Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van gemeente Tiel houdende regels omtrent subsidies Subsidieregeling (VVE-)peuteropvang Tiel

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Subsidieregeling (VVE-)peuteropvang Tiel

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel;

gelet op artikel 5 van de Verordening tegemoetkoming kosten (VVE-)peuteropvang in Tiel

overwegende dat het noodzakelijk is om regels te stellen voor de tegemoetkoming in de kosten van (VVE-)peuteropvang;

B E S L U I T:

vast te stellen de subsidieregeling (VVE-)peuteropvang Tiel

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

1.In deze regeling wordt verstaan onder:

ASV: Algemene Subsidie Verordening gemeente Tiel

College: het college van burgemeester en wethouders

Doelgroepkinderen: kinderen die in aanmerking komen voor een VVE-peuterplaats en VVE-programma, op basis van de door het consultatiebureau 0-4 jaar (STMR) afgegeven VVE-indicatie.

Doorgaande lijn: ononderbroken ontwikkelingsgang van kinderen, door samenwerking en afstemming tussen peuteropvang en school, inclusief overdracht van gegevens;

Fiscaal uurtarief: maximaal uurtarief dat de belastingdienst hanteert voor de vergoeding van de kosten voor kinderopvang (peuteropvang).

Gemengde VVE-peutergroep: VVE-groep die bestaat uit VVE-geïndiceerde kinderen en niet VVE-geïndiceerde kinderen.

Inschrijving:De tussen ouders en exploitant van een voorschoolse voorziening overeengekomen plaatsing van een kind in die voorschoolse voorziening (plaatsingsovereenkomst).

Landelijk Register Kinderopvang (LRK): een register met gegevens van alle gecertificeerde kinderopvangvoorzieningen in Nederland

Locatie: voorschoolse voorziening voor peuteropvang of kinderopvang, die staat ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang met een geregistreerde voorziening in de gemeente Tiel;

Kinderopvangtoeslag (KOT): de tegemoetkoming van de Belastingdienst bedoeld als gedeeltelijke bijdrage in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang of peuteropvang.

Minimale bezettingsgraad: Het percentage van de gesubsidieerde VVE-peuterplaatsen dat tenminste daadwerkelijk bezet dient te zijn. Dit percentage bedraagt 90%.

Ouder: de bloed- of aanverwanten in opgaande lijn of de adoptief- of pleegouder van een kind dat opgevangen wordt in een peuterplaats of VVE-peuterplaats;

Ouderbijdrage: financiële vergoeding die de ouder(s)/verzorger(s) moeten betalen voor de deelname van hun kind aan een peuterplaats of VVE-peuterplaats;

Kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming van de Belastingdienst bedoeld als gedeeltelijke bijdrage in de kosten voor in het Landelijk Register Kinderopvang geregistreerde kinderopvang;

Peuteropvang: Opvang voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool;

Peuterplaats: een aanbod aan peuteropvang van 2 dagdelen per week van in totaal minimaal 5 en maximaal 6 uur per week gedurende 40 weken per jaar;

Peutertoeslag: Een financiële bijdrage van de gemeente in de kosten van een (VVE-)peuterplaats bij een voorschoolse voorziening;

Subsidie tarief peuteropvang: het uurtarief dat de gemeente hanteert bij het berekenen van de subsidie, gebaseerd op het fiscaal uurtarief kinderopvang van de Belastingdienst;

Toezichtskader: kader aan de hand waarvan de onderwijsinspectie haar rapport opstelt over een school of voorschool locatie.

Verordening: Verordening tegemoetkoming kosten (VVE-)peuteropvang in Tiel

Voorschoolse voorziening: Organisatie voor peuteropvang of kinderopvang, die ingeschreven staat in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) die werkzaam zijn in de gemeente Tiel;

VVE: Voor- en vroegschoolse educatie. Aanbod voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar waarin op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

VVE-peuterplaats: een aanbod aan voorschoolse educatie voor doelgroepkinderen van minimaal 3 dagdelen per week van in totaal minimaal 10 en maximaal 12 uur per week gedurende 40 weken per jaar;

VVE-programma: een voorschools programma dat is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut, waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd van kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

VVE-locatie: locatie die VVE aanbiedt conform wettelijke kwaliteitseisen;

Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK): wet waarin het kwaliteitsniveau van peuterspeelzaal en kinderopvang gelijk getrokken wordt en op een hoger niveau gebracht wordt.

Artikel 2. Doelstelling

De doelstelling van deze subsidieregeling is om door middel van subsidieverstrekking te zorgen voor:

  • -

    voldoende en kwalitatief goed aanbod van (VVE-)peuteropvang voor de stimulering van de ontwikkeling van peuters en als voorbereiding op de basisschool;

  • -

    een zoveel mogelijk gespreid aanbod van (VVE-)peuteropvang over de gemeente en verbonden aan basisscholen, zodat er een sterke doorgaande lijn is;

  • -

    zoveel mogelijk gemengde peutergroepen, zodat doelgroepkinderen en niet-doelgroepkinderen samen spelen en leren.

  • -

    dat doelgroepkinderen door het VVE-programma met een zo klein mogelijke taalachterstand aan het basisonderwijs beginnen.

Artikel 3. Bijzondere weigeringsgronden:

Aanvragen worden geweigerd of subsidies worden ingetrokken indien:

  • a.

    Niet aannemelijk is dat de aanvrager voldoet of binnen redelijke termijn zal voldoen aan de bij of krachtens de Wet kinderopvang gestelde kwaliteitseisen;

  • b.

    Niet aannemelijk is dat de aanvrager voor VVE-peuterplaatsen voldoet of binnen redelijke termijn zal voldoen aan de kwaliteitseisen van de onderwijsinspectie voor voorschoolse educatie die zijn opgenomen in het Toezichtskader;

  • c.

    Aanvrager of subsidieontvanger niet aannemelijk kan maken dat diens activiteiten bijdragen aan de in artikel 2 genoemde doelstellingen;

  • d.

    De aanvraag betreft andere voorzieningen dan genoemd in in artikel 2, eerste lid van de verordening;

  • e.

    De aanvrager niet minimaal 5 inschrijvingen van VVE-peuterplaatsen kan aantonen indien hij een aanvraag doet voor subsidie voor VVE-peuterplaatsen.

Artikel 4 Bijzondere verplichtingenten aanzien van de aanvraag

  • 1. Een aanvrager vraagt subsidie conform deze regeling aan bij het college door gebruik te maken van het formulier ‘subsidie Peuteropvang’ en/of het formulier ‘subsidie VVE-peuteropvang’.

  • 2. Het college neemt uitsluitend aanvragen in behandeling ten behoeve van activiteiten in lopende kalenderjaar dan wel het eerstvolgende kalenderjaar.

  • 3. Aanvragen die betrekking hebben op het eerstvolgende kalenderjaar dienen na 1 oktober van dat jaar te worden ingediend en voor 15 februari van het betreffende subsidiejaar.

Artikel 5 Toekenning en vaststelling peuterplaatsen

  • 1. Het is toegestaan de werkelijke invulling van de peuterplaatsen ten opzichte van de aantallen genoemd in de subsidieaanvraag, gedurende de subsidieperiode, aan te passen aan de vraag van de ouders.

  • 2. Voor wat betreft de toekenning en vaststelling van de subsidie peuterplaatsen geldt dat het definitieve bedrag na afloop van de subsidieperiode, op basis van de verstrekte gegevens zoals genoemd in de verordening in artikel 11 lid 1, door het college wordt vastgesteld.

  • 3. Een aanvrager dient een verzoek tot vaststelling in door gebruik te maken van het aanvraagformulier ‘subsidie peuteropvang’

  • 4. Voor de peuterplaatsen vindt de vaststelling plaats op basis van het werkelijk aantal bezette peuterplaatsen, waarbij de volgende formule wordt gehanteerd:

    Het werkelijk aantal afgen omen uren per bezette peuterplaats vermenigvuldigd met het fiscaal uurtarief minus het in totaal door de aanvrager in rek ening gebrachte ouderbijdragen gebaseerd op he t fiscaal uurtarief.

Artikel 6 Toekenning en vaststelling VVE-peuterplaatsen

  • 1. Het is toegestaan de werkelijke invulling van de VVE-peuterplaatsen ten opzichte van de aantallen genoemd in de subsidieaanvraag, gedurende de subsidieperiode, aan te passen aan de vraag van de ouders.

  • 2. Voor wat betreft de vaststelling van de subsidie VVE-peuterplaatsen geldt dat het definitieve bedrag na afloop van de subsidieperiode, op basis van de verstrekte gegevens zoals genoemd in de verordening in artikel 11 lid 1, door het college wordt vastgesteld.

  • 3. Een aanvrager dient een verzoek tot vaststelling in door gebruik te maken van het aanvraagformulier ‘subsidie VVE-peuteropvang’

  • 4. Indien het aantal bezette VVE-peuterplaatsen groter of gelijk is aan het aantal toegekende VVE-peuterplaatsen vindt de subsidievaststelling plaats op basis van de verdeling van VVE-peuterplaatsen die wel in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag (KOT) en VVE-peuterplaatsen die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag (niet-KOT).

  • 5. Indien uit de aanvraag tot vaststelling blijkt dat er sprake is geweest van een gemiddelde bezettingspercentage van 90% tot 100% vindt de vaststelling plaats conform het vorige lid en subsidieert de gemeente tevens het aantal niet bezette VVE-peuterplaatsen dat is toegekend.

  • 6. Indien blijkt dat de gemiddelde bezettingspercentage lager is dan 90% wordt de subsidie als volgt lager vastgesteld:

    • -

      het werkelijk aantal afgenomen uren per bezette VVE-peuterplaats vermenigvuldigd met het door het college vastgestelde maximum te subsidiëren uurtarief

      minus de door de aanvrager in rekening gebrachte ouderbijdragen voor de niet- KOT ouders en de in rekening gebrachte facturen voor de KOT-ouders gebaseerd op het fiscaal uurtarief.

    • -

      en daarbij opgeteld een marge indien de bezettingsgraad lager is dan 90%.

      Een voorbeeld van de berekening van vaststelling VVE-peuterplaatsen is opgenomen in bijlage 1.

Artikel 7. Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2018.

    Deze subsidie wordt aangehaald als: “Subsidieregeling (VVE-)peuteropvang Tiel”.

Ondertekening

Aldus besloten in de collegevergadering van 10 oktober 2017.
M.Oosterwijk H. Beenakker
gemeentesecretaris burgemeester

Bijlage 1.

Uitwerking

De subsidievaststelling met betrekking tot de VVE-peuterplaatsen is als volgt:

1.indien het aantal bezette VVE-peuterplaatsen groter of gelijk is aan het aantal toegekende VVE-peuterplaatsen vindt de vaststelling plaats op basis van de verdeling van VVE-peuterplaatsen die wel in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag (KOT) en VVE-peuterplaatsen die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag (niet-KOT).

Voorbeeld:

Aanvraag 100 VVE peuterplaatsen: toekenning subsidie 100 VVE peuterplaatsen

Aantal bezette VVE peuterplaatsen: 100, is 100% bezetting

Subsidievaststelling op basis van verdeling VVE-peuterplaatsen KOT en niet-KOT

2.Indien het aantal werkelijk bezette VVE-peuterplaatsen heeft geleid tot een gemiddelde bezettingspercentage van 90% tot 100% vindt de vaststelling plaats conform het vorige lid en subsidieert de gemeente het aantal niet bezette VVE-peuterplaatsen dat toegekend was volgens de volgende berekening:

niet bezette VVE-peuterplaatsen: € 10,- * 40 weken * X niet-bezette VVE-peuterplaatsen

Voorbeeld:

Aanvraag 100 VVE peuterplaatsen: toekenning subsidie 100 VVE peuterplaatsen

Aantal bezette VVE peuterplaatsen: 90, is 90% bezetting, kortom 10 lege plaatsen

Subsidievaststelling op basis van verdeling VVE-peuterplaatsen KOT en niet-KOT +Vergoeding van 10 lege plaatsen = 10 lege VVE-plaatsen* € 10,- * 12 uur * 40 weken = € 48.000,-

3.Aantal werkelijk bezette VVE-peuterplaatsen heeft geleid tot een lagere gemiddelde bezettingspercentage dan 90%:

De gemeente subsidieert het aantal niet-bezette VVE-peuterplaatsen op basis van de volgende formule:

(Aantal bezette VVE-peuterplaatsen/ 0,90) * 0,10

Voorbeeld:

Aanvraag 100 VVE peuterplaatsen: toekenning subsidie 100 VVE peuterplaatsen

Aantal bezette VVE peuterplaatsen: 65, is 65% bezetting, kortom 35 lege plaatsen

Subsidievaststelling op basis van verdeling VVE-peuterplaatsen KOT en niet-KOT +

Vergoeding van ((65/0,90) * 0,10) = 7,2 lege plaatsen

(7,2 lege VVE-plaatsen*€ 10,- * 12 uur * 40 weken = € 34.560,-)

Berekend aantal VVE peuterplaatsen wordt op 1/10 afgerond:

Voorbeeld: 0,51 = 0,5 en 0,67 = 0,7