Regeling vervallen per 01-01-2009

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2008

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2008

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2008

De raad van de gemeente Tilburg;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op de artikelen 216, 217 en 228 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de "Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2008".

Definities.

Artikel 1.

  • 1.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:

    • a.

      jaar: een kalenderjaar;

    • b.

      maand: een kalendermaand;

    • c.

      week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

    • d.

      dag: een periode van 24 uur, aanvangende te 0.00 uur, of een gedeelte daarvan.

    • e.

      vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon één of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

Belastbare feit.

Artikel 2.

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Belastingplicht.

Artikel 3.

  • 1.

    De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeente-grond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeente-grond aanwezig zijn.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend.

Belastingtijdvak.

Artikel 4.

  • 1.

    Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het kalenderjaar, bedraagt de belasting zoveel twaalfden van het over een jaar verschuldigde bedrag als er na aanvang van de belastingplicht nog volle maanden van het kalenderjaar resteren.

  • 3.

    In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belasting-tijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

Ontheffing.

Artikel 5.

Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en de belastingplicht eindigt voor het verstrijken van het belastingtijdvak, wordt op verzoek van belastingplichtige ontheffing verleent over zoveel twaalfde gedeelten van het over een jaar verschuldigde bedrag als er na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden van het belastingtijdvak resteren.

Tarief en berekening van de belasting.

Artikel 6.

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de tarieven, voorkomende in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

  • 2.

    Bij de berekening van de belasting worden, gedeelten van eenheden van tijd, lengte-, oppervlakte- of inhoudsmaat, waarover de tarieven worden berekend, voor één geheel gerekend.

  • 3.

    Bij de toepassing van tarieven, waarbij de oppervlakte bepalend is voor de hoogte van de belasting, wordt deze oppervlakte, tenzij anders bepaald, berekend naar de horizontale projectie van het belastbaar object.

  • 4.

    De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen worden gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 5.

    Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij artikel 5 van overeenkomstige toepassing is.

  • 6.

    Indien op grond van deze verordening meer dan één tarief kan worden toegepast, wordt het tarief, dat het hoogste bedrag tot uitkomst geeft, gehanteerd.

  • 7.

    In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt voor de berekening van de precariobelasting:

    • a.

      Indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;

    • b.

      Indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.

  • 8.

    Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.

  • 9.

    Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen precariobelasting of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Vrijstellingen.

Artikel 7.

De belasting wordt niet geheven voor:

  • a.

    het hebben van voorwerpen of werken, waarvan de aanwezigheid ingevolge wettelijk voorschrift moet worden gedoogd;

  • b.

    het hebben van voorwerpen of werken, waarvan de aanwezigheid krachtens een algemeen werkende concessie moet worden gedoogd;

  • c.

    het hebben van voorwerpen of werken welke aan de gemeente in eigendom behoren en bij haar in gebruik zijn ten behoeve van de door de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen;

  • d.

    het gebruik van de openbare gemeentegrond en het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond en het openbare gemeentewater, voorzover reeds uit andere hoofde, anders dan Reclamebelasting, een vergoeding is verschuldigd;

  • e.

    het hebben van wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en van andere overeenkomstige instellingen;

  • f.

    het hebben van postzegel- en andere automaten, alsmede leidingen, ten dienste van de TNT NV;

  • g.

    het hebben van voorwerpen van Essent nv;

  • h.

    buizen, kabels en draden ten behoeve van aansluitingen voor gas, elektriciteit, water, riolering, telefoon of televisie, welke rechtstreeks aansluiten op buizen, kabels of draden van de gemeente, het waterleidingbedrijf, Essent nv, of KPN Telecom;

  • i.

    het hebben van voorwerpen, gebruikt voor activiteiten met een niet- commercieel oogmerk, waarbij niet op geld waardeerbare transacties plaatsvinden;

  • j.

    het hebben van een gesaneerde olietank waarvoor een saneringsbewijs is afgegeven.

Wijze van heffing.

Artikel 8.

  • 1.

    De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting wordt verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak of, zo dit later is, op het tijdstip waarop het hebben van voorwerpen een aanvang neemt.

Betaaltermijn.

Artikel 9.

De belasting is invorderbaar in één termijn, welke vervalt een maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

Kwijtschelding.

Artikel 10.

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 11.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Slotbepalingen en citeertitel.

Artikel 12.

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 3.

    De " Eerste wijziging Verordening Precariobelasting 2006" van 7 november 2006 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Precariobelasting 2008”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 november 2007
de griffier,
de voorzitter,

Bijlage

De tarieventabel 2008 als bedoeld in artikel 8 van ‘De Verordening Precariobelasting 2008’.

Hoofdstuk 1 Bouwmaterialen en dergelijke

Code

  • door materialen, grond, puin, keten, loodsen,

    schaftwagens, containers, werktuigen, stellingen of

    steigers en dergelijke ingenomen openbare grond

    ten dienste van enig bouw-, onderhouds- of sloopwerk,

    alsmede voor het verrichten van andere werkzaamheden

    per m2 per week: € 0,73

  • 11.

    in andere gevallen, voor zover niet elders nader geregeld

    per m2 per dag: € 0,73

    stutten, schoren of palen, buiten verband met een

    schutting, steiger, afrastering, en dergelijkeper stuk per week: € 0,73

    Indien het gebruik als bedoeld onder 10, betreft een

    niet verhard of niet bestraat gedeelte van de openbare

    grond per m2 per maand: € 0,60

Hoofdstuk 2 Leidingen, kabels en buizen

  • 20.

    Mantelbuizen, leidingen en dergelijke

    buizen, riolen, kabels, buisleidingen,

    duikers, benzine, olie- of andere leidingen en dergelijke

    per m1 per jaar: € 2,43

Hoofdstuk 3 Installaties voor het al dan niet automatischaftappen van motorbrandstoffen, olie, lucht ofwater

  • 30.

    Benzine-/olietanks

    benzine, olie of gastanks, per m3 per jaar: € 19,55

Hoofdstuk 4 Aankondigingsborden

  • 40.

    Reclameborden openbare grond

    reclameborden op openbare grond, waarbij de

    oppervlakte van elk tot reclame dienende zijde van

    het bord bij elkaar wordt geteld

    per m2 per maand: € 3,58

  • 41.

    Reclamebord lichtmast

    reclameborden op openbare grond bevestigd aan

    lichtmasten voor aankondigingen van evenementen

    en dergelijke per m2 per week: € 2,55

  • 42.

    Uitstalling openbare grond

    een uitstalling van goederen op openbare grond voor

    panden

    per m2 per week: € 3,58

    per m2 per maand: € 5,54

  • 43.

    Uitstalling gevels

    uitstalling van goederen, indien bevestigd tegen

    de gevels van panden, berekend over de oppervlakte

    van de uitstalling in het vlak van de gevel

    per m2 per week: € 1,76

    per m2 per maand: € 2,72

  • 44.

    Reclame-uitingen

    lichtbak, lichtreclame, letterlichtreclame, lantaarn

    met opschrift of reclame, reclamebord, uithangbord,

    uithangteken, letterreclame, letteropschriften,

    van reclame voorziene luifels, gevelreclameborden

    tijdens openingstijden winkels e.a. en dergelijke

    objecten, waarbij de oppervlakte van elk tot reclame

    dienende zijde van het object bij elkaar wordt geteld:

    per 1/2 m2 per jaar: € 9,73

  • 45.

    reclamevlaggen

    reclamevlaggen per stuk per jaar: € 9,73

  • 46.

    lampen, spots

    lampen, spots en dergelijke voor verlichting van

    reclameobjecten per stuk per jaar: € 9,73

Hoofdstuk 5 Terrassen

  • 50.

    Terrassen

    stoelen, tafels, banken, tochtschermen, bloem- of

    plantenbakken en dergelijke (terrassen):

    in het gebied, op de bij deze tarieventabel behorende

    tekening aangeduid als gebied

    a. TRA: per m2 per jaar: € 28,13

    • b.

      TRB: per m2 per jaar: € 18,35

  • 51.

    Terrasuitbreidingen geb A/B

    terrassen en uitbreidingen van de onder 60 genoemde

    terrassen ter gelegenheid van openbare feestelijkheden,

    muziekuitvoeringen, kermis en dergelijke evenementen

    per m2 per dag: € 1,78

  • 52.

    Horecafunctie

    het innemen van een vaste plaats op openbare grond

    ten behoeve van het uitoefenen van een horecafunctie

    per m2 per jaar: € 51,31

Hoofdstuk 6 Kermissen, staanplaatsen, kramen, tentenen dergelijke

  • 60.

    Kermisinrichtingen bij evenementen

    voor het hebben en exploiteren van kermisinrichtingen,

    welke anders dan tijdens een van de kermissen als genoemd in de Verordening vaststelling plaatsen en tijden kermis 1997, op de openbare grond worden geplaatst, per dag waarop het evenement plaatsvindt:

    • a.

      Voor oefeningsspelen € 158,59

    • b.

      Voor consumptieve waren € 138,11

    • c.

      Voor groot vermaak € 138,11

    • d.

      Voor kinderzaken € 66,50

    • e.

      Voor diversen € 15,35

      waarbij de categorie, waarin een specifieke kermisattractie wordt ingedeeld, bepaald wordt door de hoofd- en subcategorie-indeling van het Tilburgse kermissysteem.

  • 61.

    Staanplaatsen en luifels

    het innemen van staanplaatsen waarvoor op grond

    van artikel 2 van de Staanplaatsenverordening

    1997 vergunning is vereist, per m2 of gedeelte daarvan,

    • 1.

      in het gebied, op de bij de tarieventabel behorende

      tekening aangeduid als gebied A,

      PAA a. voor een dag per week: € 2,69

      PAB b. voor twee dagen per week: € 4,77

      PAC c. voor drie dagen per week: € 6,27

      PAD d. voor vier of meer dagen per week: € 7,52

    • 2.

      in de niet als gebied A aangeduide gebieden,

      PBA a. voor een dag per week: € 2,06

      PBB b. voor twee dagen per week: € 3,76

      PBC c. voor drie dagen per week: € 5,35

      PBD d. voor vier of meer dagen per week: € 5,95

    • 3.

      (PCA tot en met PCH),

      voor kleppen, luifels of soortgelijke uitsteeksels

      aan een verkoopmedium wordt voor die vierkante

      meters 50% van de onder 71.1 en 71.2 vermelde

      tarieven in rekening gebracht.

  • 62.

    Kramen, staanplaatsen en dergelijke

    het innemen van een staanplaats of het uitstallen van

    goederen waarvoor op grond van artikel 2 van de

    Staanplaatsenverordening 1997 vergunning vereist is,

    zulks als onderdeel van een evenement als bedoeld in

    artikel 26 van de Algemene Plaatselijke Verordening, per

    m2 of een gedeelte daarvan, per dag waarop het evenement

    plaatsvindt:

    Kramen, staanplaats, verkoopwagen, grondplaats en

    bar (EA1 tot en met EA5)

    • A.

      bij wielerrondes, braderieën, georganiseerd door

      of namens een winkeliersvereniging, markten

      dan wel beurzen georganiseerd ten behoeve van de

      gevestigde - ambulante - handel, evenementen

      gericht op omzetverhoging van een specifiek

      winkelgebied: € 2,08

      Kramen, staanplaats, verkoopwagen, grondplaats en

      bar (EB1 tot en met EB5)

    • B.

      bij alle evenementen, niet onder A vallende: € 1,51

  • 63.

    Tenten (circussen, evenementen en dergelijke)

    voor het hebben van één of meer tenten op de

    openbare grond geplaatst ten behoeve van het

    houden van circusvoorstellingen, een beurs dan

    wel soortgelijke voor het publiek toegankelijke

    activiteiten met een overwegend informatief karakter:

    EVL (tenten op 't Laar)

    op het evenemententerrein ‘t Laar, per m2

    per week of gedeelte daarvan: € 0,13

    EVO (tenten elders)

    op andere plaatsen, per m2 per week of gedeelte daarvan: € 0,26

Hoofdstuk 7 Overigen

  • 70.

    Kelderingangen en dergelijke

    kelderingangen, of -luiken, kelderlichten, lucht-

    of lichtroosters, stortgaten, lichtramen of

    lichtopeningen en dergelijke

    per stuk per jaar: € 19,55

  • 71.

    Rails en dergelijke

    rails en dergelijke met uitzondering van die voor

    openbare middelen van personenvervoer

    per m1 per jaar: € 7,48

  • 72.

    Putten of bakken

    wel-, zak-, zink- of vergaarputten of -bakken

    per stuk per jaar: € 19,55

  • 73.

    Elektrakasten en dergelijke

    elektrakasten en aansluitputten ten behoeve van elektra,

    niet in eigendom toebehorende aan Essent NV en

    aansluitputten voor water en dergelijke

    per stuk per jaar: € 19,55

  • 74.

    Vulputten

    vulputten, per stuk per jaar: € 19,55

  • 75.

    Verkooptoestellen

    automatische verkooptoestellen, fotoboxen, krantenkisten,

    uitstalkasten, vitrines en dergelijke per stuk per jaar

    VT1 1. met een inhoud van 100 dm3 of minder: € 38,88

    VT2 2. met een inhoud van meer dan 100 dm3

    voor de eerste 100 dm3 (zie VT1)

    en voor elke dm3 inhoud meer: € 0,70

  • 76.

    Opvangsluis winkelwagens

    opvangsluis voor winkelwagens op openbare grond

    per m2 per jaar: € 65,07

  • 77.

    Spandoeken

    spandoeken per stuk per week: € 16,28

  • 78.

    Zonnescherm/markies

    zonneschermen of markiezen aan panden, al dan niet

    voorzien van reclame, hieronder niet begrepen woningen

    per m1 per jaar: € 7,81

  • 79.

    Verkoop-/kantoorruimte en dergelijke (tijdelijk)

    tijdelijke verkoop- en/of kantoorruimte en andere

    soortgelijke opstallen op openbare grond, voor

    zover niet vallend onder rubriek 71 en 72,

    per m2 per week: € 1,62

  • 80.

    Neonbuizen

    neonbuizen of dergelijke lichtapparaten

    per m1 per jaar: € 3,89

  • 81.

    Speel- of andere toestellen

    speel- of andere toestellen per stuk per jaar: € 65,07

  • 82.

    Gemeentewerken (voor openbare dienst)

    voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven

    voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond,

    voor zover hiervoor niet in een rubriek ondergebracht

    (restbepaling)

    per vierkante meter (m2) per dag: € 0,74

Memorie van toelichting behorende bij de “Verordening Precariobelasting 2008".

Algemeen

Redactionele wijzigingen en nadere verklaring artikel 7d.

In het kader van de actie Stofkam is besloten de gehele verordening Precariobelasting inclusief de tarieventabel opnieuw te bekijken en daar waar mogelijk duidelijker leesbaar te maken. Hierdoor hebben in de verordening redactionele wijzigingen plaatsgevonden en zijn op een aantal punten artikelen toegevoegd met betrekking tot vergunningverlening (artikel 3, lid 2, artikel 4, lid 3 en artikel 6 lid 1). Ook de tarieventabel is gewijzigd. De tarieventabel is inmiddels opgebouwd in hoofdstukken en de numeriek is daardoor aangepast.

In artikel 7, lid d is opgenomen dat de Precariobelasting niet wordt geheven voor het gebruik van de openbare gemeentegrond en het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond en het openbare gemeentewater, voorzover reeds uit andere hoofde een vergoeding is verschuldigd. Dit artikel duidt op heffingen die reeds op basis van artikel 229, lid 1 onder a van de Gemeentewet worden geheven, dan wel via privaatrechtelijke weg reeds in rekening zijn gebracht.

Wijziging tarieven Terrassen.

In een overleg van de Werkgroep Precario is de methode van vaststelling van precariobelasting voor terrasvergunningen in Tilburg ter discussie gesteld. In de situatie tot en met 2007 werd de belasting bepaald op basis van een tarief per maand, met een maximum heffing over 6 maanden en een eenmalige heffing voor de resterende periode van het jaar. Omdat bij deze systematiek houders van kleine terrassen in het nadeel zijn ten opzichte van houders van grote terrassen die een lange periode per jaar hun terras exploiteren, is besloten voor deze problematiek een oplossing te zoeken. Bij de tarieven voor 2007 is voor de eerste categorie de toeslag relatief hoog in verhouding tot het basisbedrag over de eerste 6 maanden, voor de tweede categorie relatief laag. Daarom zijn met ingang van 1 januari 2008 nieuwe jaartarieven ingevoerd (in plaats van tarieven per maand), waarbij de toeslag is vervallen.

Bij de vaststelling van de nieuwe precariotarieven is als uitgangspunt gekozen: gelijkblijvende lasten voor de burger. Het totaal van de begrote inkomsten uit precario-elasting voor en na tariefswijziging blijft gelijk. Wel treedt een andere spreiding op van lasten voor de aanvragers: houders van grote terrassen betalen op jaarbasis meer dan in de huidige situatie, houders van kleine minder. Bij een terras op jaarbasis ligt het omslagpunt op 105 m2.

Binnen de nieuwe precariotarieven is tevens de differentiatie aangehouden voor gebied A (hoofdzakelijk kernwinkelgebied) en gebied B (het overige gemeentelijke gebied) in dezelfde verhouding als bij de tarieven voor 2007. Dit onderscheid is in het verleden door de raad vastgesteld om de relatie tussen de economische waarde van de grond en het gebruik ervan tot uitdrukking te brengen.

Concreet betekent dit dat de tarieven, in het belastingjaar 2007 bekend onder codenummer 130, zijn vervallen, zijnde:

terrassen TRA, per m2 per maand € 4,18

terrassen TRB, per m2 per maand € 2,74

terrassen toeslag op tarief A en B € 249,61

en in plaats hiervan de volgende tarieven zijn ingevoerd (onder codenummer 50):

terrassen TRA, per m2 per jaar (incl. de nominale ontwikkeling 2,3 %): € 28,10

terrassen TRB, per m2 per jaar (incl. de nominale ontwikkeling 2,3 %): € 18,40

Kostentoerekening en tarieven 2008

Aangezien precario een belasting is, is een overdekking wettelijk toegestaan. De tarieven zijn met de nominale index geïndexeerd.

Kosten en opbrengst (x € 1.000,00)

Rek. 2006

Begr. 2007

Begr. 2008

Gebiedsontwikkeling

Salariskosten

242

204

204

Uitbesteding intern gemeente

47

69

69

Totale kosten

289

273

273

Totale opbrengsten BD/OWT

632

676

676

Saldo

343

403

403

Kostendekkingspercentage

218%

248%

248%