Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2015

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Tilburg;

  • -

    gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

  • -

    gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2011:

Besluit:

vast te stellen de "Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2015"

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een voertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het voertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • c.

    centrale computer: computer van het bedrijf/de bedrijven waarmee de gemeente Tilburg een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon, app, webapplicatie, (stads)pas en vergelijkbare producten;

  • d.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • e.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarbij het parkeren wordt geregeld door parkeerapparatuur;

  • f.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats, niet zijnde een parkeerapparatuur-plaats, die is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 al dan niet voorzien van een onderbord, of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • g.

    vergunninghoudersplaats: een parkeerapparatuurplaats waarop het tevens is toegestaan om er met een vergunning te parkeren;

  • h.

    vergunning: verzamelbegrip voor parkeervergunning (zie i) of belanghebbenden-vergunning (zie j);

  • i.

    parkeervergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuurplaatsen;

  • j.

    belanghebbendenvergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

  • k.

    parkeerticket: een gedrukt kaartje verkregen uit parkeerapparatuur, dienende tot bewijs van het tijdstip van aanvang van parkeren op een parkeerapparatuurplaats.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting terzake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

  • 1) indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

  • 2) indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op voet van het tweede lid, onderdeel b als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij:

    • a.

      het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via de telefoon, app, webapplicatie, (stads)pas en vergelijkbare producten, inloggen op de centrale computer;

    • b.

      het in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het uitnemen van een parkeerbiljet op een parkeerterrein of in een garage waar is aangegeven dat achteraf betaald moet worden.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7 Termijnen van betalen

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij aanvang van het parkeren.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in:

    • a.

      artikel 6, lid 1a moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via de telefoon, app, webapplicatie, (stads)pas en vergelijkbare producten inloggen op de centrale computer;

    • b.

      artikel 6, lid 1b moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald achteraf bij het beëindigen van het parkeren, indien de bij het aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het uitnemen van een parkeerbiljet op een parkeerterrein of in een garage waar is aangegeven dat achteraf betaald moet worden.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b moet overeenkomstig de aangifte worden betaald voorafgaand aan de verstrekking van de vergunning.

  • 4. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing van parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9 Kosten

De kosten van een naheffingsaanslag terzake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen. Het college heeft daarnaast de mogelijkheid om, in het kader van acties, optimaliseren van de parkeerexploitatie e.d., al dan niet tijdelijk, af te wijken van de in de bij deze verordening behorende tarieventabel vastgestelde parkeertarieven voor het gebruik van de parkeergarages. Een afwijking is alleen dan toegestaan indien deze in het voordeel is van de parkeerder. Jaarlijks wordt bij de jaarrekening aan de raad gerapporteerd welke tarieven (tijdelijk) zijn aangepast en wat de reden en resultaat van deze aanpassing zijn (geweest).

Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking, doch niet eerder dan 1 januari 2015.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

  • 3.

    De "Verordening parkeerbelastingen 2014" met bijbehorende tarieventabel van 13 november 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening parkeerbelastingen 2015".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 november 2014
de griffier,
de voorzitter,

De tarieventabel zoals bedoeld in artikel 4 van de Verordening parkeerbelastingen 2015 :

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving

a

tariefzone 1 en 2 :

de gebieden die op de kaart 'Tariefzones openbaar parkeren 2015' zijn aangeduid als resp. "Tariefzone 1" en "Tariefzone 2"

b

tariefzone 3:

het gehele grondgebied van de gemeente Tilburg met uitzondering van de tariefzones 1 en 2 alsmede het parkeerterrein Stappegoor

c

autodate:

het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder

d

hulpverlenersvergunning:

speciale vergunning ten behoeve van personen die werkzaam zijn als huisarts of verloskundige in een in Tilburg gevestigde praktijk danwel als hulpverlener bij een professionele zorg- of hulpverlenersinstelling zoals nader geregeld in de 'Beleidsregels parkeervergunningen 2011'

e

terreinabonnement:

een parkeervergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen gelegen op één van de parkeerterreinen: Boerhaaveplein, Faxxterrein, Koopvaardijstraat, NS plein en Tehatexterrein.

f

abonnement:

een parkeervergunning voor de plaatsen gelegen in één van de gemeentelijke parkeergarages of op een afgesloten binnenterrein

g

5-daagse zakelijke vergunning:

een parkeervergunning voor uitsluitend overdag op werkdagen ten behoeve van voertuigen die worden ingezet voor met het bedrijf verbonden activiteiten

h

bezoekersvergunning:

een parkeervergunning bestaande uit een parkeerticket dat bij een parkeerautomaat is verkregen met behulp van een bezoekerskaart. Het gaat hier om parkeertickets die tegen een speciaal laag tarief verkrijgbaar worden gesteld ten behoeve van bezoekers

van bewoners

i

Cityring:

De ring rondom het centrum van Tilburg, gevormd door de straten Spoorlaan, Heuvelring, Paleisring, Schouwburgring en Noordhoekring

Hoofdstuk 2 Parkeren op maaiveld

2.1

Parkeren per tijdseenheid

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van deze verordening voor het

parkeren op parkeerapparatuurplaatsen bedraagt:

2.1.1

per uur in tariefzone 1

2,20

2.1.2

per uur in tariefzone 2

1,00

2.1.3

per uur in tariefzone 3

1,00

2.1.4

vervallen

2.1.5

vervallen

2.1.6

vervallen

2.1.7

per keer op parkeerterrein Stappegoor tot maximaal 30 minuten

0,50

2.1.8

per keer op parkeerterrein Stappegoor meer dan 30 minuten tot maximaal

07.00 uur de volgende dag

1,00

2.1.9.1

per stuk voor een dagkaart in tariefzone 1, 2 en 3 , niet zijnde het

gebied De Werkplaats (Spoorzone), waar de

parkeerapparatuur de mogelijkheid biedt tot verstrekking van dagkaarten

16,50

2.1.9.2

per stuk voor een weekkaart in tariefzone 1, 2, en 3, niet zijnde het

gebied De Werkplaats (Spoorzone), waar de

parkeerapparatuur de mogelijkheid biedt tot verstrekking van dagkaarten

33,00

2.1.9.3

per stuk voor een maandkaart in tariefzone 1, 2 en 3 , niet zijnde het

gebied De Werkplaats (Spoorzone), waar de

parkeerapparatuur de mogelijkheid biedt tot verstrekking van dagkaarten

99,00

2.1.9.4

per stuk voor een kwartaalkaart in tariefzone 1, 2 en 3 , niet zijnde het

gebied De Werkplaats (Spoorzone), waar de

parkeerapparatuur de mogelijkheid biedt tot verstrekking van dagkaarten

198,00

2.1.10.1

per stuk voor een dagkaart in tariefzone 2, in het gebied De Werkplaats

(Spoorzone), waar de parkeerapparatuur de mogelijkheid biedt tot

verstrekking van dagkaarten

7,50

2.1.10.2

per stuk voor een weekkaart in tariefzone 2, in het gebied De Werkplaats

(Spoorzone), waar de parkeerapparatuur de mogelijkheid biedt tot

verstrekking van dagkaarten

15,00

2.1.10.3

per stuk voor een maandkaart in tariefzone 2, in het gebied De Werkplaats

Spoorzone), waar de parkeerapparatuur de mogelijkheid biedt tot

verstrekking van dagkaarten

45,00

2.1.10.4

per stuk voor een kwartaalkaart in tariefzone 2, in het gebied De Werkplaats

(Spoorzone), waar de parkeerapparatuur de mogelijkheid biedt tot

verstrekking van dagkaarten

125,00

2.1.11

De week-, maand- en kwartaalkaart zijn niet aan de automaat verkrijgbaar

maar alleen aan de parkeerbalie. Op termijn zijn deze alleen digitaal

verkrijgbaar.

2.2

Parkeren met terreinabonnement

2.2.1

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van deze verordening bedraagt

waar het gaat om een op kenteken of op naam gesteld terreinabonnement

per maand

32,00

2.2.2

Er kunnen maximaal 5 terreinabonnementen aan dezelfde aanvrager ( (particulier of bedrijf/rechtspersoon) worden verstrekt.

2.3

Parkeren op afgesloten binnenterrein

2.3.1.1

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van deze verordening waar het

gaat om een vergunning voor parkeren op een afgesloten binnenterrein

bedraagt per maand voor een volledig abonnement (alle dagen 24 uur)

63,00

2.3.1.2

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van deze verordening waar het

gaat om een vergunning voor parkeren op een afgesloten binnenterrein

bedraagt, voor vroegere vergunninghouders uit de Noordstraat, per maand

voor een volledig abonnement (alle dagen 24 uur)

32,00

2.3.2

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van deze verordening waar het

gaat om een vergunning voor parkeren op een afgesloten binnenterrein

bedraagt per maand voor een bewonersabonnement (volledig abonnement

t.b.v. bewoners gereguleerd gebied in Oude Stad)

32,00

Hoofdstuk 3 Parkeervergunningen

3.1

Vergunning op kenteken

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van deze verordening bedraagt

voor een kentekengebonden vergunning per kwartaal: de som van de

volgende mogelijk van toepassing zijnde bedragen:

3.1.1

Basistarief

22,00

3.1.2

toeslag in geval de vergunning een werkingstijd heeft van 50 of meer

uur per week

9,00

3.1.3

toeslag in geval de vergunning betrekking heeft op een adres gelegen

binnen de Cityring

9,00

3.1.4

toeslag in geval het gaat om een vergunning van de tweede of derde

prioriteit

17,00

3.1.5

toeslag in geval het om een zakelijke vergunning buiten de binnenstad gaat

17,00

3.1.6

Toeslag in geval het om een zakelijke vergunning in de binnenstad gaat

50,00

3.1.7

korting nadat dit wettelijk mogelijk is, in geval de vergunning een

hybride voertuig betreft danwel een voertuig dat rijdt op LPG, aardgas

of biodiesel

10,00

3.2

vergunning op naam

Indien de vergunningen als bedoeld in artikel 3.1 op naam worden gesteld –in

plaats van op kenteken– geldt een toeslag per kwartaal van

65,00

3.3

5-daagse zakelijke vergunning

3.3.1

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van deze verordening bedraagt

waar het gaat om een 5-daagse zakelijke vergunning voor een rayon buiten

de Cityring per kwartaal

40,00

3.3.2

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van deze verordening bedraagt

waar het gaat om een 5-daagse zakelijke vergunning voor een rayon binnen

de Cityring per maand

56,00

3.4

Vergunning voor autodate en hulpverlenersvergunning

Een vergunning ten behoeve van autodate en een -op kenteken of op naam

gestelde- hulpverlenersvergunning worden verleend tegen een vast tarief.

56,00

3.5

Bezoekersvergunning

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van deze verordening bedraagt

waar het gaat om een bezoekersvergunning, per eenheid

0,55

3.6

Administratieve kosten bij wijziging kenteken

Bij vervanging van een vergunning wegens wijziging van kenteken is aan

administratiekosten verschuldigd, per keer

17,50

Hoofdstuk 4 Incidenteel parkeren in garages

4

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van deze verordening voor

incidenteel parkeren in een parkeergarage bedragen:

4.1

Tarieven per tijdseenheid

4.1.1

Pieter Vreedeplein, per uur

2,00

4.1.2

Emmapassage, per uur

2,00

4.1.3

Koningsplein, per uur

2,00

4.1.4

013/Tivoli, per uur

2,00

4.1.5

Schouwburg/Louis Bouwmeesterplein, per uur

2,00

4.1.6

vervallen

4.1.7.1

Stappegoor, per keer tot maximaal 30 minuten parkeren

0,50

4.1.7.2

Stappegoor, per keer voor meer dan 30 minuten parkeren, tot maximaal

07.00 uur de volgende dag (excl. korting van 50% voor alle gebruikers)

2,00

4.2

minimum en maximum tarieven

4.2.1

minimum tarief in alle garages

0,50

4.2.2

maximum dagtarief en tarief verloren kaart

4.2.2.1

vervallen

4.2.2.2

Stappegoor (excl. korting van 50% voor alle gebruikers)

2,00

4.2.2.3

Overige garages

16,00

4.2.3

maximum avondtarief (geldig na 18.00 uur tot aan sluitingstijd garage)

4.2.3.1

Pieter Vreedeplein

5,00

4.2.3.2

Schouwburg/Louis Bouwmeesterplein

5,00

4.3

uitrijkaart

4.3.1

geldig voor maximaal 1 uur, per stuk

2,00

4.3.2

geldig voor maximaal 2 uur parkeren, per stuk

4,00

4.3.3

geldig voor maximaal 4 uur parkeren, per stuk

8,00

4.3.4

geldig voor etmaal (24 uur), per stuk

16,00

Hoofdstuk 5 Abonnementen voor garage

5

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de 'Verordening

parkeerbelastingen 2015' voor een abonnement in één van de gemeentelijke

parkeergarages beloopt onderstaande maandelijkse bedragen.

5.1

Werkdagabonnement (maandag t/m vrijdag 7.00 uur tot 22.00 uur)

Niet verkrijgbaar in de garages Pieter Vreedeplein, Emmapassage,

Rankenstraat en Stappegoor

5.1.1

Koningsplein

74,00

5.1.2

013/Tivoli en Louis Bouwmeesterplein/Schouwburg

70,00

5.2

Volledig abonnement (alle dagen 24 uur)

Niet verkrijgbaar in de garages Pieter Vreedeplein en Emmapassage

5.2.1

Rankenstraat en Koningsplein

87,00

5.2.2

013/Tivoli en Louis Bouwmeesterplein/Schouwburg

82,00

5.2.3

Stappegoor

20,50

5.3

Bewonersabonnement (volledig abonnement t.b.v. bewoners)

Niet verkrijgbaar in de garages Pieter Vreedeplein, Emmapassage

en Stappegoor

5.3.1

Koningsplein en Rankenstraat

52,00

5.3.2

013/Tivoli en Louis Bouwmeesterplein/Schouwburg

49,00

5.4

Bij afname door een bedrijf/instelling van 100 abonnementen of meer, kan

het college, met inachtneming van artikel 11 van deze Verordening, afwijken

van bovenstaande bedragen of kan producten op maat leveren.

5.5

Parkeerbijdrage, voor elke parkeerplaats die niet conform artikel 2.5.30, lid 1

of lid 4 van de bouwverordening wordt gerealiseerd

€ 

7.500,00

Hoofdstuk 6 Kosten naheffingsaanslag

6

De kosten van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in

artikel 2, onderdeel a, van deze bedragen

59,00

Hoofdstuk 7 Gemeentelijke fietsenstallingen

7.1

Stallen per fiets, per keer

€ 

0,00

7.2

stallen bromfiets/motor, per keer (alleen in stalling 013/Tivoli)

1,00

7.3

vervallen

7.4

vervallen

7.5

maandabonnement bromfiets/motor (alleen in stalling 013/Tivoli)

12,50

Hoofdstuk 8 Wegsleepregeling

8.1

wegsleeptarief

155,00

8.2

voorrijtarief

41,00

8.3.1

bewaarloon voor de eerste twee etmalen of een gedeelte daarvan

27,00

8.3.2

bewaarloon voor elk volgend half etmaal een gedeelte daarvan

8,00

Hoofdstuk 9 Administratieve handelingen

9.1

vervallen

9.2

Verstrekking duplicaat parkeervergunning, ingeval van verlies/diefstal, uitsluitend mogelijk bij vergunning op kenteken, per keer

€ 

25,00

9.3

Verstrekking duplicaat toegangspas/-booster voor parkeergarage of

afgesloten terrein, ingeval van verlies/diefstal, per keer

€ 

35,00

9.4

Bij opzegging van een maandabonnement wordt restitutie

verleend gerekend vanaf de eerstvolgende kalendermaand, mits de

opzegging voor de eerste van die maand is ontvangen. Opzeggingen na deze

datum gaan pas de daaropvolgende maand in. Opzeggen kan uitsluitend

schriftelijk.

9.5

Parkeervergunningen worden op kwartaalbasis verstrekt. Opzegging kan op

elk moment. Restitutie wordt als volgt verleend: bij opzeggingen voor de 1e

van de maand wordt restitutie verleend over de resterende maand(en) van

de kwartaalvergunning. Bij opzegging op of na de 1e maar voor de 15e van de

maand, wordt restitutie verleend over de periode 15e tot einde maand en

over de resterende hele maand(en) van de kwartaalvergunning. Opzeggen

kan uitsluitend schriftelijk en onder inlevering van de geldige vergunning

(vignet).

Kaart Tariefzones openbaar parkeren 2015

afbeelding binnen de regeling

Memorie van toelichting behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2015

Tarieven

Door de teruglopende baten en het feit dat de gemeentelijke gesloten parkeerexploitatie minimaal kostendekkend moet zijn, is het noodzakelijk om de parkeertarieven meer dan nominaal te doen stijgen. De tarieven voor parkeren per uur op het maaiveld stijgen gemiddeld met ±20%. Het kort betaald parkeertarief op maaiveld en in de parkeergarages zijn apart toegelicht.

Voor vergunningen en abonnementen geldt dat de tarieven gemiddeld met ongeveer 10% stijgen met een afronding op € 0,50. Grote afwijkingen van dit gemiddelde zijn apart toegelicht.

Onderdeel

toelichting

2.1.1

Het tarief van de voormalige tariefzone 2 is verhoogd van € 1,80 naar € 2,20. Het tarief van de voormalige tariefzone 1 is ongewijzigd. Door de toenemende druk op het parkeren in de straat en de uitgangspunten van de Parkeerverordening 2011 wil de gemeente Tilburg zo veel mogelijk kort parkeerders in de parkeergarages faciliteren.

2.1.2

Verhoogd van € 0,90 tot € 1,00.

2.1.3

Verhoogd van € 0,50 tot € 1,00. De tarieven van tariefzone 2 en 3 ( € 0,50 en € 0,90) zijn gelijkgetrokken tot een eenheidstarief. De faciliteiten buiten de binnenstad bieden dezelfde kwaliteit.

2.1.9.1 t/m 2.1.9.4

Het tarief van onderdeel 2.1.9.1 (dagkaart) stijgt van € 15,10 naar € 16,50. De tarieven van de onderdelen 2.1.9.2 t/m 2.1.9.4 stijgen in verhouding mee.

3.1.6

Is toegevoegd een tarief van € 50,00 omdat geconstateerd is dat een zakelijke vergunning in de binnenstad (welke is opgebouwd uit een basistarief van € 22,00 en toeslagen) jarenlang tegen een te laag tarief is uitgegeven. Het tarief voor een vergunning is hiermee verhoogd van € 50,95 naar € 90,00. In termijnen wordt het tarief gelijkgetrokken naar het werkdagtarief in de parkeergarage.

3.3.1

Is verhoogd van € 27,15 naar € 40,00. Beleidsmatig is het uitgangspunt om wijkvreemd verkeer zoveel mogelijk in de parkeergarages te laten parkeren.

3.6

Is verhoogd van € 12,50 naar € 17,50 omdat de kosten voor administratieve handelingen niet in verhouding staan tot het tarief.

4.1

De uurtarieven van onderdeel 4.1 zijn verhoogd naar een eenheidstarief van € 2,00. De faciliteiten bieden allen hetzelfde kwaliteitsniveau voor de parkeerder.

4.2.3.2

Het tarief van onderdeel 4.2.3.2 is verhoogd naar een eenheidstarief van € 5,00. De faciliteiten bieden allen hetzelfde kwaliteitsniveau voor de parkeerder.

4.3

Gezien de administratieve last die gepaard gaat met het uitgeven van uitrijkaarten worden deze niet meer verstrekt met een korting maar uitgegeven voor het geldende uurtarief.

5.1 t/m 5.3

De abonnementen in de garages kennen zowel voor het volledig abonnement als het bewonersabonnement en het werkdagabonnement verschillende tarieven. Omdat de faciliteiten hetzelfde kwaliteitsniveau bieden voor de parkeerder worden de prijzen in termijnen vastgesteld op een eenheidstarief. De verhouding tussen het volledig- / werk- / bewonersabonnement is 100:85:60.

Om de goedkopere abonnementen niet ineens naar het hogere tarief te laten stijgen is daarop een korting toegepast.

Onderdeel 5.1.2 stijgt van € 62,50 naar € 70,00

Onderdeel 5.2.2 stijgt van € 74,75 naar € 82,00

Onderdeel 5.3.2 stijgt van € 45,40 naar € 49,00

7.5

Het tarief is verhoogd naar € 12,50 per maand. Dit om te voorkomen dat de brommer/motorstalling wordt gebruikt als opslagruimte.

8.1 t/m 8.3

De tarieven m.b.t. de wegsleepregeling zijn niet gewijzigd.

9.2 + 9.3

De tarieven zijn verhoogd met € 10,00 omdat de kosten voor administratieve handelingen niet in verhouding staan tot het tarief.

Wijzigingen

Met betrekking tot de tarieventabel:

Onderdeel

Wijziging

1, letter a + b

De oude tariefzones 1 t/m 4 zijn per 2015 ingedeeld in tariefzones 1 t/m 3. Deze herindeling heeft een redactionele aanpassing tot gevolg. De tariefzones 1 en 2 zijn samengevoegd tot tariefzone 1, tariefzone 3 is gewijzigd in tariefzone 2 en tariefzone 3 betreft het gehele grondgebied van de gemeente Tilburg m.u.v. de tariefzones 1, 2 en parkeerterrein Stappegoor.

2.1.4

Vervallen.

2.1.5 + 2.1.6

Vervallen. Het parkeerterrein/Faxxterrein is ingedeeld in tariefzone 1.

2.1.9.1 t/m 2.1.9.4

Redactioneel gewijzigd.

2.1.10.1 t/m 2.1.10.4

Redactioneel gewijzigd.

3.1.7

Toegevoegd. Is omgenummerd van 3.1.6 naar 3.1.7.

5

Redactioneel gewijzigd. Korting van 5% bij vooruitbetaling van 12 maanden is vervallen.

5.1

Redactioneel gewijzigd. 19.00 uur is gewijzigd in 21.00 uur door verruiming openingstijden winkels.

7.3 + 7.4

Vervallen. Abonnement per (half)jaar is niet meer mogelijk.

7.5

Toegevoegd. I.v.m. vereenvoudiging administratieve systeem en reduceren aantal produkten is alleen nog mogelijk om abonnementen per maand af te sluiten.

9.1

Vervallen.

9.4

Redactioneel gewijzigd. Kwartaal-, halfjaar- en jaarabonnement is gewijzigd in maandabonnement.

Kostprijs naheffingsaanslag

Aantal uren 2015

Prijs p.e. in 2015

Bedrag 2015

Totaal 2015

Salarissen

Teammanager Parkeren (schaal 12)

100

€ 103,46

€ 10.345,75

Contractmanager Parkeren (schaal 10)

300

€ 88,33

€ 26.498,21

Inzet JZ op beroepszaken (schaal 11)

30

€ 95,83

€ 2.875,00

Inzet stadstoezicht (schaal 6)

1.287

€ 70,53

€ 90.765,86

€ 130.484,82

Controlekosten inhuur derden

Parkeertoezicht door derden

€ 760.615,20

Huisvesting derden & aanverwante faciliteiten

€ 85.188,00

Wagenpark, scooters, elektr. fietsen

€ 8.000,00

Overige kosten

Handheldterminals onderhoud

€ 12.500,00

Incassokosten/oninbare vorderingen

€ 5.000,00

Diversen

€ 3.500,00

Totale lasten

€ 1.005.288,02

Totale baten

€ 59,00

€ -1.000.050,00

kostendekkingspercentage

99,48%

kostprijs

€ 59,31