Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2014

De raad van de gemeente Tilburg;

  • -

    gezien het voorstel van het college;

  • -

    gelet op de artikelen 216, 217, en 226 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2014”

Tekst van de regeling

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van één of meer honden binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is de houder van één of meer honden.

  • 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook één of meer honden onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3. Het houden van één of meer honden door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van één of meer honden door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet, bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 4 Belastingtarief

  • 1. De belasting bedraagt per belastingjaar:

    • a.

      voor een eerste hond € 123,86

    • b.

      voor een tweede hond € 175,67

    • c.

      voor iedere hond boven het aantal van twee € 208,69

  • 2. In afwijking in zoverre van de voorafgaande leden bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van Beheer op kynologisch gebied in Nederland, per adres per jaar € 390,99

  • 3. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen hondenbelasting of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde van de belastingschuld in de loop van het belastingjaar

  • 1. De belastingschuld ontstaat bij de aanvang van het belastingjaar of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belasting jaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, wordt geheel of gedeeltelijke ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden resteren.

Artikel 8 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

  • 1.

    a. die zijn opgeleid tot en dienen als assistentiehond en als zodanig door een blind persoon of een persoon met een lichamelijke en/of geestelijke beperking worden gehouden of die verblijven bij een opleider van een hulp- of geleidehondorganisatie om te worden opgeleid tot assistentiehond.

    b.Onder assistentiehonden wordt verstaan:

    • -

      Een hulphond: opgeleid voor hulp aan mensen met een motorische beperking.

    • -

      Een signaalhond: opgeleid voor hulp aan mensen met een auditieve beperking.

    • -

      Een (blinde)geleidehond: opgeleid voor de begeleiding van blinden en mensen met een visuele beperking.

    • -

      Een epilepsiehond: opgeleid om mensen met epilepsie bij te staan en alarm te slaan bij een aanval.

    • -

      Een therapiehond: opgeleid voor hulp aan mensen met autisme.

  • 2.

    die in een hondenasiel verblijven, indien de eigenaar van een dergelijke inrichting houder is van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming (Wet van 25 januari 1961, Staatsblad 19);

  • 3.

    die uitsluitend ter verkoop in voorraad worden gehouden door een houder met een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming;

  • 4.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover ze tezamen met de moederhond worden gehouden;

  • 5.

    waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma van de Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging;

  • 6.

    waarvan de houder in het bezit is van een geschiktheidverklaring afgegeven voor een diensthond, in eigendom van de gemeentepolitie Tilburg;

Artikel 9 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 12 gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt tussen de 24e en het einde van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later (eveneens tussen de 24e en het einde van de maand).

  • 4. Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het derde lid tweemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd, vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische betalingsincasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het eerste lid.

Artikel 10 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking, doch niet eerder dan 1 januari 2014.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 3.

    De "Verordening hondenbelasting 2013" van 8 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening hondenbelasting 2014".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 november 2013

de griffier,

de voorzitter,

Memorie van toelichting behorende bij de “Verordening hondenbelasting 2014"

Wijziging

De redactie van artikel 9 is aangepast aan de VNG modelverordening en de betalingssystematiek van de gemeente.

Tarieven

Ten opzichte van 2013 stijgen de tarieven hondenbelasting met 9,15 %. Voor 2014 wordt een totale opbrengst hondenbelasting verwacht van € 1.768.000,--. Dit is inclusief een extra te realiseren opbrengst van € 389.000,-- vanuit het in 2011 genomen besluit tot opbrengstenverhoging.

De totale kosten bedragen naar verwachting € 1.379.000,--. De toerekening aan de hondenbelasting laat een stijging zien van € 6.000,-- ten opzichte van 2013.

Tariefontwikkeling hondenbelasting

2012

2013

2014

1e hond

€ 103,46

€ 113,48

€ 123,86

2e hond

€ 146,74

€ 160,95

€ 175,67

3e hond

€ 174,32

€ 191,19

€ 208,69

Kennel

€ 326,59

€ 358,21

€ 390,99

Kosten en opbrengsten (x € 1.000)

Rekening

Begroting

Begroting

2012

2013

2014

3.1.6.30 Handhaving

783

788

788

3.3.4.10 Schoonhouden openbaar gebied

239

233

228

3.3.5.10 Beheer groen en recreatie

64

55

55

3.4.2.10 Centraal meldpunt

12

12

12

4.4.3.10 Heffing en invordering

246

245

245

Stelpost nominaal

19

40

51

Totaal kosten

1.363

1.373

1.379

Totaal opbrengsten

1.481

1.620

1.768

Saldo

118

247

389