doende intensieve relaties) aangaan of waarbij hij als vertegenwoordiger betrokken is.

De ambtseed of –belofte (artikelen 14, 41a en 65 van de Gemeentewet) betreft het rechtstreeks noch middellijk aannemen van enig geschenk of belofte.

De gedragscode is dus iets uitgebreider dan de wettelijke bepalingen. Enerzijds worden de familie- en vriendschapsbetrekkingen bij naam genoemd en anderzijds is de formulering onthouden van deelname aan de besluitvorming (lees: niet deelnemen aan de beraadslaging, het debat) ruimer gesteld. Teneinde de schijn te voorkomen verdient het aanbeveling dat de politieke ambtsdrager de vergadering verlaat.

Het voert in het kader van deze toelichting te ver om voorbeelden uit de jurisprudentie aan te halen. In voorkomende gevallen verdient het aanbeveling deze er tijdig op na te slaan.

Artikel 12 van de Gemeentewet regelt dat leden van de raad openbaar moeten maken welke andere functies dan het raadslidmaatschap zij vervullen. Bij de aanvang van de vierjarige raadsperiode is deze opgave gedaan. Artikel 12 is (via artikel 41b, lid 3 resp. artikel 67, lid 3 van de Gemeentewet) van overeenkomstige toepassing op de wethouders en de burgemeester. Zij dienen ook hun voornemen tot het aanvaarden van een dergelijke functie aan de raad te melden.

In de praktijk dragen de griffier (voor leden van de raad) en de gemeentesecretaris (voor de leden van het college) zorg voor het verzamelen en ter inzage leggen van de opgaven.

De verantwoordelijkheid voor het opgeven van tussentijdse wijzigingen ligt uiteraard geheel bij de politieke ambtsdrager zelf. Griffier of gemeentesecretaris kan hierbij een attenderende rol vervullen.

In artikel 2, lid 1, van deze gedragscode is opgenomen dat een politieke ambtsdrager ook opgave doet van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties. Deze opgave kan gecombineerd worden met de opgave van de nevenfuncties.

Artikel 3

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 4

Het (niet) aannemen van geschenken en giften om iets te doen of te laten is geregeld in de ambtseed of –belofte. De gedragscode geeft aan dat geschenken en giften die buiten deze formulering vallen moeten worden gemeld en geregistreerd. Het melden kan geschieden bij de griffier (voor raadsleden) en de gemeentesecretaris (voor collegeleden), die de schenking of gift vervolgens registreert op een daartoe aangelegde lijst. Deze lijst is openbaar.

Uiteraard kan in bijzondere gevallen ook melding gedaan worden in de vergadering van de raad of het college.

Het bedrag van € 50,00 is een gangbaar bedrag. Periodiek zal bezien moeten worden in hoeverre dit bedrag bijstelling nodig heeft.

Artikel 5

Dit artikel noemt in lid 4 een door de raad of het college vastgestelde administratieve procedure. Het is praktisch hiervoor één procedure vast te stellen. In verband met het afsluiten van het boekjaar dient de slotdeclaratie per 31 december uiterlijk op 15 januari te zijn ingediend.

Lid 10 zegt dat zakelijk gebruik van apparatuur in bruikleen binnen de normen van de integriteit valt.

De leden 11 t/m 17 spreken in grote lijnen voor zich. Er is gekozen voor inhoudelijke en financiële verslaglegging aan het eigen orgaan, de gemeenteraad of het college. De vorm is vrij gelaten. Sommige gemeenten vermelden buitenlandse reizen in hun jaarverslagen.