Regeling vervallen per 02-05-2009

Verordening op het vellen van houtopstanden in de gemeente Tiel

Geldend van 02-04-1997 t/m 01-05-2009

Intitulé

Verordening op het vellen van houtopstanden in de gemeente Tiel

Nr. 4d, afdeling BA

-------------------------

TEKST BOMENVERORDENING ZOALS DEZE LUIDT NA VASTSTELLING VAN DEWIJZIGINGSVERORDENING D.D. 20 december 1999

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      boom: houtachtig gewas met een enkele, stevige houtachtige overblijvende stam die zich boven de grond vertakt;

    • b.

      houtopstand: één of meer bomen;

    • c.

      bebouwde kom: de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld ingevolge artikel 1, vijfde lid, van de Boswet;

    • d.

      dunning: velling ter bevordering van het voortbestaan van een houtopstand.

  • 2. In deze afdeling wordt onder vellen mede verstaan rooien en verplanten, alsmede het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge kunnen hebben.

Artikel 2 Kapverbod

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een houtopstand te vellen of te doen vellen.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor:

    • a.

      populieren en wilgen als wegbeplantingen en éénrijige beplantingen op of langs landbouwgronden, tenzij deze zijn geknot;

    • b.

      fruitbomen en windschermen om boomgaarden;

    • c.

      coniferen;

    • d.

      kweekgoed;

    • e.

      houtopstand, die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregistreerde bosbouwondernemingen en niet gelegenis binnen een bebouwde kom als bedoeld in artikel1 lid 5 van de Boswet tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheid vormt en ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are, ofwel in geval van rijbeplanting, gerekend over het totale aantal rijen, niet meer bomen omvat dan 20;

    • f.

      bomen met een dwarsdoorsnede van de stam van minder dan 20 cm op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld, tenzij deze zijn geplant in het kader van een herplant- of instandhoudingsplicht als bedoeld in artikel 8 en 9 van deze verordening;

    • g.

      velling van houtopstanden bij wijze van dunning.

  • 3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt verder niet voor een houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een aanschrijving op last van burgemeester en wethouders; waarbij rekeing gehouden moet worden met hetgeen bepaald is in de artikelen 9 en 12 van deze verordening.

Artikel 3 Aanvraag vergunning

  • 1. De vergunning moet zodanig onder bijvoeging van een situatieschets, worden aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid, gerechtigd is over de houtopstand te beschikken.

  • 2. Wanneer door Gedeputeerde Staten van Gelderland namens de directeur van het Staatsbosbeheer aan burgemeester en wethouders een afschrift is toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van de boswet, beschouwen burgemeester en wethouders dit afschrift mede als een vergunningaanvraag.

Artikel 4 Weigering ex lege

De vergunning wordt geacht te zijn geweigerd, indien geen besluit is genomen binnen acht weken.

Artikel 5 Weigeringsgronden

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren dan wel onder voorschriften verlenen in het belang van:

    - natuurwaarden;

    - milieuwaarden;

    - landschappelijke waarden;

    - cultuurhistorische waarden;

    - waarden van stads- en dorpsschoon;

    - waarden voor recreatie en leefbaarheid.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen toestemming geven tot direct vellen, indien sprake is van ernstig gevaar voor zaken of personen door instabiliteit van een houtopstand of vergelijkbaar spoedeisend belang.

Artikel 6 Standaardvoorschrift van niet-gebruik

De vergunning treedt in werking zes weken na de dag waarop deze is bekendgemaakt.

Artikel 7 Vervaltermijn vergunning

De onherroepelijke vergunning vervalt indien daarvan niet binnen één jaar volledig gebruik

is gemaakt.

Artikel 8 Bijzondere vergunningsvoorschriften

  • 1. Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen moet worden herplant.

  • 2. Wordt een voorschrift als bedoeld in het eerste lid gegeven, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na de herplant en op welke wijze niet-geslaagde beplanting moet worden vervangen.

  • 3. Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kunnen behoren aanwijzingen ter bescherming van in en rond de houtopstand voorkomende flora en fauna.

Artikel 9 Herplant-/instandhoudingsplicht

  • 1. Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is, zonder vergunning van burgemeester en wethouders is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kunnen burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.

  • 2. Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na herbeplanting en op welke wijze niet-geslaagde beplanting moet worden vervangen.

  • 3. Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is in het voortbestaan ernstig worden bedreigd, kunnen burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen,waardoor die bedreiging wordt weggenomen.

Artikel 10 Schadevergoeding

Burgemeester en wethouders beslissen op een verzoek om schadevergoeding op grond vanartikel 17 van de Boswet.

Artikel 11 Afstand van de erfgrenslijn

De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wethoek wordt vastgesteld op 0,5 metervoor bomen en op nihil voor heggen en heesters.

Artikel 12 Bestrijding van iepziekte

  • 1. Dit artikel verstaat onder:

    • a.

      iepziekte: de aantasting van iepen door de schimmel Ophiostoma ulmi(Buism.) Nannf. (syn. Ceratocystis ulmi (Buism.) C. Moreau;

    • b.

      iepenspintkever: het insekt, in elk ontwikkelingsstadium, behorende tot de soorten Scolytus scolytus (F.) en Scolytus multistratus (March) en Scolytus pygmaeus.

  • 2. Indien zich op een terrein één of meer iepen bevinden die naar het oordeel van burgemeester en wethouders gevaar opleveren van verspreiding van de iepziekte of voor vermeerdering van iepenspintkevers, is de zakelijk gerechtigde van de grond danwel degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, indien hij daartoe door burgemeester en wethouders is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:

    • a.

      indien de iepen in de grond staan, deze te vellen;

    • b.

      de iepen te ontbasten en de bast te vernietigen;

    • c.

      de niet ontbaste iepen of delen daarvan te vernietigen of zodanig te behandelen dat verspreiding van de iepziekte wordt voorkomen.

  • 3.

    • a.

      het is verboden gevelde iepen of delen daarvan voorhanden of in voorraad tea. hebben of te vervoeren.

    • b.

      Het verbod is niet van toepassing op geheel ontbast iepenhout en op iepenhout met een doorsnede kleiner dan 4 centimeter.

    • c.

      Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het onder a. van dit lid gestelde verbod.

Artikel 13 Strafbepaling

  • 1. Degene aan wie een voorschrift als bedoeld in artikel 5, of in artikel 6 of artikel 8 isgegeven, onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in artikel 9 is opgelegd, alsmedediens rechtsopvolger, is gehouden dienovereenkomstig te handelen.

  • 2. Hij die handelt in strijd met artikel 2 eerste lid, danwel een voorschrift onderscheidenlijkeen verplichting als bedoeld in het vorige lid niet nakomt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 3 maanden of een geldboete van de tweede categorie. Tevens kan eenrechterlijke veroordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden.

Artikel 14 Opsporing

Met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn naast deambtenaren, genoemd in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering, belast de daartoedoor burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren, ieder voor zover het de feitenbetreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 15 Betreden van gebouwen en terreinen

Zo dikwijls de zorg voor de nakoming van enig voorschrift van deze verordening dit vereist,zijn degenen die met de zorg voor de nakoming daarvan zijn belast of daaraan moetenmeewerken, bevoegd gebouwen, niet zijnde woningen, en terreinen te betreden, desnoodszonder toestemming van de rechthebbende.

Artikel 16 Citeertitel

De verordening kan worden aangehaald onder de naam:`Bomenverordening Tiel 1999`.

Opgenomen in het verordeningregister van de gemeente Tiel,

onder nummer …….., d.d. ………… afdeling algemene en juridische zaken