Verordening Kwaliteitskeurmerk Straattaxi's Tilburg 2019

Artikel 1. Definities

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

• a.

  Aanbieden van straattaxivervoer: het zich met de auto waarmee taxivervoer wordt verricht, op de openbare weg bevinden met het kennelijke doel van de vervoerder of de bestuurder om consumenten te werven ten behoeve van taxivervoer; daaronder mede begrepen de situatie dat naar oordeel van het college niet aannemelijk kan worden gemaakt dat er sprake is van taxivervoer op de bel- of contractmarkt;

• b.

  College: het college van burgemeester en wethouders van Tilburg als gedoeld in artikel 34, lid 1 van de Gemeentewet;

• c.

  Openbare weg: de openbare weg zoals bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994;

• d.

  Opstapmarkt: het vanaf een daartoe aangewezen taxistandplaats aanbieden van taxivervoer, dan wel het op de openbare weg oppikken van consumenten, zonder dat deze de taxi per telefoon of ander communicatiemiddel hebben besteld;

• e.

  Chauffeur: bestuurder van een auto waarmee straattaxivervoer op de gemeentelijke openbare weg wordt aangeboden;

• f.

  Tilburgs Taxi Keurmerk-vergunning (TTK-vergunning): een door het college te verlenen vergunning voor een chauffeur als bedoeld in lid a voor het aanbieden van taxivervoer in de gemeente Tilburg;

• g.

  Certificaat: een door het college aangewezen onafhankelijke en daartoe erkende partijen uitgereikt certificaat waaruit blijkt dat de chauffeur met goed gevolg de op grond van deze verordening en onderliggende regelingen vereiste kwaliteitstoetsen heeft afgelegd;

• h.

  Vergunninghouder: de houder van een TTK-vergunning;

• i.

  Volledige chauffeurskaart: door de bevoegde minister afgegeven nationaal document, waaruit blijkt dat de chauffeur voldoet aan de gestelde eisen conform de Wet Personenvervoer 2000.

Artikel 2. Verbod- en gebodsbepalingen

1. Het is een chauffeur verboden om zonder of in afwijking van een door het college verleende TTK-vergunning op de gemeentelijke openbare weg straattaxivervoer aan te bieden.

2. Een vergunninghouder leeft tijdens het uitvoeren van de vergunning plichtige activiteiten de in artikel 12.1. bedoelde regels en de aan de TTK-vergunning verbonden voorschriften na.

Artikel 3 Aanvraagformulier

1. Voor het indienen van een aanvraag voor een TTK-vergunning wordt gebruik gemaakt van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

2. Bij het aanvraagformulier dient een op naam van de aanvrager gesteld kopie van de verplicht gestelde certificaten toegevoegd te worden.

Artikel 4 Indieningsvereisten

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een TTK-vergunning dient de aanvrager in ieder geval:

• a. Het aanvraagformulier volledig en juist te hebben ingevuld;

• b. In het bezit te zijn van een geldige volledige chauffeurskaart;

• c. Te beschikken over een vaste woon- of verblijfplaats

• d. De voor het in behandeling nemen van een aanvraag verschuldigde leges dienen te hebben voldaan.

Artikel 5. Beslissing op aanvraag

1. Een beschikking op een aanvraag wordt gegeven binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag.

2. Het college kan de termijn als bedoeld in het zesde lid met zes weken verlengen.

Artikel 6. Algemene weigeringsgrond

Het college kan een vergunning weigeren als naar zijn oordeel de aanvraag onvolledig is of onjuistheden ten opzichte van de feitelijke situatie bevat.

Artikel 7 Bijzondere weigeringsgronden TTK-vergunning

1. Het college weigert een TTK-vergunning indien niet voldaan wordt of voldaan kan worden aan de eisen, gesteld in artikel 11.1.

2. Het college kan een TTK-vergunning eveneens weigeren, indien:

• a. Naar het oordeel van het college het aannemelijk is dat de aanvrager niet voldoet aan de voor haar geldende wettelijke bepalingen;

• b. de chauffeur heeft zich in een periode van één jaar voorafgaand aan het indienen van een aanvraag voor een TTK-vignet zodanig van slecht levensgedrag heeft betoond dat naar het oordeel van het college de kwaliteit van het taxivervoer wordt aangetast;

• c. In een periode korter dan twaalf maanden voorafgaand aan het indienen van een aanvraag, een aanvraag voor een TTK-vergunning is geweigerd, tenzij de vergunning is geweigerd op een punt van ondergeschikt belang, waaronder niet wordt begrepen het niet tijdig verkrijgen van een of meerdere deelcertificaten;

• d. In een periode korter dan 12 maanden voor de aanvraag, een TTK-vergunning van aanvrager is ingetrokken, met uitzondering van de situatie dat door vergunninghouder zelf om intrekking is verzocht;

• e. Uit een door het college ingesteld onderzoek blijkt dat afgifte van de vergunning in strijd is met artikel 3 van de Wet bevordering integriteit overheidsbeslissingen (wet Bibob).

Artikel 8 Voorschriften en beperkingen

1. Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de kwaliteit van het op de gemeentelijke openbare weg aangeboden taxivervoer.

2. Het is de houder van de vergunning verboden te handelen in strijd met de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen.

Artikel 9 Overdraagbaarheid

De TTK-vergunning wordt op persoon afgegeven en is niet overdraagbaar.

Artikel 10 Looptijd vergunning

Een TTK-vergunning treedt in werking de dag na bekendmaking en heeft een looptijd van maximaal 5 jaar, onder voorbehoud van het voldoen aan de vereisten van de TTK-vergunning door de chauffeur als bedoeld in artikel 11 van deze verordening.

Artikel 11 Toelatingseisen TTK-vergunning

1. Voor het verkrijgen van een TTK-vergunning gelden de volgende eisen voor de chauffeur:

• a. de chauffeur beschikt over een deel certificaat Houding en gedrag;

• b. de chauffeur beschikt over een deel certificaat Stad- en stratenkennis Tilburg.

• c. de chauffeur beschikt over een deel certificaat Levensreddend handelen;

• d. Het college kan nadere regels tellen voor vrijstellingen, indien de chauffeur objectief kan aantonen reeds aan de toelatingseisen te voldoen.

2.

Artikel 12 Verplichtingen voor de chauffeur met een TTK-vergunning

1. De chauffeur:

• a. neemt verantwoordelijkheid voor de afhankelijke positie van de consument en neemt altijd de verkeersveiligheid in acht;

• b. heeft uit hoofde van zijn beroep een vervoerplicht, tenzij de omstandigheden dit onmogelijk maken;

• c. levert eerlijk, comfortabel, gastvrij en professioneel vervoer;

• d. vertoont professioneel gedrag, waaronder in ieder geval begrepen wordt dat de chauffeur een verbaal en non-verbaal correcte houding betracht bij de uitoefening van zijn beroep;

2. Het college kan nadere eisen stellen aan de herkenbaarheid van het voertuig voor de klant.

3. Het college bepaalt in nadere regels welke gedragingen en verplichtingen in ieder geval onder de in het eerste lid gestelde eisen vallen.

Artikel 13 Klachtenprocedure

Het college kan bepalen dat de chauffeur, dan wel de onderneming waarbij de chauffeur is aangesloten, zich aansluit bij door het college erkende klachtenregeling ;

Artikel 14 Toonplicht

De vergunninghouder toont het TTK-vergunning op eerste vordering van een ambtenaar in functie of een andere door het college aangewezen persoon, die in opdracht van het college werkzaamheden verricht met het doel het toezicht houden op de kwaliteit van het taxivervoer.

Artikel 15 Algemene gronden voor wijziging, schorsing of intrekking

Het college kan een vergunning geheel of gedeeltelijk wijzigen, schorsen of intrekken indien:

• a. ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

• b. dit naar het oordeel van het college in het belang van de kwaliteit van het taxivervoer noodzakelijk is, onder andere vanwege veranderde wetgeving of gewijzigde omstandigheden en/of inzichten;

• c. de vergunninghouder geen gebruik maakt van de vergunning binnen de daarin genoemde termijn of bij ontbreken daarvan binnen een redelijke termijn;

• d. de vergunning verleend is in strijd met een wettelijk voorschrift;

• e. de gemeente besluit tot de invoering van een nieuw systeem van vergunningverlening in de taxibranche;

• f. op verzoek van de vergunninghouder.

Artikel 16 Bijzondere gronden voor schorsing of intrekking

1. Een TTK-vergunning is van rechtswege en voor een gelijke periode geschorst, indien:

• a. het rijbewijs van vergunninghouder is geschorst, ingevorderd, ingehouden of ingenomen;

• b. de chauffeurskaart van vergunninghouder is geschorst;

• c. het TTK-certificaat is geschorst;

• d. de in deze verordening opgenomen verplichtingen, alsmede de door het college vastgestelde voorschriften niet worden nageleefd;

• e. een Ontzegging Besturen Motorrijtuigen (OBM) is opgelegd;

• f. vergunninghouder om schorsing verzoekt.

2. Een TTK-vergunning is van rechtswege vervallen, indien:

• a. het rijbewijs van vergunninghouder ongeldig is verklaard

• b. de chauffeurskaart van vergunninghouder is ingetrokken;

• c. het TTK-certificaat is ingetrokken;

• d. de in deze verordening opgenomen verplichtingen, alsmede de door het college vastgestelde voorschriften niet worden nageleefd;

• e. vergunninghouder niet kan aantonen een vaste woon- of verblijfplaats te hebben;

• f. het bevoegde gezag aan de chauffeur geen nieuwe verklaring omtrent het gedrag, conform de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, afgeeft;

• g. Uit een door het college ingesteld onderzoek blijkt dat de vergunning in strijd met artikel 3 van de Wet bevordering integriteit overheidsbeslissingen (wet Bibob) is afgegeven.

• h. vergunninghouder om intrekking verzoekt.

3. Een TTK-vergunning kan worden geschorst of ingetrokken indien naar het oordeel van het college aannemelijk is dat de chauffeur niet voldoet aan de door haar geldende wettelijke bepalingen.

4. Van de afloop van de schorsingstermijn als bedoeld in het eerste en derde lid wordt vergunninghouder in kennis gesteld.

Artikel 17 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen of categorieën van personen.

Artikel 18 Bestuursrechtelijke maatregelen en sancties aan chauffeurs

1. Het college kan overtreding van het bepaalde of krachtens de artikelen 2, 5, 6, 7 en 13 sanctioneren met:

• a. een waarschuwing;

• b. last onder dwangsom als bedoeld in de Wet Personenvervoer 2000;

• c. schorsing van de TTK-vergunning;

• d. intrekking van de TTK-vergunning.

2. Bij toepassing van de in het eerste lid genoemde sancties kan het college onder meer rekening houden met:

• a. het soort en totaal aantal overtredingen door de chauffeur;

• b. de mate van herhaling van het aantal overtredingen binnen een periode van één jaar.

3. De in artikel 14 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd, namens het college een TTK-vergunning in te nemen en in te houden wanneer dit in het belang van de kwaliteit van het taxivervoer nodig is.

Artikel 19 Overige sancties

Onverminderd de in artikel 17 aangegeven sancties is strafrechtelijke sanctionering conform vigerende wet- en regelgeving, waaronder het bepaalde of krachtens deze verordening van toepassing.

Artikel 20 Inleveren TTK-vergunning

In het geval er sprake is van schorsing, intrekking of het van rechtswege vervallen van de TTK-vergunning dient de TTK-vergunning van de betreffende chauffeur onverwijld bij het college te worden ingeleverd.

Artikel 21 Overige bepalingen

1. Overtreding van elk van de voorschriften bij of krachtens de artikelen 5, 6, 7, 10, 11, 12 en 13 van deze verordening, is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1, lid 4 van de Wet op de economische delicten, voor zover de overtreding niet al ingevolge andere wettelijke regelingen als een strafbare gedraging gesanctioneerd wordt.

Artikel 22 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen in het belang van een goede uitvoering van de in deze verordening geregelde onderwerpen.

Artikel 23 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen een of meer artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of de houder van de TTK-vergunning leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 24 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019

Artikel 25 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Kwaliteitskeurmerk Straattaxi's Tilburg 2019.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 17 december 2018.

De griffier,

De voorzitter,

Toelichting

Algemeen

In 2002 is de Wet Personenvervoer 2000 (WP2000) van kracht geworden. Het doel van deze wet was door een vergaande liberalisering van de taximarkt te komen tot kwaliteitsverbetering en prijsconcurrentie. Dit zou ten goede moeten komen aan de consument.

Door de verminderde regelgeving en lagere eisen aan ondernemers en chauffeurs, is het aantal taxi's op de opstapmarkt (de werving van reizigers vanaf standplaatsen) sindsdien enorm toegenomen. Door de onderlinge concurrentie is de kwaliteitsverbetering en prijsdifferentiatie voor de consument uitgebleven. Door incidenten op standplaatsen en slechte dienstverlening aan de consument door (een aantal) taxichauffeurs heeft de taxibranche een slechte reputatie.

Op 1 oktober 2011 is de WP2000 gewijzigd. Het doel van deze wijziging is de bevordering van de kwaliteit van het taxivervoer. De wet biedt aan gemeenten de mogelijkheid om aanvullende regels te stellen aan de kwaliteit van het aangeboden taxivervoer in de opstapmarkt (het werven van klanten vanaf taxistandplaatsen en de openbare weg). Gemeenten kunnen daardoor specifieke lokale problemen met betrekking tot het taxivervoer aanpakken.

Voor deze verordening is artikel 82a van de WP2000 van belang. Dit artikel bepaalt dat de gemeente aanvullende (bovenwettelijke) eisen mag stellen aan de kwaliteit van de chauffeur en de herkenbaarheid van de taxi. Doel hiervan is om de chauffeurs in de opstapmarkt 'uit de anonimiteit' te halen. Zij moeten een Tilburgs Taxikeurmerk (TTK-vergunning) aanvragen. Om in aanmerking te komen voor het TTK-vergunning moeten zij aantonen aan de minimum vereisten te voldoen. De gemeente kan samen met andere handhavende instanties (Politie, Inspectie Leefomgeving&Transport) controleren of aan de verplichtingen wordt voldaan. Het niet voldoen aan de regelgeving kan leiden tot sanctionering, met als ultieme maatregel het intrekken van het TTK-vergunning.

Op grond van artikel 82a hebben gemeenten de bevoegdheid om de kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van het kwaliteitsbeleid doorberekenen aan de deelnemende chauffeurs.

In artikel 82c is geregeld dat ons college bestuursrechtelijke maatregelen kunnen treffen (last onder dwangsom) om de gemeentelijke kwaliteitsregels te handhaven.

Tilburgse situatie

De Tilburgse regio kent diverse taxiondernemingen die zich zowel in de contract- bestel- als in de opstapmarkt bewegen. Daarnaast kennen we diverse kleinere en middelgrote ondernemingen (variërend van enkele taxi's tot ca. 15 taxi's). Het merendeel van de taxi's in de opstapmarkt betreft zzp'ers of kleine samenwerkingsverbanden zoals VOF's (naar schatting ca. 80).

Artikelsgewijze toelichting (voor zover van toepassing)

Hoofdstuk 1 regelt de basisbegrippen, procedures, algemene weigeringsgronden op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Hoofdstuk 2 regelt de verbod- en gebodsbepalingen.

In artikel 2.1. is geregeld dat het verboden is om zonder TTK-vergunning straattaxivervoer aan te bieden op de gemeentelijke openbare weg. Uw raad heeft de bevoegdheid om gebieden of gedeelten van de openbare weg aan te wijzen. Hier is bewust niet voor gekozen om te voorkomen dat niet-keurmerktaxi's buiten de standplaatsen taxivervoer aanbieden (ongelijk speelveld waarmee onrust in de taximarkt wordt gecreëerd). We kiezen er daarom voor om het gehele grondgebied van de gemeente Tilburg aan te wijzen.

In Hoofdstuk 3 zijn de algemene indieningsvereisten en afwijzingsgronden op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht benoemd.

In artikel 7.2. lid e is opgenomen dat een Bibob-onderzoek deel kan uitmaken van de vergunningprocedure. We kiezen ervoor om dit artikel in de verordening op te nemen omdat ondermijning van onze rechtstaat speerpunt van beleid is.

Het rijk kan in een vergunningprocedure voor een chauffeurspas ook een Bibob-onderzoek instellen. Omdat de chauffeurspas voor onbepaalde tijd wordt afgegeven, zijn wij van oordeel dat een Bibob-onderzoek deel uit dient te maken van deze verordening.

Op grond van artikel 82a mag de gemeente alleen voorwaarden stellen aan de chauffeur. Om die reden is in artikel 9 opgenomen dat het vignet op de persoon wordt afgegeven.

In artikel 10 is bepaald dat de looptijd van een TTK-vergunning maximaal 5 jaar bedraagt. Dit om onnodige lastendruk voor chauffeurs te voorkomen. In het kader van de kwaliteitsbevordering van het taxivervoer moet de chauffeur tussentijds wel aantonen aan verplichte cursussen, trainingen en (her)certificeringstrajecten te hebben deelgenomen. Niet deelnemen kan leiden tot schorsen of intrekken van het TTK-vergunning (artikel 15, lid c en d).

Hoofdstuk 4 regelt de minimumvereisten voor de TTK-vergunning op grond van artikel 82 a WP2000.

In artikel 11.1 zijn de zogenoemde bovenwettelijke eisen geregeld. De minimum vereisten zijn in overleg met een afvaardiging van de Tilburgse taxibranche in de Klankbordgroep benoemd.

In artikel 11.2. is geregeld dat ons college nadere eisen kan stellen aan de herkenbaarheid van het voertuig. Het gaat dan om de herkenbaarheid als TTK-taxi en om de herkenbaarheid van taxi en chauffeur voor de klant (door een uniek nummer). De ervaring leert dat het voor consumenten lastig is om achteraf kenmerken van de taxi aan te geven wanneer zij een klacht of melding willen indienen.

In artikel 10 worden de professionele vereisten aan de chauffeur benoemd. Ons college heeft de bevoegdheid deze -in overleg met de Klankbordgroep- nader uit te werken in uitvoeringsregels, die recht doen aan de professionele wensen van de Tilburgse taxibranche.

Hoofdstuk 5 regelt de gronden voor wijzigen, schorsen of intrekken van het TTK-vergunning.

In artikel 12 worden de algemene gronden op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht bepaald.

Artikel 14 regelt de bijzondere gronden op grond van deze verordening, de nadere uitvoeringsregels. In artikel 13.2 lid g is geregeld dat het niet kunnen overleggen van een Verklaring omtrent het gedrag een intrekkingsgrond is. De reden voor deze formulering is gelegen in het feit dat het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in overleg met het ministerie van Justitie en Veiligheid een continue VOG-screening uitvoert, waardoor chauffeur niet meer periodiek een VOG hoeven aan te vragen.

Hoofdstuk 6 regelt de handhaving van de verordening

In artikel 17.1 worden de bestuursrechtelijke sanctiemaatregelen geregeld. Naast bestuursrechtelijke handhaving conform artikel 82c van de WP2000 zijn hier als ultieme sanctiemogelijkheden het schorsen en het intrekken van het TTK-vergunning opgenomen. Dit is een ultimum remedium. De ervaring in andere steden leert dat het handhaven en bevorderen van de kwaliteit in het straattaxivervoer een kwestie van lange adem is. Ultieme maatregelen zijn derhalve nodig om ook een gewenst naleefgedrag te bevorderen,.

Buiten bestuursrechtelijke handhaving blijft strafrechtelijke handhaving op grond van vigerende wet- en regelgeving mogelijk.

In artikel 20 is bepaald dat het aanbieden van commercieel taxivervoer zonder te beschikken over de daarvoor benodigde vergunningen, ontheffingen en toestemmingen aangemerkt wordt als een strafbaar feit op grond van de Wet economische delicten, voor zover andere wet- en regelgeving hierin tekort schiet. De hoogte van de sanctionering wordt door de rechtbank bepaald.