Regeling vervallen per 09-02-2009

Verordening op de Rekenkamercommissie 2002

Geldend van 09-02-2009 t/m 08-02-2009

Intitulé

Verordening op de Rekenkamercommissie 2002

De raad van de gemeente Tilburg;

gezien het voorstel van het college;

Besluit:

vast te stellen de Verordening op de Rekeningcommissie 2002

Paragraaf I. Algemene bepalingen.

Artikel 1 Instelling.

  • 1. Er is een vaste commissie ten behoeve van de raad, genaamd de Rekenkamercommissie.

  • 2. De Rekenkamercommissie, is belast met de uitoefening van de rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 81o van de Gemeentewet.

Artikel 2 Samenstelling.

  • 1. De Rekenkamercommissie bestaat uit tenminste zes leden, waarvan twee niet-raadsleden.

  • 2. De raadsleden van de commissie worden aan het begin van een nieuwe zittingsperiode van de raad door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 3. De niet-raadsleden in de commissie worden door de raad benoemd voor een periode van vier jaar die niet gelijk loopt met de zittingsperiode van de raad en die door de raad met maximaal één termijn van vier jaar kan worden verlengd. Bij tussentijdse benoemingen treedt het nieuw benoemde lid, voor wat betreft zittingsduur, in de plaats van zijn voorganger.

  • 4. De benoeming van raadsleden in de commissie geschiedt voor de zittingsperiode gelijk aan die van de leden van de zittende raad. Dit geldt eveneens voor tussentijdse benoemingen.

  • 5. Een commissielid kan tussentijds door de raad worden ontslagen.

  • 6. Hij die ophoudt lid van de raad te zijn kan geen lid meer van de commissie zijn.

  • 7. Een commissielid kan te allen tijde ontslag nemen. Hij geeft daarvan schriftelijk kennis aan de voorzitter van de raad.

  • 8. In tussentijds in de commissie opengevallen plaatsen wordt binnen acht weken voorzien.

Artikel 3 Voorzitter.

De raad benoemt een van de twee niet-raadsleden in de commissie tot voorzitter en wijst een tot lid van de commissie benoemd raadslid als plaatsvervangend voorzitter aan.

Artikel 4 Secretariaat.

Het secretariaat van de commissie wordt verzorgd door de griffier of een door deze aangewezen medewerker van de griffie.

Paragraaf II. Taak commissie.

Artikel 5 Taken commissie.

De commissie heeft de volgende taken:

  • 1.

    Onderzoek doen naar de jaarrekening. De commissie betrekt daarbij de door of namens het college met de jaarrekening verband houdende verstrekte bescheiden. Daaronder zijn in ieder geval de volgende documenten begrepen: het gemeentelijk jaarverslag en de jaarverslagen van de diensten met de daarbij behorende accountantsrapporten en - verklaringen.

  • 2.

    Het onderzoek als bedoeld in het vorig lid richt zich op de doelmatigheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur.

  • 3.

    In aanvulling op de raadscommissie kan de commissie ook aspecten van doeltreffendheid bij haar onderzoek betrekken.

  • 4.

    Onderzoek te doen naar en toe te zien op de adequate uitvoering van het informatiebeveiligingsbeleid en de privacybescherming en zondig aanbevelingen terzake te doen aan college en raad.

  • 5.

    Op verzoek van de raad of op eigen initiatief kan de commissie onderzoek doen naar het gevoerde beleid ten aanzien van nader door de raad aangegeven aangelegenheden of projecten, waarbij gemeentefinanciën in het geding zijn.

  • 6.

    Aan de raad en/of aan het college gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen ten aanzien van de financiële administratieve organisatie en het financiële beheer van de gemeente.

  • 7.

    Het vervullen van het opdrachtgeverschap van de door de raad aangewezen externe accountant.

Artikel 6 Beleidsonderzoek.

  • 1. Indien op grond van het vijfde lid van het vorige artikel het voornemen bestaat om een dergelijk onderzoek te starten stelt de commissie eerst een onderzoeksplan vast.

  • 2. Dit onderzoeksplan wordt, vergezeld van een opgave van het daarvoor benodigde budget en een dekkingsvoorstel, aan de raad aangeboden.

  • 3. In het onderzoeksplan staat aangegeven of er een hoorzitting wordt gehouden.

  • 4. De commissie kan in het onderzoeksplan een ambtelijk onderzoeksteam, waarin in elk geval de secretaris van de commissie zitting heeft, belasten met een vooronderzoek.

Paragraaf III. Werkwijze commissie.

Artikel 7 Oproepen / vaststellen agenda.

  • 1. De vergaderingen van de commissie vinden plaats op basis van het door de raad vastgestelde vergaderschema, waarin ook het aanvangstijdstip is vermeld.

  • 2. De commissie vergadert daarnaast zo dikwijls als de voorzitter het nodig oordeelt of het door tenminste twee leden schriftelijk met opgave van redenen wordt gevraagd.

  • 3. De voorzitter bepaalt, in overleg met de secretaris van de commissie, de voorlopige agenda van de vergadering.

  • 4. Deze voorlopige agenda wordt toegezonden aan de leden van de commissie. De overige leden van de raad wordt eveneens een afschrift van de voorlopige agenda toegezonden.

  • 5. De voorzitter draagt er zorg voor dat plaats, dag en uur van de openbare vergadering alsmede een opgave van de te behandelen agendapunten ter openbare kennis worden gebracht.

  • 6. De commissie stelt bij het begin van de vergadering de definitieve agenda vast.

  • 7. Een onderwerp, waarvan behandeling blijkens schriftelijk verzoek met opgave van redenen door tenminste twee leden van de commissie wordt gevraagd, wordt door de voorzitter op de voorlopige agenda van de eerstvolgende vergadering van de commissie geplaatst.

  • 8. In gevallen ter beoordeling van de voorzitter kan de commissie schriftelijk worden geraadpleegd. Indien schriftelijke afdoening bij een of meer leden op bezwaar stuit, geschiedt de behandeling van de desbetreffende aangelegenheid in de eerstvolgende commissievergadering.

Artikel 8 Bijwonen vergaderingen.

  • 1. De leden van de raad, die geen lid zijn van de commissie, kunnen de vergadering van de commissie bijwonen. Zij mogen aan de beraadslagingen deelnemen.

  • 2. De voorzitter van de commissie is bevoegd ambtenaren van de gemeente en externe deskundigen tot het bijwonen van de vergadering uit te nodigen voor het verstrekken van inlichtingen of het geven van adviezen.

  • 3. Tot zodanige uitnodiging gaat de voorzitter tevens over indien tenminste twee leden van de commissie daarom verzoeken.

Artikel 9 Openbaarheid vergaderingen.

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2. Indien de voorzitter of tenminste twee leden van de commissie van mening zijn dat openbaar of persoonlijke belangen door de openbaarheid kunnen worden geschaad kunnen de deuren van de vergadering worden gesloten. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

Artikel 10 Quorum.

  • 1. De vergadering vindt geen doorgang indien blijkt dat niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. In dat geval kan de voorzitter een nieuwe vergadering beleggen, waarbij er slechts vierentwintig uur tussen het verzenden van de kennisgeving en het aanvangsuur aanwezig behoeft te zijn.

  • 3. Die tweede vergadering vindt doorgang ongeacht het aantal opgekomen leden.

  • 4. Aan de agenda van de tweede vergadering mogen geen nieuwe agendapunten worden toegevoegd.

Artikel 11 Geheimhouding.

  • 1. Artikel 25 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Het opleggen van de voorlopige geheimhouding geschiedt door de voorzitter.

Artikel 12 Insprekers.

  • 1. In geheel of gedeeltelijk openbare vergaderingen verleent de voorzitter, nadat de commissie daartoe bij de vaststelling van de agenda heeft besloten, telkens bij de aanvang van de behandeling van een agendapunt, de rondvraag uitgezonderd, aan insprekers het woord om over het aan de orde zijnde agendapunt hun mening te geven.

  • 2. De personen, die van deze mogelijkheid gebruik wensen te maken, moeten daarvan tenminste een volle werkdag voor de aanvang van de vergadering mededeling doen aan de voorzitter van de commissie onder opgave van hun naam en adres en van het agendapunt of de agendapunten, waaromtrent zij het woord verlangen.

  • 3. De voorzitter bepaalt de spreektijd alsook de volgorde van spreken, indien meer dan een persoon ten aanzien van eenzelfde agendapunt het woord wordt verleend.

  • 4. Degenen die op grond van het vorenstaande gerechtigd zijn hun mening te geven of vragen te stellen moeten de daarbij door de voorzitter in het belang van de vergaderorde gegeven aanwijzingen opvolgen. De voorzitter kan hen het woord ontnemen. De leden van de commissie zijn gerechtigd aan de insprekers toelichtende vragen te stellen over hetgeen door dezen naar voren is gebracht. Hetgeen door de insprekers naar voren wordt gebracht vormt echter geen punt van discussie tussen hen en de leden van de commissie.

  • 5. In uitzonderlijke gevallen, ter beoordeling van de commissie, kan ook zonder dat het onderwerp op de agenda staat en ook zonder dat daarover vooraf een mededeling is gedaan, door de voorzitter het woord aan insprekers worden verleend.

Artikel 13 Hoorzitting.

  • 1. Op initiatief van de voorzitter of tenminste een derde deel van het aantal leden van de commissie kan een hoorzitting worden uitgeschreven.

  • 2. De voorzitter regelt de orde tijdens de hoorzitting.

  • 3. Het horen van ambtenaren of externe deskundigen als bedoeld in artikel 8, lid 2 van deze verordening kan de commissie opdragen aan een ambtelijk onderzoeksteam, waarvan in elk geval de secretaris van de commissie deel uitmaakt.

  • 4. Indien de commissie gebruik maakt van de in het vorige lid beschreven bevoegdheid is de voorzitter van de commissie bij het horen aanwezig indien de te horen persoon daarom verzoekt.

Artikel 14 Verslaglegging.

  • 1. Van ieder besproken onderwerp in een commissievergadering wordt, onder de zorg van de secretaris van de commissie, een verslag opgesteld.

  • 2. De griffier is verantwoordelijk voor de tijdigheid en de inhoud van het verslag.

  • 3. Het verslag bevat een beknopte zakelijke weergave van het besprokene.

  • 4. De commissie kan bij een afzonderlijk agendapunt besluiten dat een meer uitgebreid verslag moet worden opgesteld.

  • 5. Het verslag vermeldt tevens de namen van de aan- en afwezige leden van de commissie en van de overige aanwezigen ter vergadering.

  • 6. Het verslag wordt ter vaststelling opgenomen op de voorlopige agenda voor de eerstkomende commissievergadering.

Artikel 15 Besluiten.

  • 1. De commissie neemt besluiten bij meerderheid van stemmen.

  • 2. Indien de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 16 Informatieverstrekking.

  • 1. Op verzoeken van de commissie om toezending van onder het college berustende stukken dan wel van (aanvullende) schriftelijke informatie neemt het college binnen drie weken een beslissing.

  • 2. Indien het college redenen aanwezig acht om van toezending van documenten of verstrekking van informatie op grond van het vorige lid af te zien, doet het daarvan mededeling aan de voorzitter van de commissie.

  • 3. Voor het verkrijgen van mondelinge informatie kan de commissie leden van het college uitnodigen om ter vergadering te verschijnen.

  • 4. Indien een lid van het college redenen aanwezig acht om niet op een uitnodiging als bedoeld in het vorige lid in te gaan doet hij daarvan schriftelijk mededeling aan de voorzitter van de commissie.

  • 5. Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op andere gemeentelijke bestuursorganen.

Paragraaf IV. Rapportage / advies.

Artikel 17 Rapportage over rekening.

  • 1. De commissie stelt, op grond van het gehouden onderzoek, een raadsvoorstel op waarin de bevindingen van het onderzoek zijn opgenomen en voorstellen worden gedaan.

  • 2. Het college wordt daarbij de gelegenheid geboden om schriftelijk te reageren op de bevindingen en de voorstellen van de commissie. Deze schriftelijke reactie maakt eveneens onderdeel uit van de beraadslaging in de raad.

  • 3. De commissie legt het raadsvoorstel voor aan de raad.

Artikel 18 Rapportage over beleidsonderzoeken.

  • 1. De commissie legt de bevindingen van een gehouden onderzoek neer in een ontwerprapport. Daarbij worden nog geen conclusies getrokken dan wel aanbevelingen opgenomen.

  • 2. De commissie legt het ontwerprapport voor aan het college en stelt deze in de gelegenheid daarop binnen een door haar te bepalen redelijke termijn schriftelijk te reageren.

  • 3. Na ontvangst van de reactie van het college, respectievelijk bij uitblijven van een reactie na afloop van de gestelde termijn stelt de commissie een eindrapport op waarin tevens conclusies en, indien daarvoor reden aanwezig is, aanbevelingen worden opgenomen.

  • 4. De commissie legt het eindrapport, voorzien van een ontwerpvoorstel en ontwerpbesluit, voor aan de raad.

  • 5. De in dit artikel beschreven procedure geldt eveneens indien het onderzoek betrekking heeft op een aangelegenheid of project van een ander gemeentelijk bestuursorgaan.

Artikel 19 Toelichting tijdens raadsvergadering.

  • 1. Tijdens de raadsvergadering voert de voorzitter van de commissie, namens de commissie, het woord.

  • 2. De commissie kan in een voorkomend geval een ander lid uit haar midden aanwijzen om in de vergadering van de raad voorstellen of adviezen van de commissie toe te lichten.

Paragraaf V. Slotbepalingen.

Artikel 20 Jaarverslag commissie.

De commissie stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

Artikel 21 Uitleg verordening.

Bij twijfel over de betekenis of de toepassing van deze verordening en in gevallen, waarin niet in deze verordening is voorzien, beslist de voorzitter van de commissie.

Artikel 22 Tijdstip inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    Deze verordening treedt onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking.

  • 2.

    Op het tijdstip als bedoeld in het eerste lid vervalt de "Verordening op de Rekeningcommissie", zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 25 mei 1992 en nadien gewijzigd.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de Rekenkamercommissie 2002".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 december 2002
de griffier,
de voorzitter,
(plv. secretaris)