Regeling vervallen per 20-02-2008

Verordening regelende de taak, samenstelling, bevoegdheden en wekwijze van de adviescommissie beeldende kunst

Geldend van 19-03-1993 t/m 19-02-2008

Intitulé

Verordening regelende de taak, samenstelling, bevoegdheden en wekwijze van de adviescommissie beeldende kunst

Nr. 10, afdeling WO

De raad der gemeente Tiel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 maart 1993;

gelet op artikel 61, lid 1 sub a van de gemeentewet;

besluit:

I in te stellen een adviescommissie beeldende kunst;

II vast te stellen de navolgende verordening regelende de taak, samenstelling, bevoegdheden en werkwijze van de adviescommissie beeldende kunst.

Artikel 1 taak

  • 1. De adviescommissie beeldende kunst heeft tot taak te adviseren over voorbereiding en uitvoering van het beeldend kunstbeleid van de gemeente Tiel.

  • 2. De commissie verstrekt de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders, desgevraagd of uit eigen beweging adviezen en inlichtingen die betrekking hebben op de taak van de commissie, zoals onder andere: - de uitvoering van de gemeentelijke percentageregeling - kunstaankopen en –opdrachten ten behoeve van de gemeentelijke kunstcollectie.

  • 3. Uitgezonderd van de in het eerste en tweede artikellid omschreven adviestaak zijn "bouwen" en "slopen" als bedoeld in artikel 1, eerste lid Woningwet.

Artikel 2 samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit ten minste vier en ten hoogste zes leden, die worden benoemd door burgemeester en wethouders.

  • 2. De commissie is samengesteld uit; a. een ambtenaar, belast met culturele zaken; b ten minste twee beeldende kunstenaars met ruimte ervaring op het terrein van kunst in de openbare ruimte en bij voorkeur uit verschillende beeldende disciplines; c. andere deskundigen die beroepshalve werkzaam zijn op het terrein van de beeldende kunst.

  • 3. Afhankelijk van de te behandelen objecten, kunnen vertegenwoordigers van de bij de realisatie van de bedoelde objecten betrokken diensten, groepen of organisaties en personen ad hoc als adviserende leden aan de commissie worden toegevoegd.

  • 4. De voorzitter en de vice-voorzitter worden benoemd uit en door de leden van de commissie, met uitzondering van dat, bedoeld onder 2a.

  • 5. Het lid, bedoeld onder 2a is belast met het secretariaat.

Artikel 3 zittingsperiode

  • 1. Met uitzondering van de leden, bedoeld onder artikel 2.2a, is de zittingsduur van de leden maximaal vier jaar.

  • 2. Na afloop van de zittingsperiode treden de leden af.

  • 3. De aftredende leden zijn éénmaal terstond hernoembaar.

  • 4. Het lidmaatschap van de commissie kan te allen tijde op eigen verzoek worden beëindig. Dit verzoek wordt schriftelijk bij de commissie ingediend, die daarvan zo spoedig mogelijk kennis geeft aan burgemeester en wethouders. Het lid dat ontslag heeft gevraagd houdt zitting tot zijn opvolger de benoeming heeft aanvaard.

  • 5. Het lid dat ter vervulling van een anders dan door periodieke aftreding open plaats is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats het is benoemd zou zijn afgetreden.

  • 6. Het lidmaatschap van de commissie eindigt tevens wanneer een lid de functie uit uit hoofde waarvan het is benoemd niet meer vervult.

Artikel 4 werkwijze

  • 1. De commissie komt bijeen indien de voorzitter of ten minste twee leden van de commissie hiertoe de noodzaak aanwezig achten.

  • 2. De oproep tot de vergaderingen geschiedt schriftelijk of per email door de secretaris met vermelding van de te behandelen onderwerpen. Onderwerpen die niet in de oproeping zijn vermeld, kunnen niettemin een punt van bespreking en besluitvorming uitmaken.

  • 3. De besluiten van de commissie worden genomen bij meerderheid van stemmen.

  • 4. Geldige besluiten kunnen alleen worden genomen wanneer de meerderheid van het aantal zitting hebbende leden te vergadering aanwezig is.

  • 5. Adviezen van de commissie worden schriftelijk vastgelegd. Zij worden met redenen omkleed en vermelden een eventueel minderheidsstandpunt van één of meer leden indien zij dat vragen.

Artikel 5

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de commissie in een zo vroeg mogelijk stadium schriftelijk in kennis van een project waarop de percentageregeling beeldende kunst van toepassing is.

  • 2. De commissie neemt kennis van de in voorbereiding zijnde plannen en van de situatie ter plaatse per project en zij adviseert of al dan niet tot toepassing van percentageregeling moet worden overgegaan. Wanneer voor een bepaald project maar een beperkt budget beschikbaar is kan de commissie adviseren, losse kunstwerken aan te kopen. De commissie beslist voorts of het al dan niet wenselijk is een werkgroep als bedoeld in artikel 6 te stellen.

  • 3. Burgemeester en wethouders beslissen zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen twee maanden na ontvangst van het advies en brengen hun besluit onverwijld ter kennis van de commissie. Wanneer het besluit afwijkt van het advies van de commissie wordt het besluit met redenen omkleed.

  • 4. Wanneer het besluit, als bedoeld in het derde lid, strekt tot het verlenen van een opdracht stelt de commissie een programma van eisen op, in samenwerking met de eventueel ingestelde werkgroep. De commissie bepaalt de aard van de opdracht en formuleert een opdrachtbeschrijving aan de hand van het beschikbare bedrag.

  • 5. De commissie bepaalt volgens welke procedure de kunstenaar(s) zal (zullen) wordt (worden) geselecteerd en draagt zorg voor de uitvoering hiervan.

  • 6. Wanneer de procedure, bedoeld in het voorgaande lid, leidt tot het verlenen van een opdracht aan één of meer kunstenaars, wordt deze vastgesteld in een schriftelijke overeenkomst, waarin de verplichtingen van de kunstenaar(s) en van de opdrachtgever over en weer worden geregeld.

Artikel 6 adviserende leden

  • 1. De commissie kan – na goedkeuring van burgemeester en wethouders – een tijdelijke werkgroep instellen ter voorbereiding en begeleiding van een kunstopdrachtbij een bepaald project.

  • 2. De werkgroep bestaat uit ten hoogste vijf leden.

  • 3. In de werkgroep kunnen zitting hebben:

    • -

      een architect of ontwerper;

    • -

      één of meerdere leden van de bouwcommissie

    • -

      één of meerdere leden van het projectteam dat verantwoordelijk is voor het

      ontwerp van het betreffende project;

    • -

      één of meerdere externe adviseurs of deskundigen

    • -

      één of meerdere afgevaardigden van de gebruikers of bewoners;

    • -

      één lid van de commissie.

  • 4. In de werkgroep heeft een adviserende en ondersteunende taak ten opzichte van de commissie.

Artikel 7

De niet ambtelijke leden van de commissie en de in te stellen werkgroepen ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen een vergoeding overeenkomstig de gemeentelijke verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden.

Artikel 8

De commissie brengt jaarlijks een verslag uit van haar werkzaamheden aan burgemeester en wethouders.

Artikel 9

Gedurende hun zittingsperiode kunnen de leden van de commissie niet in aanmerking komen voor opdrachten die op advies van de commissie door burgemeester en wethouders verstrekt worden.

Indien een commissielid aftreedt (ook tussentijds) kan hij of zij pas drie maanden na het tijdstip van aftreden in aanmerking komen voor opdrachten als bedoeld in de eerste alinea van dit artikel.

Artikel 10 wijziging verordening

Voorstellen tot wijzigingen van deze verordening worden na overleg met de commissie door burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad ter vaststelling aangeboden.

Artikel 11 opheffing

Opheffing van de commissie kan slechts geschieden bij besluit van de gemeenteraad, gehoord de commissie.

Artikel 12 inwerktreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag, volgend op die van haar afkondiging.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van 17 maart 1993,

de secretaris, de voorzitter,