Regeling vervallen per 03-07-2017

Verordening rechtspositie wethouders gemeente Tilburg 2014

Geldend van 17-11-2014 t/m 02-07-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2014

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders gemeente Tilburg 2014

De raad van de gemeente Tilburg;

  • -

    gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

  • -

    gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet,

  • -

    gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders;

Besluit:

  • I.

    In te trekken de Verordening rechtspositie wethouders 2010;

  • II.

    Vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders gemeente Tilburg 2014, luidende als volgt:

Tekst van de regeling:

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

  • b.

    Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;

  • c.

    gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor wethouders

Artikel 2 Zakelijke reis- en verblijfskosten binnen Nederland

  • 1. De wethouder heeft recht op een vergoeding voor reis- en verblijfkosten ten behoeve van de gemeente gemaakt.

  • 2. De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbaar vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van alle noodzakelijk gemaakte reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;

    • c.

      een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten.

Artikel 3 Buitenlandse dienstreis

  • 1. De wethouder die het voornemen heeft een buitenlandse dienstreis te maken, heeft hiervoor toestemming nodig van het college van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad wordt van het besluit van het college van burgemeester en wethouders op de hoogte gesteld.

  • 2. De wethouder die het voornemen voorlegt aan het college van burgemeester en wethouders, geeft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de omvang en de aard van het gezelschap en de geraamde hoogte van de kosten.

  • 3. Als de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 4. Het meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is wel toegestaan onder de voorwaarde dat dit wordt vermeld bij de aanvraag.

  • 5. Van alle buitenlandse reizen wordt een verantwoordingsverslag opgemaakt en gepubliceerd op de gemeentelijke website.

Artikel 4 Scholing

De wethouder die wil deelnemen aan niet partij politiek georiënteerde scholing dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

Artikel 5 Computer

De wethouder aan wie een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, tekent hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 6 Communicatieapparatuur

De wethouder aan wie communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld tekent hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 7 Fietsregeling

  • 1. De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 3.10 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011. De bezoldiging wordt verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de voor de gemeenteambtenaren geldende Fietsregeling gemeente Tilburg.

  • 2. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 8 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming

De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op een vergoeding van:

  • a.

    reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;

  • b.

    verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 9 Werkkostenregeling

Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan:

  • a.

    de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders;

  • b.

    de vergoedingen op grond van artikel 3;

  • c.

    de vergoedingen op grond van artikel 8.

Hoofdstuk III De procedure van declaratie

Artikel 10 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit wethouders of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 11 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1.

    De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 2, 3 en 6 kan plaatsvinden doorrechtstreekse toezending van de door wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2.

    Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3.

    De wethouder dient het begeleidingsformulier en de factuur binnen 3 maanden in bij de gemeentesecretaris of bij een door de gemeentesecretaris aangewezen ambtenaar.

Artikel 12 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1. De declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald en de vergoeding van reis kosten met de eigen auto vindt plaats door gebruik te maken van een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. De wethouder dient het ondertekende declaratieformulier met de originele bewijsstukken binnen 3 maanden ter goedkeuring in bij de gemeentesecretaris of bij een door de gemeentesecretaris aangewezen ambtenaar.

Artikel 13 Gebruik creditcard

  • 1. De vergoeding van kosten als bedoeld in de artikelen 3 en 4 kan plaatsvinden door gebruikmaking van de gemeentelijke creditcard.

  • 2. Een gemeentelijke creditcard wordt de wethouder op aanvraag in bruikleen gegeven voor uitgaven die voor vergoeding of tegemoetkoming ten laste van de gemeente in aanmerking komen. Aan de verstrekking van de creditcard kunnen voorwaarden worden verbonden.

  • 3. De gemeentesecretaris draagt zorg voor de aanvraag, verstrekking en intrekking van gemeentelijke creditcards. Bij de aanvraag wordt aangegeven of een persoonlijke pincode voor het opnemen van contant geld wordt gewenst.

  • 4. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 5. Het begeleidingsformulier en de factuur worden binnen 3 maanden ingediend bij de

    gemeentesecretaris of bij een door de gemeentesecretaris aangewezen ambtenaar.

  • 6. Bij beëindiging van het ambt levert de wethouder de creditcard direct in.

  • 7. Verlies of diefstal van de creditcard wordt direct gemeld bij de betreffende creditcardmaatschappij en zo spoedig mogelijk ook bij de gemeente. Het eigen risico bij verlies en diefstal komt, mits is voldaan aan de daarvoor geldende regels, voor rekening van de gemeente.

Hoofdstuk IV Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 14 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2014.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 november 2014.
de griffier,
de voorzitter,

TOELICHTING

ALGEMEEN

Wettelijke regelingen

De regeling van de rechtspositie van wethouders vindt op vier niveaus plaats, te weten bij wet, AMvB, ministeriële regeling en gemeentelijke verordening. Wettelijk is voor wethouders in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) de uitkering na aftreden en het pensioen geregeld. In de Gemeentewet is aangegeven dat de nadere invulling van de rechtspositie van wethouders moet worden geregeld bij AMvB. Daartoe is tot stand gekomen het Rechtspositiebesluit wethouders. Enkele vergoedingen voor wethouders die gelijk zijn aan die voor rijksambtenaren, maar voor hen voorheen in verschillende regelingen waren opgenomen waarnaar in het verleden werd verwezen, zijn om pragmatische redenen sinds 1 januari 2004 opgenomen in een ministeriële regeling, de Regeling rechtspositie wethouders. In deze wetten en nadere regelgeving zijn alle voor de rechtspositie van belang zijnde onderwerpen geregeld. Een aantal voorzieningen, zoals de hoogte van de bezoldiging en de verschillende onkostenvergoedingen, is in de rechtspositiebesluiten overwegend geregeld in dwingende bepalingen.

De vergoedingen en regelingen voor wethouders die bij of krachtens de wet (lees Gemeentewet, rechtspositiebesluit of regeling) dwingendrechtelijk geregeld zijn, zijn niet opgenomen in deze verordening. Dit betreft:

  • 1.

    De onkostenvergoeding voor wethouders

  • 2.

    De voorzieningen bij ziekte en dienstongeval

  • 3.

    De vergoedingen in verband met tijdelijke vervanging wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

  • 4.

    Vergoeding van scholingskosten

  • 5.

    Vergoeding contributie beroepsverenigingen

  • 6.

    Vergoeding veiligheidsmaatregelen

Hoofdlijnen gemeentelijke verordening

In de verordening zijn bepalingen opgenomen betreffende de rechtspositie van wethouders. De grondslag hiervoor is te vinden in de Gemeentewet en genoemde rechtspositiebesluiten. Buiten wat hun bij of krachtens de wet is toegekend genieten de wethouders als zodanig geen inkomsten, in welke vorm dan ook, ten laste van de gemeente (artikel 44 van de Gemeentewet). Dit betekent dat de rechtspositionele aanspraken voor zittende wethouders uitsluitend te vinden zijn in respectievelijk de Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit wethouders, de Regeling rechtspositie wethouders en de plaatselijke Verordening rechtspositie wethouders. Gewezen wethouders ontlenen hun aanspraak op een ontslaguitkering en pensioen aan de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers.

De arbeidsverhouding van de wethouder

Wethouders zijn als gevolg van de Ambtenarenwet als benoemde bestuurders in openbare dienst aangesteld en vallen onder de werking van die wet. Echter de bepalingen over het materiële ambtenarenrecht uit de Ambtenarenwet zijn niet van toepassing op wethouders. Hun rechtspositie wordt, zoals hiervoor is aangegeven, beheerst door specifieke wet- en regelgeving. De aanstelling in openbare dienst houdt voor de toepassing van de fiscale wetgeving in dat sprake is van een arbeidsverhouding die als dienstbetrekking wordt aangemerkt. Dit betekent dat wethouders direct onder de werking van de Wet op de loonbelasting vallen. Wethouders vallen niet onder de werking van de Ziektewet, Werkloosheidswet en WIA. Evenmin geldt voor hen de pensioenvoorziening bij het ABP. De uitkering na aftreden en ouderdoms- en nabestaandenpensioen zijn voor wethouders geregeld in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa).

Werkkostenregeling

Vanaf 1 januari 2014 geldt bij de gemeente Tilburg de Werkkostenregeling. Op grond van die regeling is er voor door de werkgever aan te wijzen vergoedingen en verstrekkingen een forfaitaire vrijstelling van 1,5% van de fiscale loonsom (artikel 31a van de Wet op de loonbelasting 1964). Dit forfait wordt aangevuld met nog slechts een beperkt aantal gerichte vrijstellingen voor zakelijke kosten. Over het meerdere – boven het algemene forfait en voor zover niet onder een gerichte vrijstelling vallend – vindt een eindheffing van 80% ten laste van de werkgever plaats. Voor zover de forfaitaire ruimte niet volledig is benut hoeft de gemeente geen loonbelasting af te dragen. De nieuwe opzet maakt het tevens overbodig (de waarde van) als eindheffingsbestanddeel aangewezen verstrekkingen toe te rekenen aan de individuele werknemer.

Kosten die worden gemaakt kunnen niet worden afgetrokken. Wel kan de gemeente onder voorwaarden bepaalde vergoedingen onbelast verstrekken en bepaalde faciliteiten onbelast in bruikleen beschikbaar stellen. Genoemd kunnen worden de vergoeding van reis- en verblijfkosten en de zakelijke deelname aan cursussen en congressen. Er zijn ook vergoedingen die niet belastingvrij kunnen worden verstrekt.

De vergoedingssystematiek

Voor de uitoefening van het politieke ambt moeten bestuurders niet het eigen inkomen hoeven aan te spreken. Een adequate vergoedingssystematiek is daarom van belang. Waar er functionele uitgaven zijn, verdient het aanbeveling terughoudend te zijn met een financieringswijze waarin de bestuurder deze uit eigen middelen vooruit betaalt en de gemeente ze terugbetaalt. Eigen middelen en publieke middelen moeten zo veel mogelijk gescheiden worden gehouden. Vanuit die overweging heeft het de voorkeur de kosten direct in rekening te brengen bij de gemeente. Aan de mogelijkheid om zo nodig declaraties in te dienen zal echter behoefte blijven bestaan.

Controle en verantwoording

Voor de bestuurlijke uitgaven is – net als voor de besteding van alle andere publieke middelen – transparantie van groot belang. Daartoe dienen enerzijds inzichtelijke regels en richtlijnen die voor het vergoedingen- en voorzieningenstelsel gelden en anderzijds een duidelijke verantwoording van het daadwerkelijk gebruik. Op deze wijze kan worden voorkomen dat er onnodige discussies plaatsvinden over het gebruik van onkostenregelingen of voorzieningen door gemeentebestuurders en over de eventueel verschuldigde belasting.

Dat is ook in het belang van de bestuurders omdat zij hun functie moeten kunnen uitoefenen zonder te worden gehinderd door onzekerheden over de financiering van de functionele uitgaven. Daartoe is vereist dat er een zodanig sluitende financiële en administratieve organisatie is ingericht dat er vertrouwen kan bestaan over de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven.

In hoofdstuk IV is in verband hiermee, in aanvulling op de in de beheers- en controleverordening vastgestelde regels, een aantal belangrijke procedures vastgelegd over rechtstreekse facturering van functionele uitgaven, declaratie van vooruitbetaalde kosten en het gebruik van creditcards. Daarnaast zijn er in de bruikleenovereenkomsten heldere afspraken vastgelegd over het gebruik van computer- en communicatie-apparatuur die beschikbaar wordt gesteld voor de uitoefening van de politieke functie. In aanvulling hierop is een gedragscode ontwikkeld waarin nadere gedragsregels zijn vastgelegd.

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 2 Zakelijke reis- en verblijfkosten

Zakelijke reiskosten, indien gemaakt met hetopenbaar vervoer of met een taxi, worden volledig vergoed (mits in redelijkheid gemaakt) en indien gemaakt met de eigen personenauto overeenkomstig de daarvoor in de Regeling rechtspositie wethouders vastgestelde vergoeding per afgelegde kilometer.

Artikel 3 Buitenlandse dienstreis

Bij buitenlandse dienstreizen in het gemeentelijk belang kunnen aan de wethouder de in redelijkheid

gemaakte werkelijke reis- en verblijfkosten worden vergoed. De tarieven in het voor het rijkspersoneel

geldende Reisbesluit buitenland zijn daarbij richtlijn.

Artikel 5 Computer

De kostensoorten fax/pc vallen onder de bedrijfsvoeringskosten van de gemeente. Dit betekent dat ofwel door de gemeente een pc in bruikleen wordt gegeven voor de duur van de ambtsvervulling dan wel dat de gemeente een bedrag ter beschikking stelt voor de aanschaf van een pc of het gebruik van een pc die de wethouder al heeft. Deze mogelijkheden zijn opgenomen in artikel 27a van het Rechtspositiebesluit wethouders. De vergoeding is daarom niet in strijd met artikel 99 van de Gemeentewet. Deze aanspraken kunnen echter alleen worden verstrekt wanneer dat is vastgelegd in een verordening. In de verordening van de gemeente Tilburg is vastgelegd dat voor de uitoefening van het ambt van wethouder altijd een computer met bijbehorende apparatuur en software in bruikleen wordt gegeven.

Artikel 6 Communicatieapparatuur

De vergoedingen of verstrekkingen van een mobiele telefoon (dit zal de meest gebruikte communicatieapparatuur zijn) zijn geheel onbelast als het zakelijk gebruik meer dan 10% bedraagt.

Binnen de WKR kunnen aan werknemers op de werkplek mobiele communicatiemiddelen ter beschikking worden gesteld waarvan de waarde op nihil wordt gesteld indien het zakelijk gebruik van meer dan bijkomstig belang is (> 10%).

Artikel 8 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten

Ook personen van buiten de gemeenteraad kunnen tot wethouder worden benoemd. Dat kunnen ook personen zijn die niet in de gemeente zelf wonen. Die zijn op grond van de Gemeentewet verplicht om te gaan wonen in de gemeente waar zij wethouder zijn geworden. Bij verhuizing naar de gemeente kunnen zij in aanmerking komen voor een verhuiskostenvergoeding en eventueel voor vergoeding van reis- en pensionkosten in afwachting van de verhuizing volgens de bepalingen in artikel 1 en 2 van de Regeling Rechtspositie wethouders. De vergoedingen zijn onbelast.

Artikel 9 Werkkostenregeling

In verband met de Werkkostenregeling moet een aantal netto-vergoedingen en verstrekkingen aangewezen worden als eindheffingsbestanddeel. Anders worden deze door de Belastingdienst als loon gezien en moet hierover belasting worden ingehouden. Ook de vergoedingen en verstrekkingen die door de Belastingdienst gezien worden als gerichte vrijstelling of voor nihil waardering in aanmerking komen, moeten in eerste instantie wel aangewezen worden. In een later stadium wordt dan (in de financiële administratie) aangegeven dat dit gerichte vrijstellingen of nihil waarderingen betreft.

Artikelen 11 t/m 13 De procedure van declaratie

In artikel 11 t/m 13 zijn de drie wijzen van betaling aangegeven, in welke gevallen welke betalingswijze aan de orde is en welke procedurevoorschriften in achtgenomen moeten worden.

Declaratie van vooruitbetaalde kosten

Daarbij gaat het om vergoeding van de volgende kosten:

  • -

    zakelijke reis- en verblijfkosten van wethouders;

  • -

    reis- en verblijfkosten bij buitenlandse dienstreizen van wethouders;

  • -

    deelname aan cursussen, congressen, seminars en symposia door wethouders;

  • -

    reis- en pensionkosten en verhuiskosten.

Rechtstreekse facturering bij de gemeente

Rekeningen kunnen rechtstreeks bij de gemeente in rekening worden gebracht in de volgende gevallen:

  • -

    zakelijke reis- en verblijfkosten van wethouders;

  • -

    reis- en verblijfkosten bij buitenlandse dienstreizen van wethouders.

  • -

    deelname aan cursussen, congressen, seminars en symposia door wethouders;

  • -

    reis- en pensionkosten en verhuiskosten;

Gebruik creditcard

Aan wethouders kan onder voorwaarden een creditcard beschikbaar worden gesteld voor functionele

uitgaven ten laste van de gemeente. Gebruik van creditcards is mogelijk in de volgende gevallen:

  • -

    zakelijke reis- en verblijfkosten van wethouders;

  • -

    reis- en verblijfkosten bij buitenlandse dienstreizen van wethouders;

  • -

    reis- en pensionkosten en verhuiskosten.

Artikel 14 t/m 16 Citeertitel en inwerkingtreding

Ter voorkoming van overgangsbepalingen voor gewezen wethouders is gekozen voor intrekking van de oude verordening. Deze intrekking vindt echter pas plaats op het moment van het van kracht worden van de nieuwe verordening.