Regeling vervallen per 01-01-2009

Regeling beoordeling voor het gemeentelijk onderwijspersoneel gemeente Tholen

Geldend van 01-08-1999 t/m 31-12-2008

Intitulé

Regeling beoordeling voor het gemeentelijk onderwijspersoneel gemeente Tholen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen;

gelezen het resultaat van het gevoerde overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad;

gelet op artikel 23 van de Raamovereenkomst inzake afspraken arbeidsvoorwaarden Primair Onderwijs 1998-2000;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de 'Regeling beoordeling voor het gemeentelijk onderwijspersoneel gemeente Tholen'.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    Bevoegd gezag:

    het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    Personeelslid:

    een persoon in dienst van een onder het bevoegd gezag ressorterende onderwijsinstelling;

  • c.

    Formele beoordelaar:

    de door het bevoegd gezag aangewezen functionaris, die de beoordeling opmaakt en vervolgens het beoordelingsgesprek voert met het personeelslid;

  • d

    Functie:

    het geheel van werkzaamheden waarmee het personeelslid gedurende het beoordelingstijdvak feitelijk was belast.

  • e.

    Functievervulling:

    de wijze waarop het personeelslid zijn functie heeft vervuld en zijn gedragingen in verband met de uitoefening van die functie;

  • f.

    Beoordelingstijdvak:

    een tijdvak van ten hoogste vijf jaar aan het einde waarvan de formele beoordelaar zich over de functievervulling van het personeelslid gedurende dat tijdvak een samenvattend oordeel vormt;

  • g.

    Beoordelingsformulier:

    het in de instelling geldende standaardformulier, waarop de te beoordelen aspecten van het functioneren zijn vermeld;

  • h.

    Beoordelingsgesprek:

    gesprek tussen het personeelslid en de formele beoordelaar aan de hand van het ingevuld beoordelingsformulier;

  • i.

    Beoordeling:

    het na het beoordelingsgesprek formeel vastgelegde samenvattende oordeel over het functioneren van de benoemde eventueel gepaard gaande met rechtspositionele en/of arbeidsrechtelijke consequenties.

Artikel 2 Doelstelling

Het doel van de beoordeling is enerzijds het geven van inzicht in de functievervulling van het personeelslid gedurende het beoordelingstijdvak en anderzijds het kunnen treffen van waarderende of disciplinaire maatregelen, waaraan rechtspositionele gevolgen voor het personeelslid kunnen zijn verbonden.

Artikel 3 Kenmerken

De kenmerken van de beoordeling zijn:

  • a.

    gericht op het verleden;

  • b.

    eenzijdige waardering;

  • c.

    gericht op het (kunnen) treffen van waarderende of disciplinaire maatregelen, waaraan rechtspositionele consequenties kunnen zijn verbonden.

Artikel 4 Frequentie

  • 1. Personeelsleden met een benoeming in vaste dienst worden ten minste eenmaal per vijf jaar beoordeeld.

  • 2. Personeelsleden met een benoeming in de tijdelijke dienst worden ten minste eenmaal per jaar beoordeeld, tenzij het een kort-tijdelijke benoeming betreft. Ook personeelsleden in een vervangingssituatie langer dan een jaar worden eenmaal per jaar beoordeeld.

  • 3. Personeelsleden met een benoeming in tijdelijke dienst wegens proeftijd worden ten minste drie maanden voor het aflopen van het tijdelijke dienstverband beoordeeld.

  • 4. Indien de beoordeling van een personeelslid -niet zijnde een personeelslid met een tijdelijke benoeming wegens proeftijd- negatief is, maar het bevoegd gezag hieraan (nog) geen rechtspositionele gevolgen wenst te verbinden, dient binnen een jaar opnieuw een beoordeling plaats te vinden.

Artikel 5 Relatie functioneringsgesprek en een beoordeling

Een beoordeling van een personeelslid wordt niet opgemaakt dan nadat in het beoordelingstijdvak meer functioneringsgesprekken hebben plaatsgevonden, tenzij dat wegens zwaarwegende omstandigheden niet mogelijk was.

Artikel 6 Procedure

  • 1. De beoordeling wordt opgemaakt door de formele beoordelaar door middel van de invulling van het beoordelingsformulier, waarop de te beoordelen taak en functioneringsaspecten zijn vermeld. Het beoordelingsformulier is als bijlage bij de regeling opgenomen.

  • 2. De formele beoordelaar bepaalt ten minste twee weken voorafgaand aan het beoordelingsgesprek in onderling overleg met het personeelslid datum en tijdstip van het te voeren beoordelingsgesprek.

  • 3. Het te beoordelen personeelslid ontvangt ten minste twee weken voorafgaand aan het beoordelingsgesprek het in concept ingevulde beoordelingsformulier.

  • 4. Het beoordelingsgesprek wordt gevoerd aan de hand van het ingevulde concept-beoordelings-formulier.

  • 5. Het personeelslid kan zich tijdens het beoordelingsgesprek laten bijstaan door een raadsman.

  • 6. Het personeelslid wordt in de gelegenheid gesteld zijn mening over zijn beoordeling kenbaar te maken. Deze mening wordt, voorafgaand aan het gesprek, toegevoegd aan het concept-beoordelingsformulier.

  • 7. Indien de door het personeelslid kenbaar gemaakte mening, als bedoeld in het zesde lid, voor de beoordelaar aanleiding is tot aanpassing van de beoordeling, wijzigt laatstgenoemde de beoordeling dienovereenkomstig.

  • 8. Het formulier wordt gedateerd en door het personeelslid voor gezien ondertekend en door de formele beoordelaar ondertekend.

  • 9. Het beoordelingsformulier wordt uiterlijk binnen twee weken na dagtekening, als bedoeld in het achtste lid, ter formele vaststelling door een door het bevoegd gezag aangewezen functionaris getekend.

  • 10. Het personeelslid ontvangt een kopie van het ondertekende formulier, waarna bezwaar kan worden aangetekend zoals bedoeld in artikel 7.

  • 11. Een kopie van het ondertekende beoordelingsformulier wordt bewaard in een afsluitbare kast op de eigen school, het origineel in het officiële personeelsdossier.

Artikel 7 Bezwaar

  • 1. Het personeelslid kan uiterlijk binnen twee weken na dagtekening als bedoeld in artikel 6, achtste lid, gemotiveerd schriftelijk bezwaar aantekenen bij de door het bevoegd gezag aangewezen functionaris niet zijnde de beoordelaar.

    Deze functionaris kan genoemde termijn al dan niet op verzoek van het personeelslid verlengen.

  • 2. Het personeelslid kan zich laten bijstaan door een raadsman.

  • 3. Indien de door het bevoegd gezag aangewezen functionaris de bezwaren geheel of gedeeltelijk deelt, dan wijzigt hij de beoordeling dienovereenkomstig. Wanneer bovengenoemde functionaris aan de bezwaren geheel tegemoet komt, stelt hij de gewijzgde beoordeling vast.

  • 4. De door het bevoegd gezag aangewezen functionaris deelt het personeelslid mee welke wijzigingen in de beoordeling zijn aangebracht dan wel dat en om welke reden de beoordeling niet is gewijzigd.

  • 5. Indien het personeelslid zijn bezwaren waaraan niet of slechts gedeeltelijk tegemoet is gekomen intrekt, stelt de door het bevoegd gezag aangewezen functionaris de al dan niet gewijzigde beoordeling alsnog vast.

  • 6. Indien het personeelslid zijn bezwaren geheel of gedeeltelijk handhaaft, dan legt de door het bevoegd gezag aangewezen functionaris de aangelegenheid zo spoedig mogelijk aan het bevoegd gezag voor.

    Hij doet daartoe het bezwaarschrift met alle op de beoordeling betrekking hebbende stukken toekomen aan het bevoegd gezag.

  • 7. Het bevoegd gezag beslist binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift met alle op de beoordeling betrekking hebbende stukken op het bezwaarschrift.

  • 8. De door het bevoegd gezag genomen beslissing, als bedoeld in het zevende lid, wordt zo spoedig mogelijk -doch uiterlijk binnen twee weken- en met redenen omkleed in afschrift toegezonden aan het personeelslid en de beoordelaar.

  • 9. Indien het personeelslid het niet eens is met het besluit dat het bevoegd gezag op het bezwaarschrift bedoeld in het zesde lid kan binnen zes weken nadat de beslissing is ontvangen beroep aangetekend worden bij de Arrondissementsrechtbank in Middelburg.

  • 10. Indien het personeelslid het niet eens is met de beslissing van de rechter kan hij of zij binnen zes weken nadat de rechter een beslissing heeft genomen hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep te Utrecht.

  • 11. De door of namens het bevoegd gezag genomen beslissing(en) en alle daarop betrekking hebbende stukken worden bewaard in het door het bevoegd gezag aangelegde personeelsdossier.

Artikel 8 De beoordelingsaspecten

  • 1. Bij de beoordeling van een personeelslid worden ten minste de volgende taak- en functionerings-aspecten (beoordelingsaspecten) betrokken:

    • a.

      Taakvervulling/taakopvatting:

    • -

      doeltreffendheid;

    • -

      doelmatigheid;

    • -

      eigen werk;

    • -

      organiseren;

    • -

      samenwerken;

    • -

      gerichtheid op het beroepenveld;

    • -

      getoond initiatief;

    • -

      omgaan met veranderingen;

    • -

      pedagogische kwaliteiten;

    • -

      didactische kwaliteiten;

    • -

      onderwijsontwikkeling;

    • -

      stagebegeleiding (indien van toepassing);

    • -

      betrokkenheid bij (buiten)schoolse activiteiten;

    • -

      werktijdenregeling.

    • b.

      Sociaal gedrag:

    • -

      verhouding tot leerlingen;

    • -

      verhouding tot ouders (indien van toepassing);

    • -

      verhouding tot de overige personeelsleden.

    • c.

      Nascholing:

    • -

      indien van toepassing.

  • 2. Bij de beoordeling van een lid van de directie of de locatieleiding worden bovendien de volgende taak- en functioneringsaspecten bij de beoordeling betrokken:

    • a.

      geven van leiding;

    • b.

      onderhouden van externe contacten;

    • c.

      samenwerking met het bevoegd gezag, inclusief de voorbereiding en uitvoering van het bestuurlijk beleid;

    • d.

      mede voeren van het personeelsbeleid waaronder het formatie-, loopbaan- en arbeids-voorwaardenbeleid;

    • e.

      uitvoeren van eventueel gemandateerde bevoegdheden;

    • f.

      overige aspecten van zijn/haar taken.

Artikel 9 De factoren

  • 1. 1.Indien het de beoordeling van de directeur betreft, geschiedt de beoordeling door de wethouder van Onderwijs.

  • 3. Indien het de beoordeling van de plaatsvervangend bovenschools directeur betreft, geschiedt de beoordeling door de directeur van de federatie.

  • 4. De locatieleiders van de diverse scholen worden beoordeeld door de directeur van de federatie.

  • 5. De overige personeelsleden worden beoordeeld door de locatieleiders.

  • 6. Ten aanzien van beoordeling bepaalt het bevoegd gezag of en bij wie inlichtingen worden ingewonnen over het functioneren van het personeelslid.

  • 7. Bij het opmaken van de beoordeling kan een externe of interne deskundige worden betrokken.

  • 8. In het geval bedoeld in artikel 7, lid 1, treedt de directeur van de federatie op als de door het bevoegd gezag aangewezen functionaris niet zijnde de formele beoordelaar.

  • 9. In het geval er sprake is van verschil van mening over de beoordeling van directieleden of locatieleiders wijst het bevoegd gezag een functionaris niet zijnde de formele beoordelaar aan.

Artikel 10 Niet voorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag.

Artikel 11 Slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als 'Regeling beoordeling voor het gemeentelijk onderwijspersoneel gemeente Tholen' en treedt in werking na formele vaststelling door het college van burgemeester en wethouders op 1 augustus 1999.

  • 2.

    De locatieleiders van de diverse scholen dragen er zorg voor, dat een exemplaar van deze regeling en van de daarbij behorende bijlage op een voor de personeelsleden toegankelijke plaats ter inzage liggen.

Ondertekening

Sint-Maartensdijk, 27 april 1999.
Burgemeester en wethouders van Tholen,
de secretaris, de burgemeester,

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER VERTROUWELIJK

Naam personeelslid:

Functie:

Naam formele beoordelaar:

Functie:

Naam informant/raadsman/ personeelsdeskundige:

Functie:

Datum vorige beoordeling:

Beoordelingstijdvak van:

Onderdeel A

Gespreksonderwerpen met alle personeelsleden (artikel 8, lid 1 van de regeling beoordeling).

  • a.

    Taakvervulling/taakopvatting (zie voor begripsomschrijving de bijgevoegde toelichting), o.a.:

  • -

    doeltreffendheid;

  • -

    doelmatigheid;

  • -

    kwaliteit van het werk;

  • -

    eigen werk;

  • -

    organiseren;

  • -

    samenwerken;

  • -

    gerichtheid op het beroepenveld;

  • -

    getoond initiatief;

  • -

    omgaan met veranderingen;

  • -

    didactische kwaliteiten;

  • -

    onderwijsontwikkeling;

  • -

    stagebegeleiding (indien van toepassing);

  • -

    betrokkenheid bij (buiten)schoolse activiteiten;

  • -

    werktijden.

  • b.

    Sociaal gedrag, o.a.:

  • -

    verhouding tot leerlingen;

  • -

    verhouding tot ouders (indien van toepassing);

  • -

    verhouding tot de overige personeelsleden/collega's.

  • c.

    c.Nascholing:

  • -

    indien van toepassing.

Onderdeel B

Aanvullende gespreksonderwerpen voor directieleden of locatieleiders (artikel 8, lid 2 van de regeling beoordeling):

  • a.

    geven van leiding aan de instelling;

  • b.

    onderhouden van externe contacten;

  • c.

    samenwerking met het bevoegd gezag, inclusief de voorbereiding en uitvoering van het bestuurlijk beleid;

  • d.

    mede voeren van personeelsbeleid (formatie-, loopbaan- en arbeidsvoorwaardenbeleid);

  • e.

    uitvoeren van eventueel gemandateerde bevoegdheden;

  • f.

    overige aspecten van zijn/haar directietaken.

Onderdeel C (In te vullen door beoordelaar voordat het gesprek plaatsvindt)

Belangrijkste aandachtspunten voor het gesprek.

Onderdeel D (In te vullen door beoordelaar voordat het gesprek plaatsvindt)

Voorlopige beoordeling van de functie als totaal (In te vullen door beoordelaar voordat het gesprek plaatsvindt):

0 Beoordeelde voldoet aan de gestelde eisen.

0 Beoordeelde voldoet nog niet aan de gestelde eisen.

0 Beoordeelde voldoet meer dan aan de gestelde eisen.

0 Anders:_________________________________________________________

Onderdeel E

Omstandigheden welke de functievervulling hebben beïnvloed/aanvulling op de beoordeling:

Onderdeel F

Verslag beoordelingsgesprek:

  • a.

    Besproken punten.

  • b.

    Zienswijze personeelslid.

  • c.

    Opmerkingen naar aanleiding van de beoordeling.

  • d.

    Afspraken/voornemens.

Onderdeel G

Eindoordeel:

0 Beoordeelde voldoet aan de gestelde eisen.0

0 Beoordeelde voldoet nog niet aan de gestelde eisen.

0 Beoordeelde voldoet meer dan aan de gestelde eisen.

0 Anders: ________________________________________________________

Ondertekening:

Personeelslid:

Datum:

Formele beoordelaar:

Datum:

Namens het bevoegd gezag:

Datum:

Toelichting bij het verslagformulier beoordeling

Gezichtspunten bij taaktoedeling, taakvervulling en taakopvatting:

 

Doeltreffendheid:

Het realiseren van doelstellingen; het bereiken van resultaten;

het op tijd leveren van overeengekomen diensten.

 

Doelmatigheid:

Kostenbewustzijn;

bewust en zuinig omgaan met tijd, energie en middelen.

 

Kwaliteit van werk:

Tact in het omgaan met medewerkers, stimulerend en motiverend, bijdragen aan goede werksfeer, besluitvaardigheid, organisatie van het werk, eigen vaardigheid.

 

Eigen werk organiseren:

Prioriteiten stellen, plannen, improviseren.

 

Samenwerken:

Bijdragen aan het onderling functioneren en het functioneren binnen de eigen vakgroep, met andere vakgroepen/afdelingen e.d. en de samenwerking met de overige personeelsleden, leerlingen en ouders.

 

Gerichtheid op het beroepenveld:

Rekening houden met eisen en wensen uit de relevante omgeving.

 

Getoond initiatief:

Durf om uit eigen overwegingen nieuwe stappen te ondernemen, kiezen van het juiste moment van handelen (besluitvaardigheid), bezonnenheid, dit wil zeggen rekening houden met mogelijke consequenties.

 

Omgaan met veranderingen:

De mate waarin iemand, met behoud van kritisch inzicht, veranderingen in het eigen werk betrekt en ondersteunt.

 

Didactische kwaliteiten:

(Wijze van overdracht van) kennis en vaardigheden.

 

Onderwijsontwikkeling:

De mate waarin en de wijze waarop het onderwijs in samenhang met de leerdoelen en maatschappelijke ontwikkelingen en de ontwikkelingen van het vakgebied is ontwikkeld respectievelijk vernieuwd.

 

Stagebegeleiding:

Wijze waarop stagebegeleiding is geschied.

 

Werktijden:

Zich houden aan de afgesproken werktijden,