Regeling vervallen per 13-02-2009

Verordening op de woningverhuur- en kamerverhuurbureaus 1997

Geldend van 13-02-2009 t/m 12-02-2009

Intitulé

Verordening op de woningverhuur- en kamerverhuurbureaus 1997

Begripsomschrijvingen.

Artikel 1.

In het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder:

  • a.

    woonruimte: elk besloten lokaal, dat, al of niet tezamen met andere besloten lokalen, bestemd is dan wel feitelijk kan worden gebruikt tot bewoning;

  • b.

    bemiddeling verlenen bij het verkrijgen van woonruimte:

    • ·

      zowel het bij wijze van beroep of bedrijf tegen vergoeding registreren van woonruimtezoekenden;

    • ·

      als het bij wijze van beroep of bedrijf tegen vergoeding, handelend als tussenpersoon, verhuren of anderszins ter beschikking stellen van woonruimte van derden aan woonruimtezoekenden;

    • ·

      als het bij wijze van beroep of bedrijf verkopen van meubilair, stoffering en tot een woning of kamer behorende uitrusting, gekoppeld aan het recht, die woning of kamer te mogen bewonen;

  • c.

    woningverhuur- / kamerverhuurbureau: een persoon of personen, handelend onder eigen naam of handelsnaam; of een rechtspersoon, dat/die bemiddeling verleent / verlenen bij het verkrijgen van woonruimte.

Verbodsbepaling.

Artikel 2.

[Zie ook Artikel 13]

  • 1.

    Het is verboden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders bemiddeling te verlenen bij het verkrijgen van woonruimte of zich te vestigen of op te treden als woningverhuurbureau of als kamerverhuurbureau.

  • 2.

    Niet van toepassing is voornoemd verbod op:

    • a.

      woningbouwcorporaties;

    • b.

      het Jongeren Advies Centrum, de Stichting Studentenhuisvesting Tilburg, de Stichting Bejaardenwerk Tilburg, de Katholieke Universiteit Brabant en de Vereniging voor Vreemdelingenverkeer;

    • c.

      makelaars in onroerende goederen.

Inhoud van de aanvraag.

Artikel 3.

De aanvraag moet in drievoud en ondertekend door de aanvrager of door diens gemachtigde bij burgemeester en wethouders worden ingediend en moet inhouden:

  • a.

    naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats en volledig adres van de aanvrager, of zo deze rechtspersoon mocht zijn, naam en rechtsvorm, onder bijvoeging van statuten of reglementen;

  • b.

    naam, voornamen, geboortedatum en volledig adres van het hoofd of beheerder van het bureau, zo de aanvrager niet tevens hoofd of beheerder mocht zijn.

Over te leggen stukken.

Artikel 4.

  • 1.

    Bij de aanvraag, als bedoeld in artikel 3, moeten de volgende stukken worden overlegd:

    • a.

      een verklaring omtrent het gedrag, als bedoeld in de "Wet op de justitiële documentatie en de verklaringen omtrent het gedrag", van de aanvrager en van het hoofd of van de beheerder van het bureau;

    • b.

      een korte omschrijving van de wijze waarop de administratie zal worden gevoerd alsmede een opgave van het - tot het bureau behorende woning - of kamerbestand danwel van de wijze waarop de aanvrager zich voorstelt, de beschikking over een dergelijk bestand te verkrijgen;

    • c.

      een opgave van de bemiddelingsvoorwaarden en de tarieven, welke voor bemiddeling zullen gelden;

    • d.

      een uittreksel uit het handelsregister bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

    • e.

      een machtiging, zo een gemachtigde is aangewezen, tenzij deze advocaat of procureur is.

  • 2.

    De stukken betreffende de administratie, het woning- en kamerbestand, de bemiddelingsvoorwaarden en de tarieven dienen door de aanvrager of diens gemachtigde ondertekend te zijn.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen waaraan de in het eerste lid vermelde stukken moeten voldoen.

Weigeringsgronden.

Artikel 5.

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning slechts weigeren, indien gegronde vrees bestaat, dat bij het door de aanvrager verlenen van bemiddeling ter verkrijging van woonruimte het belang van de betrokken woonruimtezoekenden onvoldoende gewaarborgd zal zijn.

De vergunning.

Artikel 6.

  • 1.

    De vergunning wordt verleend voor een termijn van een jaar. De termijn wordt stilzwijgend telkens met drie jaren verlengd, tenzij burgemeester en wethouders uiterlijk een half jaar voor de afloop van de termijn aan de houder hun besluit bekendmaken dat de vergunning niet of niet ongewijzigd kan worden gehandhaafd.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning voorwaarden verbinden.

  • 3.

    De houder is verplicht zorg te dragen, dat steeds een afschrift of fotokopie van de vergunning duidelijk zichtbaar in een voor het publiek toegankelijk vertrek van zijn werkruimte is opgehangen.

Bemiddelingsvoorwaarden.

Artikel 7.

  • 1. Onverminderd het bepaalde bij of krachtens de Prijzenwet, mag de vergunninghouder zonder toestemming van burgemeester en wethouders, niet afwijken van de bemiddelingsvoorwaarden en -tarieven, die bij de aanvraag als bedoeld in artikel 3 zijn overlegd.

  • 2. Hij is verplicht zorg te dragen, dat de bemiddelingsvoorwaarden en -tarieven steeds duidelijk zichtbaar in een voor het publiek toegankelijk vertrek van zijn werkruimte zijn opgehangen.

Artikel 8.

Het bepaalde in artikel 6, derde lid, en in artikel 7, tweede lid, is niet van toepassing op niet in Tilburg gevestigde woningverhuurbureaus en kamerverhuurbureaus.

Intrekking van de vergunning.

Artikel 9.

Indien de bepalingen van deze verordening of een of meer voorschriften verbonden aan de vergunning, naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet of niet behoorlijk worden nageleefd, zenden zij aan de houder een waarschuwing, waarin een termijn van tenminste twee weken wordt gesteld, waarbinnen aan de bepalingen en voorschriften alsnog moet worden voldaan.

1.Burgemeester en wethouders trekken de vergunning in indien:

  • a.

    niet wordt voldaan aan de waarschuwing, als bedoeld in lid 1;

  • b.

    zij verstrekt is op grond van onjuiste of onvolledige gegevens.

Strafbaarstelling.

Artikel 10.

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzover niet reeds bij of krachtens de wet strafbaar gesteld, gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie. Overtreding van bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Toezicht.

Artikel 11.

Het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening alsmede de opsporing van de in artikel 10 genoemde strafbare feiten is opgedragen aan de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren een en ander onverminderd het bepaalde in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering.

Artikel 12.

[Zie ook Artikel 13]

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2.

    Op die dag vervalt de "Verordening op de woningverhuur- en kamerverhuurbureaus" zoals die door de raad van de gemeente Tilburg is vastgesteld bij besluit van 17 september 1979 en laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 20 december 1993.

Overgangsbepaling.

Artikel 13.

  • 1.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de in artikel 12, lid 2 genoemde verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, worden daarop de overeenkomstige bepalingen van deze verordening toegepast.

  • 2.

    Vergunningen verleend krachtens de in artikel 12, lid 2 genoemde verordening blijven, indien en voorzover het verbod waarop de vergunning betrekking heeft ook is vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken, van kracht tot de tijd waarvoor zij werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3.

    Het verbod van artikel 2, lid 1, is gedurende drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening niet van toepassing ten aanzien van de woningverhuur- en kamerverhuurbureaus, die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening als zodanig werkzaam zijn en niet in het bezit zijn van een vergunning als bedoeld in de in artikel 12 lid 2 genoemde verordening.

  • 4.

    Indien binnen drie maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening door een bureau als in het derde lid bedoeld, een aanvraag overeenkomstig de artikelen 3 en 4 wordt ingediend, is het verbod, als bedoeld in artikel 2, lid 1, niet van toepassing, totdat op de aanvraag onherroepelijk is beslist.

  • 5.

    Op een aanvraag als bedoeld in het vierde lid beschikken burgemeester en wethouders binnen 26 weken.

Inwerkingtreding.

Artikel 14.

Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening op woningverhuur- en kamerverhuurbureaus 1997".