Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2012

De raad van de gemeente Tilburg;

  • -

    gezien het voorstel van het college;

  • -

    gelet op de artikelen 216, 217 en 228 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de “Verordening tot wijziging van de verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2012”

Tekst van de regeling

Artikel 1 Definities

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:

    • a.

      jaar: een kalenderjaar;

    • b.

      maand: een kalendermaand;

    • c.

      week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

    • d.

      dag: een periode van 24 uur, aanvangende te 0.00 uur, of een gedeelte daarvan.

    • e.

      dag bij hoofdstuk 6 (code 60 en 62):een periode van 24 aaneengesloten uren;

    • f.

      vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon één of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend.

Artikel 4 Belastingtijdvak

  • 1. Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het kalenderjaar, bedraagt de belasting zoveel twaalfden van het over een jaar verschuldigde bedrag als er na aanvang van de belastingplicht nog volle maanden van het kalenderjaar resteren.

  • 3. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Ontheffing

Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en de belastingplicht eindigt voor het verstrijken van het belastingtijdvak, wordt op verzoek van de belastingplichtige ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van het over een jaar verschuldigde bedrag als er na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden van het belastingtijdvak resteren, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

Artikel 6 Tarief en berekening van de belasting

  • 1. De belasting wordt geheven naar de tarieven, voorkomende in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

  • 2. Bij de berekening van de belasting worden, gedeelten van eenheden van tijd, lengte-, oppervlakte- of inhoudsmaat, waarover de tarieven worden berekend, voor één geheel gerekend.

  • 3. Bij de toepassing van tarieven, waarbij de oppervlakte bepalend is voor de hoogte van de belasting, wordt deze oppervlakte, tenzij anders bepaald, berekend naar de horizontale projectie van het belastbaar object.

  • 4. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen worden gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 5. Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij artikel 5 van overeenkomstige toepassing is.

  • 6. Indien op grond van deze verordening meer dan één tarief kan worden toegepast, wordt het tarief, dat het hoogste bedrag tot uitkomst geeft, gehanteerd.

  • 7. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt voor de berekening van de precariobelasting:

    • a.

      Indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;

    • b.

      Indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.

  • 8. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.

  • 9. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen precariobelasting of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 7 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor:

  • a.

    het hebben van voorwerpen of werken, waarvan de aanwezigheid ingevolge wettelijk voorschrift moet worden gedoogd;

  • b.

    het hebben van voorwerpen of werken, waarvan de aanwezigheid krachtens een algemeen werkende concessie moet worden gedoogd;

  • c.

    het hebben van voorwerpen of werken welke aan de gemeente in eigendom behoren en bij haar in gebruik zijn ten behoeve van de door de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen;

  • d.

    het gebruik van de openbare gemeentegrond en het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond, voorzover reeds uit andere hoofde, anders dan reclamebelasting, een vergoeding is verschuldigd;

  • e.

    het hebben van wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en van andere overeenkomstige instellingen;

  • f.

    het hebben van postzegel- en andere automaten, alsmede leidingen, ten dienste van de TNT NV;

  • g.

    het hebben van voorwerpen van Essent NV;

  • h.

    buizen, kabels en draden ten behoeve van aansluitingen voor gas, elektriciteit, water, riolering, telefoon of televisie, welke rechtstreeks aansluiten op buizen, kabels of draden van de gemeente, het waterleidingbedrijf, Essent NV, of KPN Telecom;

  • i.

    het hebben van voorwerpen, gebruikt voor activiteiten met een niet- commercieel oogmerk, waarbij niet op geld waardeerbare transacties plaatsvinden;

  • j.

    het hebben van een gesaneerde olietank waarvoor een saneringsbewijs is afgegeven;

  • k.

    het hebben van voorwerpen ten behoeve van zogenaamde Warmte Koude Opslag-systemen, waarbij grondwater wordt gebruikt voor het verwarmen en koelen van gebouwen;

  • l.

    het gebruik van de openbare gemeentegrond voor straat-/buurt-wijkactiviteiten, die al dan niet zijn gesubsidieerd door Verrijk je Wijk/Stad en georganiseerd zijn voor en/of door de bewoners ter bevordering van de sociale cohesie en leefbaarheid.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1. De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De belasting wordt verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak of, zo dit later is, op het tijdstip waarop het hebben van voorwerpen een aanvang neemt.

Artikel 9 Betaaltermijn

De belasting is invorderbaar in één termijn, welke vervalt een maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking, doch niet eerder dan 1 januari 2012.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 3.

    De "Verordening precariobelasting 2011" van 11 november 2010 en Verordening precariobelasting 2011 (1e wijziging) van 14 maart 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening precariobelasting 2012”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 november 2011

de griffier,

de voorzitter,

De tarieventabel 2012 als bedoeld in artikel 2 van de "Verordening precariobelasting 2012"

Hoofdstuk 1 Bouwmaterialen en dergelijke

Code

11 door materialen, grond, puin, keten, loodsen,

schaftwagens, containers, werktuigen, stellingen of

steigers en dergelijke ingenomen openbare grond

ten dienste van enig bouw-, onderhouds- of sloopwerk,

alsmede voor het verrichten van andere werkzaamheden

per m2 per week: € 0,75

11 in andere gevallen, voor zover niet elders nader geregeld

per m2 per dag: € 0,75

11 stutten, schoren of palen, buiten verband met een

schutting, steiger, afrastering, en dergelijke

per stuk per week: €  0,75

11 indien het gebruik betreft een niet verhard of niet

bestraat gedeelte van de openbare grond per m2 per

maand: €  0,60

Hoofdstuk 2 Leidingen, kabels en buizen

20Mantelbuizen, leidingen en dergelijke

buizen, riolen, kabels, buisleidingen,

duikers, benzine, olie- of andere leidingen en dergelijke

per m1 per jaar: €  2,55

Hoofdstuk 3 Benzine-/olietanks

30 Benzine-/olietanks

benzine, olie of gastanks, per m3 per jaar: €  20,80

Hoofdstuk 4 Aankondigingsborden, reclame, uitstallingen

40Reclameborden openbare grond

reclameborden op openbare grond, waarbij de

oppervlakte van elk tot reclame dienende zijde van

het bord bij elkaar wordt geteld

per m2 per maand: € 3,45

41Reclamebord lichtmast

reclameborden op openbare grond bevestigd aan

lichtmasten voor aankondigingen van evenementen

en dergelijke per m2 per week: €  2,65

42 Uitstalling openbare grond

een uitstalling van goederen op openbare grond voor

panden

per m2 per week: €  3,80

per m2 per maand: €  5,85

43Uitstalling gevels

uitstalling van goederen, indien bevestigd tegen

de gevels van panden, berekend over de oppervlakte

van de uitstalling in het vlak van de gevel

per m2 per week: €  1,85

per m2 per maand: €  2,85

44Reclame-uitingen

lichtbak, lichtreclame, letterlichtreclame, lantaarn

met opschrift of reclame, reclamebord, uithangbord,

uithangteken, letterreclame, letteropschriften,

van reclame voorziene luifels, gevelreclameborden

tijdens openingstijden winkels e.a. en dergelijke

objecten, waarbij de oppervlakte van elk tot reclame

dienende zijde van het object bij elkaar wordt geteld:

per 1/2 m2 per jaar: €  10,30

45 reclamevlaggen

reclamevlaggen per stuk per jaar: € 10,30

46 lampen, spots

lampen, spots en dergelijke voor verlichting van

reclameobjecten per stuk per jaar: € 10,30

Hoofdstuk 5 Terrassen

50Terrassen stoelen, tafels, banken, tochtschermen, bloem- of plantenbakken en dergelijke (terrassen): in het gebied, op de bij deze tarieventabel behorende tekening aangeduid als gebied a. TRA: per m2 per jaar: € 29,95 b. TRB: per m2 per jaar: € 19,50

51Terrasuitbreidingen geb A/B

terrassen en uitbreidingen van de onder 50 genoemde

terrassen ter gelegenheid van openbare feestelijkheden,

muziekuitvoeringen, kermis en dergelijke evenementen

per m2 per dag: €  1,85

52Horecafunctie

het innemen van een vaste plaats op openbare grond

ten behoeve van het uitoefenen van een horecafunctie

per m2 per jaar: € 54,75

Hoofdstuk 6 Kermissen, staanplaatsen, kramen, tenten e.d.

60Kermisinrichtingen bij evenementen

voor het hebben en exploiteren van kermisinrichtingen,

welke anders dan tijdens een van de kermissen als genoemd in de Verordening vaststelling plaatsen en tijden kermis 1997, op de openbare grond worden geplaatst, per dag waarop het evenement plaatsvindt:

a. Voor oefeningsspelen € 169,20

  • b.

    Voor consumptieve waren € 147,35

  • c.

    Voor groot vermaak € 147,35

  • d.

    Voor kinderzaken € 70,90

  • e.

    Voor diversen € 16,30

waarbij de categorie, waarin een specifieke kermisattractie wordt ingedeeld, bepaald wordt door de hoofd- en subcategorie-indeling van het Tilburgse kermissysteem.

61Staanplaatsen en luifels

het innemen van staanplaatsen waarvoor op grond van artikel 2 van de Staanplaatsenverordening 1997 vergunning is vereist, in het gebied op de bij de tarieventabel behorende tekening aangeduid, per m2:

1. gebied A staanplaatsen en luifels

  • 1.

    PAA voor een dag per week: €  2,80

  • 2.

    PAB voor twee dagen per week: €  5,05

  • 3.

    PAC voor drie dagen per week: €  6,65

  • 4.

    PAD voor vier of meer dagen per week: €  8,00

  • 2.

    gebied B staanplaatsen en luifels

    • a.

      PBA voor een dag per week: €  2,15

    • b.

      PBB voor twee dagen per week: €  3,95

    • c.

      PBC voor drie dagen per week: €  5,65

    • d.

      PBD voor vier of meer dagen per week: €  6,30

      Voor kleppen, luifels of soortgelijke uitsteeksels aan een

      verkooppunt, per m2:

  • 3.

    gebied A kleppen en luifels

    • a.

      PCA voor een dag per week: €  1,35

    • b.

      PCB voor twee dagen per week: €  2,50

    • c.

      PCC voor drie dagen per week: €  3,25

    • d.

      PCD voor vier of meer dagen per week: €  3,95

  • 4.

    gebied B kleppen en luifels

    • a.

      PCE voor een dag per week: €  1,05

    • b.

      PCF voor twee dagen per week: €  1,95

    • c.

      PCG voor drie dagen per week: €  2,80

    • d.

      PCH voor vier of meer dagen per week: €  3,10

  • 5.

    op de voormalige marktterreinen Burgemeester van de Mortelplein, Tongerloplein en Pater van den Elsenplein, voor zover de staanplaats wordt ingenomen op een dinsdag:

    • a.

      tot 12.00 uur € 1,35

    • b.

      na 12.00 uur   € 1,35

  • 6.

    op het voormalige marktterrein bij winkelcentrum Eikenbosch, voor zover de staanplaats wordt ingenomen op een donderdag:

    • a.

      tot 12.00 uur €  1,35

    • b.

      na 12.00 uur €  1,35

62Kramen, staanplaatsen en dergelijke

het innemen van een staanplaats of het uitstallen van goederen waarvoor op grond van artikel 2 van de Staanplaatsenverordening 1997 vergunning vereist is, zulks als onderdeel van een evenement als bedoeld in artikel 26 van de Algemene Plaatselijke Verordening, per m2, per dag waarop het evenement plaatsvindt:

Kramen, staanplaats, verkoopwagen, grondplaats en

bar (EA1 tot en met EA5)

  • A.

    bij wielerrondes, braderieën, georganiseerd door of namens een

    winkeliersvereniging, markten dan wel beurzen georganiseerd ten behoeve van de gevestigde - ambulante - handel, evenementen gericht op omzetverhoging van een specifiek winkelgebied: €  2,20

    Kramen, staanplaats, verkoopwagen, grondplaats en

    bar (EB1 tot en met EB5)

  • B.

    bij alle evenementen, niet onder A vallende: €  1,60

63Tenten (circussen, evenementen en dergelijke)

voor het hebben van één of meer tenten op de openbare grond geplaatst ten behoeve van het houden van circusvoorstellingen, een beurs dan wel soortgelijke voor het publiek toegankelijke activiteiten met een overwegend informatief karakter: EVL (tenten op 't Laar)

op het evenemententerrein ‘t Laar, per m2 per week: €  0,10

EVO (tenten elders)

op andere plaatsen, per m2 per week: €  0,25

Hoofdstuk 7 Overigen

70Kelderingangen en dergelijke

kelderingangen, of -luiken, kelderlichten, lucht-

of lichtroosters, stortgaten, lichtramen of

lichtopeningen en dergelijke

per stuk per jaar: €  20,80

71Rails en dergelijke

rails en dergelijke met uitzondering van die voor

openbare middelen van personenvervoer

per m1 per jaar: €  7,95

72Putten of bakken

wel-, zak-, zink- of vergaarputten of -bakken

per stuk per jaar: €  20,80

73Elektrakasten en dergelijke

elektrakasten en aansluitputten ten behoeve van elektra,

niet in eigendom toebehorende aan Essent NV en

aansluitputten voor water en dergelijke

per stuk per jaar: €  20,80

74Vulputten

vulputten, per stuk per jaar: €  20,80

75Verkooptoestellen

automatische verkooptoestellen, fotoboxen, krantenkisten,

uitstalkasten, vitrines en dergelijke per stuk per jaar

VT1 1. met een inhoud van 100 dm3 of minder: € 41,45

VT2 2. met een inhoud van meer dan 100 dm3

voor de eerste 100 dm3 (zie VT1)

en voor elke dm3 inhoud meer: €  0,70

76Opvangsluis winkelwagens

opvangsluis voor winkelwagens op openbare grond

per m2 per jaar: €  69,40

77Spandoeken

spandoeken per stuk per week: €  17,35

78Zonnescherm/markies

zonneschermen of markiezen aan panden, al dan niet

voorzien van reclame, hieronder niet begrepen woningen

per m1 per jaar: €  8,30

79 Verkoop-/kantoorruimte en dergelijke (tijdelijk)

tijdelijke verkoop- en/of kantoorruimte en andere

soortgelijke opstallen op openbare grond, voor

zover niet vallend onder rubriek 61 en 62,

per m2 per week: €  1,70

80Neonbuizen

neonbuizen of dergelijke lichtapparaten

per m1 per jaar: €  4,10

81Speel- of andere toestellen

speel- of andere toestellen per stuk per jaar: € 69,40

82Gemeentewerken (voor openbare dienst)

voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven

voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond,

voor zover hiervoor niet in een rubriek ondergebracht

(restbepaling) per vierkante meter (m2) per dag: €  0,75

Memorie van toelichting behorende bij de “Verordening precariobelasting 2012"

Tarieven

De tarieven 2012 zijn bepaald door indexering van de tarieven 2011 met 2,9 %. Voor de precariobelasting is een overdekking wettelijk toegestaan.

Kosten en opbrengsten (x € 1.000)

Rek. Begr. Begr.

2010 2011 2012

Gebiedsontwikkeling

Salariskosten 269 386 386

Uitbestedingen intern gemeente 46 50 50

Totale kosten 315 436 436

Totale opbrengsten 747 718 758

Saldo 432 282 322

Kostendekkingspercentage 237 % 165 % 174 %